We staan met alle andere pelgrims op en nemen ons ontbijt in de herberg. We moeten ons niet echt haasten, want de schoenen van Nele, die bij de schoenmaker zijn, kunnen we pas afhalen om 9u. We praten tijdens het ontbijt nog wat met onze collega's pelgrims die één voor één terug op weg gaan. Het is een mooie dag met veel zon. Rond 8u vertrekken we naar het stadje en doen nog wat inkopen voor de lunch. Om 9u staan we bij de schoenmaker. We gaan terug de heuvel op, richting van de herberg en vervoegen daar de weg. Al heel snel zitten we op geasfalteerde wegjes tussen velden en boerderijen. We blijven even stil staan bij een boer die jonge kalfjes in de wei heeft staan. Net voor het dorpje La Acebo wandelen we voor de eerste keer onder de A-8 door en gaan verder tot de aanvang van het dorp. Hier wordt het een beetje verwarrend. Er staan pijlen naar links en naar rechts. De rechtse pijlen lijken ons het meest logisch, maar als we die richting uitgaan, staat een bewoner aan de andere kant van de weg te zwaaien dat we verkeerd gaan. Ok, wat nu? De schetsen in onze gids "Te voet naar Santiago de Compostela - De kustroute" van Paco Nadal trekken op niets. Maar we zien wel dat we langs links een lang klein pad naar boven op moeten en dat weer naar één of ander kerkje leidt en naar rechts is het een veel kortere, maar wel heel steile weg voor de fietsers via de CA-843. We nemen de rechtse weg. De weg is niet druk en het is niet zo ver. De stijging is wel pittig. Als we boven zijn, komen we op een heel rustige geasfalteerde weg tussen bossen en velden. Aangenaam om te wandelen, maar wel met momenten goed steil omhoog. Net voor Serdio komen we aan de Torre de los Estrada. Een middeleeuwse toren die net gerestaureerd is en nu een museum bevat over de burgeroorlog in Spanje tijdens het Franco tijdperk. Deze toren werd door verzetsstrijders gebruikt als waarnemingspost. Een jonge man is wel heel enthousiast om ons te ontvangen. Met veel enthousiasme vertelt hij ons over de heldendaden van de verzetsstrijders van Cantabria, Baskenland en Asturias en leidt ons rond in de toren. Hij spreekt meerdere talen en kan ook een paar Nederlandse woorden. Dat kom je in Spanje niet veel tegen. We stappen verder tot het volgende dorpje waar we even stoppen om een koffie te drinken. De uitbaatster en een klant in het café praten zo luid en snel dat het ons niet duidelijk is of ze ruzie hebben of gewoon aan het praten zijn. Nadien gaan we terug de velden en kleine boswegjes in en stoppen even aan een fris beekje, vol kikkerdril, dat over de weg loopt. We lopen verder over stille en eenzame weggetjes tot we weer gaan afdalen naar de ria van Tina Menor. In Munorrodero, vlak voor de N-634, doen we nog een terras en drinken een cola. Het is echt warm geworden. We volgen nu de N-634 langs de ria en gaan terug de viaduct van de A-8 onderdoor die hoog boven ons ligt. We wandelen tot aan de brug die ons over de ria brengt. Onmiddellijk achter de brug gaat het langs een klein, heel steil, wegje omhoog tot we in Pesués uit komen. Na een tijdje gaan we terug onder de A-8 door en volgen aansluitend een wandelpad langs een oude spoorlijn, met rechts van ons de A-8 en links van ons de N-634. Het is duidelijk dat we in een drukkere omgeving komen. Het pad loopt tot in de voorstad van Unquera en daar volgen we terug de N-634 die door de stad gaat. Unquera is een plaats vol winkels en hotels, maar niet echt aantrekkelijk. We stappen de stad door tot aan de brug die over de rio Deva gaat. Het midden van de brug is ook de grens tussen Cantabria en Asturia. We stappen de voorlaatste provincie voor Santiago binnen. Onmiddellijk na de brug gaan we een betegeld pad op dat, voor de zoveelste keer vandaag steil omhoog gaat. Vanop deze helling krijgen we een fantastisch zicht op Cantabria en de heuvels van Asturia met rechts onder ons de A-8 en de N- 634 die broederlijk naast elkaar lopen en links de rio Deva. Op de top van de helling staat een mooi klein pelgrim kapelletje. Voor ons zien we Colombres, het eerste stadje in Asturia liggen. Veel huizen zijn blauw of donkerrood geschilderd en er hangen veel Asturische vlaggen. In Colombres zijn er een paar herbergen voor pelgrims. Net bij het binnen gaan van de stad passeren we langs zo'n herberg in een mooi blauwe kleur geschilderd. We drinken iets in Colombres en eten een sandwich. We moeten nog kijken waar we gaan overnachten. Met dit weer is een camping wel een leuk idee. We zoeken via een App wat de mogelijkheden zijn en zien dat er een paar km verder aan de kust een camping ligt. Daar kunnen we zeker een tentje zetten. Het is bijna niet te geloven. Van zodra we het woord "tent" hebben uitgesproken, schuiven de eerste wolken voor de zon. Enige tijd later is de zon weg en is het terug grijs. We stappen door naar La Franca en zoeken de camping. Met een zwembad! Dat zal deugd doen. We kunnen gerust een tentje zetten, maar de eigenaar zegt ons dat er, speciaal voor pelgrims, ook 2 bungalowtjes beschikbaar zijn. Dit voor 10 euro, terwijl een plaats voor de tent 8 euro kost. Gezien dat het er naar uit ziet dat het zal regenen, is de beslissing snel genomen. We willen droog blijven en daarom is de bungalow een betere optie. De bungalow is een wooncontainer. Twee kamertjes met telkens 2 bedden en een kast en in het inkomgangetje een toiletruimte. We installeren ons en gaan even zwemmen. 's Avonds eten we het pelgrimmenu voor 8 euro in het restaurant van de camping. We hebben ook onze gehele was gedaan. Jammer genoeg was het niet mogelijk om de was te zwieren en de droogkast werkte niet. We zaten dus met kletsnatte was en op de koop toe begint het te regenen. Ik hang de was op onder een soort partytent, maar het is ondertussen zo koud en vochtig dat de was tegen morgen zeker niet droog zal zijn. We gaan redelijk vroeg naar bed.