Is 53 km lang en gaat 240 m diep, 100 m onder de zeebodem.
De trein doet er 26 min over.
Nog geen shinkansen op Hokkaido , maar ze zijn er mee bezig.
Volgend jaar al het stuk van Aomori naar Hakodate,dat is het stuk onder de zee.
Vanaf 2027 helemaal tot Sapporo.
In Hokkaido kies ik Asahikawa als uitvalsbasis.
Asahikawa heeft het record van de meeste sneeuwval in Japan, en de laagst temperatuur in de winter--tot -40 gr.
In Sapporo hebben ze in de winter een ijsfestival , in Asahikawa een sneeuwfestival.
Gebouwen en kunstwerken in sneeuw in openlucht.
Nu is het lente , en ze hebben een hittegolf.
Tot 36 gr, atsjee zeggen de Japanners.
In Asahikawa ga ik naar het Tokia park ,toevallig is het feest in Hokkaido.
En wat doet een Japanner dan?
Eten en drinken natuurlijk, maar ik zie ook veel dames in traditionele kledij.
Ik neem de trein naar Abashira, het Alkatrez van Japan, tegenwoordig moet je betalen om in de gevangenis te geraken.
Ik sta hier aan de andere kant van de Zee van Ochotsk.
Vlakbij de Kurillen eilanden en Rusland.
De volgende dag naar Biei, in augustus het Mekka vaan de lavenderbloei.
Dan zijn alle heuvels hier in de buurt een kleurenpallet van bloemen.
Nu zijn er alleen de mooie vulkanen op de achtergrond.
Op naar Furano, een skiresort inde winter, maar nu, inderdaad, atsjee, te heet om veel te wandelen.
Ik rij nog naar Otaru, waar de Japanners wild worden van de 18de eeuwse gebouwen rond de kanaalzone.
Volgende dag nog even een fotostop in Sapporo voor het oud gouverneurshuis en de TV toren.
De vorige keer zag ik nog de kersenbloesem , nu is het alleen maar warm.
Terug naar Honsu eiland.
Ik logeer in Hachinohe.
Daar is weinig te zien, ze hebben een lokaal manneken pis.
Ik maak nog een daguitstap naar Hirosaki,aan de voet van een vukaan , met een mooi kasteel.
Morgen nog eens genieten van een rit met de shinkansen.
Alles went, maar eigenlijk is het toch wel zeer bijzonder.
Tijd dus om afscheid te nemen van Japan.
Vorige reis heb jullie al verteld over de treinbegeleider, maar eigenlijk gaat het hier altijd en overal over respect.
De nieuwslezer buigt voor zijn kijkers,de winkelbedienden doen hun gemeenschappelijk dansje ter voorbereiding van de opening van de winkel , en staan dan samen op rij klaar , in een prachtig uniform, om te buigen voor hun klanten.
De seingever van het station buigt voor de trein die aankomt, die vertrekt.
In de supermarkt buigt men voor iedere klant.
Maar ook in een trein zal een Japanner zoveel mogelijk ruimte maken voor de ander.
In deze 3 weken heb ik 1 keer iemand horen bellen met zijn gsm, iedereen op de trein was geschokt!
Buitenlanders staan helemaal op een voetstuk.
In een winkel maakt men plaats voor jou, kan jij eerst je keuze maken, wordt je niet gestoord.
Als ze het kunnen laten ze je de lift alleen nemen.
Maar alleen om je niet te storen.
Want als je ergens op de kaart staat te kijken , komen ze je altijd helpen.
En hun Engels is niet perfect, maar aan mijn Japans is ook nog wat werk.
Zoals verwacht was het weer een fantastische reis!
Met het weer heb ik geluk gehad , maar Japan is toch wel 1 van de eenvoudigste landen om in te reizen.
Morgen dus naar Narita, overmorgen naar huis.
Als de Russische douane mij niet oppakt, en de Belgische douane me op tijd naar huis laat gaan, ben ik woensdag terug aan t' werk.
Eerste stop op dit subtropisch eiland was Miyazaki.
Zeer vriendelijke mensen, ze wandelen met me mee om de weg te wijzen, zeggen vriendelijk hello, nice to meet you.
In de supermarkt moet ik overal proeven, allemaal lekkere dingen.
Ik ga naar de Miyazaki shrine, voor de eerste keizer ooit in Japan, bezoek het Miyazaki prefectural museum, zeer mooi over de plaatselijke geschiedenis.
Dan wil ik nog naar het Heiwadai park om de Peace Tower te zien.
Ik verkijk me op de afstand, maar geen nood.
Een vriendelijke Japanner nodigt me uit, rij een eindje mee, achter op mijn fiets.
Achter op de bagagedrager van een rammelfiets met slecht opgepompte banden heb ik dus mijn persoonlijke sight seeing tour.
Dikke 3 uur rijdt de japanner met me rond in 33 gr, bergop, bergaf.
Hij praat heel de tijd in het japans, waar ik weing van begrijp.
Aje is warm denk ik, wat kokorikoo betekent vraag ik me nog steeds af.
In Colombia is dat een kip-fast-food keten , maar hier?
Volgende dag uitstapje naar Aoshima eiland, met de speciale rotsen en de mooie botanische tuin.
Volgende dag een mooie rit door het binnenland van dit eiland naar Kagoshima.
Kagoshima ligt aan de voet van de zeer actieve vulkaan Sakurajima.
Daardoor hangt er meestal een aswolk voor de vulkaan.
Vandaag naar Ibusiki, ik neem er een onsen voetbad.
Dan voorbij de Kainondaka vulkaan , bijgenaamd little Fuji.
Helemaal tot Makurazaki.
Dit is letterlijk het einde van de Japan Rail line.
Tot het andere uiterste is het 3144,5 km rijden.
Ik schijf mijn naam in het gulden boek.
Tik, ik ben hier geweest.
Morgen de shinkansen op voor een lange rit noord.
Ik ga op weg naar het 4de grote eiland Hokkaido, het siberie van Japan.
Eerste stop was Kobe, een gezellig havenstadje, met een mooie havenbuurt , een monument voor de grote aardbeving van 1995 , veel shoppingcenters , een waterval , gemoedelijk stadje.
Volgende dag naar Osaka.
Tweede stad van Japan.
Ik zie het kasteel , het station met uitzicht en de tuin op het dak.
Ik zie Tennoii area met massaal veel tempels.
Maar ik ben hier vooral voor Kunio.
Een aantal jaren geleden was hij te gast bij mij.
Nu neemt hij mij mee uit eten.
Lekker natuurlijk, en ik krijg complimentjes over hoe goed ik met stokjes eet.
Maar wat me vooral bijblijft , zijn de businessmen die roken in het restaurant en waar het glas sake gevuld wordt tot ook het schaaltje eronder overloopt.
De volgende dag ben ik uitgenodigd op de tentoonstelling van de schilderijen van Kunio.
Mooi, en ik leer er een canadese met russische roots kennen en een japanse.
De japanse gaat me naar het station brengen, verdwaalt en durft dat niet te zeggen.
Het kost ons een wandeling van 4 uur om het station te bereiken.
Het leert me wel een bijzondere manier om koude koffie te maken , en de drukte van Umeda station in rush hour.
Ik heb Osaka grondig gezien.
Volgende dag in Kyoto wat world heritage tempels bekeken.
Voor het presidentieel paleis moet ik 2,5 uur wachten.
Ik besluit om naar Nara te gaan.
Nara is een dik uur rijden van Kyoto.
De performance van onze treinbestuurder zal ik nooit vergeten!
Nara is nog een stuk ouder dan Kyoto, heeft bijna evenveel world heritage tempels als Kyoto en is zoveel gezelliger.
De meeste bezienswaardigheden liggen in een beschermd park , met beschermde bambi's.
Deze bambi's zouden boodschappers van de goden zijn.
Ze krijgen veel koekjes van de schoolkinderen.
De grote boeddha tempel is echt de moeite waard.
Vandaag ben ik naar mijn favoriet eiland Shikoku gereden.
Een Japanner vraagt je waarom je er naartoe gaat.
Je kan er een pelgrimstocht doen van 88 tempels over 1400 km.
Maar het is er vooral rustig en je bent nooit ver van de bergen en de zee.
Hier in Matsuyama heb je een kasteel, het oudste onsen-warmwaterbad van het land.
Een paar van de tempels op het 1400 km pad.
Veel shopping, en vooral ook een wellness hotel , met slofjes,badjas en de verwarmde WC , waarop je in de privacy van je kamer alle knopjes eens kan proberen...
Internetverbinding in Cuba is duur, traag en onbetrouwbaar, dus voor één keer een reisverslag in uitgesteld relais.
Cuba is een groot eiland, zo wat tussen Mexico, Haiti, Jamaica en de USA in.
Het leeft nog steeds onder het Amerikaans embargo en er is nog steeds een dubbel muntsysteem in voege.
Er is de CUC en er is de CUP, 1 CUC= 25 CUP.
Sommige winkels werken met CUC, andere met CUP.
Dat geldt ook voor restaurants, vervoer.
De bedoeling is dat je als toerist de CUC gebruikt, de CUP is er voor de Cubanen.
Wat het allemaal nog wat complexer maakt is dat je als toerist ook veel niet mag.
Er zijn winkels , restaurants , benzinestations waar je als toerist niks mag kopen.
Bussen die je niet mag gebruiken, quota voor reizigers op de trein.
Zoals te verwachten was , werd deze reis dus ietwat speciaal.
Havana bestaat grotendeels uit 4 stadsdelen.
Oud Havana, Centro Havana, Verdado en Miramar.
Ik logeerde in Centro Havana , ontbijt op het dak met uitzicht op zee, het Capitool en het nog te restaureren deel van Havana.
De Malecon , de beroemde zeewering , en Oud Havana zijn vlakbij, en zijn het toeristisch hart van Havana.
Plaza des Armes, Plaza de San Francisco, Plaza de la Cathedral, Plaza Vieja, Obisco,Parque Central en Paseo del Prado, het Capitool.
Je kan er rustig zelf rondwandelen en genieten van mooie gebouwen, pleintjes, het ligt allemaal vlak bij elkaar;
Natuurlijk kan het ook met een fietstaxi, een coco-taxi, met paard en kar , of met een oude Amerikaanse auto.
Iedereen probeert je wat te verkopen, een gids, een taxirit, een hotel, een restaurant, zichzelf.
Als je niks naar je zin vindt op de menukaart , wil de ober je wel begeleiden naar een restaurant van een vriend, waar hij dan ook wel zijn percentje zal krijgen, bovendien wil hij dan ook nog een tip van jou voor de hulp.
In een restaurant wordt er gerookt, wordt er steeds 10% bij je rekening gevoegd, geeft men steeds te weinig terug , en men verwacht dan ook nog een tip.
De mannen klikken ,sissen, knipperen met hun ogen, roepen je luidsleels na hoe mooi je wel bent, staan aan het raam kusjes te geven, of komen gewoon aan je tafel staan en vragen je kamernummer;
Dating-kantoren hebben ze hier niet nodig.
Er zijn ook mensen die gewoon geld vragen ,op straat , of als je in de rij staat in de winkel, of als je in een restaurant zit.
In de andere wijken krijg je nog wel aanbiedingen voor taxi's , maar niemand vraagt nog geld.
In Cuba wonen de armen alleen in de paar toeristische straten van de stad.
In Verdado heb je oa het grote Plaza van de Revolution, met een groot monument voor José Martin en een reuzenportret van Ché, het Nationaal Theater en nog wat mooie woonwijken.
In Miramar heb je de diplomatieke wijk en de duurdere hotels.
Mooie groene wijken en heel wat Mercedessen op 5th avenue.
In Havana Centraal koop ik een treinkaartje naar Santiago de Cuba voor trein nr 1, DE toptrein in Cuba.
Zou de enige trein zijn die op tijd rijdt, 1 trein per 3 dagen.
Het kost wat heen en weer geloop , want ik moet als buitenlander een ticket gaan kopen in een ander gebouw.
Daar wijst men mij van hier naar daar, uiteindelijk vind ik het goede loket.
De mevrouw schreeuwt over haar schouder: hebben we nog een plaats?,ja?, begint dan verwoed stempels te zetten , papieren in te vullen, nog meer stempels, uiteindelijk heb ik mijn ticket.
Twee dagen later als ik mijn ticket ga herbevestigen op de dag van vertrek, wenst de man achter het loket mij proficiat omdat het me gelukt is een ticket te kopen??
De nachttrein heeft alleen zitplaatsen, het is een afdankertje van de Franse spoorwegen.
Veel gepraat en gezang op de trein.
volgens mijn reisboek van 2011 is de lamp in het enige toilet kapot...dat is ze nog..
Ik kom aan op oudejaarsavond.
Het Parque de Céspedes is afgesloten voor alle verkeer en staat vol met eet- en drinkkraampjes , er wordt muziek gespeeld.
Men viert hier niet alleen nieuwjaar maar ook de 55ste verjaardag van de Revolutie...HOERA!!!!!!
Geen vuurwerk , maar concerten, speenvarkens,taart en bier.
Santiago de Cuba is de muziekhoofdstad en 2de grootste stad van Cuba, vlakbij Haiti.
Een heel ontspannen sfeer hier, het is zalig om te genieten in de vele mooie parkjes en overal speelt muziek.
Ik wandel naar het Parque de Céspedes, de kathedraal,het museum Del Ron, het museum Emelio Bacardi, het Casa de la Trova, de Mondacakazerne, waar Fidel op 26 juli 1953 zijn eerste poging tot revolutie deed, de Loma de San Juan, waar Roosevelt won van de Spanjaarden;
Santiago, omgeven door heuvels, het wordt 39 gr warm.
Ook op 1-2-3 januari is het nog feest, de kraampjes blijven maar speenvarkens braden.
Het lokale vervoer in Havana gebeurde voornamelijk met gelede bussen ,made in China.
Hier ook wel , maar je ziet hier ook de omgebouwde Kamaz vrachtwagen met aangepast trapladdertje en allemaal staanplaatsen.
Er staat dan een Cubaan te schreeuwen waar de truck naartoe rijdt , en pas als hij letterlijk stampvol staat, vertrekt men.
Ik zie hier zelfs nog een kameel-bus.
Je ziet ook mensen langs de weg staan zwaaien met waaiers geld, de manier hoe men hier lift.
De meer begoede Cubanen rijden interstedelijk met Astro.
Dat zijn gewone toerbussen , met zitplaatsen , er zijn er heel wat en je ziet ze overal rijden.
Helaas betaalbaar in CUP en dus verboden terrein voor toeristen.
Toeristen zijn aangewezen op de Viazul bussen , betaalbaar in CUC.
Het kantoortje is piepklein , er is 1 medewerker.
Vanuit Santiago rijden er 3 bussen per dag naar Havana, om 8u, 15u en 18u;
Ik kies voor de bus van 8 u op 4 jan naar Camaguey.
De bediende heeft 3 mapjes voor zich liggen , inderdaad , voor ieder bus 1.
Mijn naam wordt genoteerd en ik krijg een ticket naar Camaguey.
Camaguey is één van de oudste steden van Cuba.
Het centrum is aangelegd als een wirwar van straatjes, zogezegd om piraten buiten te houden.
De oude binnenstad is herkend door Unesco als werelderfgoed.
Veel kerkjes, veel pleintjes en ook hebben ze hier het grootste stadspark van Cuba.
Ik vind het er vooral stoffig en de stank van de uitlaatgassen bezorgt me keelpijn..
Bovendien is er hier een overaanbod aan mannelijke en vrouwelijke jintero's.
rustig door de hoofdstraat wandelen of op een bankje zitten is er niet bij.
Ik heb hier honderden amigo's die allemaal hetzelfde willen.
Je ziet ze hier ook in grote getale.
De oude mannen in Aloha hemd, sigaret in de mond, fles rum, met een jonge vrouw of man.
Oude vrouwen met grote tatoo's, sigaret in de mond, coctail, jonge man.
Veel stroompanne's ook, dus regelmatig geen licht, geen airco, en als er al water is, is de temperatuur 'naturel'.
Het water van je douche hangt dus af van hoe warm het die dag geweest is.
Na een paar dagen wil ik hier dus weg.
Helaas Camaguey heeft geen rechtstreekse bus of trein naar Havana.
Bovendien kan ik geen plaats reserveren, niet naar Havana, niet naar Santa Clara, niet naar Varadero.
Alles zit overvol omdat er veel mensen na de feesten terug naar huis willen.
Ik moet naar het station komen 1 uur voor de trein of bus arriveert, dan pas kan ik een ticket kopen.
Als er nog plaatsen vrij zijn natuurlijk.
Anders is het wachten op de volgende bus, of de volgende trein, binnen 3 dagen.
De trein passeert om 2 u s' nachts, bussen tussen 1 en 4 uur, 1 bus om 12u, 1 bus om 16u.
Ik gok dus op de bus;
Om 10 u neem ik mijn plaats in in de rij.
Als het kantoortje om 11 u opent, kan ik nog geen ticket kopen.
Ik moet wachten tot de bus er is;
Om 12 u terug in de rij gaan staan in de hoop dat de bus redelijk op tijd is.
Een paar Duitsers gaan door het lint , beginnen te roepen en gaan letterlijk op de vuist.
Ze beweren dat ze er al 2 dagen zitten en dat ze de rij beu zijn.
Dat belooft!
12u15 arriveert de bus.
Iedereen stroomt samen rond de dame.
Er kan er maar 1 mee naar Havana, 3 naar Santa Klara.
Ik roep OK!!,Santa Klara, OK!!
Betaal mijn 15 CUC, 5 min later vertrekt de bus..
Oef!!
Santa Clara is de derde stad van Cuba, cultuurstad, studentenstad.
Bij toeristen vooral in trek voor het groot herdenkingsmonument voor Ché en het monument van de Trèn Blindado, nog een relict van de Revolutie.
Het monument van de 4 ontspoorde wagons stelt niet veel voor, het grote monument voor Ché op het , natuurlijk,gigantisch grote Plaza de Revolution, heeft wel iets.
Topper in Santa Clara is echter hun Parque Vidal, het grote centrale plein, dat terecht door de Cubanen is uitgeroepen als Nationaal Monument.
Het is echt héél mooi en héél gezellig.
Ik heb er uren gezeten en mensjes gekeken, niemand viel me lastig, integendeel,'welkom in Cuba!!'.
Eindelijk het echte Cuba gevonden?
Je hebt hier ook nog de 'boulevar', de winkelstraat , en je kan even buiten de stad een heuvel op, de Lomo del Capiro, waar je een mooi uitzicht hebt over de stad.
Natuurlijk staat ook hier een monument voor Ché.
Maar dé place -to-be in deze stad is dus Parque Vidal, waar heel de dag mensen zitten en wandelen, waar altijd muziek speelt en waar iedereen s' avonds samenstroom om te praten en te drinken.
Ieder weekend houden ze bovendien feest van de muziek, dan is het zelfs drummen op het plein en maximum aan decibels.
Na mijn ervaring in Camaguey toch maar al eens naar het station geweest.
Ook hier geen ticket vooraf te reserveren.
In het busstation schrijf ik mij op de wachtlijst voor een bus op de 14de.
Er staan al een paar namen boven die van mij.
In het treinstation zie ik dat er een trein zou moeten rijden op de 12de.
Trein nummer 14, volgens de dame achter het loketje een goede trein.
Ik kies voor het avontuur met de trein.
Ik moet er om 7u30 zijn, dan een ticket kopen, om 8u35 de trein ,om 13u30 aankomst in Havana.
Ziet er goed uit!
Op de dag zelf kan ik natuurlijk om 7u30 nog geen ticket kopen, om 9 u zegt men dat de trein in panne staat , maar hij komt zodra hij hersteld is.
Om 13u15 zijn we eindelijk weg, aankomst in Havana 18u30.
Mijn laatste dagen logeer ik in hotel Bellevue Deauville, met zwembad en gelegen op de Malecon.
Een hotel met 15 verdiepingen, helaas is de lift al jaren stuk.
De oude motor is niet meer te herstellen , en een nieuwe zou nog van slechtere kwaliteit zijn.
Ik ga nog eens naar Miramar,naar het Bosque de Havana, geniet nog wat van de Malecon, Prado en Havana Vieja.
Ik neem ook nog een toeristenbus naar Playas del Este, hét strand van Havana.
Weinig aan te zien , maar ik heb dus mijn strandfoto!
Een heel mooi station ,zowat als de spoorwegkathedraal in Antwerpen ,maar dan in Sovjet stijl.
In Xharkov wordt veel geld verdiend,da's duidelijk..
De bezienswaardigheden zijn op 1 dag te zien.
Een kathedraal naar het voorbeeld van de Aga Sophia in Istanbul.
Een mooi kloostercomplex, benieuwd of jullie mij gaan herkennen op de foto met de verplichte sjaal en rok?
Een zeer groot Leninplein, het stadspark, ook nog steeds Leninpark, waar je je kan laten fotograferen met een aap ,een slang, met een treintje kan rijden.
Een heel grote thermometer.
En heel veel grote ,imponerende sovjet gebouwen natuurlijk.
Terug een treinticket gaan kopen.
Treinen weer overvol, ik heb nog een ticket naar Cherson.
Nog 2 uur voor de trein vertrekt.
Ik geniet dus nog wat van het mooie stationsplein met de bloemen en de zacht klassieke muziek.
Het is 30 gr als ik de zon onder zie gaan.
Op de trein first love meegemaakt tussen een knappe boy van 3 en een baby girl van 1.
Zelf ook nog even tjotja-tante geweest en mij nog maar eens verbaasd hoe rustig de kinderen hier zijn.
Volgende middag gearriveerd in Cherson.
Een stadje bijna aan de monding van de Dnepnr.
Rustig, kleinschalig, geen toeristen.
Wel een Leninplein, met standbeeld, een Puskinstraat , Karl Marxstraat.
Een stadje waar je nog voor 1 grivna je gewicht kan kennen dankzij de weegschaal van de deduska, de opa.
Waar je op straat nog een koffie kan kopen van de babuska, recht uit de termos.
Waar ook veel nieuwe shoppingcenters gebouwd worden,er een mooie verkeersvrije straat is vol restaurantjes , en een zeer grote Hugo Boss winkel, met bewaker.
In het treinstation hetzelfde probleem.
Te veel mensen , te weinig treinen.
Na heel wat aanschuiven aan verschillende kassa's geef ik het op.
Ik besluit om hier te blijven voor de nacht en ga nog eens slapen in de komnata otdicha, de hotelkamers binnen het station.
ik huur een kamertje voor 12 u en slaap heerlijk , beschermd door 2 wakkere dejournaja's.
De volgende morgen ziet de toestand aan de stationskassa's er niet veel beter uit;
Ik ga naar het busstation.
Daar heb ik geluk, er vertrekt juist een minibus naar Odessa.
Dikke 3 uur ,veel Russische hits en veel putten in de weg later, zijn we 190 km verder.
Voilà, ik ben in Odessa!!
Odessa is een havenstad gebouwd door Katharina de Grote aan de Zwarte Zee.
Toen al omdat het zo strategisch gelegen is, maar vooral voor zijn klimaat.
Het is hier overdag 28 gr, s' avonds 23, s 'nachts 18.
En de zuivere lucht van de zee daar bovenop.
Een zeer groene stad en overvolle stranden.
De stranden zijn verdeeld in gratis en betalend .
Als je genoeg geld heb kan je zelfs je eigen terrasje hebben op het strand.
Er zijn hier vooral- alleen?? toeristen uit de voormalige Sjovjet, vooral Oekrainers , maar ook veel Russen en Wit russen.
Blijkbaar hebben er nog veel Russen hun jaarlijkse gratis reis van tijdens de Sovjet weten te behouden.
Dat merk je in het station waar ze met hun speciale vergunning staan te zwaaien.
Odessa staat natuurlijk ook vol met monumenten, mooie historische gebouwen.
Het meest gefotografeerd, er staat bijna 24 u een file, is het monument ter ere van 'de twaalf stoelen', misschien wel het beste, grappigste schelmenverhaal uit de Russisch literatuur.
Odessa zou Oekraine's party-hoofdstad moeten zijn.
Maar dat valt goed mee;
Er zijn wel duizenden restaurantjes en terrasjes.
Allemaal vol , en de toeristische stalletjes doen ook gouden zaken.
Maar Odessa is vooral 'm'as-tu-vu?'.
Zien en vooral gezien worden.
De dames in lange, dure gewaden.
De mannen met de duurste auto's.
De koets met de witte paarden staat hier letterlijk op zowat elke hoek.
En toch , het kan nog ,nog even.
Ik logeer in hotel Passage, helemaal in het centrum gelegen.
De passage is zoals er bvb ook in Brussel nog een paar zijn, een oude,mooie winkelgalerij,18-19de eeuw.
Zeer mooi om te zien en zeer mooi gerestaureerd;
Hier in Odessa is er een hotel aan verbonden.
Monumentale trappen ,eindeloze gangen, grote kamers.
Het lijkt dus of ik in een paleis logeer, helaas nog te renoveren.
Maar wat wil je voor 20 euro ,ontbijt inbegrepen ,zonder warm water.
Er zijn dus toch mensen die mijn teksten lezen , want inderdaad.
Bali is niet Boeddhistisch , maar Hindu.
Mea culpa, mea culpa..
Er lopen hier dus geen oranje mannetjes rond, ik ga het zo proberen te onthouden.
Verder kijkt men hier eigenlijk niet op een god meer of minder.
Er zijn massa's tempels, massa's goden , maar vooral heel veel bijgeloof.
Zo kan je bvb 6 tanden laten vullen tijdens een -natuurlijk betalende- ritueel;
Ben je gelijk verlost van de 6 kwaden in jezelf, oa boosheid,verwardheid , dronkenschap en verlangen.
Na Sanur naar Ubud, een kunstenaarsdorpje in het binnenland.
Toeristisch, het is zo'n dorpje waar iedere toer langs komt.
Het is hier regenseizoen nu , zeer mooi groen , plakkerig warm en weinig toeristen.
Er is hier wel wat te zien.
Ik was al in het Blanco museum, kunst van de Balinese Dali.
Het museum Puri Lukisan, hedendaagse en oudere kunst, in de prachtige tuin kon je leren weven, schilderen en muziek beleven.
Het Palace of Ubud.
Een heleboel House of. Painter of Sculptor...het is uiteindelijk een kunstenaarsdorp.
Heel veel Pura tempels, de ene al mooier dan de andere.
Soms denk je een tempel te betreden , blijkt het de entree te zijn van een gewoon huis.
Er is hier ook een mooie wandelweg door de rijstvelden.
Het pad is een soort Walk of Fame.
Iedere tegel is gepersonaliseerd, en dus naar ik aanneem ook gesponsord door toeristen ,hotels en café's die hun handafdruk en boodschap hebben achtergelaten.
Je hebt hier Monkee Forest , een gebied met een paar mooie Pura tempels , maar ook een grote kolonie apen.
Toeristisch, iedereen wil op de foto met een aap, maar wel een mooi bos.
Er is een dorpje vlakbij Ubud, Petulu.
Petulu is wereldberoemd in Bali voor een grote kolonie Herrons--een soort kleine witte reigertjes;
Niemand weet waarom ze eigenlijk juist daar in mass bij elkaar komen, daarom is er maar weer een God en mythe gecreeerd.
Ga je verder, kom je in de kleine dorpjes.
Daar wordt biljart ipv schaak gespeeld.
Iedere straat heeft zo zijn eigen specialiteit, de ene maakt houten stoelen, de andere houten vogels.
Je kan hier voor een prikje handgeweven stof kopen , aan 1 stuk wordt 1,5 jaar gewerkt.
Ik kwam langs een klein winkeltje waar men meer dan 25 miljoen jaar oud petrified wood verkocht;
Er is ook een bloeiende markt voor liefhebbers van joga-massage of het jezelf uithongeren om tot een hoger spiritueel niveau te komen;
In Ubud kan je ook heel lekker eten , keuze genoeg;
Volgens de Australiers heel goedkoop.
Maar met mijn budget ga ik het een stuk makkelijker krijgen dan hun om tot een hoger spiritueel niveau te komen.
Ben ook eens gaan wandelen naar de Campuang Ridge en de Sayan Ridge.
Weg van het drukke winkelcentrum.
De heuvels zijn helemaal ingenomen door resorts , gelukkig werd ik regelmatig uitgenodigd door de bewaking om binnenin eens een kijkje te nemen;
Mooie dingen gezien!!
Na madame tuk-tuk, madame riksja, madame motobike, madame jeepney, ..ben ik nu gepromoveerd tot madame Transport.
Hier in Bali hebben veel mannen een auto of brommer die je voor een 'special price' ergens naartoe brengen.
Die speciale prijs geldt natuurlijk alleen voor mij, wat had je gedacht??
Niet dat de Grieken hun Olympos moeten verkopen hebben.
Wel omdat Bali Boeddhistisch is en tsjokvol tempeltjes staat.
Eén tempeltje voor iedere huis, iedere winkel, iedere straat en dan zijn er de grote tempels natuurlijk ook nog.
De ingangspoort van de tempel lijkt wel een tempel die men in tweeen gespleten heeft en dan de beide helften uit elkaar geduwd heeft.
Twee delen dus , links en rechts,yin en yang, positief en negatief, goed en kwaad.
En het kwade is zeker ook nodig, hoe kan je anders het goede herkennen?
De tempels hebben veel houtsnijwerk en een massa gedetailleerde tekeningen.
De dagelijkse offergaven heel wat minder fotogeniek dan in andere landen.
Meer een slordig kartonnen doosje.
De beelden, bewakers van de tempel, zijn dan weer beter af.
De meeste krijgen ter bescherming van de zon en de regen een dakje boven hun hoofd;
En om er een beetje gekleed uit te zien een doek rond hun middel.
In zwart-wit, yin-yang, plus-min
Kan ook zijn dat schaken hier zo populair is?
Voor mij is Bali een speciale stop.
Ik ben hier op bezoek geweest bij vroegere buren van mij.
Hun verhaal is een combinatie van het wereldwijd verhaal van het klein pensioentje, gecombineerd met het-laat de boel de boel in Belgie-, en wat je al gehad hebt..
Het waren toen al goede buren en ze gaven me nu de gelegenheid om eens niet een slapeloze nacht door te brengen op een luchthaven, maar afgehaald te worden.
En om uit de eerste bron nu eens te horen en te zien hoe dat nu is, het leven van een expat.
Wel..
Gerty en Raymond hadden in Ekeren al een huis ' uit de showroom', perfect interieur, mooi aangelegde tuin met koi-vijver.
Hier hebben ze een nog mooier, groter huis , met een zwembad,heel het jaar door een dikke 30 gr in en uit het water.
Een stuk beter dus dan aanschuiven op de Antwerpse ring?
Mijn logeerkamer was zowat even groot en comfortabel als mijn appartement thuis.
En mijn tijdelijke Foster Parents hebben ook lekker voor mij gekookt.
De gaatjes van de broeksriem gingen de andere kant op.
Ze wonen in Sanur en dat is een badstad aan de oostkust van Bali.
Het gaat er allemaal rustig en gemoedelijk aan toe.
Weg is het onveiligheidsgevoel.
Ik ga van noord naar zuid op het strand, ga wandelen in de mooie mangrove vlakbij.
Neem eens de bus naar Nusa Dua schiereiland en heb daar een inleef-namiddag hoe het leven is in een resort hotel als het Grand Hyatt.
Ik mag ook nog mee naar een vergadering van de jachtclub en we gaan samen eten in een goed restaurantje, dus voor 1 keer geen rijst of noedels.
Er zijn naast White Beach ook nog Bulabag Beach, Puka Shell Beach en nog veel meer beaches, voor de liefhebbers zijn er zelfs waar je moet voor betalen.
500 pesos voor exact hetzelfde als al de andere stranden.
Maar er is blijkbaar een markt voor.
Ver weg van het strand ben je hier nooit, maar het kan.
Het binnenland is tropisch groen,met de hoogste berg 100 meter.
De huizen hier zijn in hout, met heel mooi gevlochten muren en ramen uit bamboe.
Ik heb er in zo eentje gelogeerd.
Kon natuurlijk geen volledig huis betalen , enkel een kamertje zonder airco.
Uit eerste hand kan ik jullie vertellen dat de kamers zeer gehorig zijn, zoals men dat noemt.
Je deint mee met het gebouw als je buren thuis komen, als zij warm water gebruiken daveren alle wanden, gaat er iemand naar 't WC , dan gaat het in alle andere kamertjes van blup-blup-blup.
Hier ook een storm meegemaakt waarbij de electriciteit uitviel, goed, dan zie je de wanden niet bewegen..
En mijn kleine groene gekko-vriendje is ook terug.
Je kan hier goed gaan eten , buffetten en happy hour zijn overal;
Er is hier zelfs een hobbit-bar , met enkel dwergen als bedienend personeel.
Toerist gebied , met hogere prijzen dan in Manilla.
Voordeel is dat iedereen goed Engels spreekt en er geen bedelaars zijn.
Natuurlijk zijn er op het strand aanbiedingen voor massage, horloges, hoeden, boottochten, maar het gaat er allemaal relaxt aan toe;
De verkoper van de handgesneden houten schildjes belt ondertussen met zijn I-pad--modern times!!
Niks free , behalve de boekjes van de Jehova's Getuigen.
Na een paar dagen terug de bus op naar de jetty.
De tocht over de Straat van Tablas was dit keer in een bangka boot --google dat maar eens;
Gelukkig was de zee zeer rustig.
Daarna het vliegtuig op-- deze luchthaven was in verbouwing.
Dan nog een rit met een jeepney, die pas vertrok toen hij echt-echt vol was.
Toen nog een fikse voettocht.
Ik ben nu in Angeles.
Normaal had ik doorgevlogen naar Palawan , het Borneo van de Filipijnen.
Helaas schrapte Air Asia ook deze vluchten , niet winstgevend meer.
Bovendien hebben ze in Palawan dit jaar ook al heel wat tyfonen over zich heen gekregen.
Dus blijf ik een paar dagen hier;
Angeles was een grote Amerikaanse luchtmachtbasis.
En de Amerikanen maken , zoals het hoort, not only War , maar ook Love.
Er waren hier toen ongeveer 10.000 dames met een zeer oud beroep.
Tot, volgens de Filipijnen bestaat er een God, de vulkaan Mount Pinataubu uitbarste , en heel deze poel der verderf bedolf onder as.
De Amerikanen hebben hun basis gesloten;
Toch is Angeles ook nu nog de plaats voor plezier en vertier, de gogo-jungle van de Filipijnen.
Ik logeer op Fields Avenue, vlakbij Walking Street, de lokale Reeperbahn.
Er zijn hier nog steeds veel dames, in sommige café's hebben ze een nummer opgespeld.
Zeer vrouwvriendelijk stadje, vrouwen moeten geen entree betalen om een bar binnen te gaan.
Werkaanbiedingen genoeg , je moet alleen +18 zijn.
Overdag is het een gewoon , druk stadje.
Met een mall met een heerlijke foodcourt en gratis optredens.