In de 'stouziestraote' bevonden zich nog, eind vijftiger jaren, vier café's.
Een reden te meer om elk jaar er nog een straat-kermis bovenop te houden.
Het was de tijd dat elke dorpspastoor én, elke onderpastoor samenwoonde met zijn meid.
Stekenaars konden er wat van (kermissen) en lieten geen gelegenheid voorbij gaan dit, met de 'absolutie' van de echtgenote, in geuren en kleuren te vieren, zelfs nevenstraten werden er telkens bij betrokken en zo deelden de café's van 't centrum mee in de 'feestvreugde' en waren het de laatste 'kapellekes' die de 'gasten' aandeden, werden de 'kasseistenen' getest op hun egaliteit door benevelde café-bezoekers en wisten ze vooraf dat het in Keulen (thuis) zou 'donderen'.
Foto: Dom van Keulen.
Bijlage: ook in deze Dom klonk de 'Mis van Filke' (R.V.-koor)
Als je dat nu vertelt aan je kleinkinderen spreken zij van:
" Onze'n pépé is 'Alzheimer' aan't krijgen!"
"Wat zijn dat, de zeven weken?"
Zeven weken voor je plechtige kommunie en vormsel,
elke schooldag naar de zeven-uur-mis gaan en....
elke week ondervraagd te worden over de catechismus....!
De verleidelijkheid van een L.A.T.-relatie (Katholicisme) was hier vér zoek.
En als 'cadeau' kreeg je op 't einde van je 'devote' 'opleiding' (vormsel)er nog een 'kaakslag' van de Bisschop bovenop.
Ieder haalde zijn acteurstalenten boven, m.a.w. ...dook weg achter dat op dat moment al te kleine boekje (catechismus)...of kreeg een acute aanval van 'niezerij' ...of...of.
Het hing er van af welke onderpastoor van 'week' was om ons te ondervragen...en dat scheelde een slok op een borrel.
Er was maar één kandidaat vormeling die zowel de vragen als alle antwoorden wist.
'Wie is God?'
'Waar is God?'
"God is overal, in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen."
Het mooie hieraan was dat onmiddellijk na de (H.) -mis, wij met ongeveer een zeven-tal jongens naar de school liepen om daar onze zo gezegde boterhammen op te eten.
Hier kwam niets van in huis!
Waarom?
De speelplaats was nog maagdelijk (?) leeg en wij konden ons uitleven in het voetbalspel.
Foto: Sint Michiel en St-Goedelekathedraal. Brussel.
Als ik zo verder afdwaal in de 'staoziestraote', moet ik mij beperken tot één opvallend attribuut, de straatspiegels.
Vastgepint op de arduinen vensterbank aan de straatkant.
Vanuit de 'schoonste kamer' binnenin, kon men dan gans de straat overschouwen;
Bv.de oude kranige 'madame Boets' had er zo een geïnstalleerd maar zij was meer bekent om haar sprekende papegaai.
Tegenover de brandweerkazerne woonde, naast 'de'n brigadier', George S. (Tabakswinkel) George had 'in' zijn auto (Buick ?) een lichte 'bluts' en vroeg aan Oscar om deze er uit te 'blutsen'. (Volkstaal)
Met gebruik van een eenvoudige 'bolhamer' en een 'tegen-ijzer' zou Hij het wel klaren.
Nooit in mijn leven heb ik mijn Vader zoveel 'godsvruchtige' woorden tegen O.L.Heer horen gebruiken als in die week!
Als die 'schietgebedekens' zouden kunnen meetellen voor zijn 'zielezaligheid' had Hij zeker geen concurrentie in hoeveelheid.
In de meimaand trok ik vaak naar de dreef van het 'nieuwe' voetbalterrein.
Deze dreef was gedecoreerd met een een 'weire' (haag) waarin talrijke meikevers
('witten mulder') hun 'huishouden' hielden.
Samen met Freddy J. ging ik op 'strooptocht'.
Een leeg doosje 'stekken' en een groen blaadje er in geperst, zorgden voor een tijdelijke nieuwe verblijfplaats voor deze gevleugelde 'beestjes'.
Hij, (Brandweercommandant Albert Dhondt) vertoonde absoluut geen greintje paniek of wat er ook op mocht lijken.
Hij 'straalde' vanonder zijn witte commandant-helm, zo'n Benedictijnse, geruststellend 'auriool' uit, dat je als brandweerman vooraf wist: 'alles komt hier in orde'.
En ook zonder dat hij ook maar één commando-woord gebruikte, was zijn verschijning reeds een enorme geruststelling voor het verdere verloop.
Ondertussen waren menig buurtbewoners, op de'n hoek van de 'stausiestraote', samen 'getroept' om het 'samenspel' in 't oog te houden.
Dat was telkenmale een heel 'schouwspel' en natuurlijk met de vraag:
"Waor is't?" en 'Wardsjen Champetter' toonde zijn zoveelste beste zijde door de vraagsteller rijkelijk van antwoord te dienen.
(Wardsjen regelde het verkeer tijdens zijn diensturen.)
Als dan de brandweerwagen, met loeiende sirénes vanuit het 'portaal' vertrok, en een 'pompier' te laat was om mee 'op te stappen' twijfelde deze man er niet aan om met zijn fiets de brandweerwagen te 'achtervolgen'...zo ging dat in die tijd.
Wanneer de 'siréne' (brandweer) ging, bediend door Cortebeeck, (die een mooie moderne kleerwinkel open hield in de dorpstraat, samen met zijn broer) was ik er altijd als eerste bij om de 'pompiers' te zien aankomen gelopen.
De brandweer kazerne (?) was gevestigd, heel vooraan in de 'stousiestraote' en had een oppervlakte van ongeveer 70 m2. waarin de brandweerwagen altijd vertrekken's klaar stond.
Meestal liepen zij, met de linkerhand hun helm vasthoudend en de andere hand hun kettingen en soms ook om hun brandweerkledij hoog te houden omdat zij meestal, in deze onverwachte omstandigheden, weinig tijd hadden tot zelfinspectie.
En klinken dat die 'kettingen' deden.
Als kind had ik daar een zekere schrik van.
Eén van eersten die kwamen aangelopen was Waltérken (Mieken Leer) onmiddellijk gevolgd door 'Fiek-faksken' (loodgieter uit de dorpstraat en zangliefhebber) en 'ondercommandant' Steel.
Kort daarna verscheen dan de brandweer-commandant...onze meester Albert Dhondt.
Foto: Brandweerkazerne in de 'stouziestroute'. (Héél lang geleden)
Café 'St-Hubertus' heb ik, in mijn zorgeloze kinderjaren nooit horen vernoemen.
Daar tegenover sprak men gezwind over: 'de'n Anker',... de gezusters 'Noebels',... 'Beirken Schêunweer',... Walgraeve's'... 'Bij Lady's',... Maria Verlent,... de'n Tirol,... bij 'Gust Siki's,... de'n 'Belle-Vue'....van Nielande's (Dorpstraat)'
En bij ons was't van ....bij De Ruiser's.
Elk huisje, in de dorpskern heeft, een bijzondere waarde, en nog meer de bewoners ervan.
Naast 'de'n Belle-vue' woonde 'Wiesken' Mortier, en elke'n dag ging Hij, rond 16u., groeten, van op de marktplaats naar het Godshuis. De kerk dus. (?)
En ik, als zogenaamde Katholiek ..of algemener;... Christen, heb bezwaar aanwezig te zijn in de wekelijkse 'zondag'smis!
'Wiesken' bedoelde het echt véél hartelijker dan ikzelf mij kan voorstellen en mijn christelijke attitude, in vergelijking met 'Wiesken', beschamend is! (Maar dat is ook menselijk.)
Foto: Saint Madeleine. Parijs waar het R.V.-koor op 7 juni 1992 'optrad'.
Een reklameboekje van een bekend textielbedrijf te St-Niklaas was het perfect-afgemeten formaat (gratis aan huis besteld) en begeleiden een visuele, aangename tijds verpozing voor...
je begrijpt wel....!
En, we kregen er nog een prikkelbare lingerie-show bovenop.
(Enkel met 'matte' blaadjes)
Onze goede buren: Albert en Madeleine (Goossens) hadden twee flinke zonen en ook dito aantrekkelijke dochters en dat laatste was, in mijn puberjaren een enorm voorrecht als buurjongen en speelkameraadje.
Albert hebben wij bijzonder leren waarderen als mens, maar bovenal als koorlid van het R.V.-koor.
Zong graag, was quasi altijd aanwezig tijdens de koorherhalingen, ontbrak nooit tijdens een kooruitstap of week-end en was nefast verdediger van de Vlaamse koorliteratuur.
"Albert...waar je ook bent...wij hadden een grote bewondering voor U!".
Het wordt, naar mijn gevoel, wel in de vergeethoek 'gedumpt' niet tegen staande zijn historische, niet te ontwijkende incalculatie in de geschiedenis van Stekene.
Het bezat een centrale benijdenswaardige plaats binnen het dorpscentrum, (Cultuurhistoriek) maar vertoeft, sinds enkele decenia,
in een zwakke proclamatie van eerlijke cultuurzorg.
Laat me toe ook onze 'geburen' te schetsen.
Naast het (ons) café woonde Albrecht (Albert) De Smedt, een loodgieter met een renderende winkel van 'stoven' en,..... wat voor die tijd modern was, 'sanitair'.
Ik was steeds 'jaloers' omdat zij (Albert) beschikten over een moderne, aparte w.c. terwijl ik (wij, ouders) onze dagelijkse behoeften moesten doen... nadat wij eerst 'de'n bril van 't huis'ken' weg hadden genomen ...en zittende op een plank die reeds gebarsten was..., keken 'in de'n dieperik'.. en als we 'actief' waren... kregen we soms de'n terugslag.. op onze blote kont...?
Omér B., (een stevige achtienjarige) en mijn Vader, beiden eerder van het 'forse' type.
In aanwezigheid van enkele café-gasten, (toeschouwers) kregen zij deze 'artiest' geen millimeter van de grond, hoe zij dit ook maar probeerden.
Er lag een briefje van 20 fr. onder zijn ('Artiest') voeten...en de 'chipendals' zouden dit krijgen indien zij hierin zouden lukken. (Goed voor vier pintjes)
Na vruchteloze tevergeefse pogingen, stapte de circusartiest gewoon opzij...raapte het briefje van twintig frank terug op....ging naar de'n 'toog' om verder te proeven van zijn pintje bier, terwijl de 'bezoekers' met verbazing aan de grond 'genageld' stonden...!
( Omér en Oscar verstonden zich er ook niet aan.....!!!)
En dit allemaal, terwijl Tony Corsarie ( 2 september 2011, op 84 jarige leeftijd overleden) op, of beter aan de drempel stond van zijn unieke T.V.-carriére.
De smidse (atelier of gewoon stal genoemd) straalde iets uit van verleden nostalgie.
Aan de ijzeren ringen in deels gecementeerde lemen muren, kon je nog merken (ruiken) waar de koeien gestaan hadden of beter, gebonden stonden.
Ook de restanten van voederbakken 'verklapten' dat er voordien een veehandelaar had gewoond.
Geloof het of niet maar in een kleinere stal ernaast stonden gedurende enkele dagen twee kamelen van een rond trekkend circus.
Deze kamelen vertoonden weinig aanstalten om zich zomaar te laten leiden onder een tamelijk lage dwarsbalk van deze stal....!
Ik herinner me nog dat deze kamelendrijver, tevens clown én acrobaat,
in ons café, vroeg aan Oscar en Omér B. om met hun tweeën hem, (Circusacrobaat en amper bij schatting 65kg) al was het maar één cm. van de grond op te heffen maar....en dat is ongelooflijk.... zij konden het niet!
Café-praat zult U denken, maar néé..
Straf...., maar het bestaat werkelijk.
Foto: Achterzijde van Café-logement St-Hubert.
In de 'historiek van de café's van Stekene, rond de marktplaats, wordt misschien 'angstvallig' café St-Hubert genegeerd, al hoewel de dakpannen reikten tot aan de H.Kruiskerk.
Een plichtgevoel heb ik hier niet bij, maar wél, een overgebleven fierheid daar gewoond te hebben in mijn zorgeloze kinderjaren.
Soms geeft een uitgestoken hand, jezelf een promotie tot een feilbaar verleden.
Tijdens de vakantiedagen moest ik meehelpen in de smidse en dierf pas 's avonds vragen of ik mocht gaan trainen met de voetbalploeg, want... dàt was mijn 'leven'.
Met een 'dokwerkerszak', het werd beleefd: voetbalzak genoemd, gevuld met de blauw-gele kleur kousen van Stekene sportief en een paar voetbalschoenen waarvan de'n tip omhoog stond door de'n ouderdom en geleend van de club, trok ik naar het sportterrein in de 'stasiestraote' in de overtuiging dat er een tweede 'Rik Coppens' geboren was.
En telkens ik aan de ingangspoort van het terrein kwam, keek ik naar de 'triomfboog' (Foto) met o.a. de gesmede letters: 'Dr.Eugeen Roggeman', waaraan ik met weinig kinds-enthousiasme had aan 'meegewerkt'.
( Eveneens het totale aantal meters rondom het voetbalplein, buizen van 12 cm. diameter, en dan moesten die nog 'gerooiemiend' worden ook....)
Ik ben later toch maar 'geeên' kunstsmid geworden maar iets in de'n aard van musicus.
Het was een 'vervelend' ding, wanneer je er uren voor zat om bv. een bagette ijzer van zes meter lang, 12 op 12 mm. dik, geleverd door het 'Metaal' uit de 'Plezantstraat in St-Niklaas, en ik kan U verzekeren dat daar weinig 'plezant' aan was wanneer ik die twee vriendelijke mannen zagen leveren, want dan 'mocht' ik beginnen te zagen..., kleine stukjes van bv. 1O cm. lengte en elk stukje zo'n 7 à 8 minuten duurde en je dan zo'n 77 'stukjes' moest 'zagen', was dit helemaal niet aantrekkelijk voor een kind met speelse kriebels in zijn lichaam.
Ik probeerde soms de 'zaag' een duwtje te geven om het tijdsverlies te beperken...
maar 'lap'...,de zaag brak in tweeën en daar was mijn Vader niet al te gelukkig mee.
Hij grabbelde in zijn glazen confituurpotje dat hij ergens hoog verborgen hield...haalde er 7fr. uit, en stuurde me naar De Maesschalck in de dorpstraat om een
De smidse (voordien een vee- of koeienstal waarvan de muurringen en voedingsbakken nog duidelijk aanwezig waren, ((1952))) werd een ruime werkbank geplaatst met twee grote 'bankschroeven' en de hendel, door de gebruiker, een duidelijk' power'-effect vertoonde.
Wat eerst moet opgevallen zijn was de grote 'draaibank' die door Oscar niet zo erg veel gebruikt werd maar een streling voor het oog was wanneer hij deze 'bediende'.
Eén lange as met 'bobijnen', motoriseerde:
een boor- slijp- en zaagmachine.
Ik weet zéker dat één lezer van deze blog's zich dat beeld nog zal kunnen herinneren.
En ten laatste was er het 'smidse-vuur' met jawél electrische 'windturbine' geassisteerd door een aambeeld en een kleine gietijzeren 'kolenbak' gevuld met water om het gloeiend, gesmeedde ijzer, te laten afkoelen.
Tussen het café en de smidse bevond er zich een rookstalletje amper 1 m2 groot waar bijna wekelijks enkele vlezige 'hespen' in gerookt werden door de jongste zoon van 'Stiene de klootere'.
Houtschilfers zorgden ervoor dat er voortdurend een aangename, rokerige walm op de'n hof hing.
Het gebeurde wel eens dat ik een aardappel op een stukje ijzer spieste en...als dan de gerookte hespen werden verwijderd, ik stiekem (alles wat niet mocht, deed je graag) het kleine zinken poortje terug opdeed om mijn 'delicatesse', (aardappel in de schil) als volwaardige kok te 'roken'.
Het duurde soms wel erg lang.... maar de smaak van een aardappel in de schil,
(ne'n gekookte patat dus) loog er niet om.
Bestel het maar eens in een restaurant, maar kijk ook naar de 'prijs'!.
De eerste prijs tijdens zo'n kaarting, of pierbowling, en dat herinner ik mij nog zéér goed, was een konijn....
Zelf gekweekt. (Enfin, vetgemest met pure groenten en andere soort 'restanten' uit onze'n hof.)
Het werd, door de kandidaat-spelers letterlijk bij het nekvel genomen, handmatig 'gewikt en gewogen' en zeer waarschijnlijk heeft de 'kwaliteit' van het 'kornijn' een 'rol' gespeeld bij de concentratie van het 'pieren'.
Petrus De Mayer, uit de 'kiekesaege', die kon er wat van.
Hij bracht al een 'baole' mee, alvorens hij had gewonnen, om het 'kornijn' erin te steken.
Hoe dan ook, ik was er als de 'kippen' bij om alle 'aat'n' recht te zetten na een zoveelste poging 'de'n zot' omver te 'pieren'.
Het was niet eenvoudig vermits onze 'vloertegels' hier en daar een uiterlijke slijtage van veelvuldig gebruik vertoonden.
Toch hield ik van deze 'sport' vermits het mij, als kind, een 'alibi' gaf ...'laat op te blijven'.
Ik ben Tony De Ruysscher, en gebruik soms ook wel de schuilnaam TDR.
Ik ben een man en woon in 9190 Stekene (België) en mijn beroep is gepensioneerd..
Ik ben geboren op 30/06/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Klassieke muziek, religie, moraal-filosofie, en ....mailtjes ontvangen! (Maar ook doorsturen!?).
Wij hebben drie zonen, en twee kleinkinderen.
Tony De Ruysscher is overleden op 28sept 2018 in huiselijke kring.