Inhoud blog
  • Terug naar huis
  • Dag 114: Santiago de Compostela - Rustdag
  • Dag 113: Monto do Gozo - Santiago de Compostela - 4,4 km
  • Dag 112: Pedrouzo - Labacolla - San Marcos - Monte Do Gozo - 15,7 km
  • Dag 111: Ribadiso da Baixo - Arzua - Salceda - Santa Irene - Rua - Pedrouzo - 23 km
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Op stap naar compostela

    26-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 95: La Isla - Colunga - Pernus - Priesca - Sebrayo - Villaviciosa - 20,8 km
    Eén snurker heeft deze nacht de ganse zaal wakker gehouden. De eerste pelgrims staan al heel vroeg op. Het heeft toch geen zin om mee op te staan, want niet iedereen kan tegelijkertijd op het toilet of aanschuiven in het kleine keukentje om te ontbijten. We doen het allemaal rustig aan. De Poolse jongen is er ook. Hij zal dus wel ergens in de herberg geslapen hebben. We ontbijten buiten onder het afdak. Het is betrekkelijk grijs. We zien de pelgrims alleen of in groepjes vertrekken. We zijn vandaag niet de laatsten als we vertrekken. Het is een beetje verwarrend met de volgweg. Vanuit de herberg staan de pijlen naar links, richting centrum La Isla, maar dat is dan een stuk terug. We besluiten om toch maar op zeker te spelen en nemen links. We komen Angelita tegen met haar dochter. We noemen ze 2 Fabiola vanaf nu. Angelita zegt ons dat we verkeerd lopen, ondanks de pijlen. Het is een omweg als we via La Isla terug op de volgweg willen geraken. Ze zegt dat iedereen de andere pijlen volgt en via de N-632. Het is een rechte baan die naar Colunga gaat dat 3,6 km verder ligt. Via de officiële weg is het al gauw 7 km. We keren dus terug  en verwittigen andere pelgrims die ook aan het twijfelen zijn.We gaan allemaal naar de N-634 en zien dat er veel pelgrims op het voetpad lopen. Ook de Duitse Maria en de Duitse man zijn er bij. We zijn vrij snel in Colunga en drinken een koffie op een terras. Nadien lopen we even naar de enige winkel die open is en kopen wat spulletjes voor de lunch. Nadien gaan we ook nog even bij de bakker binnen om wat brood te halen. Het is nog vrij fris en af en toe ziet het er naar uit dat het gaat regenen. We hebben nu definitief afscheid genomen van de kust, tenzij we morgen nog zouden beslissen om de kustroute via Gijon verder te zetten. Daar zijn we nog niet 100% aan uit. Vanaf nu gaat het landinwaarts. Het wordt een vrij pittige wandeling met enkele hellingen en afdalingen, langs mooie kleine dorpjes, asfaltwegen, kiezelwegjes en af en toe een bos.We komen onze vertrouwde A-8 ook weer regelmatig tegen en moeten er soms onderdoor. Net voor Villaviciosa moeten we nog even bergop en dan vrij steil naar beneden. De stad zien we in de verte liggen. Van ver ziet het stadje er niet bijzonder uit. We lopen via een kiezelpad een tijdje langs de A-8, gaan dan via een brugje er over om even later er terug onder te gaan. We wandelen uiteindelijk langs een drukke straat het centrum binnen. Villaviciosa is de stad van de Asturische cider en we ploffen op een terrasje neer om een glaasje te drinken. Net in dit café hebben ze geen cider. We drinken iets anders en ontmoeten de acteur van Barcelona terug en de kleine Fransman die ons gisteren de weg toonde naar Fabiola. Dan gaan we naar het hostal el congreso de Benjamin dat we gereserveerd hebben. Er slapen nog pelgrims. Het is een kleine kamer met stapelbed, leuke bad/douche en toilet, dus alles wat we nodig hebben. We doen onze was en hangen alles in het kleine badkamertje te drogen. We gaan een terras doen iets verder om eindelijk de befaamde cider te proberen. Die wordt op een wel heel speciale manier uitgeschonken. De fles in de hoogte en het glaasje onderaan en dan maar gieten. Ik vind het maar verspilling, gezien dat de helft van de cider tegen de straatstenen klettert. Op het terras maken we kennis met een Zweedse pelgrim, die samen wandelt met een Duitse vrouw en haar Amerikaanse geestelijk gehandicapte zoon. En we zien ook de 3 Engelssprekende jonge dames terug die we al enkele dagen op de tocht tegen komen. We eten iets Italiaans, niets bijzonder, en ontmoeten Hanna en Marijke terug. We kijken even naar het EK Hongarije - België op het scherm in de pizzeria, maar blijven niet tot het einde. De meeste Spanjaarden supporteren voor de Rode Duivels en ze kennen allemaal Eden Hazard.   













    26-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    25-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 94: Ribadesella - San Esteban de Leces - La Vega - Berbes - Arenal de Moris - Playa de La Espasa - La Isla - 16,4 km
    Het is nog altijd grijs en kil, maar er is geen regen. Théofiel staat al om 6u op, wij blijven nog wat liggen. Vandaag een korte etappe van een 16 km. We krijgen een super ontbijt in de jeugdherberg. We stappen een stuk langs de zeedijk en willen dan de kust blijven volgen, maar de kaarten vertellen ons dat deze wandelweg stopt halverwege de klif. We gaan dus verder via de officiële weg langs een drukke baan. Ter hoogte van San Esteban gaan we de baan over en duiken terug de Camino Del Rei op. Voor ons lopen enkele pelgrims. Een iets oudere vrouw en een jongen en meisje. Hoogstwaarschijnlijk een moeder en haar dochter en zoon. De jongen heeft een voetbal in zijn rugzak. De 2 dagen hevige regen hebben de boswegen in modderpoelen herschapen. We stappen verder tot aan kruising van Abeu. Een piepklein gehucht. Op sommige huizen zijn realistische en humoristische schilderingen aangebracht die een optische illusie weergeven. Plots horen we in de verte achter ons gelach en geroep. Daar komen onze 2 Nederlandse dames, Hannah en Marijke aangestapt. Ze zijn heel enthousiast om ons terug te zien en zijn verbaasd dat we tijdens de zeer slechte regendag zijn door gestapt naar Ribadesella. Zij, maar ook de pelgrims die zij hadden ontmoet, hadden de dag ingekort door het uiterst slechte weer. We blijven nog even met Hannah en Marijke praten en wandelen dan verder. In Vega zien we een huis met een patio dat pelgrims welkom heet om een koffie of een ontbijt te nemen. Het is geen café, maar gewoon het huis van een dame die pelgrims opvangt. De tafel is gedekt. Er is brood, cake, confituur, yoghurt, fruit, koffie, thee, water,... Deze vrouw vraagt niets en je mag iets in de donativo doos leggen om haar te vergoeden. Hoe prachtig toch. Er zit al een Franse pelgrim uit Baskenland en nadien komen ook Hannah en Marijke toe. We vertrekken terug en gaan nog snel wat eten kopen in het kleine winkeltje van Vega. Nadien gaan we naar het strand van Vega en eten daar, in het zand, onze lunch. Als we terug vertrekken, gaat het steil omhoog door een weide met koeien. Dan door het bos. We komen door een heel mooi dorp, Berbes, en moeten enkele keren de drukke en bochtige N-632 over. Hier is het dus opletten geblazen. Buiten Berbes moeten we deze drukke weg volgen. Er is niet altijd een voetpad en ik vind het echt gevaarlijk met links de vangrails en rechts van ons voorbij rijdende auto's en vrachtwagens. Maar als we de bossen bereiken, gaan we terug een bospad op om onze weg verder te zetten op de Camino Del Rei. Het gaat nu steil omhoog tot we boven een klein padje moeten volgen dat volledig en manshoog overwoekerd is door onkruid. We lopen weer op een klif en zien af en toe, door het onkruid, de zee. We komen aan het strand Arenal de Moris en zien Hana en Marijke terug die op een bankje rusten. We volgen de hoofdweg, die naar het strand gaat, even omhoog en gaan dan naar rechts een pad omhoog. Dit pad leidt naar een grasvlakte met runderen op de klif. Hier krijgen we de Asturische kustlijn in volle schoonheid te zien. Het weer is ondertussen veel beter geworden. De zon schijnt en de temperatuur is aangenaam. Op dit stuk ontmoeten we weer vele pelgrims, allen op weg naar La Isla. Ook Maria uit Duitsland komen we tegen. Ze is in gezelschap van een Duitse man. Uiteindelijk komen we bij Playa La Asturias, een mooi strand  Aan het strand ligt een open bar en daar gaan we een pintje drinken. Maria en de Duitser doen hetzelfde. Er is een volksfeest vanavond en we zien vrijwilligers alles klaar zetten. Er staat ook een stapel hout opgestapeld, dus vermoedelijk wordt er ook een groot vuur aangestoken. We gaan van de officiële route af en lopen over de brug over de Rio Espasa en gaan richting La Isla om uit te kijken naar de herberg. Er zijn verschillende plaatsen om te overnachten in La Isla. Een private herberg, een herberg van de Asturiaanse regering, hotelletjes. We verkiezen om de Asturiaanse herberg te proberen. Hiervoor moeten we op zoek naar Angelita, die de herberg beheerd. We komen toe bij haar huis, nadat een kleine Franse pelgrim ons de weg had getoond, en schrijven ons in. Er is nog plaats. Angelita heeft veel weg van onze koningin Fabiola en ze beheerd haar herberg met ijzeren hand. Als we toekomen is de herberg al vrij vol. We zien heel veel bekende gezichten, maar ook nieuwe pelgrims zoals Hanna en Marijke, de acteur uit Barcelona,... De zaal staat vol met bedden, stapelbedden en enkel bedden. Er zijn maar 2 douches en 2 toiletten voor mannen en hetzelfde voor de vrouwen. Toch wat weinig. Nele moest lang wachten om te douchen. Op een gegeven moment zat de herberg volledig vol. Alle bedden waren bezet, toen er nog een jonge kerel uit Polen toekwam. De Fransman die we al eerder in Vega waren tegen gekomen, probeert hem nog binnen te sluizen, maar dat was buiten Angelita gerekend. Ze stond snel bij de herberg om hem vriendelijk buiten te zetten. We doen inkopen voor het avondeten en het ontbijt in het stadje. We komen Maria en de Duitser terug tegen. Zij slapen in de particuliere herberg aan het strand. We drinken nog iets, samen met Hanna en Marijke, en gaan dan terug om te koken. Een Asturische schotel uit blik en wat brood. Zoals het hoort in een herberg gaan we vroeg slapen. Nele en ik hebben ongelooflijk veel jeuk. Dit kwam nadat we op het strand van Vega hebben geluncht. Vermoedelijk zandvlooien. 

     



















    25-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    24-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 93: Llanes - Poo - Celorio - Barro - Naves - Villahormes - Nueva - Pineres de Pria - Cuerres - Ribadesalla - 32 km
    Het heeft de hele nacht gegoten en dat is 's morgens niet veel anders. Het regent hevig. Ik haal de lunchpakketjes af aan de balie en we pakken in. Nele trekt haar natte sokken en schoenen aan en zucht. Ik begrijp het. Het is echt niet leuk als je 's morgens natte spullen moet aantrekken, zeker je sokken en schoenen. Ik ben dit slechte weer ook beu. We lopen terug naar het centrum om een ontbijtje te zoeken. Weinig geluk, want de meeste zaken zijn nog dicht. Uiteindelijk gaan we een patisserie binnen en bestellen dan maar een paar versierde gebakjes en een koffie. Er zijn bijna geen mensen op straat door de regen. Een echt sombere dag. We vertrekken uit Llanes in de kletsende regen en bereiken na 2,5 km het gehuchtje Poo en passeren we de herberg die ons eerder door iemand werd aanbevolen. We hadden gisteren toch een goede keuze gemaakt om in Llanes te blijven. Llanes is een behoorlijk grote stad terwijl Poo maar een klein gehucht is. We kiezen om de GR-E9, die langs de kust gaat, verder te volgen We wandelen door kleine dorpjes terug naar de kliffen aan de kust en ondanks de regen, blijft de kust verbazen. Aan de kust ontmoeten we terug het leuke koppel uit Nantes. Ze waren de rotsen en de kliffen aan het bewonderen. In Celorio stoppen we even aan een cafeetje aan het strand om op te warmen. Celorio is een heel toeristisch stadje, maar gezien de kletsende regen en de laaghangende wolken is er vandaag niets aantrekkelijks aan. We wandelen op een voetpad langs het strand richting Niembro. We komen langs de kerk van Nuestra Senora de los Dolores dat op een rots staat aan een wad. Daarna gaat het terug de bossen en de heuvels in. Vanuit Niembro gaat het richting Playa de San Antolin, een 1.200 meter lang strand, dat er vandaag nat, maar vooral eenzaam bij ligt. We lopen verder over een drukke weg, gaan onze bekende autosnelweg onderdoor en gaan dan een pad naar links op. Iets verder komen we in het dorpje Naves, bekend voor de ciderbars. Op een heel gezellig pleintje gaan we iets drinken en eten patatas in een heel leuk restaurantje. Als we terug vertrekken, komt er een andere groep pelgrims toe (Spanjaarden of Italianen), in poncho's gehuld en ook op zoek naar wat warms. We wandelen nu op de Koninklijke weg die nog veel van de charmes heeft behouden. We lopen langs stenen muurtjes en kasseiwegen. Onderweg stopt een chauffeur en biedt ons een logement aan, maar we willen verder. We stappen verder door de dorpjes Villahormes en Nueva. Nele heeft het moeilijk en ik stel haar voor om eventueel nu al te stoppen en een herberg te zoeken, maar ze zegt dat we verder moeten. Ter hoogte van Pineres de Pira gaan we terug onder de autosnelweg door. Ik hoor Nele achter me zuchten en blazen en dat wil wat zeggen. Ik kijk al uit naar de herberg van Pineres, maar die is al vol. Er hangt een bordje "Complet" aan de ingang. Ik zie door de ramen dat pelgrims al knus binnen zitten. We komen een paal tegen met de richtingen van afstanden en ik probeer Nele op te monteren door te zeggen dat we nog iets meer dan 400 km tot Santiago te doen hebben. Maar Nele ziet enkel dat het nog 6 km is tot Ribadesella en de moed zinkt haar volledig in de schoenen. We lopen verder en in een bosweg verplicht ik Nele om wat te eten. Dat helpt precies wel een beetje. Via bospaden en geasfalteerde weggetjes gaat het verder. Af en toe moeten we een onbewaakte spoorweg over. Het laatste stuk van ongeveer 6 km is vrij eentonig door zandwegen door de velden. Op een bepaald moment loop ik een heel stuk voor Nele. Aan een kruispuntje tussen de velden wacht ik even op haar, maar ik zie haar nergens. Ik blijf een hele tijd wachten, maar er komt geen Nele. Zo ver weg kan ze toch niet zijn. Ik begin me echt ongerust te voelen. Misschien is er iets gebeurd, is ze flauw gevallen onderweg, of is ze gestopt en terug gekeerd? Ik bel haar op, maar ze antwoord niet. Ik gooi mijn rugzak neer en loop terug, maar geen Nele. Mijn hart bonkt in mijn keel, maar plots zie ik haar in de verte een bocht uit komen. Ik loop tot bij haar en van geluk, dat alles ok is met haar, neem ik haar eens goed vast. Ze verontschuldigt zich. Ze moest dringend naar toilet en ik was al te ver weg zodat ze me niet kon verwittigen. We moeten alle twee met dit voorval lachen. We komen op de drukke baan die naar Ribadesella gaat. We volgen die tot we via kleine straatjes naar beneden tot de Rio Sella komen. We steken de Rio over via de brug en zoeken dan de jeugdherberg op. In een hoekcafeetje gaan we even binnen om iets warm te drinken en gaan dan naar de jeugdherberg, een schitterend herenhuis aan het strand en een zeer modern interieur. We zijn niet de enige pelgrims hier. Op de kamer die we toegewezen krijgen ligt Théofiel ook. Zijn kleren hangen al te drogen aan wasdraden die hij tussen de bedden heeft gehangen. We douchen en steken nog wat was in de wasmachine van de jeugdherberg. Jammer genoeg is er geen droogkast. We hangen ook onze kleren aan de wasdraden en hopen dat we ze iets of wat droog krijgen tegen de volgende ochtend. We eten een pelgrimsmenu in de jeugdherberg. We praten nog wat met een Duitse pelgrim die, net zoals het Franse koppel uit Nantes, is gevlucht van de Camino Francès. Te druk... Hij is ook echt niet tevreden over het feit dat alle kerken in Spanje gesloten zijn. En dat net op "de" belangrijkste pelgrimsweg ter wereld. Hij stopt er mee en keert ontgoocheld terug naar huis. We gaan op tijd slapen. Théofiel ligt al in bed.























    24-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    23-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 92: La Franca - Buelna - Pendueles - Bufones de Arenillas - Andrin - Cue - Llanes - 20,3 km
    Het heeft de hele nacht geregend en de kleren zijn nog allemaal nat. Ik ga naar de camping uitbater en vertel hem dat de droogkast niet werkt en dat we met een probleem zitten. Na een beetje zagen wil hij de natte kleren in de droogkast van het werkatelier steken. Het duurt wel een uurtje voor de kleren dan droog zijn. Wij ruimen de wooncontainer op, nemen onze spullen en gaan alvast iets ontbijten in het restaurant. Dan is het wachten. Ik slaag er in om 3 stoeltjes achter elkaar te breken. Telkens als ik op een stoel ga zitten, breekt er een latje op het zitvlak gedeelte. Het zullen goedkope stoeltjes zijn. Het is al laat in de ochtend dat we onze droge kleren krijgen. We pakken alles in onder een afdakje aan de receptie en gaan dan op weg. Het is al half 12, we moeten dus een beetje opschieten. De regen is verandert in een miezerig weer. We lopen verder over de N-634 tot in Buelna en drinken daar nog een koffie in een pelgrimsherberg. Eindelijk kunnen we de drukke baan verlaten via de GR-E9 en lopen door een landschap dat een beetje doet denken aan de Schotse Highlands en rechts van ons de grillige rotskust van Asturia. We komen aan de Bufones de Arenillas, de geisers aan de kust. Regen heeft gaten gesleten in de kalkrotsen en die staan in verbinding met de grotten in de stijle kliffen die door het zeewater zijn uitgesleten. Bij vloed stuwt de golfslag van de zee dit water tot in de gaten op de kliffen en zo ontstaan er metershoge water geisers. We hebben pech. Het is laagwater en missen de waterfonteinen. Wel horen we de lucht die door het zeewater naar boven wordt geperst en dat klinkt als een brullende draak. We ontmoeten een pelgrimskoppel uit Groot-Brittanië en nadien ook nog de achttienjarige Duitse Maria die de Camino loopt en in Le Puy en Vézelay is vertrokken. We vervolgen het pad op de kliffen en komen nu in een soort natuurgebied met mooi aangelegde grindpaden door een woest terrein. We stappen verder tot in Andrin om dan terug fel te stijgen naar de weg die de kustlijn volgt. In de verte horen we het al vervaarlijk donderen. Eénmaal boven op een parking doen we alvast onze regenkledij aan, want het begint te druppelen. Hier is geen signalisatie te vinden en het is wat verwarrend over hoe het verder moet. De schets uit de gids maakt ons niets wijzer. Er zijn 2 keuzes: Ofwel de grote baan blijven volgen om tot in Llanes te geraken, ofwel iets verder een nieuw aangelegd wandelpad volgen dat als GR route is aangegeven. Gezien de drukke baan geen voetpad heeft en er toch snel op gereden wordt, veronderstel ik dat de organisatoren ons toch niet op deze drukke baan zouden laten wandelen. Dus, het GR-pad dan maar. Het eesrte stuk is stijl omhoog. Plots breekt het onweer nu volledig los. De regen valt met bakken uit de hemel. Allé, we zijn weer kleddernat en het water staat weer in onze schoenen. Tot overmaat van ramp blijkt dat de GR via een wel heel grote omweg naar Llames gaat. We zien de stad onder ons liggen en zien de drukke weg ook die netjes in de stad terecht komt. Wij daarentegen lopen op een stijgend pad en we zien Llames rechts van ons verdwijnen. Er is absoluut geen mogelijkheid om van het pad af te gaan. Het is dus blijven volgen of terugkeren. We blijven volgen tot we uiteindelijk dan toch in de voorsteden van Llames toekomen. Het regent nog altijd super hard. We kijken uit naar een mogelijke herberg, maar in eerste prioriteit willen we naar de jeugdherberg die aan de gans andere kant van de stad ligt of door naar het volgende dorp Poo omdat we gehoord hadden dat er een super herberg is aan het strand. We stoppen in een café, enkel maar om wat op te warmen en te drogen en stappen verder richting centrum. Plots zie ik in een straat rechts van ons een gebouw met opschrift "La casona del peregrino". Dat ziet er wel een heel deftig huis uit. Ik ga toch maar eens vragen wat een overnachting kost. De prijs valt reuze mee en een klein lunchpakketje is inbegrepen. We beslissen om hier te blijven. We krijgen een kamer met 2 stapelbedden en kastjes en het sanitair op de gang is heel netjes en modern. Er zijn al meerdere pelgrims aangekomen en het personeel is super vriendelijk. Hier blijven we. We hangen alles zoveel mogelijk te drogen. Nele heeft terug wat water in de rugzak en onze schoenen zijn doorweekt. Onze grootste uitdaging in Spanje blijkt om de was en de schoenen droog te krijgen tegen de volgende ochtend. We gaan, goed ingeduffeld op zoek naar een maaltijd. We hebben alle twee wel zin in iets Italiaans en we vinden in het centrum een heel goede pizzeria. Nadien nog een koffietje en dan terug naar de herberg.





















    23-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    22-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 91:San Vincente de la Barquera - La Acebosa - Serdio - Pesués - Unquera - Colombres - La Franca - 21 km
    We staan met alle andere pelgrims op en nemen ons ontbijt in de herberg. We moeten ons niet echt haasten, want de schoenen van Nele, die bij de schoenmaker zijn, kunnen we pas afhalen om 9u. We praten tijdens het ontbijt nog wat met onze collega's pelgrims die één voor één terug op weg gaan. Het is een mooie dag met veel zon. Rond 8u vertrekken we naar het stadje en doen nog wat inkopen voor de lunch. Om 9u staan we bij de schoenmaker. We gaan terug de heuvel op, richting van de herberg en vervoegen daar de weg. Al heel snel zitten we op geasfalteerde wegjes tussen velden en boerderijen. We blijven even stil staan bij een boer die jonge kalfjes in de wei heeft staan. Net voor het dorpje La Acebo wandelen we voor de eerste keer onder de A-8 door en gaan verder tot de aanvang van het dorp. Hier wordt het een beetje verwarrend. Er staan pijlen naar links en naar rechts. De rechtse pijlen lijken ons het meest logisch, maar als we die richting uitgaan, staat een bewoner aan de andere kant van de weg te zwaaien dat we verkeerd gaan. Ok, wat nu? De schetsen in onze gids "Te voet naar Santiago de Compostela - De kustroute" van Paco Nadal trekken op niets. Maar we zien wel dat we langs links een lang klein pad naar boven op moeten en dat weer naar één of ander kerkje leidt en naar rechts is het een veel kortere, maar wel heel steile weg voor de fietsers via de CA-843. We nemen de rechtse weg. De weg is niet druk en het is niet zo ver. De stijging is wel pittig. Als we boven zijn, komen we op een heel rustige geasfalteerde weg tussen bossen en velden. Aangenaam om te wandelen, maar wel met momenten goed steil omhoog. Net voor Serdio komen we aan de Torre de los Estrada. Een middeleeuwse toren die net gerestaureerd is en nu een museum bevat over de burgeroorlog in Spanje tijdens het Franco tijdperk. Deze toren werd door verzetsstrijders gebruikt als waarnemingspost. Een jonge man is wel heel enthousiast om ons te ontvangen. Met veel enthousiasme vertelt hij ons over de heldendaden van de verzetsstrijders van Cantabria, Baskenland en Asturias en leidt ons rond in de toren. Hij spreekt meerdere talen en kan ook een paar Nederlandse woorden. Dat kom je in Spanje niet veel tegen. We stappen verder tot het volgende dorpje waar we even stoppen om een koffie te drinken. De uitbaatster en een klant in het café praten zo luid en snel dat het ons niet duidelijk is of ze ruzie hebben of gewoon aan het praten zijn. Nadien gaan we terug de velden en kleine boswegjes in en stoppen even aan een fris beekje, vol kikkerdril, dat over de weg loopt. We lopen verder over stille en eenzame weggetjes tot we weer gaan afdalen naar de ria van Tina Menor. In Munorrodero, vlak voor de N-634, doen we nog een terras en drinken een cola. Het is echt warm geworden. We volgen nu de N-634 langs de ria en gaan terug de viaduct van de A-8 onderdoor die hoog boven ons ligt. We wandelen tot aan de brug die ons over de ria brengt. Onmiddellijk achter de brug gaat het langs een klein, heel steil, wegje omhoog tot we in Pesués uit komen. Na een tijdje gaan we terug onder de A-8 door en volgen aansluitend een wandelpad langs een oude spoorlijn, met rechts van ons de A-8 en links van ons de N-634. Het is duidelijk dat we in een drukkere omgeving komen. Het pad loopt tot in de voorstad van Unquera en daar volgen we terug de N-634 die door de stad gaat. Unquera is een plaats vol winkels en hotels, maar niet echt aantrekkelijk. We stappen de stad door tot aan de brug die over de rio Deva gaat. Het midden van de brug is ook de grens tussen Cantabria en Asturia. We stappen de voorlaatste provincie voor Santiago binnen. Onmiddellijk na de brug gaan we een betegeld pad op dat, voor de zoveelste keer vandaag steil omhoog gaat. Vanop deze helling krijgen we een fantastisch zicht op Cantabria en de heuvels van Asturia met rechts onder ons de A-8 en de N- 634 die broederlijk naast elkaar lopen en links de rio Deva. Op de top van de helling staat een mooi klein pelgrim kapelletje. Voor ons zien we Colombres, het eerste stadje in Asturia liggen. Veel huizen zijn blauw of donkerrood geschilderd en er hangen veel Asturische vlaggen. In Colombres zijn er een paar herbergen voor pelgrims. Net bij het binnen gaan van de stad passeren we langs zo'n herberg in een mooi blauwe kleur geschilderd. We drinken iets in Colombres en eten een sandwich. We moeten nog kijken waar we gaan overnachten. Met dit weer is een camping wel een leuk idee. We zoeken via een App wat de mogelijkheden zijn en zien dat er een paar km verder aan de kust een camping ligt. Daar kunnen we zeker een tentje zetten. Het is bijna niet te geloven. Van zodra we het woord "tent" hebben uitgesproken, schuiven de eerste wolken voor de zon. Enige tijd later is de zon weg en is het terug grijs. We stappen door naar La Franca en zoeken de camping. Met een zwembad! Dat zal deugd doen. We kunnen gerust een tentje zetten, maar de eigenaar zegt ons dat er, speciaal voor pelgrims, ook 2 bungalowtjes beschikbaar zijn. Dit voor 10 euro, terwijl een plaats voor de tent 8 euro kost. Gezien dat het er naar uit ziet dat het zal regenen, is de beslissing snel genomen. We willen droog blijven en daarom is de bungalow een betere optie. De bungalow is een wooncontainer. Twee kamertjes met telkens 2 bedden en een kast en in het inkomgangetje een toiletruimte. We installeren ons en gaan even zwemmen. 's Avonds eten we het pelgrimmenu voor 8 euro in het restaurant van de camping. We hebben ook onze gehele was gedaan. Jammer genoeg was het niet mogelijk om de was te zwieren en de droogkast werkte niet. We zaten dus met kletsnatte was en op de koop toe begint het te regenen. Ik hang de was op onder een soort partytent, maar het is ondertussen zo koud en vochtig dat de was tegen morgen zeker niet droog zal zijn. We gaan redelijk vroeg naar bed.

     v















    22-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    21-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 90:Cobreces - La Iglesia - Comillas - San Vicente de la Barquera - 21,7 km
    De Duitser sliep in de andere slaapzaal, maar we hoorden hem snurken tot bij ons. Hij is de eerste die vertrekt. Rond half 7 is hij weg. De andere pelgrims doen het rustiger aan. Wij ook. Het wordt een zalige dag. De zon schijnt en het is al warm. Iets verder is er een krantenwinkeltje en daar kopen we donuts en fruitsap als ontbijt. Het is de enige plaats waar we iets kunnen krijgen. Een grote dampende pelgrim komt ook toe. Hij heeft al een 7 km gestapt. Het is een Vlaming, Théofiel, uit Veurne. Hij hoort bij het bestuur van de Compostela genootschap Vlaanderen en is niet aan zijn proefstuk toe. Hij komt helemaal uit Dax in Frankrijk gestapt. Hij koopt snel iets in de kiosk en is terug weg. Wij volgen iets later. We gaan terug naar de kust en aan het strand is er een bar/hotel die open is. Dan krijg ik toch nog mijn koffie. Na de koffie lopen we langs het strand en dan gaat het via een houten- en aansluitend grindpad weer stijl de klif op. We volgen een tijdje de kustlijn, maar nadien gaan we weer een stuk het binnenland in tot in La Iglesia, een ouder uitziend dorpje met vele stenen muurtjes. Het heeft wat weg van Bokrijk. We stappen dan verder richting Pando en komen langs de jeugdherberg waar ook pelgrims kunnen overnachten. In Pando bezoeken we het kerkje dat, ongelofelijk maar waar, open is. Het is een soort pelgrim stopplaats, want je kan er een stempel nemen en iets schrijven in het pelgrimschrift. We wandelen verder en moeten al onmiddellijk een steile helling op. Het gaat een eindje verder door velden en kleine bebouwingen tot we weer aan de kustlijn komen. We lopen nu langs de drukke CA-131, die de kustlijn volgt, het chic en elitair stadje Comillas binnen. Het Spaanse hof nam regelmatig haar intrek op deze plaats. Nu komen we terug enkele pelgrims tegen die in deze stad de herberg gaan opzoeken. Wij drinken iets op een terras en Nele gaat in de supermarkt ertegenover wat spullen halen voor de lunch. Ik ga, als ze terug is, een beetje verder naar een bakker wat brood halen. We vertrekken uit het centrum en volgen de CA-131. Links van ons ligt op de heuvel het paleis van Sobrellano. We verlaten de stad en volgen de drukke weg via een zeer goed begaanbaar voetpad. Iets na de de brug over de Arroyo del Capitan gaan we een parkje in en lunchen we. Théofiel komt hier ook voorbij terwijl we aan het eten zijn. Om de volgweg te blijven volgen, moeten we in principe terug de heuvels in en weg van de zee. We besluiten om de kust te blijven volgen. De voetpaden zijn geweldig. Na een tijdje nemen we terug de richting van de kust en volgen via de CA-236 een prachtige kustlijn. Heel toeristisch want we komen langs vele campings en er zijn veel badgasten. We blijven deze kustlijn volgen tot we in de verte San Vicente zien liggen. We gaan de CA-236 af en lopen verder over het strand Pena del Zapato. In de verte zien we Théofiel lopen die verder de CA-236 is blijven volgen. Op het einde van het strand moeten we terug de weg op en drinken dichtbij een surfschool iets fris. Iets verder is er een camping en dat is dus ook een optie, maar we beslissen om verder te wandelen om een plaats te bemachtigen in de pelgrimsherberg van San Vicente. Eerst moeten we nog over de Puente de la Maza en komen zo in het centrum terecht. De herberg ligt vrij hoog boven de stad en we moeten nog een helling op via een stenen trap. Onderweg laat Nele één van haar schoenen achter bij een schoenmaker. De schoen moet nog wat verbreed worden. De schoen zal klaar zijn tegen morgen 9u. We klimmen verder en komen uiteindelijk toe in de herberg die door vrijwilligers wordt beheerd. Vriendelijk ontvangst. We mogen een plaats zoeken in de vrij krappe slaapzaal met stapelbedden. Er zijn al heel wat pelgrims toegekomen. We zien wat bekende gezichten, waaronder de Duitser en het Frans koppel uit Nantes. De acteur uit Barcelona en nog wat anderen. De acteur ligt ziek in bed. Nele geeft hem een tablet tegen de misselijkheid en dat lijkt te helpen. We gaan terug het stadje in en drinken een Martini aan de haven en nadien eten we een vismenu tegen pelgrimsprijs. Dan langzaam terug naar de herberg en het bed in.





















    21-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    20-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 89: Polanco - Requejada - Barreda - Camplengo - Santillana del mar - Orena - San Martin de Cigüenza - Cobreces - 22,6 km
    Als we opstaan, blijkt dat de kleren, die we gisteren nog gewassen hebben, nog niet volledig droog is. We leggen de kleren nog wat buiten in de zon. Wij gaan ondertussen een koffie drinken in de taverne en brengen de lege fles wijn en de glazen terug. We hebben gelukkig geen last gehad van bedwantsen. Nele voelt zich vandaag niet super. Een glaasje wijn teveel of de glasaaltjes in de omelet? We gaan terug naar de herberg en pakken verder in. Nele zegt dat ze toch een last is voor mij omdat ze moeilijk vooruit gaat. Ik stel haar gerust. Als je samen op stap bent, dan zorg je ook voor elkaar. Zij zou hetzelfde doen voor mij. We stappen verder naar Requejada en we eten daar wat en drinken een koffie. Nele neemt alleen een koffie met veel suiker en ze neemt een tabletje tegen de misselijkheid. Ik doe snel wat boodschappen voor de lunch in een winkeltje. We wandelen een tijdje langs een drukke baan om Requejada te verlaten en passeren een industrieel complex van Solvay, één van de grootste chemische fabrieken van Spanje. Na een paar kilometer komen we in Barreda. We lopen een hele tijd langs Solvay en aan een rondpunt gaan we rechts de rivier de rio Saja over. En dan beginnen we terug te klimmen via een grote weg richting Camplengo. Hier zien we voor de eerste keer in de verte de toppen van de Picos de Europa, een bergketen in het noorden van Spanje. Onderweg komen we een kapper tegen en gezien mijn baard te lang is geworden, wil ik deze wat in te korten. Ik moest een 15 minuten wachten en dan werd ik even tussen 2 klanten bediend. We lopen verder, afwisselend over asfalt en veldwegen. We komen door het mooie dorpje Camplengo en lopen aansluitend in velden met losliggende huisjes verspreid over het landschap. Het binnen lopen in Santillana del mar was wel verrassend. Het is één van de best bewaarde monumentale stadjes van Spanje, gebouwd rond een klooster kerk, Santa Juliana, waarvan de naam van het stadje komt. Het is een heel toeristisch stadje met prachtige oude stenen gebouwen. Hier drinken we iets en eten onze lunch. Nadien gaat het weer stijl omhoog. We komen langs de pelgrimherberg en lopen verder. Al vrij snel lopen we door een prachtig landschap Nu komen we ook in het land van de Indianos. Dit zijn de Spaanse emigranten die in Zuid-Amerika hun geluk gingen zoeken. Velen van hen kwamen rijk terug en zetten machtige herenhuizen op in dit gedeelte van Spanje. We lopen verder via hellingen en afdalingen door een groot eucaliptusbos. Uiteindelijk zien we in de verte recht voor ons de zee weer en voor ons de kerktorens van Cobreces. We weten nog niet zeker waar we kunnen overnachten. We gaan proberen nog een plaats te krijgen in de trappisten abdij Santa Maria de Viaceli. In principe is hier voldoende plaats en we hebben geen pelgrims gezien onderweg. Na een beetje zoeken en dankzij de I-Phone van Nele vinden we de plaats waar we moeten zijn. Blijkt dat er een aantal herbergen zijn bijgekomen en dat was een beetje verwarrend. Een vriendelijke pater ontvangt ons. Het is grappig hoe hij mij mijdt en alleen maar oog heeft voor Nele. We betalen onze 5 euro en gaan naar de slaapzaal iets verderop. Er is nog genoeg plaats in de 2 slaapzalen. We liggen in totaal met 6 pelgrims voor 30 bedden. We installeren ons, doen een wasje en wachten tot de winkels open gaan. Het is vandaag heel zonnig en warm en dat is heerlijk. De was droogt ook heel snel. We kopen iets in de winkel iets voor 19u, gaan dan nog even op een bankje zitten bij een kerk en gaan dan naar de herberg. Een Frans koppel en een Duitser zijn ook juist aan het eten op de koer voor de herberg. We zetten er ons bij en praten wat. De Duitser is vrij zwaarlijvig en is uit Bilbao vertrokken. Gezien zijn slechte knieën doet hij etappes van +/- 10 km per dag. Hij vertelt ons dat vele pelgrims terug naar huis zijn gegaan door het slechte weer, voornamelijk Duitsers. Er zijn er ook velen die in Santander de trein hebben genomen naar Oviedo. Daarmee hebben we pelgrims op de trein tussen Boo en Mogro gezien en zien we sinds Santander heel weinig pelgrims op de weg. Het Franse koppel komt uit Nantes. Ze liepen op de Camino Francès die voor hen veel te druk was en daarom zijn ze naar de Camino del Norte gegaan. Hier zetten ze hun weg verder, maar moeten op een bepaald moment terug naar huis. Ze lopen niet tot in Santiago. We blijven nadien nog wat nagenieten in de zon en gaan vroeg het bed in.

















    20-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    19-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 88: Santander - Santa Cruz de Bezana - Boo de Piélagos - Mogro - Polanco - 26 km
    We zijn al vroeg op en we gaan alvast croissants eten en een koffie drinken in een bar vlakbij. We moeten nog terug naar het hostel om af te rekenen. De eigenares was nog niet wakker. Het is eindelijk zonnig en warm en mijn humeur wordt daarvan beter. We wandelen eerst door een lange en brede laan Santander uit. Het volgende stuk is minder mooi. We wandelen door een aaneenschakeling van dorpjes, langs een graspad naast een spoorlijn, industrie,... In één van de dorpjes is er een bar open en eten calamares fritti voor lunch. We gaan tot in het dorpje Boo. Hier hebben we de keuze. Ofwel lopen we rond de ria, via Puente Arce, die Boo en Mogro van elkaar scheidt, ofwel, en dit doen de meeste pelgrims, volgen we de spoorlijn, gaan de spoorwegbrug over en komen zo in Mogro. Maar over de spoorlijn lopen is verboden en ik vind het eigenlijk ook levensgevaarlijk. Tijdens de briefing, die we in Güemes bij pater Ernesto kregen, werd er over dit stuk verteld. Er werd toen gezegd dat we het best in Boo op een trein wachten en dan met de trein tot in Mogro rijden. Een rit van ongeveer 3 minuten. Ik denk dat dit de beste optie is. De volgende trein is een half uur later, dus dat valt mee. Ondertussen zien we een pelgrim toekomen, een acteur uit Barcelona die we hebben leren kennen in Güemes, maar hij blijft in de herberg van Boo, die een honderd meter verderop ligt, slapen. We nemen de trein voor een wel heel korte rit en merken op dat er op de trein nog pelgrims zitten. Zij zijn vermoedelijk al vanuit Santander vertrokken. Het valt me eigenlijk wel op dat we , buiten de acteur, geen enkele andere pelgrim hebben gezien vandaag. Ik maakte me wat zorgen omdat er niet zoveel beschikbare plaatsen in de volgende herbergen zijn. Mijn plan was om in de herberg van Polanco te slapen, maar daar zijn maar 6 plaatsen, dus ik wilde verder naar Requejada omdat daar iets meer mogelijkheden zijn. In Mogro drinken we nog iets fris in een mooie tuin van een restaurant. Spaanse families zitten hier aan lange tafels te eten. We stappen verder en in de verte zien we de zee terug. Het landschap is aan deze kant van de ria niet meer industrieel. We wandelen terug over stille wegen langs mooie dorpjes en tussen weiden en af en toe een bos. Nele en ik beslissen om een stukje af te snijden en de volgweg te verlaten. We vinden het raar dat de volgweg een heel omweg maakt naar Requejada. Dat gebeurt wel meer en de reden is dat er ergens op de volgweg een oud kerkje of klooster ligt. Maar uit ervaring weten we dat kerken in Spanje dicht zijn en in sommige gevallen zie je alleen nog een hoop stenen als getuige van een heel ver verleden. We wandelen dus verder en we komen, een beetje onverwacht, in Polanco terecht. Hier moet dus ergens de herberg liggen die ik oorspronkelijk had gepland. Ik kan me al voorstellen dat het ondertussen al helemaal vol ligt. Opeens komt een Spaanse dame uit haar huisje gesprongen en duwt ons als het ware haar huis binnen. Ze zegt dat we hier moeten blijven slapen. Nele en ik zijn verbaasd en willen uitleggen dat we eigenlijk verder willen, maar ze dringt echt aan dat we blijven. Bon, we gaan toch even naar haar herberg kijken. Het is een gerestaureerde wasplaats en het ziet er heel keurig uit. Het blijkt de herberg te zijn die ik eerst had voorzien. Twee kamers met een stapelbed van drie hoog. Zes plaatsen. En we zijn de enigen. De vrouw vraagt ons of we veel pelgrims in Santander hebben gezien, want er komen de laatste tijd bijna geen pelgrims door Polanco. Ik vertel haar dat haar herberg niet op de volgroute ligt en dat wij eigenlijk per toeval langs hier zijn gekomen door een stuk af te snijden. Hier was ze wel heel verbaasd over, want vroeger liep de weg langs haar herberg. De weg was dus aangepast en ze weet van niets. We beslissen om hier te blijven. We gaan iets drinken in een taverne die net 2 dagen open is gegaan. Ze serveren nog geen maaltijden, want het restaurant is nog niet volledig klaar. Maar voor ons willen ze wel een omelet met gulas del norte (glasalen) maken. We hadden deze doorschijnende aaltjes wel al in de supermarkten zien liggen, maar nog nooit gegeten. Voor alles is een eerste keer. We worden heel vriendelijk bediend door de heel jonge uitbaters. We nemen nog een flesje wijn met 2 glazen mee om dit voor de herberg te drinken. Onze gastvrouw komt nog even voorbij en vraagt of alles naar wens is. Ze geeft ons 3 zoenen als afscheid. Dit doet ons denken aan de Franse gastvrijheid die we nu toch een beetje missen. In Spanje is alles een beetje commerciëler. Nele maakt zich zorgen over bedwantsen. In het gastenboekje, waar inderdaad niet veel meer is ingeschreven de laatste tijd, staat een opmerking van een Fransman van enkele jaren geleden. Hij schrijft dat het huisje vol bedwantsen zit. We kijken toch even na en zien niets. We zullen morgen wel zien.

















    19-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    18-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 87: Santander Rustdag
    Deze rustdag was eerst niet gepland, maar de 2 Spaanse vrouwen vertelden dat Santander de moeite waard is om te bekijken. Voor de 2 Spaanse vrouwen is Santander trouwens het einde van hun wandeling. Ze slapen bij een vriendin en keren dan terug naar Barcelona. We slapen wat uit en gaan dan in een bar ontbijten. Het regent vrij hard, geen leuke dag dus. We bezoeken de kathedraal en halen nog een stempel.Dan doen we een terrasje. Het klaart op en de zon geeft wat warmte. In het toerisme bureau kregen we wat tips en we kiezen voor een wandeling langs de kust door het park van Santander en een bezoek aan de vuurtoren Faro de cabo mayor. We nemen de bus tot aan het park. Tijdens de wandeling genieten we van het uitzicht en ik volg een tijdje een zeilwedstrijd die aan de gang is. We stappen verder omhoog langs de kliffen over een pad met rechts de zee en links een mooi park. Aan de vuurtoren is ook een cafétaria en daar eten we iets. Eventjes begint het weer te druppelen, maar dat ging over. We beslisten op op het terras te blijven omdat binnen in de zaak enkele Spanjaarden wel uitzonderlijk veel lawwai maakten. We wandelen nadien terug naar de hoofdstraat om de bus naar het centrum te nemen, maar we mogen de bus niet op omdat we te weinig klein geld meer hebben. Briefjes neemt de buschauffeur niet aan. Wij dus verder langs de dijk om een terras te zoeken om kleingeld te vinden. We nemen een andere bus. In Santander lopen we nog wat rond en Nele trakteert een gin tonic omdat ze juist 3 maanden weg van huis is. We eten iets in de Burger King en gaan nadien langzaam naar het hostel terug.









    18-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    17-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 86: Güemes - Galizano - Langre - Loredo - Somo - Santander - 14 km
    Zoals gewoonlijk springen de eerste al vroeg uit bed. Het geritsel en het slaan van de deur is storend. We doen weer rustig aan en laten de vroeg vertrekkers hun gang gaan. Gelukkig zijn er anderen die het ook rustiger aan doen. Het ontbijt is goed en er is genoeg voor iedereen. Hoe doen ze het toch? Logies, avondmaal en ontbijt en je betaalt gewoon een donativo. We betalen de som die we normaal betalen bij logementen waar avondmaal en ontbijt inbegrepen zijn. Het is heel grijs en somber weer. Vanaf de heuvel zien we in de vallei, waar onze weg door loopt, al een sliert pelgrims bewegen. We hebben in Santander een hostel geboekt voor een zeer goede prijs. Gezien één van de 2 pelgrimsherbergen in Santander gesloten is, veronderstellen dat de overgebleven herberg snel vol zal zijn. We zetten ons ook op de weg. De 2 vriendelijke Spaanse dametjes vertrekken net voor ons. Als we de weg CA-141 bereiken, begint het terug te druppelen en er steekt een koude wind op. We wandelen Galizano binnen en drinken een koffie in een hotel. We zien veel pelgrims aanschuiven in het lokaal winkeltje. Terwijl we op het terras zitten, komen 6 pelgrims uit het hotel. Hun bagage laten ze achter, wordt nadien opgepikt, en ze vertrekken met een klein dagrugzakje. Zo kan je natuurlijk ook naar Santiago wandelen. Hier moeten we beslissen of we langs de officiële weg wandelen of via de kustlijn. We kiezen voor de kust. We gaan richting van de zee en komen al snel aan de kliffen die we vanaf nu volgen. Fantastische uitzichten over de zee en de baai van Santander. Jammer van de striemende regen en de wind. We komen langs een kleine parking met mobile homes en busjes van jongeren die hier willen surfen. Ze staan rond de busjes met hun regenjassen aan en een hete kop koffie in de hand. Vandaag is het geen weer om het water in te gaan. Nochtans is er een sportkamp voor kinderen wel in het water. Ik heb medelijden met deze jongens en meisjes. Die moeten het koud hebben. Vanaf de parking is er geen signalisatie voor de jacobsweg meer. We zoeken onze weg en vinden een surf cafeetje langs de baan waar we een warme chocomelk kunnen drinken. De 2 Spaanse dames komen enige tijd later ook binnen. Nadien gaan we door de regen via Loredo naar het strand van Somo. Daar moeten we de veerboot nemen die ons naar Santander moet brengen. Op het strand zien we voor en achter ons terug veel pelgrims. De Spanjaarden hebben geen regelkledij mee en hebben zich bedekt met plastieken zakken. We wachten allemaal op de veerboot. Twee Nederlandse dames, Hannah en Marijke, komen ook toe. We nemen de veerboot die ons in Santander afzet, vlak voor het toerisme bureau, we gaan daar een stadsplan vragen en eten iets in een bar in de overdekte markthal. We bestellen een glas witte wijn en krijgen een goed gevuld glas met witte martini voor geen geld. Nadien stappen we naar het hostel om in te checken. 's Avonds is het nog altijd aan het gieten. We zoeken iets om te eten en belanden in een snackbar. In het centrum staat een groot scherm opgesteld voor het EK Turkije - Spanje, maar gezien de aanhoudende regen was er bijna geen volk. Na de maaltijd zijn we dan maar terug naar het hostel gegaan.

















    17-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    16-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 85: Santona - Berria - Noja - Castillo - San Miguel de Meruelo - Bareyo - Güemes - 26,2 km
    Als we wakker worden, is het Italiaans koppel al vertrokken. Voorbeeldige pelgrims, we hebben niets gehoord of gezien. We pakken in en gaan ontbijten. Het is een karig ontbijt. Een stukje brood met confituur. Het is heel nat buiten, maar het regent gelukkig niet meer. Mijn schoenen heb ik niet volledig droog gekregen en daarom wandel ik het traject van vandaag met sandalen. We lopen langs de bedrijven aan de haven waar de ansjovissen ingeblikt worden. Dan de CA-907 op richting Berria. Het zonnetje probeert er voorzichtig door te komen. We komen langs de gevangenis van Santona en moeten lachen. Onze gids schrijft dat in Berria één van de mooiste stranden van Cantabria ligt, ondanks de enorme penitentiaire inrichting van El Dueso. Wij vinden dat deze gevangenis geen invloed heeft op het mooie strand. We lopen Berria door en gaan dan een pad in dat ons naar het strand voert. We moeten de rots over om aan de andere kant van de baai richting Noja uit te komen. Het pad over de rots kunnen we moeilijk een pad noemen. Het is eerder een geul, vol stenen en losliggende keien, gevormd door water van de veelvuldige regenbuien. Het is dus wat klimwerk en goed opletten waar we onze voeten zetten en zorgen dat we niet blijven hangen aan de doornenstruiken. Maar het uitzicht op het strand van Berria, de immense gevangenis in de verte en de zee zijn geweldig. De afdaling naar het strand van Noja is al even spectaculair als de beklimming. We moeten goed opletten om niet onderuit te gaan. Op hets trand van Noja wacht ik even tot Nele daar is. Een paar Duitsers en Spanjaarden, die ook in de herberg van Pobena waren, komen voorbij. Als Nele beneden is, stappen we verder over het strand naar Noja. In Noja gaan we op een terras zitten, waar ook al andere pelgrims zitten en we drinken iets en eten 2 broodjes. Nele voelt zich vandaag niet echt lekker en ik vind mezelf een boeman als ik haar zeg dat we verder moeten. Het begint weer zachtjes te druppelen. Dat voorspelt niets goed. We wandelen Noja buiten en gaan terug richting binnenland. Eerst volgen we een drukke baan, maar na een tijdje gaan we weer een klein wegje in. Het begint al iets harder te druppelen en we besluiten om de regenbeschermhoes over de rugzak te trekken en de anorak aan te doen. We stappen nu voornamelijk door velden en kleine boerengehuchtjes. Net voor San Miguel de Muerlo hebben we prijs. Een stevige regenbui en best een frisse en onaangename wind. Samen met enkele Spaanse pelgrims gaan we schuilen bij een schuur waarvan het dak iets over de rand uitsteekt. Daar staan of zitten we een tijdje met de rug tegen de muur of al zittend. Het is net voldoende om niet echt nat te worden. Na een tijdje, als de regen wat mindert, stappen we verder naar de stad San Miguel en zoeken een café op om wat te drogen en op te warmen. Dan terug de regen in. Bij het verlaten van San Miguel volgen we de drukke weg, maar na enkele honderden meters gaat het links af op een klein verhard landbouwwegje. We gaan een oude stenen brug over en iets verderop komen we voorbij een private pelgrimsherberg waarvan we de advertenties al enkele dagen hebben zien hangen langs de volgweg. Ik maak er gebruik van om even naar het toilet te gaan. Het ziet er een toffe herberg uit. We moeten echter verder, want we hebben gereserveerd in de herberg van Güemes, een 7 km verder. De rest van de tocht gaat moeilijk. Ik blijf op het tempo van Nele omdat ik zie dat ze het echt moeilijk heeft. Uiteindelijk komen we toe in Güemes en moeten eerst nog een lange helling op om de herberg te bereiken. Pelgrimsherberg "La Cabana del abuelo Peuto" is een belevenis op zich. Het werd opgericht door pater Ernesto, een man met een heel hoog kerstmangehalte, en biedt plaats aan 100 pelgrims. Hier komen we veel pelgrims terug tegen die we sinds Irun hebben ontmoet. De herberg bestaat uit verschillende gebouwen en biedt ook plaats aan jeugdgroepen. Bij aankomst worden we door jonge Amerikaanse vrijwilligers opgevangen en we krijgen onmiddellijk fris water om wat bij te komen. Nadien worden we naar de kamer gebracht en mogen we een beddenbak uitkiezen. Ik stel vast dat ik de enige man in de kamer ben. Om 19.30u worden we verwacht in de gemeenschappelijke zaal voor een briefing. Een Spaanse vrijwilliger vertelt over het leven van pater Ernesto. Om 20u is er voor iedereen een avondmaal. Heerlijke pasta en brood, een fles wijn en een nectarine. Pater Ernesto is ook in de eetzaal en spreekt ons ook nog toe. Een super ervaring. We gaan 's avonds nog ook even naar een uiteezetting van Ernesto over de schilderingen in de kleine kapel die hij zelf gebouwd heeft. Nele en ik zoeken nog een plaats om te reserveren voor morgen. Dan gaan we naar Santander. In de slaapkamer ligt een Keulense politieagente. Ze houdt me een groot stuk van de nacht wakker door luid gesnurk. Het zijn dus niet alleen mannen die snurken.















    16-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    15-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 84: Islares - El Pontarron de Guriezo - Liendo - Laredo - Santona - 22 km
    De ganse nacht hevige regen. Gelukkig blijft in de tent alles droog. Bij het opstaan is de regen gestopt en de zon schijnt zelfs een beetje. We maken de tent leeg en pakken alles in. De tent laten we nog even staan om uit te waaien en nadien hangen we ze aan de wasdraden van de camping. Een natte tent inpakken is geen lolletje en het weegt altijd een beetje meer. We gaan in de campingwinkel nog wat eten kopen voor onderweg en ontbijten doen we op het terras van het restaurant. We zien al veel pelgrims voorbij trekken. Die komen vermoedelijk uit de herberg aan de andere zijde van het dorp. We vertrekken om 10.30u als de tent volledig droog is en gaan onmiddellijk de N-634, een belangrijke weg, op. Gelukkig is het niet zo druk vandaag, want er is niet altijd een voetpad. Net voor we de viaduct van de E-70 (A8) ondelopen, moeten we een keuze maken. Ofwel nemen we de officiële weg de heuvels op en door boswegen, ofwel de variant via de N-634. Minder aantrekkelijk, maar gemakkelijker en 13 km in plaats van 25 km tot Laredo. We kiezen voor de varinate en blijven de weg volgen tot in El Pontarron, waar we snel nog een koffie drinken in de lokale bar. Dan gaat het verder over de ria de heuvels in via haarspeldbochten en soms gevaarlijk in de bochten waar geen voetpad is. De zon schijnt nu volop en dat doet deugd na een natte nacht. We lopen regelmatig onder of langs de autosnemweg die Bilbao en Santander met elkaar verbinden. De Autovia del Cantrabrico. We wandelen zo naar Liendo met de prachtige Indianos architectuur. We drinken nog een pintje, vooraleer we naar de kerk van Liendo lopen. Hier vlakbij is ook de pelgrimsherberg en we zien dat er al enkele mensen zijn toegekomen. Via de I-Phone hadden we al gezien dat het rond 14u zou gaan regenen en dat klopte als een bus. We krijgen een heus onweer over ons heen. Als de regen iets mindert, lopen we verder, maar we zijn nog niet veel verder als plots alle hemelsluizen open gaan. Het water gutst naar beneden en de helling die we opmoeten, wordt herschapen in een snelstromend riviertje. We zijn kletsnat en het water staat in mijn schoenen. We lopen verder de helling op tot we in de voorstad van Laredo komen. Ik giet mijn schoenen uit en doe mijn sandalen aan. De schoenen bind ik aan de rugzak. We zien Laredo onder ons liggen. We moeten nog een heel stuk naar beneden tot we in de stad aankomen. In het centrum zoeken we een bar op om wat op te drogen en we drinken een hete chocomelk. Ik geef mijn fleece aan Nele, zodat ze wat kan opwarmen. We vertrekken richting het strand en volgen de dijk die vol diepe plassen staat. Ik heb het koud en wil zo snel mogelijk de jeugdherberg bereiken om te douchen en op te warmen. Nele wil nog even via het strand wandelen, maar ik heb er geen zin in en loop verder. Ontgoocheld volgt Nele me, niet begrijpend waarom ik niet even het strand op wilde. Nadien, als ik haar had uitgelegd dat ik het echt koud had toen, begreep ze het. We lopen naar het uiteinde van Laredo waar we een veerpont kunnen nemen op het strand om Santona te bereiken. Nele is zelf stuurman op een schip en ze is verbaasd dat het bootje tot op het strand vaart. We stappen op het bootje en varen naar Santona. Ik haal snel een stadsplan aan een toerisme kiosk op de dijk en laat me uitleggen waar de jeugdherberg is. Snel daar naar toe en inchecken. De herberg ligt vlak bij de haven en is een kayak- en zeilschool. De fabrieken van de vermaarde Santona ansjovis liggen vlakbij. We delen de kamer met een heel sympathiek Italiaans koppel die ook een stuk van de Camino lopen. Na de douche doen we de was. Ik blijf het moeilijk hebben om op te warmen. Het eten is vrij laat, om 8.30u. Aan de tafel zijn er 6 pelgrims. Wij, het Italiaans koppel en twee heel leuke Spaanse vriendinnen uit Barcelona. Deze laatsten lopen tot Santander. Nadien vroeg in bed.













    15-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    14-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 83: Pobena - Onton - Miono - Castro-Urdiales - Allendelagua - Cerdigo - Islares - 24,6 km
    Het went niet. Heel vroeg, om half 6 al, staan de eerste pelgrims op. We laten ons meeslepen door de massa en gaan er ook uit. Ontbijten doen we in de bar waar we gisterenavond al gegeten hebben. Er zijn nog pelgrims die hier ontbijten. Het is grijs en het regent een beetje. Vanuit Pobena gaan we onmiddellijk via een trappenweg naar de rotsen met een schitterend uitzicht op zee. We zien hier ook de schepen voor anker liggen, klaar om de haven van Portugalete binnen te varen. Gelukkig stopt het met regenen en komt de zon er door. Het panoramisch pad loopt tot Onton via een gemakkelijk wandelpad dat boven de rotsen loopt. Halfweg Pobena en Onton nemen we afscheid van het Baskenland en wandelen Cantabrië binnen. In Onton moeten we beslissen of we de officiële Camino volgen via onverharde wegen via de Helguerapas of de variant over de Rijksweg. Die laatste is 8 km korter. We beslissen om de Rijksweg te blijven volgen. In een benzinestation, bij de afrit van de E-70, kopen we een fruitsapje en een stuc chocolade. Dan gaan we verder en lopen door naar Miono. Volgens onze gids kunnen we hier wat inkopen doen en zouden er café's zijn, maar niets. We zien niets wat in de verste verte op een winkel of café lijkt. De route die we volgen slingert rond de E-70 en regelmatig gaan we onder een hoge viaduct door terwijl de auto's en vrachtwagens er over razen. De zon is nu volledig terug en het begint heerlijk op te warmen. Het parcours loopt nu via de N-634 en is behoorlijk druk. We stappen dus goed door. Het gaat ook soms stijl naar boven of beneden. Net voor Castro beslissen we om van de N-634, zonder voetpad, af te gaan en we lopen door een residentiële buurt waar nog volop nieuwe appartementen worden bijgebouwd. Via kleine straten komen we uiteindelijk aan de Playa de Brazomar van Castro. We wandelen over een heuse promenade op de dijk. Aan de pier zien we al enkele zwemmers en gezien het al echt warm is, plonsen we ook de zee in. Heerlijk, ondanks het koude water. We wandelen verder tot het centrum dat vlak bij de jachthaven ligt. Van daar hebben we een prachtig uitzicht op de Santa Maria kerk dat het stadsbeeld overheerst. Castro-Urdiales. Castro-Urdiales had tijdens de middeleeuwen samen met Laredo, Santander en San Vicente de la Barquera het monopolie over het handelsverkeer met Vlaanderen. Daarom zien we vermoedelijk een huis dat Casa d'Ostende noemt en komen we langs een strand met de naam Playa Ostende. We eten een sandwich op een bankje aan de dijk en gaan dan verder. Iets rond 14u passeren we, vlak na de stierengevecht arena, de pelgrimsherberg van Castro. Hier staan al veel pelgrims aan te schuiven voor een plaatsje. De meesten herkennen we van deze morgen, maar er zitten ook wat nieuwe gezichten tussen. We beginnen te stijgen naar het volgende gehucht, nu over een minder aantrekkelijk stukje weg. Nele en ik lachen ons een breuk met de beschrijving van het dorp Allendelagua in onze gids. Hierin staat beschreven dat dit boerendorpje naar koeien ruikt. We hebben geen enkele koe geroken. Wat een nutteloze informatie. We wandelen verder naar Cerdigo en lopen een stuk langs de E-70 vooraleer onder deze autoweg te gaan en het dorp te bereiken. Vanaf Cerdigo gaat het via een poortje het bos in en we lopen over een bospad met grote keien en boomwortels. Na het bos komt een grasland op de kam van een rots met weeral een prachtig zicht op zee. Deze kam volgen we een tijdje. Twee jonge vrouwelijke pelgrims halen ons in en lopen voorbij. "Buen Camino" is alles wat ze zeggen. We lopen Islares binnen en komen langs de herberg. Ook hier zien we pelgrims rondlopen. Wij stappen echter door naar de andere kant van Islares om in te checken in de camping. Onderweg komt een jonge Italiaan met zijn fiets naast ons rijden. Hij is in Bordeaux vertrokken en is ook op weg naar Santiago. Hij rijdt vandaag nog door naar Santona. Bij het binnen komen van de camping zien we een bord waarop staat dat er 2 bungalowtjes voor telkens 2 pelgrims beschikbaar zijn. Gezien de weersverwachting voorspelt dat het 's avonds en 's nachts hard gaat regenen gaat onze voorkeur naar deze bungalows uit. Deze zijn echter al ingenomen door Duitsers die ook al in Pobena waren. Het wordt dus toch de tent. De Duitsers zitten op het terras en hebben veel lol. De mannelijke Duitsers waren eerst in de herberg geweest en zijn terug vertrokken. Niet proper en stapelbedden met 3 verdiepingen. De 2 Duitse vriendinnen waren 10 dagen aan het wandelen en keren morgen terug naar huis via Bilbao. We zetten onze tent op voor dat het regent en krijgen Engelse motorrijders met heel kleine tentjes als buren. Dan gaan we een pelgrimsmenu in de bar eten. De Duitsers zijn er ook nog en de dames zijn al behoorlijk dronken. Ze vieren blijkbaar hun laatste dag. Tijdens de nacht regende het heel fel, maar gelukkig bleef in de tent alles droog.















    14-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    13-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 82:Portugalete - Zierbana/Playa de arena - Pobena - 12,7 km
    Het regent weer als we 's morgens vertrekken en het is redelijk fris. Eerst een ontbijtje versieren in een plaatselijke bar en dan weg. Het is vrij druk om langs de grote wegen, die Portugalete verlaten, te marcheren. Maar al gauw komen we op een schitterend fiets/wandelpad terecht met bruggen over de hoofdwegen. Dit fiets/wandelpad volgen we bijna tot onze bestemming. We gaan terug de heuvels in, maar er zijn geen felle beklimmingen of afdalingen. We komen langs kleine dorpjes, verscholen tussen velden en bossen. En dan komen we terug aan de zee. Het regent nog altijd en er staat een gure wind. Hier komen we terug wat pelgrims tegen. We drinken een koffie en eten Pintxos in een bar vlak bij het strand. Langs het strand lopen we naar de voetgangersbrug die ons over de Ria naar Pobena brengt. In de middeleeuwen moesten pelgrims met een bootje deze ria oversteken. We komen vrij vroeg in de herberg (een oude school en beheerd door vrijwilligers) aan. Deze gaat pas om 15u open. We zetten onze rugzak in de rij zoals het hoort en gaan dan nog iets drinken. Tegen dat we terug aan de herberg komen, staat er al een lange rij pelgrims aan te schuiven. Onze rugzakken staan nog altijd aan de deur. Deze nieuwe pelgrims kennen blijkbaar de regel van de rugzak in de rij niet. We worden hartelijk ontvangen door een vrijwilliger. De slaapzaal loopt al snel vol met diverse nationaliteiten. Maar de Duitsers zijn in de meerderheid. 's Avonds eten we in een restaurant een pelgrimsmenu met fles wijn. Nadien terug vroeg in bed. De eersten liggen al in bed. Zitten we terug op een pelgrimpiek? 













    13-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    12-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 81: Bilbao - Zorrotza - Barakaldo - Sestao - Portugalete - 17,7 km
    Een beetje jammer dat we Bilbao al achter ons moeten laten. Hier is nog heel veel te zien, maar het is wel de bedoeling om ooit in Santiago toe te komen. We nemen de metro naar het centrum van Bilbao en willen nog eens proberen om de kathedraal te bezoeken. Maar weer eens geen geluk. Alles is potdicht, ondanks dat het zondag is. We ontmoeten 3 jongedames (een Duitse, een Italiaanse en een Australische) die vandaag hun eerste stappen zetten voor hun traject Bilbao - Santiago. Als ze horen dat wij al enige tijd vanuit België aan het stappen zijn, krijgen we wow, fantastic, amazing,... te horen. Ze willen ook de kathedraal bezoeken om een stempel te krijgen voor ze definitief vertrekken en willen nog een beetje wachten. De Australische moet ook nog een Credential kopen. Wij vertrekken en gaan richting het Guggenheim museum. De officiële Jacobsroute gaat terug de heuvels in, maar in het toerisme bureau vertelden ze ons dat we de ria richting zee moeten volgen. Er zijn wandelpaden over de hele weg en de signalisatie voor de Jacobsweg werd ook voor deze route aangebracht. We verkiezen om de Ria te volgen en zo krijgen we nog eens de kans om het Guggenheim museum te zien. We gaan over de wandelbrug Zubizuri en lopen langs de andere zijde van de Ria om een prachtig zicht te hebben op het museum, de beroemde spin en de Puppy. Als we het museum voorbij zijn, gaan we weer naar de linkerkant van de Ria via de voetgangersbrug Pedro Arrupe Zubia die ons naar het Parque de Abando brengt. Hier ligt een mooie wandellaan richting zee. Er is een grote loopwedstrijd en we zien honderden mensen die zich aan het opwarmen zijn. We stappen de stad uit en komen in de voorsteden van Bilbao met oude archeologische industrie bouwwerken en de oude havens. We drinken snel nog een koffie in een cafeetje en stappen dan verder. Een interessante weg en eens iets anders dan de bossen en de velden waarlangs we altijd lopen. In Sestao moeten we plots weer stijl omhoog. We passeren een Duitse pelgrim met strooien hoed. In het centrum van Sestao is er een cafeetje en een winkeltje. We drinken een pintje en kopen brood, ham en kaas voor de lunch. We eten dit op op een bankje bij de speeltuin. Op dit moment zijn er veel mensen op het pleintje, de kinderen spelen in hun zondagse kleren op de speeltuigen of voetballen een beetje. De Duitser houdt hier ook even halt. Hij komt uit Kiel, maar is in Spanje vertrokken. We stappen verder en komen zo al snel in de voorsteden van Portugalete. Henny, de hospitalierie van Mont-de-Marsan, heeft ons aangespoord om zeker de hangbrug van Portugalete over te gaan. We beslissen om een slaapplaats te zoeken in deze stad om toch nog uitgebreid de brug te zien. We vinden een goedkoop hostelletje met pelgrimskorting en checken hier eerst in. We worden opgevangen door een uiterst vriendelijke oudere man. Na het douchen gaan we richting centrum en naar de hangbrug. We nemen de gondel om aan de overkant te geraken, drinken daar een wijntje en keren langs de voetgangersbrug op 40 meter hoogte. Echt spectaculair en de 7 euro zeker waard. We wandelen nog even door het oude centrum en gaan dan op zoek naar een eethuisje. Jammer genoeg eten de Spanjaarden zo vroeg nog niet. De terrasjes zitten vol, maar we kunnen alleen tapa's krijgen. We maken gebruik van de voetgangersroltrappen om het hoger gelegen deel van de stad te bereiken. Daar ligt ook het hostel. We eindigen in een nogal groezelige kebab zaak en eten dan maar daar. In de zaak zijn we getuige van een kleine schermutseling tussen een personeelslid en een klant. Niet echt een plek om lang te blijven. Na de kebab gaan we nog een wijntje drinken op een terras vlakbij en gaan dan naar het hostel. Morgen moeten we verder.











    12-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    11-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 80: Bilbao rust
    We ontbijten in de jeugdherberg en nadien maken we gebruik van de waskelder om al onze was te doen. We maken onze rugzakken volledig leeg en leggen de spullen, die we zeker niet meer nodig hebben aan de kant. Die spullen brengen we straks naar de post en die gaan naar huis. Omdat de Camino Primitivo als zeer zwaar wordt omschreven houden we enkel de hoogstnoodzakelijke spullen bij om te overleven. We gaan heel kritisch te werk en slagen er in om samen iets over 4 kg naar de post te brengen. Het is al 13u alvorens we in het centrum van Bilbao aankomen. Eerst naar de post en nadien eten we in een bar wat Pintxos. En dan gaat het naar het Guggenheim museum. Een must als je Bilbao bezoekt. Na het museum bezoek schijnt de zon volop en flaneren we nog door deze prachtige, zuivere en bruisende stad en drinken iets op de Plaza Nueva. Als we de kathedraal willen bezoeken, is er net een mis bezig. We zullen later terug komen. We gaan een meeneem wok eten en proberen dan terug de kathedraal te bezoeken, maar nu is ze gesloten. Jammer. We







    11-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    10-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 79: Morga - Goikolexea - Larrabetzu - Lezama - Zamudio - Monte Avril - Bilbao - 28 km
    Gisteren hadden we een zeer korte etappe afgelegd om uit de vloedgolf van pelgrims te geraken. Vandaag moeten we dus een langere afstand afleggen, maar we kunnen het langzaam aan doen. In Bilbao gaan we in een jeugdherberg met pelgrimskorting overnachten. De pelgrims in de herberg beginnen ook op te staan rond 6u, maar ze zijn rustiger. We staan ook op omdat we de herberg tegen 8u moeten verlaten. Het ontbijt is heel karig. Koffie, een paar schijfjes Frans brood, confituur en ananassap. Als Nele haar rugzak in de kamer gaat halen om 7.30u zegt de eigenaar "It's time to go". Dat is duidelijk dan. Het is grijs en het miezelt een beetje. We zijn de laatsten om te vertrekken. Al vrij snel wandelen we berg op en berg af door bossen en door kleine boerengehuchten. Bij het binnenlopen van Larrabetzu volgen we de BI-2713. In het stadje drinken we een terras en zien het Amerikaans koppel terug. Dan stappen we verder via de BI-3713 richting Lezama. Het begint hard te regenen en we lopen langs een drukke baan. Het enige voordeel is dat we in het dal lopen en dat er vrijwel geen hellingen meer zijn. In Lezama schuilen we even voor de regen en drinken een koffie en eten een koek. We gaan verder, door de regen, richting Zamudio. Nu langs de drukke BI-737, één van de toegangswegen naar Bilbao. De vliegtuigen, die in Bilbao landen, scheren vrij laag over ons. We blijven deze drukke verkeersas volgen tot in Zamudio. Aan de kerk van Zamudio gaan we links in en komen in een industrieterrein. We volgen tot we via een bruggetje de autobaan overgaan. En dan begint de echte beklimming. We moeten over de top van Monte Avril om Bilbao in het andere dal te bereiken. Deze klim is echt heel pittig en brengt ons op 474 meter hoogte. Van hier hebben we een fantastisch uitzicht van de agglomeratie Bilbao. In de verte zien we de luchthaven, het Guggenheim museum, de bruggen van Bilbao,... Dan begint de afdaling. Op de weg naar beneden komen we nog in het restaurant Léon aan, maar gezien het al 15u is, kunnen we geen eten meer krijgen. Ik haal 2 kleine blikjes nootjes uit een automaat. Dit wordt dan de lunch voor vandaag. De afdaling naar Bilbao is al even pittig dan de beklimming. We komen in de typische voorsteden met drukke wegen, winkels en appartementsgebouwen. Gezien de siësta zijn er geen winkels open, maar we vinden wel een cafeetje met Pintxos. Daar eten we iets. We lopen dan nog enkele km naar de jeugdherberg "Good Hostel" en checken in. De kamer delen we met 4 andere mensen. Een vrouw uit Aken die de pelgrimstocht probeerde, zal hier stoppen. Ze had te veel last van de voeten en de spieren. Ze had haar vliegtuig terug al geboekt en verblijft enkele dagen in het Hostel. Zeer vriendelijke dame. Nadien komt er nog een Spaanse moto rijder en 2 Spaanse vrouwen bij ons liggen. Tijdens ons verblijf is er een jongeren sportclub op bezoek en daarom is het vrij luidruchtig in de jeugdherberg. De herberg ligt een heel eind van het centrum van Bilbao en daarom kopen we een 24u kaart voor de metro. We bezoeken Bilbao heel vlug en gaan dan op zoek naar een eethuisje. Die zijn er genoeg. Nele had iets gevonden op Trip Adviser, maar daar konden we nog niets krijgen. Te vroeg. Uiteindelijk vinden we een Chinees waar we om 20.30u binnen kunnen. We zijn de eersten. Om 21.30u liep de zaak plots vol. Spanjaarden eten iets later dan wij. We lopen nog wat rond in het prachtige Bilbao en eten als afsluiter nog een ijsje. Het is middernacht als we in de jeugdherberg terug zijn.
     














    10-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    09-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 78: Gernika - Eskerika(Morga) - 8 km
    Het is nog geen 6u en er is al volop beweging in de jeugdherberg. We doen rustig aan, want het is toch aanschuiven in de gemeenschappelijke badkamers en toiletten. Tegen dat we aanschuiven aan het ontbijt, is iedereen al vertrokken, buiten 4 jonge Spanjaarden die het blijkbaar ook rustiger willen doen. We hadden gepland om door te stappen naar Lezama, 20,5 km verder, maar we hoorden dat de meesten van plan waren om naar de gemeentelijke herberg van Lezama te gaan en daar zijn maar 20 plaatsen. We lagen in de jeugdherberg met veel meer mensen. De Nieuw-Zeelandse vertelde ons dat ze tot in Lezama wilde stappen om van daar uit de bus te nemen naar Bilbao. We gaan er van uit dat het misschien een probleem zal worden om een slaapplaats te zoeken. We vertrekken na het ontbijt en gaan door het historisch centrum van Gernika. Gernika was de historische hoofdstad van de heerlijkheid Biskaje. De heren van Biskaje, later de koningen van Spanje, legden hier de eed af onder een eeuwenoude eik. In een klein rond paviljoen staat nog het overblijfsel van de oudste voorouder van de eik. We lopen verder en komen in de voorsteden en drinken nog snel een koffie. Al vrij snel begint het weer te stijgen. Vandaag moeten we over de Alto de Morga.We volgen een historische weg, waarlangs vroeger de Heren van Biscaje reisde op zijn route naar Gernika om de eed af te leggen. Het is zonnig en vrij warm. Gezellig. In Morga, een klein dorpje op de heuvelkam, rusten we even en beslissen wat we gaan doen. Het is duidelijk dat we op een pelgrimspiek zitten en dat we het best even afremmen. In Eskerika Morga, een 300 meter verder, is er een private herberg waar we terecht kunnen. We gaan even kijken en het ziet er heel deftig uit. Een landelijke woning in de typische stijl van Biskaje. We beslissen om hier te blijven. Het is pas 12u en de herberg gaat pas open om 15u. We blijven dus in het gras voor de herberg om te wachten tot de eigenaar open doet. We zijn in ieder geval de eersten. Een uurtje later komt er nog een Duitse pelgrim bij. Als de eigenaar uiteindelijk toekomt, stromen er meer pelgrims toe. We kennen ze niet, dit zijn de pelgrims van de volgende golf. De herberg is best gezellig, zeer proper, met leuke tuin en open keuken, waar je zelf kan koken. De eigenaar stroomt niet echt over van vriendelijkheid. Uiteindelijk zijn we met een 12-tal personen. Wij, de Duitse, een koppel Italianen, 3 Spanjaarden, een jong koppel Amerikanen en 2 dames die een Slavische taal spraken, maar die geen behoefte hadden om contact te hebben met anderen. Ze bleven in bed van zodra ze toekwamen. Gelukkig kunnen we wat eten kopen in de herberg en we maken in de openluchtkeuken een heerlijke groenten omelet. Nadien praten we nog wat met het Italiaans koppel. Zij hebben de Primitivo al gedaan en geven ons heel nuttige informatie over de plaatsen die we zeker moeten bezoeken. Deze groep pelgrims is veel rustiger dan de groep waar we de laatste dagen en sinds Irun in zaten. Deze mensen, buiten de 2 dames in bed, genieten van de lente avond in de tuin en babbelen met de mede pelgrims. Geen stress, geen lawaai en meer de attitude van "moregn zien we wel hoe het verder moet". Dit is meer onze stijl. 









    09-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    08-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 77: Markina-Xemein - Iruzubieta - Bolibar - Monasterio de Zenaruza - Gerrikaitz/Munitibar - Guernica - 25 km
    Al heel vroeg, het is nog donker en ik vermoed dat het nog geen half 6 is, begint het geritsel terug. De Nieuw Zeelandse dame slaapt in het bed naast mij en springt als eerste uit het bed. Haar hoofdlampje flitst af en toe recht in mijn gezicht wat best heel onaangenaam is. De andere pelgrims in de zaal springen ook uit bed en het geroezemoes en het geritsel begint weer. Als ik uiteindelijk mijn bed uit kruip, is meer dan de helft al vertrokken. Nele slaapt nog en ik laat haar liggen. Als ze haar ogen open doet zie ik haar verbaasde blik. Op een enkeling na is de slaapzaal leeg. We maken ons langzaam klaar en verlaten het klooster omstreeks 7u. We gaan op zoek naar een café om te ontbijten. In dit cafeetje zit het al vol pelgrims. Er zijn er toch nog die de tijd nemen om rustig te ontbijten. De meesten eten snel iets in het klooster om dan snel te kunnen vertrekken. We eten samen met een koppel dat oorspronkelijk uit Oost-Duitsland komt en nog voor de val van de Berlijnse muur naar het westen zijn gevlucht. We vertrekken uit Markina-Xemein en volgen eerst een wandelpad naast een drukke baan tot in Iruzubieta. Dan is er een geasfalteerde weg die overgaat in een steile bosweg tot in Bolibar, een heel mooi dorpje en geboortegrond van de familie van Simon Bolivar, bevrijder van Zuid-Amerika. Met veel andere pelgrims rusten we hier even en gaan dan verder. Een terrasje was nog niet mogelijk omdat alle zaken nog toe zijn. Ondertussen stijgen de temperaturen en het is volop zon. Na Bolibar gaan we een bospad op en begint weer een goede klim naar de "Monasterio de Zenanuza", een prachtige abdij, gesticht in de 11de eeuw. De abdij wordt nog altijd bewoond door paters en beschikt ook over een pelgrimsherberg. Vanaf Zenaruza gaat het weer naar beneden over een zeer mooi pad door de bossen. Hier is de laatste jaren fel gewerkt aan het vernieuwen van de bospaden. Als het stijl naar beneden gaat, hoeft de pelgrim niet meer naar beneden te schuiven over een pad met stenen, maar is er een lange en comfortabele houten trap. In het dorpje Munitibar vinden we een hele hoop pelgrims terug op het terras van het cafeetje op het plein. We dachten dat de Camino del Norte geen drukke pelgrimsweg is, maar dat gaat nu niet meer op. Ze zijn overal. We drinken iets en eten een Pintxos en gaan dan verder. Het Oost-Duits koppel is er ook. Ze liggen alle twee in de schaduw van de kerk naast de rivier te slapen. Om Munitibar te verlaten moeten we eerst terug de helling op. Een korte maar pittige klim. Nadien gaat het terrein langzaam omhoog en omlaag. We lopen door mooi verzorgde en nieuw aangelegde wandelpaden door het bos langs een klaterend beekje. Heel mooi. We moeten ook 2x een beekje overschrijden en aan één van de beekjes koelen we de voeten wat af. Echt verkwikkend. De afdaling naar Gernika gaat over een asfaltweg en dan via de drukke BI-3224. In Arratzu vinden we onverwacht een café met terras en we bestellen een goede frisse Ice-Tea. Het is heel warm. We lopen ongeveer een uurtje verder langs de drukke baan met een goed en veilig voetgangerspad en bereiken dan de eerste gebouwen van Gernika, best wel een grote en drukke stad. We lopen onmiddellijk naar de jeugdherberg en hopen dat er nog plaats is. Alles is volgeboekt door pelgrims, maar net dan beslissen 2 Amerikaanse pelgrims om hun kamer toch niet te nemen omdat het te vol en te druk is in de herberg. We hebben dus geluk. We kunnen slapen. De 2 Noorse dames die na ons binnen komen, hebben geen geluk en moeten elders naar toe. Ik had wel medelijden met hen, want ze zagen er alle twee uitgeput uit. Het is dus inderdaad heel druk in de herberg. De bedden in de kamertjes staan bijna tegen elkaar. We douchen snel en gaan het centrum in om iets te drinken en inkopen voor de volgende dag te doen. Als we op een terras zitten, komt de Nieuw-Zeelandse even bij ons zitten. Ze was hier al om 13u, was als eerste in de herberg, is dan in bed gekropen tot 17u en nu zoekt ze snel iets om te eten, want nadien wil ze terug in bed. We vragen ons af of ze ook nog geniet van haar Camino. Zeker onze stijl niet. We gaan nog een ijsje eten en gaan dan Pintxos eten in een bar. We doen inkopen in de Eroski en gaan dan terug naar de drukke herberg. 













    08-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    07-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 76: Ibiri Aurora - Olatz - Markina Xemein - 14,7 km
    De herberg zit goed vol. Deze herberg is vrij nieuw. Vroeger was het een stal en die is verbouwd tot een luxueuze herberg. Er is een mannen- en vrouwen slaapzaal. 's Morgens springen de meeste pelgrims heel vroeg uit bed en beginnen ze aan hun rugzakken te prutsen. Nog voor ik uit bed ben, zijn de eersten al weg. Wij hebben ingeschreven voor het ontbijt. Een Nieuw-Zeelandse dame vertrok al heel vroeg, maar plots staat ze terug in de herberg. Ze was verloren gelopen, wat vreemd is want de signalisatie van de weg is op dit traject heel goed. Wij vertrekken rond 7u. Het wordt een mooie wandeling. Het landschap ziet er heel Oostenrijks uit. Tot Olatz stijgen we niet zo veel. Olatz is een rustig boerendorpje en heel typisch voor Euskadië. Er is een cafeetje, maar de eigenaars openen als ze er zin in hebben. Vandaag is het toe, dus geen bevoorrading tot ons eindpunt. Na Olatz starten we al snel met de beklimming van de Col van Arno. Om de top te bereiken slingeren we ons langs een mooi geasfalteerd pad langs dennenbossen omhoog. Een echte kuitenbijter. Nu zijn we met heel veel pelgrims onderweg. Er lopen er achter ons, voor ons en soms zien we een groepje van links of rechts de weg op springen. Vooral de groepjes Spanjaarden en Amerikanen ontsieren de rustige omgeving door hun luidruchtig gebabbel. Als we bij de top van Col van Arno bereiken, lopen we een eindje over de kam, met kleine hellingen en afdalingen door een schitterend boslandschap en dan beginnen we de fameuze afdaling naar Markina-Xemein dat in een dal ligt. Het is ondertussen heel zonnig en warm geworden. Bij het binnenkomen van de stad, komen we voorbij een kerkje waarvan het altaar bestaat uit 3 grote rotsblokken die tegen elkaar leunen en daartussen een maria beeldje. We lopen eerst naar het toerisme bureau voor informatie. Het is net na 14u en om 15u gaat de herberg, die gevestigd is in het oude Karmelietessen klooster, open. Iets voor 15u melden we ons aan en het blijkt dat er al heel veel pelgrims een bed gekregen hebben. Een vrijwilliger van de Asociacion de Amigos del Camino de Vizcaya wijst ons de bedden aan in zaal C. We instaleren ons en gaan onmiddellijk het stadje in om iets te drinken en al wat eten te kopen voor de volgende dag. Na de douche keren we terug om een pelgrimsmenu te eten. De Nieuw-Zeelandse en een Nederlandse jongedame stellen ons het restaurantje "Vega" voor dat een heel goed pelgrimsmenu aanbiedt voor een heel goede prijs. En ja,we worden voor een super prijs echt verwend met een drie gangen diner met een fles wijn en water. We eten samen met een jonge vrouw uit Ierland die in onze kamer sliep in Irun. Restaurant Vega is bekend bij de pelgrims voor de uitstekende en goedkope pelgrimsmaaltijden. Zeker een aanrader. Na het eten gaan we nog even iets drinken in dit gezellig Baskisch stadje. We zien dat veel pelgrims rond 21u al naar het klooster vertrekken. Het is nog geen 22u als we het klooster binnen komen. De zaal is donker en iedereen ligt al in bed. Jammer!

















    07-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)

    Archief per week
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs