Ik ben Tony De Ruysscher
Ik ben een man en woon in Pauwel Hauweplein 1 9190 Stekene.(B) () en mijn beroep is gepensioneerd leerkracht..
Ik ben geboren op 30/06/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: .
Interesse in: religie, filosofie, klassieke koormuziek en passieve voetbal.
13-02-2010
'Koeweit.'
Ik herinner me nog: in de Dom van Keulen, toen de Bisschop, bij het begin van de plechtige eucharistieviering op 15 november (1987), ons verwelkomde met: "Dass ist ein chor aus Koeweit!". Ik weet niet of de arme man zich realiseerde wat het verschil was tussen een 'vlassersdorp' en rijke oliesheiks.
Nog voor we één woord gezongen hadden, kregen we allemaal een 'prinselijk Arabisch' gevoel....!
Toch heb ik later gehoord dat er onaangekondigd 'nachtlawaai' op de slaapkamers was (?) en de slaaprust gestoord werd door 'boomzagen'.
Een hele ervaring en prestatie, op een vrijdagavond (generale repetitie) te staan zingen in een vrij koude kathedraal, met het St-Cecilia-koor én het Ruysscheveldekoor en met ondersteuning van de militaire muziekkapel van de landmacht. Onder leiding van mevr. Daniëlle Hendricks (echtgenote van de korpscomandant) en mezelf, zongen wij; 'Dominus salvum fac'; het 'Sanctus' van Bruckner; het monumentale 'Te deum' van G.Bizet (iets waarover ik bijzonder fier ben) en zo meer.......Nog een kleine anekdote; mijn echtgenote (Louisa) en ikzelf, samen met nog vier andere peronen, overnachten in het gastenhuis van de militairen. Dat zijn ongeveer zes alleenstaande woningen die allen identiek hetzelfde uitzicht hebben, zowel interieur als exterieur.
Voordat wij naar de generale repetitie ging hadden wij onze bagage in de kamers gezet en toen de buschauffeur ons terug bracht naar onze kamers en wij halverwege de trap waren, riep Marcel (Colman): "Maer da's hier nie zenne...." Je moet weten dat de hoofdingang altijd open was.
Een video-opname van dit alles koester ik met bijzondere gevoelens.
Vooraleer ik toezegde, wenst ik eerst het 'zangkoor' eens te horen wat gebruikelijk is. Dus, op een maandagavond begaf ik mij naar de turnzaal van de lagere school waar de wekelijkse koorherhalingen plaats vonden. Ik wenste de 'repetitie niet te storen en kwam bewust ietwat later.
Ik weet niet of de koorleden op de hoogte waren van 'een nieuwkomer'? Geruisloos sloop ik binnen en zette me helemaal achteraan op een soort Zweedse bank zodanig dat ik de koorleden goed horen en zelfs, met zicht op hun rug was ik overtuigd 'dit moet het worden'.
Ik had een positieve indruk om er 'iets' van te maken... als men mij de kans zou geven. Het was Ton Jansen (overleden op 29 maart 2006) die, op haar geeigende wijze, de 'zang' leidde. Ik ben daar niet lang gebleven, maximum een half uurtje en ben dan, net zo stil als ik binnengekomen was, met een positieve indruk terug huiswaarts vertrokken.
Diezelfde week nam ik contact op met de voorzitter voor verdere afspraken en zowaar, ik heb het me nooit beklaagd.
Over Koewacht zelf wist ik zeer weinig, mijn tante Marie (van Gassen echtgenote van August Celie en woonende achteraan de karnemelkstraat) vertelde wel eens, toen ik er op vakantie was, over de 'schutterskantine, (Gust was een verwoed 'schutter') en het patronaat, waarvan ik het woord niet eens verstond, maar verder reikte mijn kennis niet. Mijn Moeder, Anna van Gassen (derde dochter van Lucia Boon ) was geboren 'op de'n Hollandsen heikant, en daarmee voelde ik mij toch een stukje biologische Nederlander.
Een muzikant houdt van een rijk-akkoustische ruimte en de kerk van Koewacht was hiervan een schitterend voorbeeld.
Ik mag ook niet het uitnodigend karakter van het gebouw vergeten en bovendien; ik kreeg een honorarium voor de geleverde koorprestaties wat in ons 'jargon' en in die tijd niet zo vanzelfsprekend was. Dus, alles was aanwezig om er een flinke start van te maken. Een goede voorzitter, een aktief bestuur, een grote groep geïnteresseerde koorleden en een dirigent, die denkt dat hij het kan, (?) moet af en toe een 'zaag' kunnen spannen....!!!
Afscheid nemen kan zwaar doorwegen, omdat het een punt zet achter iets wat zinvol en dierbaar was.
Iets dat een deel van je leven was geworden.
Iets dat van 'ons' was met mensen waarmee je een kunst-vreemde wereld bewandelde.
Afscheid nemen tracht je te verdragen omdat je, in je hart, vele herinneringen koestert uit diepe dankbaarheid en
dit wil delen met anderen.
Alsof het gisteren was herinner ik mij nog die woensdagavond in 1985 (of was het '86) dat een bestuurslid, de heer Rudolf van Veen van het
St-Ceciliakoor Koewacht langs kwam om te spreken over een mogelijkse opvolging van hun koordirigent, de heer de Puntert die op té vroege leeftijd was overleden en een leemte naliet bij talrijke koorleden.
Nu,.... Koewacht (N) lag mij nauw aan het hart omdat ik heel mijn eerste levensjaar werd grootgebracht bij mevr.Maria de Meester (overleden op 8 juni 2000 in de leeftijd van 87 jaar)en wonende in de karnemelkstraat. In 1976 heb ik een schuchtere poging ondernomen om haar op te zoeken alhoewel ik zelfs geen naam noch straat kende. Gewoon naar de nieuwstraat gereden, aangebeld aan twee verschillende woningen..., het korte verhaal vertelt..en ...of zij niemand kenden die in 1947 een kindje, bij haar ( ik kende de naam dus niet) reeds drukke gezin, had bijgenomen.
Ik kwam van een kale reis terug. Over dit verhaal (pleeggezin) heb ik thuis nooit één woord horen vertellen, daar werd over gezwegen, trouwens, ik vernam dat pas maar op veel latere leeftijd. Voorts heb ik een onbezorgde jeugd gehad. En eigenlijk is het, dank zij een onverwachte 'aanbieding' als koordirigent van het St-Ceciliakoor, dat ik mijn 'pleegmoeder' ontmoet heb in het jaar 1987 in 'de'n Tragel' waar Maria samen met Coos nog mooie jaren van hun leven doorbrachten. Iemand die ik zeker niet mag vergeten is mevr. Maria Scholter. Zij beheerde, met de nodige zorgzaamheid en punctualiteit, de financiële boekhouding van het koor en maandelijks mocht ik ten huize van Maria mijn dirigenten-honorarium opvragen. Bij een gezellig praatje en een 'kopje koffie' kwam mijn verre verleden ter sprake en zij vertelde me: "Dat kan niemand anders zijn dan Maria De Meester." Enkele dagen later ben ik haar gaan opzoeken en werkelijk, het hele verhaal van mijn eerste levensjaar werd door haar bevestigt.
U, beste lezer, zal zich afvragen; waarom heb ik 40 jaar gewacht.
Een tante had mij ooit eens gezegd: "Laat dat potje maar gesloten..." wat ik dan ook gedaan heb.
Nogmaals, mijn jeugd was niet luxueus en ik bedank mijn ouders voor mijn onbezorgde kinderjaren.
En beide Maria's.........oprechte dank voor alles!