Voorzitter, bestuur, dirigent en instrumentale begeleiding bij opluisteringen of concerten, vormen de hartslag van een muziekvereniging maar...
zonder uitvoerders sta je nergens.
Eigenlijk bepalen de leden de 'groei en bloei'.
Het verwachtingspatroon van deze laatsten ligt differentieel, afhankelijk van de waarde (koorbeoefening) die het individu er aan geeft.
Hapjes en drankjes mogen een aangename verpozing vormen maar geen opvulling zijn van een eerder 'slappe' bestuursvergadering want dan ontstaat er erosie.
Een ander teer punt waar menig koorverantwoordelijke mee te kampen heeft is; het aantrekken van jonge kandidaat-koristen.
Niet altijd verantwoorde lied keuze's kunnen 'rebellerende' jong-volwassenen misschien meer overtuigen dan een wekelijks engagement van onverstaanbare polyfonische vreemde en bovendien antieke koorliteratuur, hoe waardevol deze ook moge wezen.
Een koorbestuur moet al zijn 'artistieke' verleidingstechnieken bovenhalen wil dit resulteren in een aangroei van de zo begeerde jong-enthousiastelingen.
Dit is niet eenvoudig.
Waarom?
Er is een verdoken generatiekloof, zowel wat het familiale betreft als het programmatische. (Jonge gezinnen hebben het moeilijker een keuze te maken tussen een ongeschreven huishoudelijk regelement en een 'ontspannen' door-de-weekse avond-verpozing.)
Dit punt ligt natuurlijk gevoelig bij dirigenten die 'scanderen' dat een koorrepetitie geen ontspanning maar wel degelijke een inspanning verreist en ...dat is zo!
Het gevolg hiervan is: dat een bestuur, met wellicht enige moeite, maatregelen moet durven treffen, weg van hun identiteit maar in het belang van de 'medebewoners'.
Ik bedoel hier mee, bv. het opvallend absenteïsme van steeds dezelfde leden die toch durven meegenieten van praktikale, financiële voordelen of ....a-sociale, afstandelijke ongeintrigeerdheid vertonen.
Foto: Robert Stolz (1880-1975)
Klik op foto.
01-06-2013 om 00:00
geschreven door Tony De Ruysscher 
Categorie:Senioren.
|