In Belgie
was er weinig of geen belangstelling voor koloniale expansie. Leopold I had die wel, maar vond weinig gehoor. Tijdens
zijn
langdurig
verblijf in Engeland had hij de grootsheid en de macht van een koloniaal
imperium leren kennen. Leopold richtte in 1841 de Compagnie Belge de
Colonisation op. Pogingen om wat te ondernemen in Guatemala, Brazilie
mislukten.
Leopold II
had dezelfde belangstelling voor overzeese gebieden, maar ook zijn projecten
gingen de mist in.
Henry
Motton Stanley (1841-1904) zocht en vond de vermiste Britse zendeling -
ontdekkingsreiziger David Livingstone in het binnenland van Afrika. Zijn zoektocht
kreeg grote weerklank in de pers.
De belangstelling van Leopold II voor
Centraal Afrika vergrootte daardoor. In 1876 belegde hij een internationale
conferentie met de bedoeling de ontdekkingsreizen en de strijd tegen de
slavernij te coordineren.
Nieuwe
ontdekkingen van Stanly wekten bij Leopold II een steeds grotere
belangstelling.
Hij stelde
Stanley voor samen te werken en die hapte toe. Stanley werd uitgestuurd om
nieuwe gebieden te ontdekken.
Leopold II
wilde zijn onderneming een internationaal karakter geven om ze aanvaardbaar te
maken en richtte daarvoor de " Association Internationale du Congo op.
Portugal
was echter niet akkoord (Diego Cao, een Portugees, had in 1484 de monding van
de Kongostroom ontdekt, en Portugal eiste dat gebied nu op).
Om uit de
impasse te geraken werd op 15 november 1884 in Berlijn een koloniale
conferentie belegd. Leopold II ging handig en sluw te werk : hij beklemtoonde
het internationale karakter van zijn organisatie en speelde de koloniale
mogendheden tegen elkaar uit. In de slotakte stond dat de ' Association' een
onafhankelijke staat werd, met de Belgische koning aan het hoofd.
Leopold haalde zijn slag thuis, hij kon als een absoluut monarch over een
onmetelijk gebied heersen.
De hele
Kongo-onderneming was hoofdzakelijk een privé-initiatief van Leopold II. Hij
stopte er heel wat kapitaal in. De nadruk lag vooral op het winnen van rubber. De
Belgische staat steunde de Kongo politiek van zijn vorst wel, maar ondernam
zelf niets; de regering schreef alleen enkele staatsleningen uit. Ondanks de
akkoorden van Berlijn gaf Leopold in 1891 de Kongo-Vrijstaat het monopolie van
de handel en beschouwde hij het grootste deel van het gebied als kroondomein. Land
en bevolking werden op een meedogenloze manier geterroriseerd en uitgezogen;
enkel de enorme winsten telden. Daar was het Leopold II tenslotte om te doen.
Schulden, maar vooral de hevige kritiek op het beleid en op de onmenselijke
toestanden in de kolonie dwongen Leopold II in 1908 Kongo aan de Belgische
staat af te staan (Belgisch Kongo tot 1960)
15-09-2008
Leopoldstad (foto's)
Foto 1 : Leopoldstad in 1884 Foto 2 : Het standbeeld van H.M.Stanley in Leopoldstad
12-09-2008
Nationaal volkslied Belgie (Brabaconne)
O dierbaar België o heilig land der vaad'ren
Onze ziel en ons hart zijn u gewijd.
Aanvaard ons hart en het bloed van onze adren,
Wees ons doel in arbeid en in strijd.
Bloei, o land, in eendracht niet te breken ;
Wees immer u zelf en ongeknecht,
Het woord getrouw, dat ge onbevreesd moogt spreken:
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
O dierbaar België o heilig land der vaad'ren
Onze ziel en ons hart zijn u gewijd.
Aanvaard ons hart en het bloed van onze adren,
Wees ons doel in arbeid en in strijd.
Bloei, o land, in eendracht niet te breken ;
Wees immer u zelf en ongeknecht,
Het woord getrouw, dat ge onbevreesd moogt spreken:
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Vrijheid van taal
De Belgische grondwet van 1831 beloofde vrijheid van taal, maar in de praktijk was daar weinig van te merken. Het Frans was de taal van het centrale bestuur en van het leger. Bij de lagere besturen en bij het gerecht was de taal vrij, maar ook hier nam de verfransing toe als gevolg van de verstedelijking. Wie geen Frans sprak telde niet mee. Als tegenreactie daarop ontstonden stromingen die het Vlaams wilden verdedigen en tegelijk de Belgische onafhankelijkheid tegen de Franse dreiging wilden beschermen. Het Vlaamse bewustzijn zocht zijn verantwoording niet meer in de versterking van de Belgische nationaliteit, maar in de erkenning van de Vlaamse. Drie van deze stromingen waren namelijk het Willemsfonds ( 1851), het Davidsfonds (1875) en het Vermeylenfonds (1945). Het Davidsfonds was de katholieke tegenhanger van het Willemsfonds, het Vermeylenfonds was Vlaams socialistisch.
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan:
De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar.
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Hij strijdt nu duizend jaren voor vrijheid, land en God;
En nog zijn zijne krachten in al haar jeugdgenot.
Als zij hem machteloos denken en tergen met een schop,
Dan richt hij zich bedreigend en vrees'lijk voor hen op.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Wee hem, de onbezonnen', die vals en vol verraad,
De Vlaamse Leeuw komt strelen en trouweloos hem slaat.
Geen enkle handbeweging die hij uit 't oog verliest:
En voelt hij zich getroffen, hij stelt zijn maan en briest.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Het wraaksein is gegeven, hij is hun tergen moe;
Met vuur in't oog, met woede springt hij den vijand toe.
Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloed en slijk
En zegepralend grijnst hij op's vijands trillend lijk.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
09-09-2008
Goya en Pieter Bruegel (de Oude)
Schilderij 1 : " 3 mei 1808 " van Goya Y Lucientes Op 2 mei 1808 werden de mameloeken van de cavalerie van Napoleon in Madrid (Puerta del Sol) aangevallen. De volgende dag werden er ter wraakneming gijzelaars doodgeschoten. Het tragische schouwspel had midden in de nacht in de Monclo-buurt plaats Anonieme uitvoerders, de soldaten, wiens gezicht men niet kan zien, richten allen op dezelfde manier. Een enorme lantaarn die op de grond is geplaatst, produceert een hard licht dat het afschuwelijke schouwspel nog versterkt. De gezichten van deze ongelukkigen drukken angst , uitdaging en berusting uit. Het dramatisch effect wordt geaccentueerd door de bebloede lijken op de voorgrond, terwijl op de achtergrond de rest van de veroordeelden verschijnt. De overeenstemming van de kleuren is krachtig en het geheel is op een ruime manier geschilderd : Goya, bij wie het om het wezenlijke gaat, verwijdert de details. De expressieve kracht van het werk wordt hier alleen door versterkt. Manet inspireert zich op dit schilderij bij de uitvoering van zijn Executie van Maximiliaan in 1867 Link : http://nl.wikipedia.org/wiki/Francisco_Goya
Schilderij 2 : "De jagers in de sneeuw" van Pieter Bruegel (de Oude) De Oude Pieter Bruegel verlaat Antwerpen in 1563 om zich te Brussel te vestigen. Zijn manier van schilderen verandert op een subtiele manier in zijn nieuwe atelier en hij richt zich op composities die meer geconcentreerd zijn wat betreft het onderwerp. In 1565 schildert hij een serie schilderijen met als thema de maanden van het jaar. Eén van deze schilderijen is "De jagers in de sneeuw", hier toont hij de kleinheid en de onbeduidendheid van de mens ten opzichte van de onverschillige en grootse natuur. De drie jagers komen terug van de jacht, ze zijn moe, evenals hun honden. De sneeuwlucht heeft een groen-grijze kleur, waarin het duister licht, dat zich in alle richtingen uitbreidt, ieder onderdeel in het landschap uit laat komen en de rotspunten op de achtergrond verscherpt.
De Gentenaar Maurice Maeterlinck was de eerste en de enigste Belg die ooit een Nobelprijs voor Literatuur kreeg. Gek genoeg maakte die onderscheiding van Maeterlinck allerminst een gewaardeerde auteur in eigen land. Terwijl zijn werk al rond de eeuwwisseling
wereldwijd faam genoot, zijn toneelstukken mateloos populair waren in
Parijs en zijn werk werd vertaald in twintig talen, stond de katholieke
wereld eerder afwijzend tegenover hem: bij decreet van 26 januari 1914
werd zijn gezamenlijk werk (opera omnia) op de indexlijst
geplaatst. In Gent werd Maeterlinck nooit populair. Hoezeer hij ook
zelf van zijn geboortestad hield, die liefde bleef onbeantwoord.
Der hangt ne foto in mijn huis, waarop dadde het Belfort ent stadhuis En de kerketorens nog herkent Veel mensen vinden da kitch, het zegt ulder hoogstwaarschijnlijk niets, Want bij de mieste es da nie bekend Mijn Gent, ik weet nog hoe dat was, op de Kuurnmarkt drinkte een glas, Op de Kouter gadde paraderen Ne Genteneire was te rap content, maar deed toch alles voor zijn Gent, Daar viel niet over te discuteren
En in het straatje van mijn moedre Zat oms bomma 's avonds op heur gat Ze zat heure Genteneire te lezen Binst dak kikka aan heur voeten zat
Vroeger waren de mensen rap content, de zondag wandelen dwirs deur Gent Eu simpelweg wat amuseren Neu est veranderd, den modernen tijd, ge moet opletten waardadde gaat of rijdt Ge moet zelfs ondergronds parkeren En toch es Gent de enigste stee, die nog gildes en rebellen hee Lupend mee de strop rond uldre nekke Gent, de stad van Roeland en Gantoise, van vrie slimme en gulle dwaze En van ne gulle nest mee vrekke
En toch, in het straatje van mijn moedre Zat oms bomma 's avonds op heur gat Lachend heur gazette te lezen Want zij had just nen dreupel gehad
Neu heet de jeugd noeit nie genoeg, ze zitten 's avonds in de kroeg Waardadde een pintje drinkt en zwijgt Gelukkig kunde op de Vrijdagsmarkt, nog leute vinden, gul apart Zonder dadde dara ambras mee krijgt Ik heb de oude Genteneirs nog gekend, ze kochten spekken van ne cent Bij Katrien, die kloeke vrewe Maar neu est gemoderniseerd, het es allemaal gepasseerd, Ik heb just nog ne foto op mijn schewe
En in dat straatje van mijn moedre Zit bomma nooit meer op het pad Onze lieve heer es heur komen halen Dedju, daar heb ik al spijt van gehad
Inschraavingspapier veur fliek (polliese Gent)
Mandenmakers en klompenmakers
Rond 1900
31-08-2008
Priester Adolf Daens
Eind 19de eeuw, de uitlatingen van Adolf Daens, een priester, worden door de kerk niet op prijs gesteld.
Daens gaat bij zijn broer Pieter Daens, een drukker in Aalst, wonen.
Hij komt al snel in opstand tegen de omstandigheden waarin de arbeiders
in die stad moeten leven : vrouwen en kinderen die vijftien uur per dag
moeten werken, ongezonde woningen en veel armoede.
Hij schrijft controversiele artikels in de krant die zijn broer drukt
en haalt zich zo de woede van de bourgeoisie en in het bijzonder van
Charles Woeste, afgevaardigde in het stadsbestuur, op de hals.
Daens wordt tot de orde geroepen door de bisschop en bedreigd door
Woeste, maar hij laat zich het zwijgen niet opleggen en vecht verder
voort voor de rechten van het volk.
De aftocht vd Nederlandse ruiterij en het Voorlopig Bewind
Schilderij 1 : Dit schilderij is van Joseph van Severdonck,
het stelt de aftocht voor van de Nederlandse ruiterij in Brussel op 23
september 1830, het is heel duidelijk te zien hoe de Hollanders
werden bekogeld met stenen en andere voorwerpen. Schilderij 2 : Dit schilderij is van Charles Picqué, hier ziet men het Voorlopig Bewind van 1830 Prent 3 : Le gouvernement provisoire : http://www.musbellevue.be/belvue_parcours_zaal01.php?la=nl
De onafhankelijkheid van Belgie
De tegenstellingen en de grieven tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden werden steeds groter. Na
de geslaagde Juli-revolutie in Frankrijk, deed de opvoering van "De
stomme van Portici" op 23 augustus te Brussel, de opstand losbreken. De
burgerwacht kon eerst de orde herstellen en eiste een oplossing. Willem
I stuurde troepen naar Brussel onder leiding van zijn zonen om de
toestand ter plaatse te onderzoeken. Overtuigd van de ernst, besluit
hij tot enkele toegevingen, maar ... te laat : Luikenaars helpen de
Brabanders om de Hollandse troepen te verjagen uit de Brusselse Warande
(23 - 27 sept.). Vrijwilligers en patriotten sluiten aan, en dringen de Hollandse troepen terug tot Antwerpen. Belgie
werd in zijn onafhankelijkheidsstrijd door de Europese omstandigheden
gediend : De Poolse revolutie belette Rusland tussen te komen ; Pruisen
wou wel optreden, maar Engeland en Frankrijk steunden Belgie, zij het
dan ook uit eigenbelang. Intussen roept een Voorlopig Bewind (een
voorlopige regering) de onafhankelijkheid uit en beslist het Nationaal
Congres een grondwet uit te werken. De afgevaardigden van het
Voorlopig bewind bestonden vrijwel uitsluitend uit burgerij, adel en
grootgrondbezitters, de arbeiders die toch wel een beslissende rol
hadden gespeeld bij het tot stand komen van de revolutie en tijdens de
gevechten hadden niets te zeggen. Op 18 november 1830 riep het
Nationaal Congres de onafhankelijkheid van Belgie uit, Belgie werd nu
een grondwettelijke parlementaire monarchie. De grondwet werd op 7 februari 1831 door het Nationaal Congres uitgevaardigd.
Op
21 juli 1831 legde Leopold van Saksen-Cobourg en Gotha op de Coudenberg
te Brussel de eed af als koning, hij zou aan de macht blijven tot aan
zijn dood in 1865. Leopold was een Duitse prins die in het Russische
leger nog tegen Napoleon had gevochten. In 1816 was hij gehuwd met de
Engelse kroonprinses Charlotte, zij overleed een jaar later in het
kraambed.
Leopold I zat nog maar enkele dagen op de troon, toen Nederlanse troepen op 1 augustus 1831 het land opnieuw binnenvielen. In een 'Tiendaagse Veldtocht' overrompelden ze het slecht uitgeruste Belgische leger, Leopold riep de hulp in van Frankrijk. Toen
deed de protestantse weduwnaar Leopold I een slimme zet. Hij huwde op 9
augustus 1832 met de twintigjarige Louise Marie van Orléans, dochter
van de Franse vorst, zo wist Leopold zich voortaan gesteund door
Frankrijk. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, de tweede
zoon Leopold II, werd troonopvolger.
Uiteindelijk werd in 1839
het Verdrag der XXIV Artikelen gesloten, waarbij een onafhankelijk en
neutraal Belgie door de mogendheden erkend werd. Gedeelten van Limburg
en Luxemburg werden daarbij afgestaan.
In juli 1830 brak in Parijs een revolutie uit, ook bij ons raakten de
gemoederen verhit. Door de lange hete zomer en de stijgende
levensduurte werden de mensen misnoegd. Op 25 augustus 1830, de verjaardag van koning Willem, werden de meeste plechtigheden uit veiligheidsoverweging afgelast. Maar
de opvoering van " De stomme van Portici" in de Brusselse
Muntschouwburg mocht wel doorgaan. Deze opera van Daniel Auber
verheerlijkt de opstand van de Napolitanen tegen de Spaanse
overheersers in 1747. De aria " Amour sacré de la patrie, tu nous
rendras la liberté" bracht de aanwezigen in een patriottische
vrijheidsroes. Bij het einde van het stuk, sleurden enkele
opstandelingen de menigte op het Muntplein mee. Die nacht trok een
aangroeiende volksmassa naar de woningen van ministers en magistraten
in de chiquere wijken van de stad, er sneuvelden veel ruiten en er werd
veel geplunderd. Arbeiders sloten zich bij de menigte aan. De
volgende dagen werden de machines in fabrieken vernield. De burgerij
vreesde voor haar bezittingen. In allerijl werd een burgerwacht
opgericht om de massa te ontwapenen en de gemoederen te bedaren. Op het
Brusselse stadhuis werd eerst de Franse vlag en daarna de Brabantse
driekleur gehesen. Dit alles was de aanloop tot de onafhankelijkheid van Belgie.
Foto1 : de Muntschouwburg Foto 2 : schilderij van Gustaaf Wappers " De Belgische revolutie van 1830"
23-08-2008
Dante Alighieri, leven en werk
A
22-08-2008
Westvlaamse gezegden
Westvlaemse gezegdn - Zet j een zaete en smoord een puupe - Aele voern teegn wind - De pootn van zien gat loopn - Een bescheetn kommissie - Een twien bien buk doen - Ge kunt ze deur 't gotegat trekkn - Jis in z'n gat gebeetn - Joen bottn oafdraaien up twerk - Drachtre smietn me joen kloefen - Jee deen laatn vliegen - Jeetre me zien klakke noa gesmeetn - Mienne merlaan skufelt - Ne piloarebietre - Ne tootetrekkre - Tegaere ang met aekn en oogn - Trint mollejoeng - Van zien geld klapn lik ne boer van zien kleene pattatjes - Kzint zo moe lik koede keirre pap - Ip elk potje past een ulleke - Tis een ruute druut tuus en oat rint rinne ter in - Tis tiet dat tuut is
Op zondag 5 mei 1835, een zonnige dag, waren er reeds talrijke
kijklustigen uit het hele land naar de Groendreef in Brussel gekomen.
Hier vond de meest spectaculaire gebeurtenis van de eeuw plaats. De
Flèche, de Elèphant en de Stephenson stonden klaar om te vertrekken.
Deze drie trotse locomotieven reden de eerste spoorlijn van Belgie in,
van Brussel naar Mechelen. Meer dan negenhonderd genodigden reden mee,
velen met schrik want je wist tenslotte maar nooit. Die 'damptuigen'
konden immers ontploffen, had men van horen zeggen. Deze spoorlijn
was het werk van twee ingenieurs, Simons en De Ridder. Ze hadden er
jaren aan gewerkt, ze gingen zelfs in Engeland kijken hoe men daar te
werk ging, dit is ook de reden dat de treinen links rijden. Eén
van de passagiers was ingenieur George Stephenson zelf, een hele
geruststelling voor de andere passagiers, hij zou toch niet meegaan als
er kans was dat de stoomketel zou ontploffen. Er waren toen reeds
verschillende klassen in de trein : nl. de diligences (eerste klas), de
chars à bancs (tweede klas) en de wagons ouverts (derde klas). Via
Vilvoorde reden de locomotieven richting Mechelen. Langs de spoorweg
stond de bevolking van de dorpen, onder leiding van de burgemeester,
fanfares ondersteunden het gejuich. De boeren keken angstig naar hun
koeien, die met domme ogen naar de treinen staarden. Deze spoorlijn
tussen Brussel en Mechelen was het begin van een heel netwerk dat de
belangrijkste industriele gebieden van het land met Duitsland moest
verbinden, daardoor kwam de industrie en de handel er weer bovenop.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek