Maar om 'accordeonvirtuoos' te worden moest ik wel muzieklessen nemen en Abdon Van Gasse (Molenbergstraat) was bereid gevonden om mij wegwijs te maken in die, wat ik later zou ervaren als aparte wereld van musici.
Mijn Vader (smid) laste (oxydeerde) een 'trottinet' (fietspet) in elkaar (met volle banden) waarmee ik mij naar de privéwoning van Abdon zou kunnen verplaatsen om de wekelijkse lessen bij te wonen.
Eén keer verloor ik mijn evenwicht aan de hoek van de molenberg- en de dorpstraat.
Een lidteken van 5cm. op mijn kuitbeen is na 53 jaar nog altijd de herinnering aan mijn zorgeloze jeugdjaren.
Ons Moeder vond dat ik zèèr goede vorderingen maakte en liet mij inschrijven aan de N.I.R.-uitzending: 'Ontdek de ster'.
Een auto was in die tijd een luxe, maar aangezien mijn Vader naast smid, cafébaas, klokkenluider, horlogedraaier, bovendien ook nog taxichauffeur was, bezaten wij zo'n mooie, derde handse auto: Chevrolet Belair.
Wij werden uitgenodigd om naar het Casino (zie foto) van Gent te rijden om daar mee te dingen voor de préselecties.
Zowel voor m'n ouders als mezelf was dit, in die jaren, een hele onderneming.
Ik had mijn vingers blauw geoefend op het lied van 'Tante Leen': "Veel bittere tranen...".
Tijdens de auditie had ik een muziekstaander meegenomen, alhoewel dit absoluut niet nodig was, maar "....dat gaf meer présense" zei mijn Moeder.
Enfin.....Maar mijn accordeon was dermate groot dat ik er niet over kon kijken én de muziekstaander een weinig functionele waarde had.
Met een ongedwongen kinderlijke overgave begon ik aan: "Veel bittere tranen".
Ik ben nu nog steeds overtuigd dat ik dat foutloos vertolkt heb.
Maar nog geen minuut later ging het 'belletje' van één van de juryleden 'dat het voldoende was'!!! Ik dacht bij mezelf,'amaai, da's zijn straffe gasten die zo vlug konden weten hoe virtuoos ik wel kon spelen'!
Ze hebben mij niet meer opgeroepen voor een volgende auditie.....!
De eerste les van de dag (1957) was altijd godsdienstles en meester Frans ging het vandaag hebben over .....'de opstanding van de doden'!!!
Klasfoto 1957 met meester Frans.
Wij zagen het al bij het binnenkomen van de klas, toen een grote pancarte het bord 'versierde'.
Een allesomzeggende illustratie, wat uiterlijk de tand des tijds getart had en waarbij men een beeldvorming kreeg om nachtmerries van te krijgen.
Grafzerken zouden openbreken en daaruit zouden skeletten tevoorschijn komen die terug levendige mensen zouden worden.
De Meester vertelde dat zo boeiend, die wij de rest van ons leven nooit meer zouden vergeten wat: "De opstanding van de doden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven" werkelijk betekende.
Wij (het quintet) voelden ons, na deze les, helemaal niet op ons gemak en het meest van al nog; 'de puuste' die anders zo ruig over kwam en nu een kleur kreeg die wij van hem niet gewoon waren.
Ikzelf dacht: wanneer er nu stante-pede een opstanding zou komen...hoe zou deze dode zijn been terugvinden?
Nee, wij voelden ons allemaal een beetje schuldig.
Tijdens de middagpauze glipte 'de puuste' door de schoolpoort met onder zijn 'trui' het fameuze 'been en ...alsof een peleton chéé-chéévliegen achter hem zaten, spurtte hij terug naar het 'oude kerkhof' om het menselijk 'been' voorzichtig op het hoopje beenderen te leggen.
"Voilà" mompelde hij," die'n dooien moet zelf maar uitzoeken welk been van hem was" en in een mum van tijd stond hij terug op de speelplaats.
Tijdens de eerste dag van het schooljaar werd er een 'lei' én één griffel uitgedeeld, maar als je het ongeluk had een 'lei' te krijgen (deze moesten schooljaren meegaan) die vol onuitwisbare krassen vertoonde, moest je er het hele schooljaar verder mee stellen.
1956 Was het jaar dat ik mijn eerste stappen zette in de muziekwereld, althans voor wat het in onze café doorging, mét een juke-box.
'Tante Leen en Johnny Jordaan grijs werden gespeeld. Ik kreeg van mijn ouders een 'accordeon' in de hoop dat ik later een groot accordeonvirtuoos zou worden zoals b.v.Oscar De Nayer 'van de radio', Simon Borijn of Abdon Van Gasse.
In gunstige omstandigheden zal dementie 'beslag' leggen op mijn aggregaat verleden.
Het klinkt raar, maar dan passeer ik toch maar aan een oncologisch chirurg.
Symptomen (een mens kan al eens 'iets' vergeten) kondigen zich aan, maar de resistentie van een lichaam bezit cellen die vreemde 'indringers' kunnen vernietigen.
De presentatie (cat-walk) kondigt zich aan.
(Moderne schrijvers zouden kunnen spreken over een 'lingerie' effect.)
Misschien daarom toch maar terug naar en over...'Cultuur'!
Het lijkt wel een 'eindeloos' verhaal en dat is de kracht van 'kunst'.
Cultuur bezat (?) in Stekene een verwende aanwezigheid van bevolking's deelname.
(Uitvoerders en sympathisanten... en o.a. Gust'jen De Bruyne zou dit beamen.)
De tijden zijn verandert en veranderen dagelijks.
Dus, een vergelijking zou een zware zonde zijn t.o. de hedendaagse perceptie.
Cultuur richt zich vaak naar het verleden. (Exposities)
Moderne kunst, in een theater van zwakke aanwezigheid, (presentie) heeft, ook in deze internetwereld, tijd voor ademen nodig.
De verbeelding van 'optimale' partners (wat ik zie en/of hoor) reikt altijd onvoldoende in een netwerk van 10.000.000.000.000.000 cellen.
Een kunstwerk is een 'huwelijk' tussen de creator en zijn creatie.
Het certificaat wordt aan de keerzijde gekleefd wat je, als eigenaar, in zijn totaliteit zorgzaam behandeld.
'Wat God heeft verbonden zal een mens niet scheiden'.
De lege banken 'op en in' een seminarie-opleiding vertonen bezorgdheid vanwege leke-volgelingen.
De lege stoelen voor (tijdens) een eucharistie viering,
zijn de voorbode van een toekomstige 'invasie'.
Een overtijds millennium van gelovigheid, nederigheid, hielden onze handen gevouwen.
Machtsvertoon...,tot geseling toe voor 'ongelovigen'.
'Mannen die met mannen omgaan zijn demonen' stond in de bijbel.
Een zwakke perceptie die niet meer ontvangkelijk is in de 21ste eeuw... en wat er nog komen gaat.
Zoals Pastoor Bloquaux zegt: " De kardinaal behoort tot een ander geloof".
(Pastoor Bloquaux is reeds meer dan veertig jaar Pastoor van de O.L.Vrouw Boodschap kerk op Luchtbal Antwerpen en in deze omgeving bewaar ik mooie herinneringen.)
Er hebben twee generaties gewoond in en met een stille opstandigheid,
pontificale 'zuiverheid' met een 'kaakslag' (vormsel) waar de vormheer het toch goed bedoelde.
Het was de tijd dat wij als 'quintet' (vijf schoolkameraden, m.n. de Janssens, de flapore, de puuste en ikzelf) elke dinsdagavond verzamelden bij den Toine.
Zijn ouders waren aangesloten bij een toneelgezelschap en hielden de dinsdagavond toneelrepetitie, dus hadden wij 'het gat' vrij om stiekem een sigaretje of twee te roken.
Het meest van al, maar dat zei niemand van ons, hadden wij oog voor de vijf jaar oudere zus van Toine.
Een beeldschoon meisje dat enkel in 't week-end van het pensionaat thuis was.
Niet alleen voor haar waren school vakanties welkom, maar ook voor: ons 'kwintet'. Ik weet zeker dat wij daar allemaal een beetje verliefd op waren ...maar niemand zei daar iets over... of deed alsof.
Het was de tijd dat de eerste centrale verwarming in de kerk werd geïnstalleerd, maar daarvoor moest er een vrij grote put gegraven worden aan de buitenkant van de sacristie.
Heel vroeger werden de overledenen begraven rond het kerkgebouw en het gevolg van dit graven was, dat er een paar beenderen van het skelet mee naar boven kwamen en door de werklui op een hoopje werden gelegd.
Het 'oude kerkhof' zoals wij dat momenteel noemen was een ideale plaats om door kinderen, rovertje of indiaantje te spelen omwille van het drukke struikgewas.
Voor wij 's morgens als (quintet) naar de lagere school trokken, verzamelden wij soms op deze plaats.
Tot onze verbazing hadden wij deze skeletten waargenomen.
(En zoals altijd is er een dux en een comes.)
Meestal kwamen wij, zonder onderlinge afspraak tezamen aan de'n elektriekpaal op den hoek van de Polenlaan en de 'Stasiestraete' omdat daar, elke morgen, rond acht uur, 'Stansken', een ongebruikte jonge weduwe en wonende naast 'de kromme stiffe', haar 'blaffeturen' (vensterluiken) opende ........in haar peignoir...wat soms speelse openingen liet zodanig dat wij onze ogen de kost gaven om een tipje van haar slaapkleed te zien.
Van ons vijftal had één jongen geen oog voor deze dagelijks gratis-zondige jeugdkriebels. Hij is gaan studeren en op latere leeftijd monnik geworden.
Maar die keer, op het 'oude kerkhof' waren wij geenzins op ons gemak met die doodshoofden.
Wij tekenden ze graag maar nu werden wij geconfronteerd met de realiteit.
Eén 'durver' nam toch een 'been' mee en stak dat in zijn 'cannasiére' (boekentas) om daarmee op de speelplaats van onze school te pronken.
Bijlage: Meester Frans Van Overloop in 1957 met 'zijn' rakkers.
De programmatuur van volgelopen gildenhuizen, feestzalen, verlaten cinémazalen e.d.
genieten van een stevige, ouderwetse, volkse gezelligheid. (Culturele aantrekkelijkheid.)
Ik zou het mezelf niet vergeven mocht CC van Kl.Sinaai, het Oud-Stationsgebouw van Stekene, (Foto) de onvolprezen Parochie-zaal van Kemzeke e.d. hier geen toegang krijgen.
"De vergrijzing baart ons financiële zorgen", proclameert een minister.
Een huisarts slaat met de deuren.
Enerzijds met stevige, intellectuele medische kennis begeleidt hij/zij U langer te laten leven,
en anderzijds het platform van financiële problematiek (pensioenuitkeringen) binnen een 'welvarende' staat.
De interesse van jong-bejaarden verliest zijn beeldvorming niet,
ook al buigt zich dit over meerdere decennia.
Het verleden 'landschap' biedt restante,
echte vriendschap waarvan enkelingen getuigen mogen zijn.
Het ontnemen van dierbaren én duurzamen brengt ons in verlegenheid te durven concureren met een 'gedachte' over geloofsovertuiging.
Tussen de 'oerknal' en de 'oneindigheid' vertoeven wij met overtuigde, gedurfde kennis van zaken....ook opstandigheid van medebewoners, in een labyrint van 'het zijn'.
Ons amper enkel eeuwen oude kunstverleden blijft een uitdaging voor 'morgen'.
Zo is het al millennia jaren lang...
Er kondigt zich een 'toekomst' aan waarvan de 'mens' zal moeten afstappen van de tijd.
Achter het Café St-Hubert bevonden er zich houten stallingen van elk ongeveer 6 m2.
Zie bijlage.
Eén daarvan was het rookkot voor de 'hespen', een restant van Albert De Smedt en Stiene De Clootere. (?)
Veehandel.
Echte gerookte hespen met echte houtsplinters, en dat bleef maar roken.
Als je de dag van vandaag durft te roken in de aanwezigheid van gesprekspartners wordt je soms op een niet al te beleefde manier, de deur gewezen.
Een getuigenis van weinig gastvrijheid.
Echte gerookte 'hespen', je vindt ze nog weinig.
Verhingen zich aan het 'plafond' met een 'boale' als bruidsjurk, in aanwezigheid van 'beulingen' en gedroogde worsten.
Gerookt vlees blijft langer goed...!
Als je, in de wacht gang (Gemeentenhuis) van de Burgemeester of Schepen zat, werd je ongevraagd geconfronteerd met een beeld (oude foto) van de Polenlaan, waarvan het gemeentehuis een focus beeld vormde.
Een foto, in zijn hedendaagse 'prospectus' 'moet' meer bieden dan een horizontaal, diametraal, verticalisme.
Visualisatie brengt ons niet dichter bij de 'realiteit' en dat is de kracht van beeld.
De tijd van 'Da Vinci' verdedigt een onnoemelijk 'glorieus' verleden, maar de zoektocht naar het 'ware' verhaal stuit op 'verstuift' intellectualisme met eigenzinnige 'correspondentie',
Je moet in een drie sterren restaurant zitten om dit op je bord geserveerd te krijgen.
De menukaart bestaat uit Gotische letters om de betaalbaarheid te verdragen.
Maar...
In een ver verleden 'moesten' wij 'patatten' koken in een 'marmiet', hangende boven een 'stookvuur'. (Water en vuur was altijd als kind een aangename uitdaging.)
De aardappelen waren bestemd voor onze varkens die zo vlug mogelijk boven hun gewicht moesten raken.
Achter Café St-Hubert hielden mijn ouders, geloof het of niet, franse varkens.
Het verschil was: franse varkens waren kleiner...hadden grote zwarte plekken op hun 'huid', maar het vlees was 'vaster'.
In onze nationale politieke 'kakofonie' kan hoger vermelde schriftuur zich laten (ver-) leiden tot projectering (verwijzing) naar actualiteit. Dat is geen zins mijn bedoeling.
Als kind zorgden wij dat het stookvuur niet 'uit ging' en legden voortdurend gedroogde takken onder de ketel, wat onze primaire (en enige) opdracht was.
Soms, (enfin, elke keer) spitsten wij een gekookte 'patat' op een stokje.
Het smaakte heerlijk....omdat het eigenlijk niet mocht.
En wat je niet mag, wil je eigenlijk wel graag doen.
Het drie sterren restaurant verplaatste zich naar andere 'oorden'.
Met een koppig, kinderlijk gevoel van onrechtvaardigheid,...
'verblijf ik met gevoelens van hoogachting....'!
En in Stekene zongen ze:
"En op boschdorp is't plezant,
daer rijën ze in 't zand...van je .... !!!"
Ze 'zeeên' ook: "A's mijn kieke's maeor eir'n legg'n"
Van een koorgemeenschap die naar Lille (Frankrijk) 'afzakt', (Daguitstap) kunnen we alleen maar aplaudiseren.
Maar niet zonder een bescheiden bedenking.
Als je, als koorgemeenschap, wandelt onder de Gotische zuilen van een kerk,
moet het pijnlijk zijn geen collectieve, vocale deelname te hebben.
Een artistieke presentatie, (Opluistering of optreden) zou, naar mijn gevoel, welkom zijn.
Mijn gedachten verdwalen in een
verzwakte communicatie, zonder voogdij.
Rijsel (Lille) heeft vijf kerkgebouwen...en waarschijnlijk enkele koor-verenigingen.
(Toeval of niet maar het koor uit Lille (Noorderkempen) is reeds te gast geweest in de H.Kruiskerk van Stekene.)
Het is alsof een wielertoeristenclub Geraardsbergen bezoekt zonder de 'muur' gezien (gevoeld) te hebben.
Rijsel is een bezienswaardige grootstad,
en mits enige verantwoordelijkheid, contactuele inzet, zou een reisbureau zich ontlast voelen van een voormiddag programma.
Goede afspraken maken goede vrienden....
"Wij worden ouder..." maar dat is naar mijn gevoel geen excuses om medeverantwoordelijkheid te ontwijken voor wekelijkse samenkomsten van 'gegadigden'.
Kerkklokken bezitten een aparte 'luidruchtigheid'.
Zowel voor een huwelijks condoleance,(?) ... net voor én net na een een uitvaartdienst of andere, nog minder aangename 'vertolkingen'.
'De lesten stuyver'
'Wies' van De Ruiser's van Mance van De Witte's.
Haar echte naam was: Marie-Louise D'Hooghe.
Haar echtgenoot noemde 'Fransken van Mance van de Witte's.(Franciskus De Ruysscher.)
Aloysius (De Ruysscher) had jaren lang een electriciteitswinkel in de Kammenstraat in Antwerpen.
Zijn twee broers noemden Gerard en Oscar,( klokkenluider) en zijn zussen: Gerarda en Leonie, allen afkomstig van 'de'n lesten stuyver', en kenden, (hadden) ieder op zich een eigen levensverhaal.
Terug naar 'klokken'.
Hun functie (geluid) bestaat hierin de boze geesten te verjagen maar....tot zelfs kathedralen lukken er niet altijd in..
Ik heb altijd een 'zwak' gehad voor dit bronzen klokgelui....
Van in mijn jeugd reeds.(?)
Tot het 'Angelus' toe.
Stekene bezit ook een beperkte beiaard.
Jawel!
Dit typisch Vlaams instrument,(vaak met Vlaamse volksliederen op de 'rol') irriteerde 'soms' een deel van de gemeenteambtenaren wanneer dit instrument, om het half uur, begon te 'rammelen'.
Volkse humor durf ik hierover niet 'luidop' te schrijven.
Dat zou mijn reeds verzwakte 'reputatie' koppelen aan bv.osteoporose.
Op een zaterdagavond (20u) hoorde ik onze'n beiaard spelen vanuit het gemeentehuis.
(Echt in een toevallig 'passeren')
Het 'Piepellied' van Stekene... en ik wist dat ikzelf dit 'meerstemmig' had 'gemaakt'.
(Voor de beperkte Steken'se beiaard)
Nu, een beiaardier heeft maar twee 'vuisten' maar dat maakt er een beiaard-'compositie' niet makkelijker om.
Nochtans, kerkklokken nodigen uit tot een historische woord inhoud (en nog zoveel meer ((?))) binnen de liturgie.
Exact vijf minuten voor tijd ...luidt de klok.
Tijdens de consecratie 'klepte' de klok.
Na de h.mis luidde de klok.
In de kerktoren zijn er galmgaten om heftige 'bronstige' geluiden, 'ellenlang' en maximaal te verspreiden over onze H.Kruis parochie.
En...wat met de 'klokjes' in het gemeentehuis?
Dat is een folklore....(functionaliteit) geworden, die naar mijn gevoel, met stevige zorgzaamheid bewaart moet blijven.
Zoals alle andere gemeenten een pleidooi houden voor hun uniciteit, kunnen wij, Stekenaars ons buigen over een eerlijk, respectabel verleden.
De 'bijnaam' 'Messenvechters' nodigt niet direct uit tot een gastvrij en gemoedelijk samenzijn en is inmiddels ondergesneeuwd in een grijze massa. (Wit-zwart politiek)
Een 'ferset' (zonder mes dus) was voldoende om een'berg' gekookte 'patatten met adzuun- en pillekessause' op de 'taileure' te eten als avondmaal. (20u) en geen enkelen 'doktoor' die hier, toen-der-tijd, bezwaar tegen had.
Als je dat tegenwoordig tegen de huisarts zegt, 'stijgert' hij/zij en "Ga je regelrecht een vroegtijdige verbintenis aan met een hartinfarct". (Of iets dergelijks)
Stekene kende zijn 'culturele' zonen.
Wie herinnert zich nog de unieke Muziekmaatschappij (Fanfare)
De toneelvereniging. (-en)
De onvolprezen Freddy Vercruyssen (veldlopen) en ik vergeet er meerdere.
Een verwijzing naar d'Euzie schenkt pagina's vol (een kleine encyclopedie) betrouwbare informatie over ons rijk Steken's verleden.
Met een 'loep' (vergrootglas) ga je op zoek naar muzikale (maar dan cultuurvormende) activiteiten.
Ze zijn er schaars, en een bv. koffiepauze beheerst nog steeds een welkom imago van aantrekkelijkheid.
Hoe belangrijk is het niet dat eigen mensen betrokken of uitvoerders zijn van een 'materie'
(Muzische kunst ((nogmaals, vijf aspecten)) waarvan zijzelf de uitvoerders zijn.)
Deelgenoten, (comes) met bescheiden overtuiging, in het kielzog van een 'regisseur'
Nostalgie en modernisme (2de helft vorige eeuw) verdroegen elkaar niet.
Twee tegenpolen die tot op vandaag elk op zichzelf een erfgoed na-lieten. (laten)
Cultuur strekt zich uit over een landschap van 'sympathisanten', maar de 'ziel' blijft desolaat achter.
Dat moet zo...!
Dat hoort zo....!
Kunst veredeld zich in een ontoegangkelijkheid.
Daarom is het ook KUNST.
Cultuur biedt een geestesverijking en nodigt zichzelf uit tot een 'stoornis'.
Naar kijken...luisteren...(be-)oefenen,... maar aanraken niet!
Het was de tijd dat hout gezaagd werd met een St-Jozefzaag en dat enkel op kerkelijke hoogdagen; drukker Engels, (Bokkestraotsjen) 't Jef en Fiel Tack en Oscar De Ruysscher (Polenlaan) de drie kerkklokken lieten galmen over ons dorp en dit op onderlinge afspraak.
Fiel, die ietwat ouder was, kreeg de kleine klok onder zijn voeten.
Het was een weelde als je deze mannen met hun voet de 'zwingel' zag bedienen om katholieken aan te manen of uit te nodigen de kerkdienst bij te wonen of alvast te verwittigen dat het een kerkelijke hoogdag was.
't Jef was kolenhandelaar en droeg soms 'baelen' kolen op z'n rug, die evenredig waren met zijn eigen lichaamsgewicht.
Mijn ouders waren geen prakiserende katholieken,
maar elke losse trede naar de klokken wist Hij (Oscar) blindelings te liggen.
Ook 'Fiel de'n draaier' (woonachtig naast en onderdeel van het huis Tack en echtgenoot van 'Mie Cent') was vaak op appél, omdat hij dagelijks het torenuurwerk moest opwinden, maar wel een 'etage' lager.
Bij het ouder worden van 'Fiel' werd Oscar gepromoot (naast klokkenluider) tot horlogedraaier, (dagelijks) en kreeg zowaar de sleutel van de kerk.
Hoe vaak heb ikzelf aan dit vreemd uniek radarwerk 'gezwingeld'!?
Later is dit (kerkhorloge) tijdelijk verzeild geraakt op 'de'n boven' van Café- Logementhuis St Hubert.
stevenen wij af op een onbegrijpelijke confrontatie.
De idee alleen al, mèt definities, kan geen vrijheid geven aan 'verhalen' (bedrijfsleven) van het labo in het menselijk 'denken'.
Genot, wankele overtuigde kennis...in een chaos van gevoeligheid en vooral raakpunten met personaliteit,
delen ons 'levensonderhoud'.
Geen enkel mens bezit hetzelfde uiterlijke. (7.000.000.000)
Als we dat nog eens vermenigvuldigen met 10.000.000.000.000 cellen p/p,
verzeilen we in een monotoon heelal waarbij de vraag een Godsgeschenk is.
Mooi zijn (mens en alles wat daarmee verbonden is) betekent een tijdelijke 'consumptie',
(3/4 van de gehuwden, scheiden) soms een levenslange onverbreekbare, contractuele overeenkomst.
Het mag wèl participeren met een fictieve, professionele kennis,
een 'onderhoud' in een 'passage' van de 21ste eeuw,
het antwoord moet uitblijven.
Laat ons toch maar genieten, waardering opbrengen (kunst in zijn totaliteit) voor datgene wat ons amper enkele eeuwen geleden, en 'misschien' met de (brood-)nodige 'koppigheid werd aangeboden.
Halve bibliotheken zijn gevuld met dit 'fenomeen' waarvan geen (mannen-) mens de 'waarheid' weet, kent of...verstaat.
Het circuleert steeds in een dualistische (tweevoudig) ornament...elasctische, met een stevige, zelfstandige, eigenzinnige overtuiging en dat maakt het boeiend met soms ontgoocheling als 'partner'.
In een examen van moraal-filosofie is het antwoord soms: "Ik weet het niet..."
Dit antwoord is een uitnodiging om naar het volgend academisch jaar te gaan, want....
'je wist het niet'.
De lezers van dit blog wil ik toch, met nederigheid, confronteren met volgende vraag dewelke ik in mijn vorig leven, op een mondeling examen te 'slikken' kreeg.
"Een aap (letterlijk) zit in een kooi.
Dicht, maar niet afgesloten.
Hoe geraakt deze aap eruit?"
Zoals altijd hebben professoren weinig tijd om jouw verzorgd antwoord te begrijpen,
laat staan te horen, beluisteren of te...analyseren.
Als je antwoordt: "Ha..., door de kooi open te doen..." mag je uw academisch jaar glansrijk opnieuw doen!
Iets anders nu.
Vaantjes.
De titel slaat niet op ''t Is vaentjes kermis' (Zijn 'sleppe hing uit zijn broeke' of nog anders gezegd: het lange hemd stak achteraan boven zijn broek uit. Dat kwam omdat de achterzijde van het hemd steeds langer was dan de voorzijde.)
Bij vrouwen had dit nog een andere benaming, maar om het schip (middenbeuk) in de kerk te houden ga ik mij niet wagen om 'plat Stekens' te schrijven in deze toch al wankele kerk industrie.
Gevouwen handen zijn voor later. (?)
De tijd dat bij een 'begrafenis' (uitvaartdienst) in de kerk zelf, een half uur voor de dienst begon, het 'de profundis' door de assisterende 'priesters' werd 'gezongen' en onmiddellijk daarna de overledene werd afgehaald, 'op' de polenlaan, dorp- of kerkstraat en wij als misdienaars de stoet voorafgingen met twee 'vaenen', behoort tot een dankbaar verleden.
Deze (vaandels) moesten wij soms stevig vasthouden of, bij enige windruk sloegen deze tegen de Stekense kasseien.
De uitvaart van de echtgenote van Dr. Roggeman (een vrij winderige, regenachtige maandag voormiddag) herinner ik me als van gisteren.
Wij wilden ons zeker niet voordoen als 'krawuteleirs' (onhandigen).
Maar misdienaar zijn had ook enorme voordelen.
D.w.z. dat wij, tijdens de schooluren, ontslagen weren om bv. de godsdienstles bij te wonen.
Met een ferm honorarium van 20fr. schooiden of bedelden wij als 't ware om deze 'job'
Titels prijken op aanplakbrieven van verdwaalde, wankele kerken en,
met waardering, verantwoordelijke opportunisten.
Het teruggrijpen van verleden inhoud, ergens uit de late middeleeuwen kan ons verzoenen met aloude, katholieke waarden maar verstuift in een huidige opstandigheid van basisprincipes.
Misschien is het een korte, periodieke afwezigheid (zoektocht) van kandidaturen. (Gedoopten...)
In deze porseleinen kast (kerkoverheid) van 'geloofsovertuiging' is er geen plaats meer (overnachting) voor een analytische medebewoner.
Een terecht oppositie naar mijn gevoel.
Raar maar waar.
Blinde, christelijke, passieve overtuiging met 'passionele' teksten, (Dies Irae, Libera me, Absolve...) genieten nog steeds het voorrecht van componisten.
Deze teksten laat zich verleiden naar een verleden maar...
de nood aan actuele, aanvaardbare prediking blijft ons achtervolgen.
Een requiem-concert kan deze gedachte alleen maar verstevigen.
Bijlage: Requiem gezongen door het Ruysscheveldekoor.
Onder vermeld 'verhaal' maakt deel uit van een 'verboden' start m.b.t. een tertiair millennium.
'Congratulation' want je moet 'tegenwoordig' al een aardig mondje engels spreken (zingen) om mee te kunnen in de volkstaal tijdens bv. een uitvaartliturgie. (Concilie-opdracht 1961)
Latijn (Gregoriaans) werd 'verbannen'.
(Hoe mooi, rustig en overige palliatieve benaderingen dit ook moge zijn.)
In plaats daarvan ontstond (ontstaat) een zoektocht naar nieuwe 'apparatuur' (Koorwerken)
waarin de overgordijnen ruiken naar stofwisseling.
Of, zoals een grootmeester uit de Barok, het uniek ondernote:
"ich habe genug....".
Het bizarre in een levenstempo is het nadenken over ....tijd.
Daarom is dit...misschien de meest genoeglijke inspiratiebron voor componisten.
(Componist betekent niet alleen: met muzieknoten goochelen maar in zijn betekenis:
samensteller...?)
Daarom, en niet dat alleen,
is een Requiem-tekst een welkome inspiratiebron voor menig liberale gedachte.
"Gedachten en gevoelens" behoort tot een ontwikkelde, tevens genadeloze versie van 'moderne' jeugdigen.
Deze benaderende analyse (Kunst) stond elk academisch jaar,
op mijn triptiek- schoolbord.
Niemand van de kandidaturen (toekomstige leerkrachten) heeft mij hier ooit een vraag over gesteld.
Maar goed ook, want ik had geen diepzinnig antwoord.
luidruchtige finaliteitsgedachtenparticiperen in bijna elk levensverhaal.
Het is al eeuwen lang zo.
Dikwijls ongenietbaar omdat je uw gelijk niet krijgt.
Ook in de 'wereld' van de kunst is het niet anders.
Diplomatieke onderhandelingen, met de nodige financiële zorg,
kunnen een cultuurleven op een gemeente 'straf' ondersteunen.
De partij-kaart verdwaald in een 'gezegend' alibi.
Gezelligheid kent geen grenzen, tijd of ruimte.
Met 'Intra muros' examineert men zichzelf.
Het voorbije aperitiefconcert was aantrekkelijk voor de 'luisteraar' en bood voor de grootouders een stevige 'obligatie' van verbondenheid.
Een volgende 'step by step' -activiteit (R.V.-koor) vormt het 'Requiem'-concert.
Het verschil tussen Aperitefconcert (voor- of nadrankje) en Requiemconcert (rust in vrede) ligt wel ver van elkaar verwijderd.
Misschien juist daarom biedt het een pleiade van keuzewerken.
'Requiem'.
Over de oorspronkelijke tekst van het 'Requiem' bestaat geen duidelijkheid.
Guillaume Dufay en vooral Johannes Ockeghem (foto)
gaven, in hun tijd (einde 15 eeuw) aanzet tot polyfonische verbintenis.
(Een eeuw later, gaat de 'curry', Concilie of synode, ((Trento 1545-1563)) zich ontfermen over de te polyfonische weergave (((verstaanbaarheid))) van de tekst.)
De Pausen: Paulus III, Julius III en Pius IV, met paars gevolg, ontfermden zich over de bruikbaarheid en ...
Als je voorbij de kerk reed of ging, was het gepast een kruisteken te maken...of kon je zien aan de; naar beneden gelaten 'blaffeturen' (vensterluiken) met daarvoor twee staande kruisen, altijd geplaatst door 't Jef Nobels, dat in dat huis iemand overleden was en nam men, eerbiedwaardig zijn hoed of pet af.
Het duurde soms een tijdje eer 't Jef per fiets en met twee kruisen op zijn rug tot aan het huis van de overledene geraakte, omdat iedereen hem staande hield om te vragen wie er 'deud' was.
't Jef was ook de baljuw van de kerk, enkel tijdens de hoogmis.
Het was de tijd dat de kerkelijke huwelijken afgekondigd werden van op de preekstoel.
Wie bezwaar had kon dit inbrengen of de 'roepingen' afkopen.?
Het was de tijd dat ik 's morgens om 5u30 in de sacristie moest zijn.
Op... maar zéker niet wakker, om samen met de pastoor de h.communie te gaan ronddragen bij de zieke mensen.
In mijne ene hand de 'bel' en de andere hand een kaarslantaarn.
Deze communiecanten waren meestal bedlegerig en dat gaf mij toch een onaangenaam gevoel van realisme.
In de kamer zelf stonden altijd twee kaarsen en een Kruis- of Mariabeeld, want voor minder kwam de pastoor niet op bezoek, tenzij om de uitvaart te regelen en/of enig beeld te krijgen van de overledene om in zijn gevoelige begrafenis-homelie te verwerken.
Soms ging onverwachts een voordeur open en knielde de bewoner 'nederig' als wij er 'passeerden'.
Een machtig gevoel gaf me dat....in de onwetendheid dat, een halve eeuw later, de kerk zou kreunen en kraken onder zijn gewelven.
De kerkklokken hangen niet stil.
Een 'geleden' hebben.
Maar met een welkomst in een Godsrijk, laat je pijnlijke gevoelens achter je.
Eenmaal per week werd de Gazet Van Antwerpen gekocht omdat die het grootste formaat had en gedurende gans de week dan dienst kon doen als 'tafelkleed'.
Eigenlijk hadden wij dan, gedurende de 'maaltijd' altijd leesvoer onder onze ogen en een stil excuses om niet hoeven te praten..
Geloof het of niet, maar als wij onze boterhammen smeerden, smaakten deze soms naar 'inkt'....., het viel ons eigenlijk niet zozeer meer op.
Eén enkel bord deed dienst zowel voor de soep, de gekookte aardappelen met 'adzuunsauce'
en (eventueel) de pudding.
Onze'n ietwat kreupele hond was de enige die,
likkebaardend, zat te wachten om de'n afwas te doen.
'k Heb eens meegemaakt, niet Stekene, dat de koster een schaal met hosties op de grond liet vallen en ze onmiddellijk sakraliseerde met een:
"Miljaarde non ......!!!" en er bovendien nog enkele in zijn mond stopte als ochtend ontbijt.
Ik herinner me nog dat in de maand juni van de vijftiger jaren,( en wellicht jaren daarvoor) de processie uitging met het heilig sacrament en ik daar sterk tegenop zag omdat dan de ellenlange 'weire' (haag) van onze'n hof moest geknipt worden met en eenvoudige haagschaar.
De 'weirscheirelingen' moesten dan dienen voor strooisel op de straat en als ik dan een kinderlijke negatieve gelaatstrek gaf aan mijn Vader, gegarandeerd er een houten klomp naar mijn hoofd vloog en meestal was deze goed gericht en stond ik te 'kajuten',(wenen) niet van lichte pijn, maar omdat ik mijn eigen zinnetje niet kreeg. (Voor dit, en talrijke andere 'optreden's' ben ik Hem nog steeds dankbaar)
'Tut-a-vec' (Van Laere) rond reed in een créme-glas-car waarvan een huidig 5-sterrenrestaurant qua kwaliteit, nog niet kan aan ruiken.
Zuster Leopoldien, (kleuterklas) ons dagenlang kleurpapier liet knippen zover dat onze vingertjes er blauw van uitsloegen. Het zou nog kleurrijker worden met gespaard zilverpapier voor de kindjes uit Congo.
Tevens was er een straffe concurentie in het verzamelen van prentjes van de Jacques-chocolade met afbeeldingen van filmsterren met name: Kim Novak, Romy Schneider, Jeanne mansfield...., en een enkeling had ook Marlyn Monroe op zak maar vertikte het om haar ook maar te 'mangelen' (ruilen) met b.v.J. Weismüller, Fred Astair, Charlie Chaplin én Clark Gable samen.
Onze 'laveurs' (knikkers) hadden alle kleuren van de regenboog en ook de zelfgebakken 'bolletjes' waarvan wij de potaarde uit het Stekens gelaag gingen halen.
Roger wist mij te vertellen dat, bij kermissen en jaarmarkt de herbergen bomvol zaten en in ons café..., accordeonvirtuoos, Simon Borrijn en 't Jef 'Scheunweer' (slagwerk) op een leeg biervatenverhoog stevige volkse ambiance brachten....er enkel, tijdens de jaarmarktdag een échte neger, nougat kwam verkopen. Voor mezelf was dit eerder vreemd en dierf bij deze 'zwarte' man nooit dicht in de buurt komen.
Ik herinner mij, dat tijdens de koude wintermaanden een 'buze' leemen op onze Leuvense stoof, warmte afgaf en 'ammats' (soms) 'ne poef' gaf dat mijn Moeder potten en pannen ter plaatse liet vallen van 't verschieten. 's Zondags werd er met antraciet of 'eikes' gestookt, want voor dagelijks gebruik was dit te duur in aankoop en dat kon 'de'n bruinen niet trekken'.
Het sportevenement in Stekene was de vermaarde motorcross in de gelaagputten.
En elk jaar op Pinksteren, en ongelooflijk maar waar, het was altijd prachtig weer.
Men zou gaan denken dat Christus iets te maken zou gehad hebben met motoren...?
De 'stasiestraete' slokte dan zoveel (Hollanders) fietsers dat de bewoners , vanaf 's morgens reeds op de straat gingen zitten om het fietsspektakel af te zien.
Stekene was fier op dit sportevenement wat trouwens een prachtige organisatie inhield en de bestuursleden wéééééééken lang nagenoten over het beoogde succes.
Voor zover ik me kan herhinneren was er een dodelijk ongeval in al die jaren van aktiviteiten, m.n. ene Baetens.
Het heeft mij altijd geboeid naar het lichtje te staren dat speels, op het plafond, 'tekeningskes' maakte. Dit kwam door het kleine 'koterhaakgaatje' in één van de stoofringen wanneer de Leuvense stoof brande en uiteraard, wanneer de '5watt-lamp nog niet was aangeknipt.
De Sinterklaasperiode vond ik minder aangenaam, alhoewel ik zijn paard heb opgevreeën met wortels, bieten ... en voor de heilige man zelf, onze mooist gesculpteerde houten schoen had klaar gezet.
Op die zaterdagavond zat ik maar te wachten onder de Leuvense stoof (In onze café was er een seriekaarting aan de gang) tot ik iets zou horen in de schouw om dan alsof een peleton tshéé-thséévliegen achter me zaten, naar onze bovenkamer te vluchten en om mijn gezicht te verduiken onder het beddenlaken, met het allerheiligste gezicht der gezegende sacramenten wanneer ik maar een illusie van een vreemd geluid in onze ellenlange schoorsteen kon horen.
Foto: Gewezen motocrosser André Syvertsen.
Zijn uitgebreidde blog (-gen) vindt je in bijlage.
Deze bescheiden man heeft zich verplaatst van motorcross, via badminton, zingende wielrenner naar o.a. huidige medeverantwoordelijke van een 'uitstap' naar Labastide d'Armagnac!!! (7 juli e.k.)
Als dit zo verder gaat wordt Kl.Sinaai (Kerk O.L.Vrouw Onbevlekt Ontvangen) een internationaal bedevaartsoord voor wielertoeristen.
Het was de tijd (cfr; vorige blog) dat de kerkoverheid nog een centrale, niet alleen christelijke, maar evenzeer een gemeentelijke plaats innam.
Ik herinner nog levendig Z.E.Heer Pastoor Weyn, geassisteerd door drie onderpastoors,
( Oelbrandt, De Malsche en Matheeus.) m.a.w. vier 'missen' per dag....(?)
Jaarlijks werd er, o.a.door Pastoor Weyn St-Pieters-penning rondgehaald en ik weet zeker dat zijn 'zakje' aardig wat centjes bevatte.
Boven zijn 'mooie-man-zijnde', ( mocht ik een vrouw geweest zijn......... , hij ging uit mijn handen niet) zijn vaderlijk-ernstig aureool en zijn charismatische uitstraling was hij dé weldoener van ons dorp.
Aangezien ik onder de kerktoren woonde, werd ik vlug 'aangepielt' (aangesproken) om misdienaar te worden. Mijn Moeder vond dat goed want:
"Als de'n onderpastoor dat vroeg kon je niet weigeren"!
Avonden Latijn inoefenen ten huize van de'n onderpastoor....!
Op achtjarige leeftijd moest ik dan het "Confiteor Deo omnipotenti" aan de voet van het altaar opzeggen, maar ik geloof dat O.L.Heer daar niet veel van begrepen zal hebben.
'Amets' (soms) moest de priester mij bijspringen om de'n draad van al die vreemde woorden niet kwijt te raken wat mij herhaaldelijk is overkomen. Tussen het Epistel en het Evangelie moest er een 'zwaar' missaalboek, van de ene naar de andere zijde van het altaar 'gedragen' worden hetgeen telkens een hele onderneming was om niet te struikelen over onze misdienaarsrok.(Stel je voor....)
Die was altijd té lang of te kort en bij sommige 'rokken' ontbraken meestal een sliert knopen.
Tijdens de consecratie moesten wij juist achter de priester neerknielen en zijn 'sleppe' (kazuifel) optillen met de linkerhand en de rechter bediende de 'bel', schudden, driemaal omhoog en terug schudden, dit twee maal in totaal.Wij konden ons, in deze 'status' niet permiteren, tijdens het stiltste van de mis, ook maar één 'misstap' te begaan.
Daarom kan ik telkens opnieuw genieten van de bioscoopfilm 'DeWitte' naar het boek van Ernest Claes. Ja...misdienaars zijn een speciaal ras....
Mijn vader had de jaarlijks terugkerende gewoonte, op oudejaarsdag, te 'beiren'. (ontlasting uit het 'huisken', buiten-w.c wegwerken) en waar wij woonden was dat 'toilet' rijkelijk ver verwijderd van de hoving.
Het toiletpapier bestond uit een dik reclameboekje van een groot textielfabriek uit St-Niklaas en waarvan je de juiste afmeting niet beter kon knippen.(Je kreeg er nog een rijkelijke modeshow van diverse 'pluimage' in beeld bij.)
Met een open kruiwagen met daarop een zinken ton met het 'goedje', moest Hij telkens twee heuvels over en het deponeren op de plaats waar de aardbeiplanten zouden fruiten.(Ongeveer 40 meter ver.) "Daarvan zou'n ze goe groeien..." en dat was zo.
Om de schade van het overlopend 'goedje' te minimaliseren (de ton werd tot de rand gevuld) en om toch maar zo weinig 'over en 't weer' te moeten lopen, legde Hij er een 'baele' over maar het was onvermijdelijk dat af en toe er een 'geut' overboord spatte..en een zekere natuurlijke geurigheid ons te beurt viel....!!!
Aan alle organisatoren, medewerkers van dit aperitiefconcert. 20 mei 2012.
Afgelopen week heb ik de foto's en 'video-opname's' nogmaals bekeken,
maar vooral beluistert, althans wat op internet staat.
De zaal van de meisjesschool (Kerkstraat 12 Stekene) bezit een uitnodigend karakter,
maar biedt geen verleiding tot 'musiceren'.
Zeer droge akoestiek en dat verdragen weinig amateur-koren niet.
Via de computer (aangepaste geluidsopname) hoorde ik een 'Ruysscheveldekoor' dat niet meer te herkennen is qua positieve kwaliteit.
Natuurlijk is het niet 'al goud dat (kl-)blinkt'
Vanzelfsprekend zal de dirigent, pianiste, een programmakeuze, de inzet van de koorleden, solisten e.d., m.a.w. de totaliteit van dit cultureel gebeuren een plaats krijgen in de annalen van Stekene en archieven van het 'Ruysscheveldekoor'.
Het (Concert) lijkt allemaal eenvoudig, maar vraagt een inspanning van 'ieder'-één.
Een prestatie om fier over te zijn.
Met bijzondere dank aan diegene die de opname's gemaakt heeft.
Onlangs liep ik over de marktplaats van onze gemeente Stekene en zag, in een bushokje, Roger staan wachten op een autobus richting St-Niklaas.
Ikzelf herkende hem dadelijk en dit na meer dan 45 kontaktloze jaren.
Mijn nieuwsgierigheid leidde mij naar hem toe:
zijn aantrekkelijk aangeboren aura met uitermate een vriendelijk uitstraalende lach, zoals toen hij, een halve eeuw geleden, elke dag brood ronddroeg bij de dorpsbewoners.
Roger was nog met hand gemaakt, dat zag je.
In al die jaren was hij opvallend weinig veranderd,
zijn immer goed gemutstheid was gebleven.
Toen wij elkaar de hand schudden, herkende hij mij eveneens wat de re-kennismaking een duidelijk positieve richting gaf en ikzelf geen gevoel kreeg van zijn anders-geaardheid.
Bijna op hetzelfde moment nodigden wij elkaar uit op het nuttigen van een koffie ergens in een taverne aan de marktplaats.
In een mum van tijd werd de 'tijd van toen' opgerakeld waarbij hijzelf een zeker genoegen uitstraalde.
1958 Was het jaar van de wereldtentoonstelling in Brussel én...
de opkomst van het expo-brood dat je zelf niet meer hoefde te snijden.
Daarmee had ook ons Moeder afgedaan om, de eerste snede,
een kruisteken met het broodmes te maken over het brood.
Mijn Vader was taxichauffeur en wanneer er klanten naar Brussel moesten gevoerd worden mocht ik soms mee.
Geloof het niet, maar ofwel bij het doorrijden of het terugkomen moest ik 'plaats' nemen in de kofferbak van onze Chevrolet belair aangezien elke plaats binnen de auto bezet was.
Ik gaf daar niet om.
Het was steeds een belevenis..naar Brussel te mogen meerijden.
Het was de tijd waarin wij ons haar in een 'kiekengat' kamden..., de winkel reclame maakte met 'pataten' te koop...de scoubidou's, hoela-hoepen,
zeesletsen (schoeisel) en 'nonnen' (tollen) beeldig gebruikt werden.
Kamiel, (....Tepels, waarom weet ik bij God niet) die elke dag vanuit het 'hospice' (rustoord 'Zoetenaard') naar den hoek van café 't Anker waggelde, kromgaande gelijk een' pikke' (handzeis) zich rechthoudend op en 'soort' wandelstok, terwijl de pruim-nicotine uit zijn mond zabberde.
De brave man is 'maar' eind van de tachtig geworden. (?)
De helft van de biechtstoelen (H.Kruiskerk Stekene) bevonden zich onder een galerij van,
en boog zich onder het stof van eeuwigdurende zaligheid.
Zelfs zover dat tijdens de vastenperiode twee biechtstoelen werden bijgeplaatst voor de 'Witte Paters' (parochie-logementariërs) die toen kwamen prediken, maar vooral...
'biecht' hoorden voor hen die hun 'overdadige zondigheid' niet durfden te vertellen aan hun parochieherder.(-s)
Aan de lege bidstoelen (naast de biechtstoel) zag je reeds vooraf van wie je een 'serieuze' penitentie ging krijgen en bleven 'angst vallend' leeg.
Tijdens de 'zeven weken' (voorbereiding op de plechtige communie en vormsel) hadden wij geen eigen keuze en werden gedirigeerd door de onderwijzer van dienst.
(Elke morgen om 07u naar de mis? Wakker of niet)
Ik wil hier toch wel een heel persoonlijk onderscheid maken:
E.H. F. Matheeüws (+2010) was gekend voor zijn bezorgde strengheid.
Je kon dat merken omdat je onmiddellijk na de biecht, op een kerkstoel, je penitentie, geluidloos maar met beweegbare lippen moest opzeggen.
Bij E.H.C.De Malsche verliep het anders, eigenlijk was deze rustige,
gemoedelijk man een model in dit kwartet van 'Priesters'.
Bij E.H. P.Oelbrandt was je vlug buiten, maar wat mij opviel:
bij het betreden van de biechtstoel stond 'Petrus', een prachtig gesculpteerde figuur uit een legendarisch verleden.
"Hij had toch ook gelogen", en dat verstevigde elke biechteling.
Z.E.Heer Weyn.
Je wist wél wanneer je in de biechtstoel binnentrad, maar niet wanneer je er buitenkwam.
Menig vrouwtje van de derde jeugd, kwam 'buiten' met een aangenaam gevoel.
Dat zag je op haar generfd gelaat.
Aan Hem (Pastoor Weyn) heb ik o.a. mijn muzikale 'loopbaan' te danken.
Bijlage foto: genomen vanuit de galmgaten van de H.Kruiskerk.
Huizen van links naar rechts:
Albrecht de Smedt, Oscar De Ruysscher, Martha Potters, Martha Steel.
Stasiestraote, Gemeentenhuis, de'n Direct, Julien Steel, Ernest De Paepe, (?),
De Maerschalck, Jozef De Sutter, Café Terminus. (Van Nielandt)
Klik op foto: 'interieur' van de H.Kruiskerk, anno (?)
Ik ben Tony De Ruysscher, en gebruik soms ook wel de schuilnaam TDR.
Ik ben een man en woon in 9190 Stekene (België) en mijn beroep is gepensioneerd..
Ik ben geboren op 30/06/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Klassieke muziek, religie, moraal-filosofie, en ....mailtjes ontvangen! (Maar ook doorsturen!?).
Wij hebben drie zonen, en twee kleinkinderen.
Tony De Ruysscher is overleden op 28sept 2018 in huiselijke kring.