Reeds wakker om 6.00u en wat hoor ik? Pletsregen, t zal toch niet waar zijn hé. De weerman die het weer juist voorspeld heeft. Om 8.00u nog steeds watergieten, met zon weer toch maar efkes afwachten. Buienradar er bijgehaald en iets voor 9.00u zou het stoppen met regenen en daarna niets van regen meer tot zeker na de middag. Efkes een berichtje gestuurd naar een medemodderfokker om eventueel om 9.00u te vertrekken. Maar er zijn blijkbaar modderfokkers die maar 1 keer in de week hun modderfokkertenueke mogen aandoen, want ik krijg bericht terug dat het tenueke al terug uit is en dat het voor volgende week zal zijn.
Om negen uur dan maar naar het kerkplein om me bij de meisjes te voegen, maar wat blijkt? Ze zijn er ook niet! Dan maar alleen op pad. Overal veel water op de baan, maar voor de rest aangename temperatuur en geen regen meer. Waar rijdt ge zo naartoe als ge alleen op pad zijt? Via de Vaart naar Den Aard en dan naar Wetteren, Melle en zo naar reeds bereden wegen naar ik weet niet waar overal, want ik heb meestal geen tijd om te kijken waar we rijden omdat ik meestal tussen mijne kader hang. Ik maak er een goed vetverbrandingsritje van, t schijn dat ge dat nadien in de Beize ook nog kon ruiken. Op de terugweg neem ik er den Balei nog bij en dan via Vlierzele, waar ik mij toch in enkele veldwegels waag, maar die laatste had ik beter er niet bijgenomen. Via Oordegem naar Massemen en Wetteren en omdat ik te vroeg in de Beize zal zijn draai ik aan de Schelde rechtsaf naar Schellebelle om zo via Wichelen door de meersen terug naar Kalkendorp te komen. Ondertussen is de zon beginnen schijnen en is het zon 13 graden. Meer moet dat niet zijn. Afgeklokt op 62km.
In de Beize zitten er toch enkele dames: Annemie, Nancy, Els en Johan P, maar dat is geen dame zeker? Zij zijn om 9.30u vertrokken, al snappen ze zelf niet direct waarom zo laat, want om 9.00u al geen druppel regen meer.
De afwezigen hadden ferm ongelijk, want het was prachtig weer om te fietsen. Er waren ook afwezigen die er niet konden zijn omdat ze onderweg waren naar Spanje. Volgens de fotos die ik al gezien heb, zijn ze daar niet zo gelukkig. Naar eigen zeggen wegens heimwee. En die zijn daar nog tot volgende week hé.
Hopelijk volgende week wat meer volk. Regen is geen reden om niet te fietsen, zegt Els altijd. En gelijk heeft ze!
Ps; In het verslag van vorige week heb ik ook opgemerkt dat er modderfokkers zijn die van enkele centimeters een halve meter maken. Zijn er nog altijd mensen die daar in trappen?
De goede voornemens voor het nieuwe jaar beginnen zo stillekes aan te verwateren. Daar waar we de vorige weken meestal met zon man of 10 waren, zijn we nu maar met 3. Axel, Mario, en ikzelf. Het moet wel gezegd worden, het is beirrekoet. -5° en een snijdende Noordoostenwind, gezellig is anders. Bij afwezigheid van de grote (b)roerganger, die aan het werk was in Kuurne-Brussel-Kuurne hadden we al een ritje gepland naar de Zelzaatse bossen, maar de vaste gids voor deze rit, dienen andere Rudy van t Hussevelde had dus ook zijn kat gestuurd. Dan maar vertrouwen op ons eigen parcourskennis. We besluiten het ons extra moeilijk te maken en de rit in omgekeerde richting te rijden, kwestie van voor de meeste tegenwind beschutting te zoeken in de beboste stroken. De eerste bosstrook is die van domein Puyenbroeck. Voor modder hoeven we niet te vrezen, want alles ligt keihard bevroren, dat bolt wel goed, maar de stampen moeten we erbij nemen. Voorbij het zwembad sluiten we aan met het gravel wegeltje langsheen het golfterrein, waar we een tiental meter voor ons een buizerd zien opvliegen. Enkele ogenblikken later scheert er een tweede over mijn hoofd. Volgens Axel op enkele centimeters maar ik hou het op een half meterke. Toch indrukwekkend, zon beest met een spanwijdte van zeker een meter. De volgende beschutte strook is Rudy zijne Sidmarbos, en deze in omgekeerde richting te rijden zal het nodige puzzelwerk vragen, maar toevallig passeert er net een groep locals die ons uitnodigen om te volgen voor hun ingestudeerd toerke. Zo gezegd, zo gedaan, en het was best wel een leutig en technisch ritje, maar dat van onze gids is toch schoner. Als we terug de weg op komen besluiten we dat het stilaan welletjes is en dat het tijd wordt om ons een beetje te gaan warmen in De Beize. Het is lang wachten op de rest van de Macadamfokkers**, zo lang zelf dat we niemand meer zien. Achteraf horen vertellen dat het zo rond 1uur was als ze aangekomen zijn, en rond deze tijd zit ik al graag aan tafel voor mijne zondagse diner.
**Macadamfokkers zijn Modderfokkers die in voorbereiding van een fietsstage binnen enkele weken nu al de baan verkiezen boven het veld. In dit geval zijn ze vertrokken om 8u om een stuk van de Omloop Het Nieuwsblad te verkennen.
Een weekje later, zondag 4 maart, is het al een stuk minder koud maar de opkomst blijft mager. De zelfde 3 als vorige week aangevuld met Dirk De Boever. Vandaag mag Mario een ritje uitstippelen en hij leidt/lijdt ons via Wetteren, De Bommels in Heusden, over Melle, Gontrode richting Bottelaere, Oosterzele en omstreken. Een typisch Mario ritje met af en toe enkele typisch Mario wegeltjes, die er zo slecht bij liggen dat ze eigenlijk de naam wegeltjes niet waardig zijn. Dus noemen we ze gewoon Mariookes. Eigenlijk wel heel toepasselijk want het zijn ook allemaal ambetanterikken. Alle Mariookes buiten beschouwing gelaten was het toch een heel schoon ritje, zelfs den Blauwe Steen op het einde van de rit lag er al bij al nog vrij goed bij. Aangekomen in De Beize krijgen we deze keer wel het gezelschap van de dames Annemie, Nancy, Sabine, Els en Nadine met hun begeleiders Johan en Davy P en Guy R. Kenneth was er ook bij, maar die was al eerder afgehaakt. Rudy DC vertegenwoordigt de groep der overslapers en reed op zijn eentje. De Macadamfokkers krijg ik opnieuw niet te zien wegens te vroeg vertrokken en te laat terug.
P.S. Sorry Mario dat ik mij een beetje heb laten gaan, maar het was sterker dan mijzelf. Volgende keer moogde gij opnieuw op mijn kap zitten.
Tes fris bij 5°, maor ter wordt van de veurnoene giene regene gegeven.
We zijme mee negene; Rudy R, Patrick R, Jo R, Mario, Dirk, Axel, Luc K, Danny, en ikzelf.
Yvan es geveld deur een grote vallinge, dus pak ik zijn werk over veur een verslagsken in de moedertaole Kalkens. Tzal moeilijk te lezen zijn veur degene die nie van hiere zijn.
We volgeme ons veurwiel zegt he Rudy en kiezen eerst veur tegenwind dus richtinge Melle. Rudy rijdt geel den tijd veurop, grotendeels gesteund deur Jo, dient in zijnen aparte stijl toch maor doe. Ik blijve wijselijk in het pak zitten. We bollen me uiteindelijk richtinge Oudenaarde en in Hoorebeke krijgen we de meulenberg veurgeschoteld.
Mario he uitgepakt mee smalle bandekes, tes geen zicht op nen MTB maor tbolt wel veel beter, gelukkig veur hem dat we de ganse rit op de baone blijven, just kassei valt nie altijd mee. Mario blijft uuk goe in twiel van Rudy dat heet e gelierd van Yvan die kan hem daor uuk goe wegsteken. Soms moeme een beetjen wachten op Axel, maor de meeste zijn der nie kwaod veuren, we kummen tan uuk wat rusten. Want tmoe gezei worden Rudy es nen krak, die rijdt zu goe als geel de rit op kop en es tan wat bergop, tan komt he uuk nog den eersten boven en de reste zit maor af te zien. In de streke van MunckZwalm geraokt Axel zijn ketinge tussen zijn kanwielen, tuurt een tijdsen eer dat dat hersteld es en we zijn al mee een paor veurop. We wachten aan een splitsinge, maor Luc es nie echt content mee de maniere van rijen en rijdt alleene naor Kalken. Spijtig.
Deur dak mij wat heb weggestoken, kannek toch af en toe ne kier een daugsken in de rugge geven, tes uuk al een tijdjen gelegen dak dat nog koste. Maor as Rudy nen keer komt dagen, est wel mee meer kracht. O dienen mens vroeger gekoerst daor zoonze mee afgezien hen peizek.
Achter een 75 km kommen we aon de Beize, en wie peisde dat er den sprint he gewonnen .
Het was te verwachtten, ge zijt er ne keer niet bij, en ge wordt er meteen ne keer goedoorgesleurd. Drie dikke ambetanterikken van t Hussevelde, waar ze altijd een beetje achterkomen, zijn er niet bij. Dit waren de woorden van mijn goede vriend Mario in het verslagske van vorige week. Gelukkig beschikken wij op t Hussevelde over de nodige maturiteit om met dergelijke laster en kwaadspraak om te gaan. Maturiteit, Mario, is een moeilijk woord voor volwassenheid. Heel begrijpelijk dat jij dit woordje niet zo goed kent, aangezien jij nog altijd heel kinderlijk kan voor de dag komen. Vandaar dat jij dit verkeerdelijk verving door materniteit, de plaats waar de meesten onder ons geboren werden. Het is dan ook met het nodige leedvermaak dat ik als simpele boerenzoon spelenderwijs woordjes mag leren aan een hoogopgeleide professor uit het verre Poperinge.
O ja, er werd nog gefietst ook. Naar goede gewoonte weer met zn tienen. De drie dikke ambetanterikken Rudy R, Rudy DC en ikzelf, Dirk DB, Jo R, Patje R, Axel T, Gert V, Danny F, en ja, Mario was er ook bij. Er is een ingerichte tocht in bij de buren in Overmere dus wij daar naartoe. Aan de inschrijving is het serieus aanschuiven en na een minuutje of 5 besluiten we om toch maar al te vertrekken en in te schrijven bij aankomst. De rit noemt VTT en Cylco om en rond het Donkmeer en veel juister kan die naam niet gekozen worden. Ik denk niet dat we er ooit meer dan10km van verwijderd zijn geweest. De overvloedige regen van de voorbije weken heeft zijn sporen nagelaten, maar al bij al valt het parcours nogal mee, en worden we bespaard van al te drassige ploeterpartijen. Na een 20 tal kilometer rijdt Danny Lek. Hij leent een binnenband bij Rudy, en zegt ons verder te rijden en hem op te wachtten aan de bevoorrading. Het tempo ligt vrij hoog, en Axel, die geen al te goede dag heeft besluit om verder te rijden op zijn eigen tempo. Toen waren we nog met 8. Aan de bevoorrading bij een hapje en een drankje is het lang wachten op Danny. Axel is ondertussen ook al aangekomen en terug vertrokken in gezelschap van Mario. Een telefoontje later blijkt dat Danny nog een stuk vertraging heeft wegens problemen met de reserveband en vertrekken wij dan maar zonder hem. Toen waren we nog met 7. Volgend slachtoffer is buurman Rudy. Wanneer we na het nemen van een hindernis terug op de fiets springen, slipt hij met zijn voet van zijn pedaal en sukkelt van zijne velo, waarbij het met zijn stuur zijn ribben eens telt. Hetgeen blijkbaar geen deugd deed. Patrick wil ook nog eens in het verslag komen. Bij het afdalen vanden dijk richting Aard in Schellebelle ligt de overgang naar een brugje nogal glad en gaat hij onderuit. Zonder veel erg gelukkig, enkel een deukje in zijn ego. In volle finale worden we nog getrakteerd op een doortocht langs de Blauwe Steen. Deze ligt echter zo vettig dat iedereen aangemaand word om af te stappen. Deze uitdaging laten de meesten aan zich voorbij gaan, enkel Rudy R Gert V besluiten het er toch maar op te wagen. Terwijl zij aan het schaatsen zijn zien wij in de verte nog een blauw trio rijden. Als we bij hen aansluiten blijken het Danny, Axel en Mario te zijn. We zijn ondertussen al op De Vaart aangekomen. In Kalkendorp besluiten er al een paar af te slaan naar De Beize. Wij besluiten plichtsbewust toch door te rijden naar Overmere om alsnog ons inschrijvingsgeld te gaan betalen. Na een drankje en een pannenkoek besluiten we de afvalligen te gaan vervoegen in De Beize waar de meiskes Annemie, Nancy, Sabine en Linda ons ook al zitten op te wachtten. Even later krijgen we ook nog het gezelschap van Karel V, die er ene komt trakteren op zijn 50e verjaardag. Hij reed vandaag alleen, want hij wilde een toerke doen van 2km voor elk van zijn levensjaren. Koen O kwam ook nog trakteren voor zijn 40e verjaardag, maar ik denk niet dat hij 80km gefietst had.
Berlaarse bossen.Nieuwjaarsreceptie op het Hussevelde, waar ze altijd een (klein) beetje achterkomen, zodat Rudy DC en de gebroeders Rogiers niet kunnen komen meedoen met ons. Mij niet gelaten, zegt Dirk De Boever:weer drie dikke ambetanteriken minder. Of was het nu iemand anders, die dat dacht? Ik wil ervan af zijn. Ondanks de kou en de verraderlijke gladheid van de wegen en de afwezigheid van drie vaste waarden, staan we met tien. Jo Roels, Patrick Roels, Luc Krick, Axel Troch, Stefan Imschoot, Danny Fack, Dirk, vader en zoon Luc en Gert Verhoeven en ekik. Het houdt niet op van de jaar.
Gezien de gladheid, zegt Axel: Vandaag op het gemakske, het wordt een vetverbrandingsritje, om het wintervet te verbranden en dat van de feesten. We zijn nog maar net voorbij de schilderes de meersen ingereden of ze blijven al met vier achter. Wat is me dat? Blijkt dat Luc K, Jo en Patrick niet meer verder willen. Te gevaarlijk! Danny was er efkes bij gebleven, want zo jongetjes die in paniek zijn, zegt Danny, kunnen de aanwezigheid van een man met wat materniteit goed gebruiken.
Zoek me eens alle synoniemen van broekschijters, vraag ik mijn zes overgebleven companen, want ik ga die allemaal nodig hebben voor in mijn verslagske. Maar ik sta er weer alleen voor als het er op aan komt mensen uit te lachen. Hier gaan we dan: Na de eerste wolf in honderd jaar in Vlaanderen, zijn nu ook voor het eerst drie bevers in de Kalkense meersen opgemerkt. Maar die waren na 5 minuten alweer naar huis, van het danige beven. Een beetje van de kou, maar vooral van de schrik. Het betreft de genaamden Jo diesinds zijn armbreuk niet meer van de dappersten is, Patje die zich de laatste weken wat minnetjes voelt en Luc K, voor het eerst met zijn nieuwe fiets die hij al wekenlang niet heeft willen uithalen, want het was te vuil. En nu is het weer te glad. Van deze laatste wist An op de spaghetti-avond te vertellen: Ik heb hem indertijd gekozen voor dat klein stukske, maar ik moet ernu wel de rest van mijn leven gans het varken bij pakken. De aandachtige lezer (niemand dus) heeft trouwens opgemerkt dat er in deze zin vol levenswijsheid naast Luc ook nog drie andere diersoorten voorkomen.
Voor de rest van de rit is de enige valpartij voor mij, zodat ik ook eens in het verslag kom. Het is in het veld nog wel. Kort knikje naar beneden en blijkbaar is ook de modder gevaarlijk glad door de ijzel, want plots is mijn voorwiel weg en komt er een hoekige weidehoekpaal sneller naar me toe dan wenselijk is voor het behoud van de integriteit van mijn lichaam. Door me rap te laten vallen, ontsnap ik aan een close encounter of the first kind.Daaraan zie je de materniteit van een ervaren rijder.
Na bricoleren op de Konijnenberg, rijden we naar de Berlaarse bossen. Een klodder modder schiet uit een put recht omhoog als mijn voorwiel onzacht in die put terecht komt. In één klap is de helft van mijn wezen met modder bedekt, gelukkig juist niet in mijn oog. Mocht Ivan het verslagske schrijven (en het was eigenlijk zijn toer om te schrijven), dan zou hij schrijven: Toch al tenminste de helft van Mario zijn wezen dat het bekijken waard is, maar aangezien Ivan het verslagske dat hij moest schrijven niet schrijft, schrijf ik het dan maar. Dat is nogal eens veel schrijven achtereen geschreven, hé.
Verder door de Zeelse wegelkes, en zo komen we langs Heikant en Heiende weer, en als afsluiter vliegen we over de Vogelzang, mooi op de middenrug van de kasseien, niet alleen omdat dat de beste plaats is om over kasseistroken te vliegen maar ook omdat het water uit de beken aan weerskanten net niet tot op de rug komt. Ik word dan ook de eerste drievierde van de lange en vettige Vogelzang niet voorbij gestoken, want ze kunnen gewoon niet voorbij door het water.Het mooie van in het veld fietsen: Het begon als een voorzichtige schuifelrit over gladde asfalt en het eindigt als een ferm zompige, vettige, modderige bedoening.
In de Beize komen na de B-kes en de vrouwen (die apart
reden), samen ook een stuk of 10, ook nog Rudy V en Nadine F in burger binnen.
Nadine doet eens teken dat wij allemaal nogal onfris rieken. Ja, andere
zondagen zit ze zelf mee te stinken en dan valt dat niet zo op, hé.
Als ik thuiskom, zegt mijn vrouw: Amai, gij stinkt.. Ik
verschiet nogal. Dat is al de tweede keer van de morgen dat ik dat moet horen.
Ook een prettige zondagmorgen gewenst, iedereen! Vrouw, zeg ik: dat weet je nu
ondertussen toch al 40 jaar. Ten tweede hadden we afgesproken dat je er mee
ging leren leven en ten derde ook dat je het niet meer ging vernoemen.
Jamaar, het is anders dan anders, zegt ze. Ha, hoe stink
ik nu dan wel misschien?, zo vraag ik, benieuwd als ik altijd al geweest ben. Wel,
zegt ze: het is gelijk meer naar verbrand vet.
Zondag 14 januari 2018. Met zijn elven aan de kerk, weeral. Dat heb je met die goeie voornemens net na nieuwjaar. En pas op, het is dan nog net na de meer-dan-geslaagde receptie gisteravond in de Beize, waarbij alleen Danny niet uit zijnen nest is geraakt. Staan er wel: Jo, Dirk DB, Stefan IS, Gert V, Ivan R, Rudy DC, Rudy R, Patje R, Axel T, zelfs Karel V, en ondergetekende.
Pechvogel Jo Roels mag al subiet weer naar huis, want zij body is kapot. Nee, niet dat hij weer een arm gebroken heeft of dat hij zou lijden aan andere ernstige lichamelijke of geestelijke gebreken of eigenaardigheden, belange niet, maar het betreft de body van zijn velo. Wat is dat juist? Ik heb het eens opgezocht: Een "body" bevat het mechanisme dat je in staat stelt om te freewheelen. Zonder die body zou je de pedalen niet stil kunnen houden en dus moeten blijven doortrappen zoals bij een pistefiets het geval is. Sommigen zullen zeggen dat Jo geen body nodig heeft, omdat hij van zichzelf al meer dan genoeg doortrapt, maar met een kapotte body trap je dus echt zot, niet in de betekenis van niet goed snik, maar in de betekenis van in het ijle. Jo gaat zich thuis wat gaan afreageren door op zijn rollen te gaan trainen, om dan toch tegen de middag in de Beize te kunnen verschijnen voor het aperitief.
Waarheen gaat de rit, Rudy?, zo vragen wij met zijn allen aan de grote roerganger. We gaan ons voorwiel achtervolgen, zegt Rudy. Zodoende beginnen we met ons tienen ons voorwiel te achtervolgen naar Wetteren en zo verder langs de Schelde naar Melle. Aldaar lijdt Axel Troch kettingbreuk, een zeldzame gebeurtenis, maar nu al de tweede in twee weken. Na herstelling, achtervolgen we verder ons voorwiel tot tegen Merelbeke, dan tussen Gontrode en Lemberge door naar Moortsele waar we de spoorlijn Gent-Geeraardsbergen kruisen, met het eerste klimmeke van de dag net erna,zo richting Oosterzele naar Scheldewindeke (spreek uit: Scheldewiendeeke), voorbij Balegem waarbij we ter hoogte van het station Balegem-Zuid de spoorlijn opnieuw oversteken. Niet verschieten, maar net zoals bvb. Gent en Brussel heeft de wereldstad Balegem ook 2 stations: Balegem-dorp en Balegem-Zuid. Ge houdt het niet voor mogelijk, maar we trekken ons dat niet aan en zetten verder de achtervolging in naar Elene en Velzeke, alwaar we de kasseien van de Lippenhove onder de wielen geschoven krijgen. Verder de klim naar Roborst dorp (niet te verwarren met Roborst-Zuid), nog klimmen en dalen naar Rozebeke en zo via Mont Rekel (ook wel de Rekelberg genoemd) naar Michelbeke(ook wel Decroo-land genoemd), waarna de Berendries wordt overwonnen, door de ene al wat rapper dan door de andere. Vanaf daarzetten we de terugweg in, nog steeds in achtervolging van ons voorwiel, over Mario-Audenhove (of was dat nu Maria-Oudenhove?) en St. Goriks-Oudenhove naar en door Zottegem. We passeren niet in St. Antelinks, en St. Anterechts laten we ook links liggen. Van Zottegem gaat het eerst nog lichtjes klimmend naar Leeuwergem, en ten Westen van Oombergen (en Tantedalen) blijvend, achtervolgen we verder ons voorwiel tot in St. Lievens-Houtem. Vandaar begint de lange afdaling met slechts af en toe een wipje omhoog, tot in Wetteren, over Bavegem, Westrem en Massemen, waarbij we niet onder de 33 per uur gaan. Ondertussen maken we een paar wielertoeristen, die dachten dat ze straf bezig waren, een illusie armer. Zo zijn we. Geen kompassie, niet met onszelf en nog minder met een ander, zeker niet als ze van op die dunne bandekes rondrijden. Tussen Wetteren en Kalken halen we er nog zo een in, met een BMC outfit. Die was eel goe bezig, want Stefan kreeg de laatste meters van het gat niet toe, zodat ik nog te hulp moest komen. Die jongen weet niet wat er gebeurt als daarna de sprint lost barst en er 4 modderfokkers vollen bak voorbij komen gestoven. Voor de eerlijkheid: ik was niet bij die 4. Ik weet niet of Rudy Gert heeft verslaan of omgekeerd.
En weet ge wat het strafste van al is?15-01-2018, 00:00
Geschreven door mf Reageren (0)
14-01-2018
nog een vervolg
En weet ge wat het strafste van al is?Wel, als we weer in de Beize toekomen, hebben we ons voorwiel nog altijd niet ingehaald.Mooi zo, want zo kunnen we volgende week nog eens proberen. Mario
De eerste rit van 2018, en we beginnen het jaar zoals we het oude afsloten, met zn twaalven. Al is de bezetting een beetje gewijzigd want Danny is er niet bij. Geen tetten, geen Danny, of is het omgekeerd, geen Danny, geen tetten? Wel op de afspraak: Luc en Gert Verhoeven, Jo En Patrick Roels, Rudy en Ivan (ikke) Rogiers en de enkelingen Rudy De Clerck, Luc Krick, Dirk De Boever, Stefan Imschoot, Axel Troch en om het dozijn vol te maken, Mario Vaneechoute. Al is er dat meer zo ene van dertien in een dozijn. Na het waterballet van vorige week besluiten we iets drogere oorden op te zoeken. Aangezien er een strakke Noord Oostenwind staat en we bij voorkeur met rugwind huiswaarts keren, kiezen we voor een ritje Waasmunster. Het parcours van de rit zit bij de meesten al redelijk goed in het geheugen, maar toch slagen sommigen er in om af en toe een afslagske te missen. Ergens halfweg de rit wordt de weg versperd door een euh, .. wegversperring. Er blijkt een mushing wedstrijd plaats te vinden, en de deelnemers kunnen er elk moment aankomen. Een wadde-wedstrijd hoor ik u nadenken. Mushing is een wedstrijd voor sledehonden, maar bij gebrek aan sneeuw gebeurt dit hier met karretjes op 3 wielen. Gelukkig ziet de seingever dat wij rappe mannen zijn, en aangezien er nog een tiental minuutjes voor de start zijn, mogen wij nog snel voorbij. Als we even verderop de honden in de verte horen blaffen, besluiten we eventjes te wachten op de eerste deelnemers te zien passeren. Het blijkt redelijk spectaculair en van hun bochtenwerk kunnen menig Modderfokker nog iets opsteken. Na een kleine route-herberekening vervolgen wij onze rit. Blijkbaar zat er toch ergens een foutje in de berekening, want even verder maakt Rudy zonder aanwijsbare reden een slippertje en bijgevolg en kleine knieval. Eigenlijk het vernoemen niet waard, maar voor een keer dat Rudy een stuurfoutje maakt mag dat zeker niet in het verslag mankeren. Stefan vind ook zijn moment gekomen om een plaatsje in het verslag op te eisen. In het Pilecijnbos zijn serieuze grondwerken gedaan, en de afsluiting met houten paaltjes wordt op zijn stevigheid getest. De paaltjes blijken stevig genoeg en het is Stefan die gaat liggen. Nog maar net bekomen van de emotie ( en van t lachen ), al een volgend oponthoud. Bij het beklimmen van de Scheldedijk zet Rudy een beetje teveel vermogen op de pedalen en trapt zijn ketting in 2. Gelukkig is er een goede velomaker aanwezig, en met dank aan het kettingponsje van Patrick en het slotje van Rudy DC is het euvel in geen tijd verholpen. Tijd om richting Kalken te fietsen. Luc V. wil ook nog een vermelding. Een wegel van zon 2 meter breed langsheen de Durme is voor Luc toch nog een beetje te smal, en het scheelt geen haar of hij gaat van de weg. Gelukkig voor hem, niet langs de kant van de Durme. Gejaagd door de wind zeilen we huiswaarts aan zon 30 à 35km/u en op de Gaverstraat gaat de snelheid nog een beetje de hoogte in. Rudy R haalt het in de eindspurt en klokt af boven de 50km per uur. Rudy DC merkt op dat het toch zijn kettingslotje was dat als eerste aan De Beize aankwam. Binnen worden we opgewacht door Jurgen en Karine, die er ene geeft op haar verjaardag. En ja, als ze horen dat het voor niet is, komt er nog een bende binnen gewaaid. De fietsdames onder begeleiding van de resterende mannen. Karine mag diep in de beugel tastten, en kan gelukkig een betalingsplan met Koen afspreken.
Zondag 31 december 2017. Gent met Vanderdonckt-doorgang.
Deze zelfde rit beschreef ik al uitvoerig enkele weken geleden: de rit naar Gent. Toen hebben we echter een korte passage overgeslaan, die er in de laatste rit van het jaar wel in zit en waar deze eindejaarsrit zijn dubieuze naam aan dankt. Ik zal me daarom beperken tot dit specifieke stukje van de rit, ook al omdat Danny de rest aardig had ingekort omdat we nog bij onze sponsor-brouwer, Tom Vandenberghe, werden verwacht voor een eindejaarsreceptie.
Eigenlijk was het Ivan zijn toer om een verslag te schrijven, maar hij durfde niet, vanwege het riskante onderwerp. Heeft er trouwens al eens iemand op gelet dat ze op de blog van de Modderfokkers Ivan net boven Robbe Neus en Renske Imschoot gezet hebben? Die andere twee kinderen zijn ondertussen zo goed als volwassen, wat van Ivan niet gezegd kan worden.
Wij houden de naam van deze eindejaarsrit al jaren stil omdat we denken dat Rudy R anders niet mee gaat mogen van Marleen, of Ivan niet van Christine, of Rudy DC niet van Marie-Jeanne, of Luc K niet van An, maar kijk, Stefan moet het natuurlijk op de blog zetten: Tettenrit. Maar goed, Rudy R en Ivan R mogen blijkbaar toch mee, waarschijnlijk omdat hun eega de blog niet gelezen heeft. De enigen die ontbreken zijn Rudy DC en Luc K. Van de laatste wist An op de spaghetti-avond te vertellen: Ik heb hem uitgekozen in het halfdonker en toen het weer licht wierd, durfde ik hem niet meer weergeven.
Integendeel, in plaats van dat we met minder gaan zijn, staan er nu ook twee die anders zelden of nooit meerijden, met name Karel V en Patrick R. Rara! Waarom zou dat zijn??
Waar gaat het over? Niet ongerust zijn, (meeste) dames. Het betreft slechts een korte passage door de beruchte Vanderdonckt-doorgang in Gent, ook gekend als Het Glazen Straatje. Jaarlijks gaan wij er immers de laatste bikini-mode bekijken.
Normaal duurt het maar dertig seconden eer we erzijn door gepasseerd, al rijden we er altijd wel heel traagjes. Waarom wij zo traagjes rijden aldaar? Awel, om geen voetgangers omver te rijden,tiens. En om de laatste badmode grondig in ons op te nemen, ook wel, ja. Maar dit jaar is het even wachten op Danny. Zijn 10-beurtenkaart was juist vol en hij vraagt ons om even te wachten voor zijn gratis elfde beurt. In plaats van 30 seconden,duurt onze passage daarom nu 1 volle minuut. Maar zie, we moeten dit jaar nog veel langer wachten, want Stefan is plots nergens meer te bespeuren. Pas 10 minuten later verschijnt hij terug, breed grijnzend.* Joost mag weten waar die uitgehangen heeft, maar gezien Joost niet meerijdt, zullen we het nooit weten.
De Delirium Tremens(en) bij sponsor Tom smaakten alleszins goed. Bedankt, sponsor Tom!
Mario
* Stefan, nu ziet ge wat er van komt als je leugens schrijft. Dan doe ik dat ook maar eens**
Zondag 24 december 2017. De Warmste Week, in Wachtebeke. Met 9 aan de kerk. Heel veel man dus. Verleden week lag Axel al na 10 meter tegen de kasseien van het kerkplein, wegens de gladheid. Van de kasseien, niet van Axel. Ze zijn nog al schuivend tot in de Scala geraakt, voor de rit van de Calckine. Niet de kasseien, maar de Modderfokkers. En na heel wat consummaties aldaar, zijn ze tegen halfelf, nog steeds schuivend, in de Beize teruggeraakt. Ja, glad is glad, en verleden jaar deze tijd was het niet anders. Vandaag is het echter grijs, warm en droog. De donkerste decembermaand sinds 50 jaar. Al een maand lang geen zon meer gezien. Jo, Stefan IS (van ImSchoot, niet van Islamic State, maar als hij zijn baard wat zou laten groeien, zoudt ge serieus kunnen twijfelen), Axel, Rudy R, Danny, Gert en Luc Verhoeven, witte (zelfs al grijze) Krick en uw verslaggever. Eigenaardig, twee van de drie vaste waarden, Rudy DC en Ivan R, zijn er niet. De Modderfokkers, een echt allegaartje, met vandaag twee halvegaartjes minder.
We zijn nog maar in Hussevelde of ter hoogte van Ivan zijn woonst (met neergelaten rolluiken) steekt er ons een brommertje voorbij en Axel schiet er hem achter. Zo is Axel al meteen een kartoesj kwijt, en dan kan hij nog niet eens het wiel van dat brommertje pakken. Raar, hoe sommige mannen op toch reeds gevorderde leeftijd enthousiast blijven gelijk een jong veulen en hun eigen grenzen nooit leren kennen. Axel, een goede raad: als ge, gelijk gij en mij, maar 3 kartoesjen hebt en meerijdt met minstens 5 goedgetrainde klasbakken, spaar ze dan, uw kartoesjen. En Rudy R dan de hele tijd maar klagen dat hij al 3 weken niet meer op een velo gezeten heeft en wat uit vorm is. Ocharme toch, die jongen, anders had hij nog meer op de rest moeten wachten. En o ja, hij had nog wat last van slijmpjes ook, het sukkeltje.
We rijden naar de Warmste Week in Wachtebeke, domein Puyenbroeck, maar de hekkens houden ons tegen om tot bij Linde en Eva te geraken. Van al de praat die er daarna verkocht wordt, is er spijtig genoeg niets geschikt om in een deftig tijdschrift of op een deftige blog op te nemen. Ja, inderdaad, er kan veel gezegd worden over mijn verslagjes, maar ik probeer toch altijd een zeker niveau aan te houden, hoe moeilijk dat ook is als je verslag moet geven over een nest vuilaards op alle gebied. Ik hou dus mijn verslagjes altijd op niveau, in tegenstelling tot het vorige verslag, geschreven door iemand die zichzelf omschrijft als een jongeling van 21 jaar die nog niet zo lang meerijdt, maar anoniem wenst te blijven. Rara, wie zou dat nu toch kunnen zijn, als iedereen, maar dan ook iedereen, behalve Gertje Verhoeven, minstens 40 jaar oud is en al minstens 10 jaar meerijdt? Er worden mij in dat nepverslag daarenboven vieze woorden in de mond gelegd, woorden die ik nooit in de mond zou nemen, en die ik zelfs nog nooit in een verslag gebruikt heb. Er zijn grenzen, Gert, ook aan mijn schijnbaar eindeloos geduld! Een verwittigde onanieme jongeling is er twee waard.
Gasten, vraag ik, vertel eens iets dat deftig genoeg is om te kunnen gebruiken voor het verslag, maar nee, niets gekort. Gelukkig, op het smalle, glibberige wegeltje naast de ZuidLede, gaat Danny volledig onderuit, en hij schuift langzaam maar zeker, maar zeker langzaam, hoofd vooruit, de schuine kant af, Ledewaarts. Danny houdt het voor bezien. Nu weet ik vanwaar de Kalkense uitdrukking: Het is mij verLeed komt. Hij gaat er helemaal in schuiven! Jawel! Jawel! Nee? Toch wel! Jawel, hoor! Oei, toch niet? Gelukkig komt Gert eraan. Gert, jongen, gewoon een eel klein stampke, en hij ligt er helemaal in. Maar nee toch! Wat doe je nu, Gert? Ben je nu helemaal zot geworden? Je houdt hem tegen! Je trekt er hem uit! Dat rijdt nog maar efkes mee met de Modderfokkers en is nu al helemaal de kluts kwijt. Dat was al aan je verslagje van vorige keer te zien, natuurlijk. Ja, ik ken veel Verhoevens in Kalken en het zijn allemaal simpelaars gelijk, of ze nu zelfstandige zijn of niet. Uiteindelijk, ik moet het toegeven, was het nog zo dom niet van Gert om Danny van de verzuipingsdood te redden. Danny is immers de enige die weet hoeveel de Modderfokkers in kas hebben. Ooit is de onvoorstelbaar idiote beslissing genomen dat Danny de penningmeester van deze
vereniging ging zijn. Dat zegt natuurlijk heel veel over deze vereniging en de capaciteiten van het bestuur. Naar het schijnt zit er ondertussen een bedrag met 5 nullen in kas. Zeg maar 6 nullen, zegt Danny: maar spijtig genoeg zijn dat ook de enige cijfers die er in zitten.
De laatste 10 kilometers van Lokeren over de vlakke akkers ten Noorden van Overmere, van de in totaal 63 km aan 24 per uur, zijn superlastig, door de enorme wind die er staat. Met al die windmolens ook. Hoeveel gaan ze er zo nog bijzetten, zeg? Is er nog geen wind genoeg ondertussen? Gelukkig overleef ik die kilometers altijd met de gedachte: nog even doorbijten, Mario, nog even, en nu nog even meer, want er staat een Duvel te wachten! Twee zelfs. Moe maar voldaan, keer ik na het BeizeBezoek* huiswaarts op mijn OlympiaFiets**, met dezelfde gedachte als altijd: Wat zou het leven toch nog veel mooier zijn, mocht ik al maar de helft zo goed kunnen velorijden als mijn vriendjes. Mario
* Ik kan maar blijven proberen, hé, om wat korting te krijgen.
** Ik kan maar blijven proberen, hé, om wat korting te krijgen
Correctie bij mijn vorig verslag. Het blijkt immers dat het nepverslag van de zogezegde anonieme jongeling niet van de hand is van Gert Verhoeven, maar van ene Stefan, die zich valselijk heeft voorgedaan als Gert. Je houdt het niet voor mogelijk dat zo een mensen bestaan. Ik had het kunnen weten natuurlijk: ZOO slecht geschreven. Dat kon alleen van Stefan zijn. En Gert is zo een toffe kadee, dat hij onmogelijk dergelijke fluttekst zou schrijven. Trouwens, alle Verhoevens die ik ken in Kalken, en dat zijn er veel, zijn stuk voor stuk mannen naar mijn hart. Zelfs als ze zelfstandige zijn. Mario
Sinds een paar weken wordt er opnieuw in de pen gekropen.
Hier kunnen verschillende redenen achter zitten. Het zou kunnen zijn om
schriftelijk uiting te geven aan de inhoud en de schoonheid van de
avontuurlijke ritten op zondagochtend. Het zou ook kunnen zijn uit pure
verveling. Het kan zijn om de verbale jongensachtige pesterijen van tijdens de rit
ook op de blog verder te zetten; opgelet voor het overschrijden van de grens
is de boodschap. Maar het zou kunnen zijn om aan te geven dat de modderfokkers
nog steeds actief zijn. Want dat is wel degelijk het geval èn met jonge gasten
in de rangen. Zo was er zondag 26/11 eentje om 8u30 op het kerkplein die 21 was
geworden en dus werd er bij wijze van ontgroenings euuuh euih verjaardagscadeau
besloten richting Gent te rijden. En het moet gezegd, die modderfokkers van de
oudere generatie weten hun weg. Maar ook al rijden ze al een tijdje aan je
zijde en denk je ze te kennen, toch blijven ze verbazen. Neem nu zondag
jongstleden. Al denkt iedereen dat Mario de natuurkundige en de cultuursmurf
is, toch was het Dannie die ons op sleeptouw nam via Laarne en Heusden door de
Gentbrugse meersen (een echter aanrader) en nieuwe singletracks aansneed. Toch
was het Dannie die ons wat Gentse geschiedenis bijbracht en onbekende pareltjes
van steegjes opzocht. Toch was het Dannie die ons de plek toonde waar Gent is
ontstaan. En dat terwijl iedereen het over het onverantwoorde gedrag van Dannie
heeft en of hij nu al dan niet aan de bende gelinkt wordt, is het Mario die de
mond vol heeft over begijntjes en onheuse praktijken in de Begijnhoven te Gent
en zich vast reed op Campo Santo. Toch is het Mario die ons meeneemt langs
sloppenwijkachtige gebieden tussen de sporen aan de Decathlon en vuile moppen
over oranje jassen en kaka aan schoenen ten berde brengt. Sjonge jonge. Hij
neemt ons ook mee door het citadelpark, de meest beschreven en verfilmde
misdaadscene van Vlaanderen, zogezegd voor de paadjes en de klimmetjes. Hij
brengt ons ook langs de achterkant het UZ binnen om te gaan kijken naar zijn
werkplek maar dan wel vanop het dak van de bovengrondse parking. Gelukkig zijn er
nog normaal begaafde mensen zoals Ivan en Rudy DC, die het overnemen voor het
helemaal uit de hand loopt en ons via de Ghelamco-arena terug naar de Schelde
brengen. Zij mennen daarna ook de troepen om ons aan een zeer rustig en voor
iedereen haalbaar tempo, alles boven de 32 is goed, terug naar ons stamcafé te
loodsen. Schrijver wenst onbekend te blijven want is nog niet zo lang actief en
kan hier en daar wat zaken gemixt hebben.
Zondag 26 november 2017. Gent. Met 7 op het kerkplein, een succes. De drie vaste waarden, Ivan, Rudy DC en Axel T, en dan nog Stefan IS, Gert Verhoeven, Danny F en onderstaande. De Grote Roerganger, Rudy R (niet van Roerganger, maar van Rogiers), moet nog bekomen van zijn jetlag opgelopen bij zijn terugkeer vanaf de onderkant van planeet Aarde, dus moeten we zelf uitzoeken naar waar we gaan. Het weer valt veel beter mee dan voorspeld (zoals eigenlijk al het hele jaar het geval is) en Danny stelt de rit naar Gent voor. Ja, goed idee, dan kunnen we al even onze beruchte eindejaarsrit oefenen, heel origineel en helemaal rond en door Gent. Het is wel even zoeken hoe we om te beginnen in Heusden raken, want, hadden we Danny gevolgd, dan stonden we na een halfuur alweer aan de kerrek van Kalken.
Maar eens we, voorbij Heusden, over de brug rechts, de Gentbrugse Meersen inrijden, is iedereen verrukt. Prachtige wegels, in een zonovergoten herfstse vlakte. Zomerse en winterse, dat gaat goed, bedenk ik net, maar niemand zegt ooit lentese of herfstse. Toch wel raar, hé!? Geniet van dit stuk natuur!, zegt Danny. En sluit af met hekje, voegt Ivan daar aan toe, omdat we meteen aan zo een klaphekje staan, om de koeien tegen te houden en de wandelaars door te laten. En ja, Danny, die net voor Ivan rijdt, doet dat dan ook, zodat het hekje luid tegen Ivan zijn voorgevel terugklapt. Wie Ivan zijn voorgevel kent, weet dat dat eigenlijk niet zoveel kwaad kan.
Even verder, een wandelaar met zijn hond. De border collie ligt, buik plat tegen de grond, in de aanslag en, als hij Danny ziet komen, stormt hij luid blaffend naar hem toe. Nog een jong beestje blijkbaar, dat nog het verschil niet kent tussen een schaap en een ezel. Gelukkig komt de hond er zonder veel kleerscheuren van af, ook al omdat de meeste honden normaal gezien nooit veel Ja, laat maar.
Het is even wachten op Axel. Die heeft het lumineuze idee om zijn banden wat zachter te zetten, omdat we, ochgottekes, eventjes op een heuvel, midden in de Gentbrugse Meersen, de vettige wegelkes verkennen en wat bricoleren. Maar we hebben nog minstens 2 uur rijden voor de boeg. Mocht je nu nog even makkelijk weer lucht kunnen bijsteken in je banden, dan zou ik er nog begrip voor kunnen opbrengen, maar nu moet hij nog 2 uur op slappe banden verder. Zo zit het Heelal niet in mekaar, Axel! Och ja, we zijn eigenlijk al lang gewend dat er allerhande rare kwasten meerijden met de Modderfokkers. Uiteindelijk mogen we niet vergeten dat dat de reden is waarom de KWB indertijd (in 1999!) aan Rudy R gevraagd heeft de Modderfokkers op te richten: er was in Kalken dringend nood aan een zelfhulpgroep voor hopeloze gevallen. Ik ga geen namen noemen, maar als je weet dat zelfs Marc Roelandt nog een paar jaar heeft meegereden, dan moet ik er geen tekeninkske bij maken, zeker. Rudy is dan zelfs zijn broer Ivan beginnen meenemen, maar veel heeft dat na al die jaren nog niet opgebacht, het was al te ver gezet met Ivan.
We komen echt overal in en rond Gent en overal liggen er leuke wegeltjes en hindernissen. Een korte ritbeschrijving: Gentbrugse Meersen, daarna fietsweg langs Schelde tot bijna aan de Franse Vaart, lange wegel naast Visserij tot aan andere kant van Gent, Voorhoutkaai met St. Baafsabdij en Spaans Kasteel, Dampoort, St. Amandsberg met Groot Begijnhof en Campo Santo, spoorwegen en vuilnishopen aan Decathlon, Meulestede Brug, AZ St. Lucas, dwars door St. Antoniushof en door centrum van Gent, Verlorenkost, Blandijnberg, Citadelpark, Nieuw Gent (hier wonen 100 nationaliteiten, weet Danny. Ja, soms weet Danny ook iets), St. Jozef Instituut aan Zwijnaardebrug, achterkant Coca-Cola fabriek, 3 hoog op de parking van het UZ Gent, via IJsbaan Kristallijn naar de Ringvaart en zo terug naar Melle langs nog meer wegelkes. Gertje Verhoeven is enthousiast over zo een rare rit.
We komen, ter hoogte van de Voorhoutkaai, aan een grasveld met hoge, vierkant gesnoeide bomen, naast het Spaans Kasteel, waar het Spaans garnizoen van Keizer Karel in de jaren 1500 gekazerneerd was. Dat is de plaats waar Gent ontstond. De bomen stellen de pilaren voor van de oorspronkelijke St. Baafskerk, in de jaren 600 gesticht door den heiligen Bavo (die toen nog niet heilig was, welteverstaan). Nadat ik even halt gehouden heb en mijn kompanen met deze kennis cultuur-historisch verrijkt heb (parels voor de zwijnen, zegt men dan), laat ik het verder uitstippelen van de rit weer eventjes over aan Danny. Het cultureel-intellectuele deel is immers voorbij. Danny laat zich echter niet kennen en we rijden meteen daarna naar het Groot Begijnhof en het Campo Santo. Het is de eerste keer in mijn leven dat ik in het Groot Begijnhof kom. Op andere ritten naar Gent doen we het Klein Begijnhof (in de Lange Violettenstraat). Beide begijnhoven lijken eigenlijk wel goed op mekaar, maar een kenner ziet meteen het verschil: in het Groot Begijnhof zijn de begijnen ietske groter.
Op de langen end neemt Gert over van Ivan die net een lange beurt achter de rug heeft. Beurt in de betekenis van koptrekken, wel te verstaan. Ook mooi aan 32 per uur, al kan deze jongen veel rapper, zodat we toch goed vooruitgaan en niet de ziel uit ons lijf moeten rijden. Wat een verstandige gast toch, die net 23 is geworden. Eindelijk ben ik niet meer de enige normale in deze bende. Daar komt echter van achteren een ouwe zot, de genaamde Rudy DC, aangestormd. Snok. Meteen 37 in t uur, en dat tempo zakt niet meer tot in Kalken, waar Gert wel de sprint wint.
Bij Koen* en Nadine in de Beize, vinden we ook Kenneth, Els, Johan, vader Verhoeven, en witte Luc Kriek. Ik denk dat Els ondertussen de prijs voor de meest fervente Modderfokker mag krijgen, want veel ritten heeft ze nog niet gemist. Johan en Luc zijn aan het uitkijken naar hun nieuwe Olympia**.
In totaal deden we 63 km. En deed het weer deugd? Ge moogt gerust zijn.
Mario
*: Tegen Kerstmis aan, spreekt men gewoonlijk van KalKoen van de Beize.
** Grote Roerganger, hoeveel korting krijg ik nu op mijn volgende herstelling, voor het maken van deze reclame voor uw veeloos? Koen en Nadine van de BEIZE, ook naar jullie toe een gelijkaardige vraagstelling, aangaande mijn volgende consummaties in jullie etablissement, voor het meermaals belangeloos vermelden van de BEIZE in mijn verslagskes. Veel moet dat niet zijn, hoor, een klein gebaar af en toe volstaat.
Wablief, weeral een verslagske, hoor ik u denken. Joat, maar t is van moeten. Enkele weken geleden heb ik Mario zo zot gekregen om toch maar weer een paar verslagskes te schrijven. Da zot maken van Mario ,da ging vrij vlot, enige voorwaarde was dat ik ook terug in de pen zou kruipen. Terwijl Rudy aan het afzien is tussen de kangoeroes en de koalas bij winterse temperaturen van zon graad of 25 moeten wij het met een dikke 20° minder stellen. Geen probleem voor echte venten dus verzamelen wij met de volle 4 man op het kerkplein. Rudy De Clercq, Axel Troch, Jo Roels en ikzelf. We kiezen voor een plaatselijk ritje en vertrekken langs de Vaart richting Scheldedijk. De afslag richting Blauwe steen rij ik bewust voorbij en Axel begint al op te spelen. Ik kalmeer hem een beetje door te zeggen dat we die in het afkomen gaan meepakken. Wanneer we het pompstation naderen vraag ik of we links of rechts afslaan, maar er volgt geen reactie. Als t zo zit rij ik gewoon rechtdoor dreig ik, maar dat blijkt geen probleem te zijn voor mijn gezellen. Dan toch maar linksaf richting Schellebelle. We vervolgen richting Schoonaarde en gaan net over de brug linksaf waar we een nieuw wegeltje verkennen. Aansluitend willen we het houten vlonderpad volgen dat uitkomt aan het kerkhof van Uitbergen, maar als ik de trappen afrij zie ik de plankskes serieus liggen glinsteren. Voorzichtig tot stilstand komen en op t gemakske rechtsomkeer maken is de boodschap. Jo was toch al niet zinnens te volgen want hij begint het nu net een beetje gewoon te worden zo zonder plaaster. We besluiten dan maar richting Gratiebossen te fietsen, maar niet zonder eerst een bezoekske te brengen aan de Konijnenberg in Berlare. Hier duiken we zoals gewoonlijk de steile afdaling naar beneden en spelen daarna nog een beetje tussen de zandheuvels. Als afsluiter neem ik mijn gezellen terug mee in omgekeerde richting om dezelfde steile helling naar boven te rijden. Met een goeie aanloop en het gepaste verzet kom ik netjes boven tot stilstand. De startsnelheid van Jo was net een beetje te laag, en een metertje van de top moet hij voet aan grond zetten waardoor Rudy, die te kort op het wiel zat, zijn voorbeeld moet volgen. Als Axel aankomt, merk ik dat ook hij niet rap genoeg gaat en voorspel, dat lukt nooit, dat het nooit zal lukken. Hij probeert zich nog naar boven te wroeten, en een beetje koppig zoals we Axel kennen weigert hij voet aan grond te zetten met als gevolg den tuimeltrofee van de dag. Merci Axel voor de nodige inspiratie voor dit verslag. Zonder verdere problemen rijden we huiswaarts via Zele, Heikant over Lokeren. Na een kort maar deugddoend ritje komen we weliswaar redelijk vroeg aan in De Beize. Vroeg genoeg om op t gemakske een bitterballetje te nuttigen zonder vleesloze Rudy ( Vergeylen ) in verleiding te moeten brengen.