Inhoud blog
  • Terug naar huis
  • Dag 114: Santiago de Compostela - Rustdag
  • Dag 113: Monto do Gozo - Santiago de Compostela - 4,4 km
  • Dag 112: Pedrouzo - Labacolla - San Marcos - Monte Do Gozo - 15,7 km
  • Dag 111: Ribadiso da Baixo - Arzua - Salceda - Santa Irene - Rua - Pedrouzo - 23 km
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Op stap naar compostela

    21-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 90:Cobreces - La Iglesia - Comillas - San Vicente de la Barquera - 21,7 km
    De Duitser sliep in de andere slaapzaal, maar we hoorden hem snurken tot bij ons. Hij is de eerste die vertrekt. Rond half 7 is hij weg. De andere pelgrims doen het rustiger aan. Wij ook. Het wordt een zalige dag. De zon schijnt en het is al warm. Iets verder is er een krantenwinkeltje en daar kopen we donuts en fruitsap als ontbijt. Het is de enige plaats waar we iets kunnen krijgen. Een grote dampende pelgrim komt ook toe. Hij heeft al een 7 km gestapt. Het is een Vlaming, Théofiel, uit Veurne. Hij hoort bij het bestuur van de Compostela genootschap Vlaanderen en is niet aan zijn proefstuk toe. Hij komt helemaal uit Dax in Frankrijk gestapt. Hij koopt snel iets in de kiosk en is terug weg. Wij volgen iets later. We gaan terug naar de kust en aan het strand is er een bar/hotel die open is. Dan krijg ik toch nog mijn koffie. Na de koffie lopen we langs het strand en dan gaat het via een houten- en aansluitend grindpad weer stijl de klif op. We volgen een tijdje de kustlijn, maar nadien gaan we weer een stuk het binnenland in tot in La Iglesia, een ouder uitziend dorpje met vele stenen muurtjes. Het heeft wat weg van Bokrijk. We stappen dan verder richting Pando en komen langs de jeugdherberg waar ook pelgrims kunnen overnachten. In Pando bezoeken we het kerkje dat, ongelofelijk maar waar, open is. Het is een soort pelgrim stopplaats, want je kan er een stempel nemen en iets schrijven in het pelgrimschrift. We wandelen verder en moeten al onmiddellijk een steile helling op. Het gaat een eindje verder door velden en kleine bebouwingen tot we weer aan de kustlijn komen. We lopen nu langs de drukke CA-131, die de kustlijn volgt, het chic en elitair stadje Comillas binnen. Het Spaanse hof nam regelmatig haar intrek op deze plaats. Nu komen we terug enkele pelgrims tegen die in deze stad de herberg gaan opzoeken. Wij drinken iets op een terras en Nele gaat in de supermarkt ertegenover wat spullen halen voor de lunch. Ik ga, als ze terug is, een beetje verder naar een bakker wat brood halen. We vertrekken uit het centrum en volgen de CA-131. Links van ons ligt op de heuvel het paleis van Sobrellano. We verlaten de stad en volgen de drukke weg via een zeer goed begaanbaar voetpad. Iets na de de brug over de Arroyo del Capitan gaan we een parkje in en lunchen we. Théofiel komt hier ook voorbij terwijl we aan het eten zijn. Om de volgweg te blijven volgen, moeten we in principe terug de heuvels in en weg van de zee. We besluiten om de kust te blijven volgen. De voetpaden zijn geweldig. Na een tijdje nemen we terug de richting van de kust en volgen via de CA-236 een prachtige kustlijn. Heel toeristisch want we komen langs vele campings en er zijn veel badgasten. We blijven deze kustlijn volgen tot we in de verte San Vicente zien liggen. We gaan de CA-236 af en lopen verder over het strand Pena del Zapato. In de verte zien we Théofiel lopen die verder de CA-236 is blijven volgen. Op het einde van het strand moeten we terug de weg op en drinken dichtbij een surfschool iets fris. Iets verder is er een camping en dat is dus ook een optie, maar we beslissen om verder te wandelen om een plaats te bemachtigen in de pelgrimsherberg van San Vicente. Eerst moeten we nog over de Puente de la Maza en komen zo in het centrum terecht. De herberg ligt vrij hoog boven de stad en we moeten nog een helling op via een stenen trap. Onderweg laat Nele één van haar schoenen achter bij een schoenmaker. De schoen moet nog wat verbreed worden. De schoen zal klaar zijn tegen morgen 9u. We klimmen verder en komen uiteindelijk toe in de herberg die door vrijwilligers wordt beheerd. Vriendelijk ontvangst. We mogen een plaats zoeken in de vrij krappe slaapzaal met stapelbedden. Er zijn al heel wat pelgrims toegekomen. We zien wat bekende gezichten, waaronder de Duitser en het Frans koppel uit Nantes. De acteur uit Barcelona en nog wat anderen. De acteur ligt ziek in bed. Nele geeft hem een tablet tegen de misselijkheid en dat lijkt te helpen. We gaan terug het stadje in en drinken een Martini aan de haven en nadien eten we een vismenu tegen pelgrimsprijs. Dan langzaam terug naar de herberg en het bed in.





















    21-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    20-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 89: Polanco - Requejada - Barreda - Camplengo - Santillana del mar - Orena - San Martin de Cigüenza - Cobreces - 22,6 km
    Als we opstaan, blijkt dat de kleren, die we gisteren nog gewassen hebben, nog niet volledig droog is. We leggen de kleren nog wat buiten in de zon. Wij gaan ondertussen een koffie drinken in de taverne en brengen de lege fles wijn en de glazen terug. We hebben gelukkig geen last gehad van bedwantsen. Nele voelt zich vandaag niet super. Een glaasje wijn teveel of de glasaaltjes in de omelet? We gaan terug naar de herberg en pakken verder in. Nele zegt dat ze toch een last is voor mij omdat ze moeilijk vooruit gaat. Ik stel haar gerust. Als je samen op stap bent, dan zorg je ook voor elkaar. Zij zou hetzelfde doen voor mij. We stappen verder naar Requejada en we eten daar wat en drinken een koffie. Nele neemt alleen een koffie met veel suiker en ze neemt een tabletje tegen de misselijkheid. Ik doe snel wat boodschappen voor de lunch in een winkeltje. We wandelen een tijdje langs een drukke baan om Requejada te verlaten en passeren een industrieel complex van Solvay, één van de grootste chemische fabrieken van Spanje. Na een paar kilometer komen we in Barreda. We lopen een hele tijd langs Solvay en aan een rondpunt gaan we rechts de rivier de rio Saja over. En dan beginnen we terug te klimmen via een grote weg richting Camplengo. Hier zien we voor de eerste keer in de verte de toppen van de Picos de Europa, een bergketen in het noorden van Spanje. Onderweg komen we een kapper tegen en gezien mijn baard te lang is geworden, wil ik deze wat in te korten. Ik moest een 15 minuten wachten en dan werd ik even tussen 2 klanten bediend. We lopen verder, afwisselend over asfalt en veldwegen. We komen door het mooie dorpje Camplengo en lopen aansluitend in velden met losliggende huisjes verspreid over het landschap. Het binnen lopen in Santillana del mar was wel verrassend. Het is één van de best bewaarde monumentale stadjes van Spanje, gebouwd rond een klooster kerk, Santa Juliana, waarvan de naam van het stadje komt. Het is een heel toeristisch stadje met prachtige oude stenen gebouwen. Hier drinken we iets en eten onze lunch. Nadien gaat het weer stijl omhoog. We komen langs de pelgrimherberg en lopen verder. Al vrij snel lopen we door een prachtig landschap Nu komen we ook in het land van de Indianos. Dit zijn de Spaanse emigranten die in Zuid-Amerika hun geluk gingen zoeken. Velen van hen kwamen rijk terug en zetten machtige herenhuizen op in dit gedeelte van Spanje. We lopen verder via hellingen en afdalingen door een groot eucaliptusbos. Uiteindelijk zien we in de verte recht voor ons de zee weer en voor ons de kerktorens van Cobreces. We weten nog niet zeker waar we kunnen overnachten. We gaan proberen nog een plaats te krijgen in de trappisten abdij Santa Maria de Viaceli. In principe is hier voldoende plaats en we hebben geen pelgrims gezien onderweg. Na een beetje zoeken en dankzij de I-Phone van Nele vinden we de plaats waar we moeten zijn. Blijkt dat er een aantal herbergen zijn bijgekomen en dat was een beetje verwarrend. Een vriendelijke pater ontvangt ons. Het is grappig hoe hij mij mijdt en alleen maar oog heeft voor Nele. We betalen onze 5 euro en gaan naar de slaapzaal iets verderop. Er is nog genoeg plaats in de 2 slaapzalen. We liggen in totaal met 6 pelgrims voor 30 bedden. We installeren ons, doen een wasje en wachten tot de winkels open gaan. Het is vandaag heel zonnig en warm en dat is heerlijk. De was droogt ook heel snel. We kopen iets in de winkel iets voor 19u, gaan dan nog even op een bankje zitten bij een kerk en gaan dan naar de herberg. Een Frans koppel en een Duitser zijn ook juist aan het eten op de koer voor de herberg. We zetten er ons bij en praten wat. De Duitser is vrij zwaarlijvig en is uit Bilbao vertrokken. Gezien zijn slechte knieën doet hij etappes van +/- 10 km per dag. Hij vertelt ons dat vele pelgrims terug naar huis zijn gegaan door het slechte weer, voornamelijk Duitsers. Er zijn er ook velen die in Santander de trein hebben genomen naar Oviedo. Daarmee hebben we pelgrims op de trein tussen Boo en Mogro gezien en zien we sinds Santander heel weinig pelgrims op de weg. Het Franse koppel komt uit Nantes. Ze liepen op de Camino Francès die voor hen veel te druk was en daarom zijn ze naar de Camino del Norte gegaan. Hier zetten ze hun weg verder, maar moeten op een bepaald moment terug naar huis. Ze lopen niet tot in Santiago. We blijven nadien nog wat nagenieten in de zon en gaan vroeg het bed in.

















    20-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    19-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 88: Santander - Santa Cruz de Bezana - Boo de Piélagos - Mogro - Polanco - 26 km
    We zijn al vroeg op en we gaan alvast croissants eten en een koffie drinken in een bar vlakbij. We moeten nog terug naar het hostel om af te rekenen. De eigenares was nog niet wakker. Het is eindelijk zonnig en warm en mijn humeur wordt daarvan beter. We wandelen eerst door een lange en brede laan Santander uit. Het volgende stuk is minder mooi. We wandelen door een aaneenschakeling van dorpjes, langs een graspad naast een spoorlijn, industrie,... In één van de dorpjes is er een bar open en eten calamares fritti voor lunch. We gaan tot in het dorpje Boo. Hier hebben we de keuze. Ofwel lopen we rond de ria, via Puente Arce, die Boo en Mogro van elkaar scheidt, ofwel, en dit doen de meeste pelgrims, volgen we de spoorlijn, gaan de spoorwegbrug over en komen zo in Mogro. Maar over de spoorlijn lopen is verboden en ik vind het eigenlijk ook levensgevaarlijk. Tijdens de briefing, die we in Güemes bij pater Ernesto kregen, werd er over dit stuk verteld. Er werd toen gezegd dat we het best in Boo op een trein wachten en dan met de trein tot in Mogro rijden. Een rit van ongeveer 3 minuten. Ik denk dat dit de beste optie is. De volgende trein is een half uur later, dus dat valt mee. Ondertussen zien we een pelgrim toekomen, een acteur uit Barcelona die we hebben leren kennen in Güemes, maar hij blijft in de herberg van Boo, die een honderd meter verderop ligt, slapen. We nemen de trein voor een wel heel korte rit en merken op dat er op de trein nog pelgrims zitten. Zij zijn vermoedelijk al vanuit Santander vertrokken. Het valt me eigenlijk wel op dat we , buiten de acteur, geen enkele andere pelgrim hebben gezien vandaag. Ik maakte me wat zorgen omdat er niet zoveel beschikbare plaatsen in de volgende herbergen zijn. Mijn plan was om in de herberg van Polanco te slapen, maar daar zijn maar 6 plaatsen, dus ik wilde verder naar Requejada omdat daar iets meer mogelijkheden zijn. In Mogro drinken we nog iets fris in een mooie tuin van een restaurant. Spaanse families zitten hier aan lange tafels te eten. We stappen verder en in de verte zien we de zee terug. Het landschap is aan deze kant van de ria niet meer industrieel. We wandelen terug over stille wegen langs mooie dorpjes en tussen weiden en af en toe een bos. Nele en ik beslissen om een stukje af te snijden en de volgweg te verlaten. We vinden het raar dat de volgweg een heel omweg maakt naar Requejada. Dat gebeurt wel meer en de reden is dat er ergens op de volgweg een oud kerkje of klooster ligt. Maar uit ervaring weten we dat kerken in Spanje dicht zijn en in sommige gevallen zie je alleen nog een hoop stenen als getuige van een heel ver verleden. We wandelen dus verder en we komen, een beetje onverwacht, in Polanco terecht. Hier moet dus ergens de herberg liggen die ik oorspronkelijk had gepland. Ik kan me al voorstellen dat het ondertussen al helemaal vol ligt. Opeens komt een Spaanse dame uit haar huisje gesprongen en duwt ons als het ware haar huis binnen. Ze zegt dat we hier moeten blijven slapen. Nele en ik zijn verbaasd en willen uitleggen dat we eigenlijk verder willen, maar ze dringt echt aan dat we blijven. Bon, we gaan toch even naar haar herberg kijken. Het is een gerestaureerde wasplaats en het ziet er heel keurig uit. Het blijkt de herberg te zijn die ik eerst had voorzien. Twee kamers met een stapelbed van drie hoog. Zes plaatsen. En we zijn de enigen. De vrouw vraagt ons of we veel pelgrims in Santander hebben gezien, want er komen de laatste tijd bijna geen pelgrims door Polanco. Ik vertel haar dat haar herberg niet op de volgroute ligt en dat wij eigenlijk per toeval langs hier zijn gekomen door een stuk af te snijden. Hier was ze wel heel verbaasd over, want vroeger liep de weg langs haar herberg. De weg was dus aangepast en ze weet van niets. We beslissen om hier te blijven. We gaan iets drinken in een taverne die net 2 dagen open is gegaan. Ze serveren nog geen maaltijden, want het restaurant is nog niet volledig klaar. Maar voor ons willen ze wel een omelet met gulas del norte (glasalen) maken. We hadden deze doorschijnende aaltjes wel al in de supermarkten zien liggen, maar nog nooit gegeten. Voor alles is een eerste keer. We worden heel vriendelijk bediend door de heel jonge uitbaters. We nemen nog een flesje wijn met 2 glazen mee om dit voor de herberg te drinken. Onze gastvrouw komt nog even voorbij en vraagt of alles naar wens is. Ze geeft ons 3 zoenen als afscheid. Dit doet ons denken aan de Franse gastvrijheid die we nu toch een beetje missen. In Spanje is alles een beetje commerciëler. Nele maakt zich zorgen over bedwantsen. In het gastenboekje, waar inderdaad niet veel meer is ingeschreven de laatste tijd, staat een opmerking van een Fransman van enkele jaren geleden. Hij schrijft dat het huisje vol bedwantsen zit. We kijken toch even na en zien niets. We zullen morgen wel zien.

















    19-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    18-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 87: Santander Rustdag
    Deze rustdag was eerst niet gepland, maar de 2 Spaanse vrouwen vertelden dat Santander de moeite waard is om te bekijken. Voor de 2 Spaanse vrouwen is Santander trouwens het einde van hun wandeling. Ze slapen bij een vriendin en keren dan terug naar Barcelona. We slapen wat uit en gaan dan in een bar ontbijten. Het regent vrij hard, geen leuke dag dus. We bezoeken de kathedraal en halen nog een stempel.Dan doen we een terrasje. Het klaart op en de zon geeft wat warmte. In het toerisme bureau kregen we wat tips en we kiezen voor een wandeling langs de kust door het park van Santander en een bezoek aan de vuurtoren Faro de cabo mayor. We nemen de bus tot aan het park. Tijdens de wandeling genieten we van het uitzicht en ik volg een tijdje een zeilwedstrijd die aan de gang is. We stappen verder omhoog langs de kliffen over een pad met rechts de zee en links een mooi park. Aan de vuurtoren is ook een cafétaria en daar eten we iets. Eventjes begint het weer te druppelen, maar dat ging over. We beslisten op op het terras te blijven omdat binnen in de zaak enkele Spanjaarden wel uitzonderlijk veel lawwai maakten. We wandelen nadien terug naar de hoofdstraat om de bus naar het centrum te nemen, maar we mogen de bus niet op omdat we te weinig klein geld meer hebben. Briefjes neemt de buschauffeur niet aan. Wij dus verder langs de dijk om een terras te zoeken om kleingeld te vinden. We nemen een andere bus. In Santander lopen we nog wat rond en Nele trakteert een gin tonic omdat ze juist 3 maanden weg van huis is. We eten iets in de Burger King en gaan nadien langzaam naar het hostel terug.









    18-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    17-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 86: Güemes - Galizano - Langre - Loredo - Somo - Santander - 14 km
    Zoals gewoonlijk springen de eerste al vroeg uit bed. Het geritsel en het slaan van de deur is storend. We doen weer rustig aan en laten de vroeg vertrekkers hun gang gaan. Gelukkig zijn er anderen die het ook rustiger aan doen. Het ontbijt is goed en er is genoeg voor iedereen. Hoe doen ze het toch? Logies, avondmaal en ontbijt en je betaalt gewoon een donativo. We betalen de som die we normaal betalen bij logementen waar avondmaal en ontbijt inbegrepen zijn. Het is heel grijs en somber weer. Vanaf de heuvel zien we in de vallei, waar onze weg door loopt, al een sliert pelgrims bewegen. We hebben in Santander een hostel geboekt voor een zeer goede prijs. Gezien één van de 2 pelgrimsherbergen in Santander gesloten is, veronderstellen dat de overgebleven herberg snel vol zal zijn. We zetten ons ook op de weg. De 2 vriendelijke Spaanse dametjes vertrekken net voor ons. Als we de weg CA-141 bereiken, begint het terug te druppelen en er steekt een koude wind op. We wandelen Galizano binnen en drinken een koffie in een hotel. We zien veel pelgrims aanschuiven in het lokaal winkeltje. Terwijl we op het terras zitten, komen 6 pelgrims uit het hotel. Hun bagage laten ze achter, wordt nadien opgepikt, en ze vertrekken met een klein dagrugzakje. Zo kan je natuurlijk ook naar Santiago wandelen. Hier moeten we beslissen of we langs de officiële weg wandelen of via de kustlijn. We kiezen voor de kust. We gaan richting van de zee en komen al snel aan de kliffen die we vanaf nu volgen. Fantastische uitzichten over de zee en de baai van Santander. Jammer van de striemende regen en de wind. We komen langs een kleine parking met mobile homes en busjes van jongeren die hier willen surfen. Ze staan rond de busjes met hun regenjassen aan en een hete kop koffie in de hand. Vandaag is het geen weer om het water in te gaan. Nochtans is er een sportkamp voor kinderen wel in het water. Ik heb medelijden met deze jongens en meisjes. Die moeten het koud hebben. Vanaf de parking is er geen signalisatie voor de jacobsweg meer. We zoeken onze weg en vinden een surf cafeetje langs de baan waar we een warme chocomelk kunnen drinken. De 2 Spaanse dames komen enige tijd later ook binnen. Nadien gaan we door de regen via Loredo naar het strand van Somo. Daar moeten we de veerboot nemen die ons naar Santander moet brengen. Op het strand zien we voor en achter ons terug veel pelgrims. De Spanjaarden hebben geen regelkledij mee en hebben zich bedekt met plastieken zakken. We wachten allemaal op de veerboot. Twee Nederlandse dames, Hannah en Marijke, komen ook toe. We nemen de veerboot die ons in Santander afzet, vlak voor het toerisme bureau, we gaan daar een stadsplan vragen en eten iets in een bar in de overdekte markthal. We bestellen een glas witte wijn en krijgen een goed gevuld glas met witte martini voor geen geld. Nadien stappen we naar het hostel om in te checken. 's Avonds is het nog altijd aan het gieten. We zoeken iets om te eten en belanden in een snackbar. In het centrum staat een groot scherm opgesteld voor het EK Turkije - Spanje, maar gezien de aanhoudende regen was er bijna geen volk. Na de maaltijd zijn we dan maar terug naar het hostel gegaan.

















    17-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    16-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 85: Santona - Berria - Noja - Castillo - San Miguel de Meruelo - Bareyo - Güemes - 26,2 km
    Als we wakker worden, is het Italiaans koppel al vertrokken. Voorbeeldige pelgrims, we hebben niets gehoord of gezien. We pakken in en gaan ontbijten. Het is een karig ontbijt. Een stukje brood met confituur. Het is heel nat buiten, maar het regent gelukkig niet meer. Mijn schoenen heb ik niet volledig droog gekregen en daarom wandel ik het traject van vandaag met sandalen. We lopen langs de bedrijven aan de haven waar de ansjovissen ingeblikt worden. Dan de CA-907 op richting Berria. Het zonnetje probeert er voorzichtig door te komen. We komen langs de gevangenis van Santona en moeten lachen. Onze gids schrijft dat in Berria één van de mooiste stranden van Cantabria ligt, ondanks de enorme penitentiaire inrichting van El Dueso. Wij vinden dat deze gevangenis geen invloed heeft op het mooie strand. We lopen Berria door en gaan dan een pad in dat ons naar het strand voert. We moeten de rots over om aan de andere kant van de baai richting Noja uit te komen. Het pad over de rots kunnen we moeilijk een pad noemen. Het is eerder een geul, vol stenen en losliggende keien, gevormd door water van de veelvuldige regenbuien. Het is dus wat klimwerk en goed opletten waar we onze voeten zetten en zorgen dat we niet blijven hangen aan de doornenstruiken. Maar het uitzicht op het strand van Berria, de immense gevangenis in de verte en de zee zijn geweldig. De afdaling naar het strand van Noja is al even spectaculair als de beklimming. We moeten goed opletten om niet onderuit te gaan. Op hets trand van Noja wacht ik even tot Nele daar is. Een paar Duitsers en Spanjaarden, die ook in de herberg van Pobena waren, komen voorbij. Als Nele beneden is, stappen we verder over het strand naar Noja. In Noja gaan we op een terras zitten, waar ook al andere pelgrims zitten en we drinken iets en eten 2 broodjes. Nele voelt zich vandaag niet echt lekker en ik vind mezelf een boeman als ik haar zeg dat we verder moeten. Het begint weer zachtjes te druppelen. Dat voorspelt niets goed. We wandelen Noja buiten en gaan terug richting binnenland. Eerst volgen we een drukke baan, maar na een tijdje gaan we weer een klein wegje in. Het begint al iets harder te druppelen en we besluiten om de regenbeschermhoes over de rugzak te trekken en de anorak aan te doen. We stappen nu voornamelijk door velden en kleine boerengehuchtjes. Net voor San Miguel de Muerlo hebben we prijs. Een stevige regenbui en best een frisse en onaangename wind. Samen met enkele Spaanse pelgrims gaan we schuilen bij een schuur waarvan het dak iets over de rand uitsteekt. Daar staan of zitten we een tijdje met de rug tegen de muur of al zittend. Het is net voldoende om niet echt nat te worden. Na een tijdje, als de regen wat mindert, stappen we verder naar de stad San Miguel en zoeken een café op om wat te drogen en op te warmen. Dan terug de regen in. Bij het verlaten van San Miguel volgen we de drukke weg, maar na enkele honderden meters gaat het links af op een klein verhard landbouwwegje. We gaan een oude stenen brug over en iets verderop komen we voorbij een private pelgrimsherberg waarvan we de advertenties al enkele dagen hebben zien hangen langs de volgweg. Ik maak er gebruik van om even naar het toilet te gaan. Het ziet er een toffe herberg uit. We moeten echter verder, want we hebben gereserveerd in de herberg van Güemes, een 7 km verder. De rest van de tocht gaat moeilijk. Ik blijf op het tempo van Nele omdat ik zie dat ze het echt moeilijk heeft. Uiteindelijk komen we toe in Güemes en moeten eerst nog een lange helling op om de herberg te bereiken. Pelgrimsherberg "La Cabana del abuelo Peuto" is een belevenis op zich. Het werd opgericht door pater Ernesto, een man met een heel hoog kerstmangehalte, en biedt plaats aan 100 pelgrims. Hier komen we veel pelgrims terug tegen die we sinds Irun hebben ontmoet. De herberg bestaat uit verschillende gebouwen en biedt ook plaats aan jeugdgroepen. Bij aankomst worden we door jonge Amerikaanse vrijwilligers opgevangen en we krijgen onmiddellijk fris water om wat bij te komen. Nadien worden we naar de kamer gebracht en mogen we een beddenbak uitkiezen. Ik stel vast dat ik de enige man in de kamer ben. Om 19.30u worden we verwacht in de gemeenschappelijke zaal voor een briefing. Een Spaanse vrijwilliger vertelt over het leven van pater Ernesto. Om 20u is er voor iedereen een avondmaal. Heerlijke pasta en brood, een fles wijn en een nectarine. Pater Ernesto is ook in de eetzaal en spreekt ons ook nog toe. Een super ervaring. We gaan 's avonds nog ook even naar een uiteezetting van Ernesto over de schilderingen in de kleine kapel die hij zelf gebouwd heeft. Nele en ik zoeken nog een plaats om te reserveren voor morgen. Dan gaan we naar Santander. In de slaapkamer ligt een Keulense politieagente. Ze houdt me een groot stuk van de nacht wakker door luid gesnurk. Het zijn dus niet alleen mannen die snurken.















    16-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    15-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 84: Islares - El Pontarron de Guriezo - Liendo - Laredo - Santona - 22 km
    De ganse nacht hevige regen. Gelukkig blijft in de tent alles droog. Bij het opstaan is de regen gestopt en de zon schijnt zelfs een beetje. We maken de tent leeg en pakken alles in. De tent laten we nog even staan om uit te waaien en nadien hangen we ze aan de wasdraden van de camping. Een natte tent inpakken is geen lolletje en het weegt altijd een beetje meer. We gaan in de campingwinkel nog wat eten kopen voor onderweg en ontbijten doen we op het terras van het restaurant. We zien al veel pelgrims voorbij trekken. Die komen vermoedelijk uit de herberg aan de andere zijde van het dorp. We vertrekken om 10.30u als de tent volledig droog is en gaan onmiddellijk de N-634, een belangrijke weg, op. Gelukkig is het niet zo druk vandaag, want er is niet altijd een voetpad. Net voor we de viaduct van de E-70 (A8) ondelopen, moeten we een keuze maken. Ofwel nemen we de officiële weg de heuvels op en door boswegen, ofwel de variant via de N-634. Minder aantrekkelijk, maar gemakkelijker en 13 km in plaats van 25 km tot Laredo. We kiezen voor de varinate en blijven de weg volgen tot in El Pontarron, waar we snel nog een koffie drinken in de lokale bar. Dan gaat het verder over de ria de heuvels in via haarspeldbochten en soms gevaarlijk in de bochten waar geen voetpad is. De zon schijnt nu volop en dat doet deugd na een natte nacht. We lopen regelmatig onder of langs de autosnemweg die Bilbao en Santander met elkaar verbinden. De Autovia del Cantrabrico. We wandelen zo naar Liendo met de prachtige Indianos architectuur. We drinken nog een pintje, vooraleer we naar de kerk van Liendo lopen. Hier vlakbij is ook de pelgrimsherberg en we zien dat er al enkele mensen zijn toegekomen. Via de I-Phone hadden we al gezien dat het rond 14u zou gaan regenen en dat klopte als een bus. We krijgen een heus onweer over ons heen. Als de regen iets mindert, lopen we verder, maar we zijn nog niet veel verder als plots alle hemelsluizen open gaan. Het water gutst naar beneden en de helling die we opmoeten, wordt herschapen in een snelstromend riviertje. We zijn kletsnat en het water staat in mijn schoenen. We lopen verder de helling op tot we in de voorstad van Laredo komen. Ik giet mijn schoenen uit en doe mijn sandalen aan. De schoenen bind ik aan de rugzak. We zien Laredo onder ons liggen. We moeten nog een heel stuk naar beneden tot we in de stad aankomen. In het centrum zoeken we een bar op om wat op te drogen en we drinken een hete chocomelk. Ik geef mijn fleece aan Nele, zodat ze wat kan opwarmen. We vertrekken richting het strand en volgen de dijk die vol diepe plassen staat. Ik heb het koud en wil zo snel mogelijk de jeugdherberg bereiken om te douchen en op te warmen. Nele wil nog even via het strand wandelen, maar ik heb er geen zin in en loop verder. Ontgoocheld volgt Nele me, niet begrijpend waarom ik niet even het strand op wilde. Nadien, als ik haar had uitgelegd dat ik het echt koud had toen, begreep ze het. We lopen naar het uiteinde van Laredo waar we een veerpont kunnen nemen op het strand om Santona te bereiken. Nele is zelf stuurman op een schip en ze is verbaasd dat het bootje tot op het strand vaart. We stappen op het bootje en varen naar Santona. Ik haal snel een stadsplan aan een toerisme kiosk op de dijk en laat me uitleggen waar de jeugdherberg is. Snel daar naar toe en inchecken. De herberg ligt vlak bij de haven en is een kayak- en zeilschool. De fabrieken van de vermaarde Santona ansjovis liggen vlakbij. We delen de kamer met een heel sympathiek Italiaans koppel die ook een stuk van de Camino lopen. Na de douche doen we de was. Ik blijf het moeilijk hebben om op te warmen. Het eten is vrij laat, om 8.30u. Aan de tafel zijn er 6 pelgrims. Wij, het Italiaans koppel en twee heel leuke Spaanse vriendinnen uit Barcelona. Deze laatsten lopen tot Santander. Nadien vroeg in bed.













    15-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    14-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 83: Pobena - Onton - Miono - Castro-Urdiales - Allendelagua - Cerdigo - Islares - 24,6 km
    Het went niet. Heel vroeg, om half 6 al, staan de eerste pelgrims op. We laten ons meeslepen door de massa en gaan er ook uit. Ontbijten doen we in de bar waar we gisterenavond al gegeten hebben. Er zijn nog pelgrims die hier ontbijten. Het is grijs en het regent een beetje. Vanuit Pobena gaan we onmiddellijk via een trappenweg naar de rotsen met een schitterend uitzicht op zee. We zien hier ook de schepen voor anker liggen, klaar om de haven van Portugalete binnen te varen. Gelukkig stopt het met regenen en komt de zon er door. Het panoramisch pad loopt tot Onton via een gemakkelijk wandelpad dat boven de rotsen loopt. Halfweg Pobena en Onton nemen we afscheid van het Baskenland en wandelen Cantabrië binnen. In Onton moeten we beslissen of we de officiële Camino volgen via onverharde wegen via de Helguerapas of de variant over de Rijksweg. Die laatste is 8 km korter. We beslissen om de Rijksweg te blijven volgen. In een benzinestation, bij de afrit van de E-70, kopen we een fruitsapje en een stuc chocolade. Dan gaan we verder en lopen door naar Miono. Volgens onze gids kunnen we hier wat inkopen doen en zouden er café's zijn, maar niets. We zien niets wat in de verste verte op een winkel of café lijkt. De route die we volgen slingert rond de E-70 en regelmatig gaan we onder een hoge viaduct door terwijl de auto's en vrachtwagens er over razen. De zon is nu volledig terug en het begint heerlijk op te warmen. Het parcours loopt nu via de N-634 en is behoorlijk druk. We stappen dus goed door. Het gaat ook soms stijl naar boven of beneden. Net voor Castro beslissen we om van de N-634, zonder voetpad, af te gaan en we lopen door een residentiële buurt waar nog volop nieuwe appartementen worden bijgebouwd. Via kleine straten komen we uiteindelijk aan de Playa de Brazomar van Castro. We wandelen over een heuse promenade op de dijk. Aan de pier zien we al enkele zwemmers en gezien het al echt warm is, plonsen we ook de zee in. Heerlijk, ondanks het koude water. We wandelen verder tot het centrum dat vlak bij de jachthaven ligt. Van daar hebben we een prachtig uitzicht op de Santa Maria kerk dat het stadsbeeld overheerst. Castro-Urdiales. Castro-Urdiales had tijdens de middeleeuwen samen met Laredo, Santander en San Vicente de la Barquera het monopolie over het handelsverkeer met Vlaanderen. Daarom zien we vermoedelijk een huis dat Casa d'Ostende noemt en komen we langs een strand met de naam Playa Ostende. We eten een sandwich op een bankje aan de dijk en gaan dan verder. Iets rond 14u passeren we, vlak na de stierengevecht arena, de pelgrimsherberg van Castro. Hier staan al veel pelgrims aan te schuiven voor een plaatsje. De meesten herkennen we van deze morgen, maar er zitten ook wat nieuwe gezichten tussen. We beginnen te stijgen naar het volgende gehucht, nu over een minder aantrekkelijk stukje weg. Nele en ik lachen ons een breuk met de beschrijving van het dorp Allendelagua in onze gids. Hierin staat beschreven dat dit boerendorpje naar koeien ruikt. We hebben geen enkele koe geroken. Wat een nutteloze informatie. We wandelen verder naar Cerdigo en lopen een stuk langs de E-70 vooraleer onder deze autoweg te gaan en het dorp te bereiken. Vanaf Cerdigo gaat het via een poortje het bos in en we lopen over een bospad met grote keien en boomwortels. Na het bos komt een grasland op de kam van een rots met weeral een prachtig zicht op zee. Deze kam volgen we een tijdje. Twee jonge vrouwelijke pelgrims halen ons in en lopen voorbij. "Buen Camino" is alles wat ze zeggen. We lopen Islares binnen en komen langs de herberg. Ook hier zien we pelgrims rondlopen. Wij stappen echter door naar de andere kant van Islares om in te checken in de camping. Onderweg komt een jonge Italiaan met zijn fiets naast ons rijden. Hij is in Bordeaux vertrokken en is ook op weg naar Santiago. Hij rijdt vandaag nog door naar Santona. Bij het binnen komen van de camping zien we een bord waarop staat dat er 2 bungalowtjes voor telkens 2 pelgrims beschikbaar zijn. Gezien de weersverwachting voorspelt dat het 's avonds en 's nachts hard gaat regenen gaat onze voorkeur naar deze bungalows uit. Deze zijn echter al ingenomen door Duitsers die ook al in Pobena waren. Het wordt dus toch de tent. De Duitsers zitten op het terras en hebben veel lol. De mannelijke Duitsers waren eerst in de herberg geweest en zijn terug vertrokken. Niet proper en stapelbedden met 3 verdiepingen. De 2 Duitse vriendinnen waren 10 dagen aan het wandelen en keren morgen terug naar huis via Bilbao. We zetten onze tent op voor dat het regent en krijgen Engelse motorrijders met heel kleine tentjes als buren. Dan gaan we een pelgrimsmenu in de bar eten. De Duitsers zijn er ook nog en de dames zijn al behoorlijk dronken. Ze vieren blijkbaar hun laatste dag. Tijdens de nacht regende het heel fel, maar gelukkig bleef in de tent alles droog.















    14-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    13-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 82:Portugalete - Zierbana/Playa de arena - Pobena - 12,7 km
    Het regent weer als we 's morgens vertrekken en het is redelijk fris. Eerst een ontbijtje versieren in een plaatselijke bar en dan weg. Het is vrij druk om langs de grote wegen, die Portugalete verlaten, te marcheren. Maar al gauw komen we op een schitterend fiets/wandelpad terecht met bruggen over de hoofdwegen. Dit fiets/wandelpad volgen we bijna tot onze bestemming. We gaan terug de heuvels in, maar er zijn geen felle beklimmingen of afdalingen. We komen langs kleine dorpjes, verscholen tussen velden en bossen. En dan komen we terug aan de zee. Het regent nog altijd en er staat een gure wind. Hier komen we terug wat pelgrims tegen. We drinken een koffie en eten Pintxos in een bar vlak bij het strand. Langs het strand lopen we naar de voetgangersbrug die ons over de Ria naar Pobena brengt. In de middeleeuwen moesten pelgrims met een bootje deze ria oversteken. We komen vrij vroeg in de herberg (een oude school en beheerd door vrijwilligers) aan. Deze gaat pas om 15u open. We zetten onze rugzak in de rij zoals het hoort en gaan dan nog iets drinken. Tegen dat we terug aan de herberg komen, staat er al een lange rij pelgrims aan te schuiven. Onze rugzakken staan nog altijd aan de deur. Deze nieuwe pelgrims kennen blijkbaar de regel van de rugzak in de rij niet. We worden hartelijk ontvangen door een vrijwilliger. De slaapzaal loopt al snel vol met diverse nationaliteiten. Maar de Duitsers zijn in de meerderheid. 's Avonds eten we in een restaurant een pelgrimsmenu met fles wijn. Nadien terug vroeg in bed. De eersten liggen al in bed. Zitten we terug op een pelgrimpiek? 













    13-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    12-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 81: Bilbao - Zorrotza - Barakaldo - Sestao - Portugalete - 17,7 km
    Een beetje jammer dat we Bilbao al achter ons moeten laten. Hier is nog heel veel te zien, maar het is wel de bedoeling om ooit in Santiago toe te komen. We nemen de metro naar het centrum van Bilbao en willen nog eens proberen om de kathedraal te bezoeken. Maar weer eens geen geluk. Alles is potdicht, ondanks dat het zondag is. We ontmoeten 3 jongedames (een Duitse, een Italiaanse en een Australische) die vandaag hun eerste stappen zetten voor hun traject Bilbao - Santiago. Als ze horen dat wij al enige tijd vanuit België aan het stappen zijn, krijgen we wow, fantastic, amazing,... te horen. Ze willen ook de kathedraal bezoeken om een stempel te krijgen voor ze definitief vertrekken en willen nog een beetje wachten. De Australische moet ook nog een Credential kopen. Wij vertrekken en gaan richting het Guggenheim museum. De officiële Jacobsroute gaat terug de heuvels in, maar in het toerisme bureau vertelden ze ons dat we de ria richting zee moeten volgen. Er zijn wandelpaden over de hele weg en de signalisatie voor de Jacobsweg werd ook voor deze route aangebracht. We verkiezen om de Ria te volgen en zo krijgen we nog eens de kans om het Guggenheim museum te zien. We gaan over de wandelbrug Zubizuri en lopen langs de andere zijde van de Ria om een prachtig zicht te hebben op het museum, de beroemde spin en de Puppy. Als we het museum voorbij zijn, gaan we weer naar de linkerkant van de Ria via de voetgangersbrug Pedro Arrupe Zubia die ons naar het Parque de Abando brengt. Hier ligt een mooie wandellaan richting zee. Er is een grote loopwedstrijd en we zien honderden mensen die zich aan het opwarmen zijn. We stappen de stad uit en komen in de voorsteden van Bilbao met oude archeologische industrie bouwwerken en de oude havens. We drinken snel nog een koffie in een cafeetje en stappen dan verder. Een interessante weg en eens iets anders dan de bossen en de velden waarlangs we altijd lopen. In Sestao moeten we plots weer stijl omhoog. We passeren een Duitse pelgrim met strooien hoed. In het centrum van Sestao is er een cafeetje en een winkeltje. We drinken een pintje en kopen brood, ham en kaas voor de lunch. We eten dit op op een bankje bij de speeltuin. Op dit moment zijn er veel mensen op het pleintje, de kinderen spelen in hun zondagse kleren op de speeltuigen of voetballen een beetje. De Duitser houdt hier ook even halt. Hij komt uit Kiel, maar is in Spanje vertrokken. We stappen verder en komen zo al snel in de voorsteden van Portugalete. Henny, de hospitalierie van Mont-de-Marsan, heeft ons aangespoord om zeker de hangbrug van Portugalete over te gaan. We beslissen om een slaapplaats te zoeken in deze stad om toch nog uitgebreid de brug te zien. We vinden een goedkoop hostelletje met pelgrimskorting en checken hier eerst in. We worden opgevangen door een uiterst vriendelijke oudere man. Na het douchen gaan we richting centrum en naar de hangbrug. We nemen de gondel om aan de overkant te geraken, drinken daar een wijntje en keren langs de voetgangersbrug op 40 meter hoogte. Echt spectaculair en de 7 euro zeker waard. We wandelen nog even door het oude centrum en gaan dan op zoek naar een eethuisje. Jammer genoeg eten de Spanjaarden zo vroeg nog niet. De terrasjes zitten vol, maar we kunnen alleen tapa's krijgen. We maken gebruik van de voetgangersroltrappen om het hoger gelegen deel van de stad te bereiken. Daar ligt ook het hostel. We eindigen in een nogal groezelige kebab zaak en eten dan maar daar. In de zaak zijn we getuige van een kleine schermutseling tussen een personeelslid en een klant. Niet echt een plek om lang te blijven. Na de kebab gaan we nog een wijntje drinken op een terras vlakbij en gaan dan naar het hostel. Morgen moeten we verder.











    12-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    11-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 80: Bilbao rust
    We ontbijten in de jeugdherberg en nadien maken we gebruik van de waskelder om al onze was te doen. We maken onze rugzakken volledig leeg en leggen de spullen, die we zeker niet meer nodig hebben aan de kant. Die spullen brengen we straks naar de post en die gaan naar huis. Omdat de Camino Primitivo als zeer zwaar wordt omschreven houden we enkel de hoogstnoodzakelijke spullen bij om te overleven. We gaan heel kritisch te werk en slagen er in om samen iets over 4 kg naar de post te brengen. Het is al 13u alvorens we in het centrum van Bilbao aankomen. Eerst naar de post en nadien eten we in een bar wat Pintxos. En dan gaat het naar het Guggenheim museum. Een must als je Bilbao bezoekt. Na het museum bezoek schijnt de zon volop en flaneren we nog door deze prachtige, zuivere en bruisende stad en drinken iets op de Plaza Nueva. Als we de kathedraal willen bezoeken, is er net een mis bezig. We zullen later terug komen. We gaan een meeneem wok eten en proberen dan terug de kathedraal te bezoeken, maar nu is ze gesloten. Jammer. We







    11-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    10-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 79: Morga - Goikolexea - Larrabetzu - Lezama - Zamudio - Monte Avril - Bilbao - 28 km
    Gisteren hadden we een zeer korte etappe afgelegd om uit de vloedgolf van pelgrims te geraken. Vandaag moeten we dus een langere afstand afleggen, maar we kunnen het langzaam aan doen. In Bilbao gaan we in een jeugdherberg met pelgrimskorting overnachten. De pelgrims in de herberg beginnen ook op te staan rond 6u, maar ze zijn rustiger. We staan ook op omdat we de herberg tegen 8u moeten verlaten. Het ontbijt is heel karig. Koffie, een paar schijfjes Frans brood, confituur en ananassap. Als Nele haar rugzak in de kamer gaat halen om 7.30u zegt de eigenaar "It's time to go". Dat is duidelijk dan. Het is grijs en het miezelt een beetje. We zijn de laatsten om te vertrekken. Al vrij snel wandelen we berg op en berg af door bossen en door kleine boerengehuchten. Bij het binnenlopen van Larrabetzu volgen we de BI-2713. In het stadje drinken we een terras en zien het Amerikaans koppel terug. Dan stappen we verder via de BI-3713 richting Lezama. Het begint hard te regenen en we lopen langs een drukke baan. Het enige voordeel is dat we in het dal lopen en dat er vrijwel geen hellingen meer zijn. In Lezama schuilen we even voor de regen en drinken een koffie en eten een koek. We gaan verder, door de regen, richting Zamudio. Nu langs de drukke BI-737, één van de toegangswegen naar Bilbao. De vliegtuigen, die in Bilbao landen, scheren vrij laag over ons. We blijven deze drukke verkeersas volgen tot in Zamudio. Aan de kerk van Zamudio gaan we links in en komen in een industrieterrein. We volgen tot we via een bruggetje de autobaan overgaan. En dan begint de echte beklimming. We moeten over de top van Monte Avril om Bilbao in het andere dal te bereiken. Deze klim is echt heel pittig en brengt ons op 474 meter hoogte. Van hier hebben we een fantastisch uitzicht van de agglomeratie Bilbao. In de verte zien we de luchthaven, het Guggenheim museum, de bruggen van Bilbao,... Dan begint de afdaling. Op de weg naar beneden komen we nog in het restaurant Léon aan, maar gezien het al 15u is, kunnen we geen eten meer krijgen. Ik haal 2 kleine blikjes nootjes uit een automaat. Dit wordt dan de lunch voor vandaag. De afdaling naar Bilbao is al even pittig dan de beklimming. We komen in de typische voorsteden met drukke wegen, winkels en appartementsgebouwen. Gezien de siësta zijn er geen winkels open, maar we vinden wel een cafeetje met Pintxos. Daar eten we iets. We lopen dan nog enkele km naar de jeugdherberg "Good Hostel" en checken in. De kamer delen we met 4 andere mensen. Een vrouw uit Aken die de pelgrimstocht probeerde, zal hier stoppen. Ze had te veel last van de voeten en de spieren. Ze had haar vliegtuig terug al geboekt en verblijft enkele dagen in het Hostel. Zeer vriendelijke dame. Nadien komt er nog een Spaanse moto rijder en 2 Spaanse vrouwen bij ons liggen. Tijdens ons verblijf is er een jongeren sportclub op bezoek en daarom is het vrij luidruchtig in de jeugdherberg. De herberg ligt een heel eind van het centrum van Bilbao en daarom kopen we een 24u kaart voor de metro. We bezoeken Bilbao heel vlug en gaan dan op zoek naar een eethuisje. Die zijn er genoeg. Nele had iets gevonden op Trip Adviser, maar daar konden we nog niets krijgen. Te vroeg. Uiteindelijk vinden we een Chinees waar we om 20.30u binnen kunnen. We zijn de eersten. Om 21.30u liep de zaak plots vol. Spanjaarden eten iets later dan wij. We lopen nog wat rond in het prachtige Bilbao en eten als afsluiter nog een ijsje. Het is middernacht als we in de jeugdherberg terug zijn.
     














    10-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    09-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 78: Gernika - Eskerika(Morga) - 8 km
    Het is nog geen 6u en er is al volop beweging in de jeugdherberg. We doen rustig aan, want het is toch aanschuiven in de gemeenschappelijke badkamers en toiletten. Tegen dat we aanschuiven aan het ontbijt, is iedereen al vertrokken, buiten 4 jonge Spanjaarden die het blijkbaar ook rustiger willen doen. We hadden gepland om door te stappen naar Lezama, 20,5 km verder, maar we hoorden dat de meesten van plan waren om naar de gemeentelijke herberg van Lezama te gaan en daar zijn maar 20 plaatsen. We lagen in de jeugdherberg met veel meer mensen. De Nieuw-Zeelandse vertelde ons dat ze tot in Lezama wilde stappen om van daar uit de bus te nemen naar Bilbao. We gaan er van uit dat het misschien een probleem zal worden om een slaapplaats te zoeken. We vertrekken na het ontbijt en gaan door het historisch centrum van Gernika. Gernika was de historische hoofdstad van de heerlijkheid Biskaje. De heren van Biskaje, later de koningen van Spanje, legden hier de eed af onder een eeuwenoude eik. In een klein rond paviljoen staat nog het overblijfsel van de oudste voorouder van de eik. We lopen verder en komen in de voorsteden en drinken nog snel een koffie. Al vrij snel begint het weer te stijgen. Vandaag moeten we over de Alto de Morga.We volgen een historische weg, waarlangs vroeger de Heren van Biscaje reisde op zijn route naar Gernika om de eed af te leggen. Het is zonnig en vrij warm. Gezellig. In Morga, een klein dorpje op de heuvelkam, rusten we even en beslissen wat we gaan doen. Het is duidelijk dat we op een pelgrimspiek zitten en dat we het best even afremmen. In Eskerika Morga, een 300 meter verder, is er een private herberg waar we terecht kunnen. We gaan even kijken en het ziet er heel deftig uit. Een landelijke woning in de typische stijl van Biskaje. We beslissen om hier te blijven. Het is pas 12u en de herberg gaat pas open om 15u. We blijven dus in het gras voor de herberg om te wachten tot de eigenaar open doet. We zijn in ieder geval de eersten. Een uurtje later komt er nog een Duitse pelgrim bij. Als de eigenaar uiteindelijk toekomt, stromen er meer pelgrims toe. We kennen ze niet, dit zijn de pelgrims van de volgende golf. De herberg is best gezellig, zeer proper, met leuke tuin en open keuken, waar je zelf kan koken. De eigenaar stroomt niet echt over van vriendelijkheid. Uiteindelijk zijn we met een 12-tal personen. Wij, de Duitse, een koppel Italianen, 3 Spanjaarden, een jong koppel Amerikanen en 2 dames die een Slavische taal spraken, maar die geen behoefte hadden om contact te hebben met anderen. Ze bleven in bed van zodra ze toekwamen. Gelukkig kunnen we wat eten kopen in de herberg en we maken in de openluchtkeuken een heerlijke groenten omelet. Nadien praten we nog wat met het Italiaans koppel. Zij hebben de Primitivo al gedaan en geven ons heel nuttige informatie over de plaatsen die we zeker moeten bezoeken. Deze groep pelgrims is veel rustiger dan de groep waar we de laatste dagen en sinds Irun in zaten. Deze mensen, buiten de 2 dames in bed, genieten van de lente avond in de tuin en babbelen met de mede pelgrims. Geen stress, geen lawaai en meer de attitude van "moregn zien we wel hoe het verder moet". Dit is meer onze stijl. 









    09-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    08-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 77: Markina-Xemein - Iruzubieta - Bolibar - Monasterio de Zenaruza - Gerrikaitz/Munitibar - Guernica - 25 km
    Al heel vroeg, het is nog donker en ik vermoed dat het nog geen half 6 is, begint het geritsel terug. De Nieuw Zeelandse dame slaapt in het bed naast mij en springt als eerste uit het bed. Haar hoofdlampje flitst af en toe recht in mijn gezicht wat best heel onaangenaam is. De andere pelgrims in de zaal springen ook uit bed en het geroezemoes en het geritsel begint weer. Als ik uiteindelijk mijn bed uit kruip, is meer dan de helft al vertrokken. Nele slaapt nog en ik laat haar liggen. Als ze haar ogen open doet zie ik haar verbaasde blik. Op een enkeling na is de slaapzaal leeg. We maken ons langzaam klaar en verlaten het klooster omstreeks 7u. We gaan op zoek naar een café om te ontbijten. In dit cafeetje zit het al vol pelgrims. Er zijn er toch nog die de tijd nemen om rustig te ontbijten. De meesten eten snel iets in het klooster om dan snel te kunnen vertrekken. We eten samen met een koppel dat oorspronkelijk uit Oost-Duitsland komt en nog voor de val van de Berlijnse muur naar het westen zijn gevlucht. We vertrekken uit Markina-Xemein en volgen eerst een wandelpad naast een drukke baan tot in Iruzubieta. Dan is er een geasfalteerde weg die overgaat in een steile bosweg tot in Bolibar, een heel mooi dorpje en geboortegrond van de familie van Simon Bolivar, bevrijder van Zuid-Amerika. Met veel andere pelgrims rusten we hier even en gaan dan verder. Een terrasje was nog niet mogelijk omdat alle zaken nog toe zijn. Ondertussen stijgen de temperaturen en het is volop zon. Na Bolibar gaan we een bospad op en begint weer een goede klim naar de "Monasterio de Zenanuza", een prachtige abdij, gesticht in de 11de eeuw. De abdij wordt nog altijd bewoond door paters en beschikt ook over een pelgrimsherberg. Vanaf Zenaruza gaat het weer naar beneden over een zeer mooi pad door de bossen. Hier is de laatste jaren fel gewerkt aan het vernieuwen van de bospaden. Als het stijl naar beneden gaat, hoeft de pelgrim niet meer naar beneden te schuiven over een pad met stenen, maar is er een lange en comfortabele houten trap. In het dorpje Munitibar vinden we een hele hoop pelgrims terug op het terras van het cafeetje op het plein. We dachten dat de Camino del Norte geen drukke pelgrimsweg is, maar dat gaat nu niet meer op. Ze zijn overal. We drinken iets en eten een Pintxos en gaan dan verder. Het Oost-Duits koppel is er ook. Ze liggen alle twee in de schaduw van de kerk naast de rivier te slapen. Om Munitibar te verlaten moeten we eerst terug de helling op. Een korte maar pittige klim. Nadien gaat het terrein langzaam omhoog en omlaag. We lopen door mooi verzorgde en nieuw aangelegde wandelpaden door het bos langs een klaterend beekje. Heel mooi. We moeten ook 2x een beekje overschrijden en aan één van de beekjes koelen we de voeten wat af. Echt verkwikkend. De afdaling naar Gernika gaat over een asfaltweg en dan via de drukke BI-3224. In Arratzu vinden we onverwacht een café met terras en we bestellen een goede frisse Ice-Tea. Het is heel warm. We lopen ongeveer een uurtje verder langs de drukke baan met een goed en veilig voetgangerspad en bereiken dan de eerste gebouwen van Gernika, best wel een grote en drukke stad. We lopen onmiddellijk naar de jeugdherberg en hopen dat er nog plaats is. Alles is volgeboekt door pelgrims, maar net dan beslissen 2 Amerikaanse pelgrims om hun kamer toch niet te nemen omdat het te vol en te druk is in de herberg. We hebben dus geluk. We kunnen slapen. De 2 Noorse dames die na ons binnen komen, hebben geen geluk en moeten elders naar toe. Ik had wel medelijden met hen, want ze zagen er alle twee uitgeput uit. Het is dus inderdaad heel druk in de herberg. De bedden in de kamertjes staan bijna tegen elkaar. We douchen snel en gaan het centrum in om iets te drinken en inkopen voor de volgende dag te doen. Als we op een terras zitten, komt de Nieuw-Zeelandse even bij ons zitten. Ze was hier al om 13u, was als eerste in de herberg, is dan in bed gekropen tot 17u en nu zoekt ze snel iets om te eten, want nadien wil ze terug in bed. We vragen ons af of ze ook nog geniet van haar Camino. Zeker onze stijl niet. We gaan nog een ijsje eten en gaan dan Pintxos eten in een bar. We doen inkopen in de Eroski en gaan dan terug naar de drukke herberg. 













    08-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    07-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 76: Ibiri Aurora - Olatz - Markina Xemein - 14,7 km
    De herberg zit goed vol. Deze herberg is vrij nieuw. Vroeger was het een stal en die is verbouwd tot een luxueuze herberg. Er is een mannen- en vrouwen slaapzaal. 's Morgens springen de meeste pelgrims heel vroeg uit bed en beginnen ze aan hun rugzakken te prutsen. Nog voor ik uit bed ben, zijn de eersten al weg. Wij hebben ingeschreven voor het ontbijt. Een Nieuw-Zeelandse dame vertrok al heel vroeg, maar plots staat ze terug in de herberg. Ze was verloren gelopen, wat vreemd is want de signalisatie van de weg is op dit traject heel goed. Wij vertrekken rond 7u. Het wordt een mooie wandeling. Het landschap ziet er heel Oostenrijks uit. Tot Olatz stijgen we niet zo veel. Olatz is een rustig boerendorpje en heel typisch voor Euskadië. Er is een cafeetje, maar de eigenaars openen als ze er zin in hebben. Vandaag is het toe, dus geen bevoorrading tot ons eindpunt. Na Olatz starten we al snel met de beklimming van de Col van Arno. Om de top te bereiken slingeren we ons langs een mooi geasfalteerd pad langs dennenbossen omhoog. Een echte kuitenbijter. Nu zijn we met heel veel pelgrims onderweg. Er lopen er achter ons, voor ons en soms zien we een groepje van links of rechts de weg op springen. Vooral de groepjes Spanjaarden en Amerikanen ontsieren de rustige omgeving door hun luidruchtig gebabbel. Als we bij de top van Col van Arno bereiken, lopen we een eindje over de kam, met kleine hellingen en afdalingen door een schitterend boslandschap en dan beginnen we de fameuze afdaling naar Markina-Xemein dat in een dal ligt. Het is ondertussen heel zonnig en warm geworden. Bij het binnenkomen van de stad, komen we voorbij een kerkje waarvan het altaar bestaat uit 3 grote rotsblokken die tegen elkaar leunen en daartussen een maria beeldje. We lopen eerst naar het toerisme bureau voor informatie. Het is net na 14u en om 15u gaat de herberg, die gevestigd is in het oude Karmelietessen klooster, open. Iets voor 15u melden we ons aan en het blijkt dat er al heel veel pelgrims een bed gekregen hebben. Een vrijwilliger van de Asociacion de Amigos del Camino de Vizcaya wijst ons de bedden aan in zaal C. We instaleren ons en gaan onmiddellijk het stadje in om iets te drinken en al wat eten te kopen voor de volgende dag. Na de douche keren we terug om een pelgrimsmenu te eten. De Nieuw-Zeelandse en een Nederlandse jongedame stellen ons het restaurantje "Vega" voor dat een heel goed pelgrimsmenu aanbiedt voor een heel goede prijs. En ja,we worden voor een super prijs echt verwend met een drie gangen diner met een fles wijn en water. We eten samen met een jonge vrouw uit Ierland die in onze kamer sliep in Irun. Restaurant Vega is bekend bij de pelgrims voor de uitstekende en goedkope pelgrimsmaaltijden. Zeker een aanrader. Na het eten gaan we nog even iets drinken in dit gezellig Baskisch stadje. We zien dat veel pelgrims rond 21u al naar het klooster vertrekken. Het is nog geen 22u als we het klooster binnen komen. De zaal is donker en iedereen ligt al in bed. Jammer!

















    07-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    06-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 75: Deba - Ermita del Calvario - Ibiri Aurora - 4,5 km
    We genieten van een heerlijk ontbijtbuffet in het hostel. Dat was al lang geleden. We lopen nog wat rond in het stadje en gaan ook nog even naar het strand. Om 12u moeten we uit het hostel en we trekken met de rugzak naar het centrum van Deba. Daar zien we hordes pelgrims toestromen. We tellen er minstens 40. We eten snel iets en kopen wat mondvoorraad. Nele gaat op zoek voor postzegels, maar blijkbaar zijn die in Deba niet gemakkelijk te vinden. Vandaag doen we een korte etappe. 4,5 km de heuvels in. Daar is een nieuwe herberg op de volgweg. We verlaten Deba door over de spoorweg te gaan, dan over een voetgangersbrug over de ria. We volgen een stukje de ria richting zee en dan naar rechts een stijl pad naar boven. We zien Deba onder ons kleiner en kleiner worden en af en toe zien we de zee in de verte. Dan gaat het omhoog tot Ermita del Calvario, Een mooie kerk, maar alles is dicht, zelfs de cafétaria. We stijgen bijna 300 meter op 4 km.Op een gegeven moment bereiken we de nieuwe herberg voor pelgrims en we worden hartelijk onthaald door de gastheer. We reserveren hier ook het avondmaal en het ontbijt. De herberg vult zich al snel op met pelgrims. Amerikanen, Duitsers, Fransen, een Nieuw Zeelandse, Spanjaarden en wij. Ook de 2 aangeklede pelgrims van Zarautz komen we hier tegen. Iedereen doet zijn wasje en plasje en drinkt iets op het terras. Na het avondmaal genieten we nog van een prachtige zonsondergang. Net als alle andere pelgrims gaan we niet te laat slapen.











    06-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    05-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 74: Zarautz - Getaria - Askizu - Zumaia - Elorriaga - Deba - 21,3 km
    Iets na 6u staan we op om in te pakken. De tent is wat vochtig aan de buitenkant. Om 7u eten we samen met de jongens en meisjes van Board X een lekker ontbijt. Alles is eenvoudig. We eten rechtstaand zonder koffie, maar het brood, toespijs, yoghurt smaken geweldig. We gaan van de camping via een wandelweg/trap richting strand van Zarautz. We lopen vanop het strand met de voeten in het zeewater naar de dijk om een koffie te drinken. We komen 2 Spaanse pelgrims in volledige tenue tegen. Deze 2 mannen hebben er al veel Camino's opzitten. Nadien gaan we verder langs de kustweg met prachtige zeezichten tot in het stadje Getaria. Daar drinken we nog een koffie en eten een taartje. Het begint heerlijk warm te worden, de zon schijnt volop. We verlaten Getaria en beginnen onmiddellijk met een stijging tot het mooie dorpje Askizu met mooie gebouwen met zeezicht en een mooie kerk die jammer genoeg gesloten is. We lopen verder en beginnen aan de afdaling naar Zumaia, een prachtig havenstadje dat heel toeristisch is. Alhoewel het zondag is, zijn alle winkels en café's open. Wat een verschil met Frankrijk waar alles dicht is op zondag.We kopen tomaten en mozarella, brood, worst en kaas en eten dit op de dijk. We wandelen nadien verder en we lopen een tijdje samen met een Belgische man met Roemeense afkomst en zijn Duitse vriendin die in Brussel woont. Na een km of 2 gaat het heel stijl omhoog, gelukkig langs asfalt wegen. Er zijn veel Spanjaarden op wandel. We stijgen tot 320 meter hoogte in Elorriaga, Vroeger was dit de enige doorgang voor pelgrims en dit is nu nog altijd het geval. Nu is er een picknickplaats en er zijn veel mensen aanwezig. Hier hebben we de keuze. Ofwel nemen we de Jacobsweg die naar het schijnt heel lastig is door de stijging tot Itziar, ofwel nemen we de GR 121 die langs de kustlijn loopt. We kiezen voor het tweede en lopen de GR op. Eerst is het natuurlijk een prachtig parcours met fantastische zichten op de rotsachtige kustlijn, maar nadien krijgen we enkele stijgingen en afdalingen te verwerken die toch heel zwaar zijn met de rugzak. Gezien de kustlijn doorsneden is door baaien en ria's zakken stijgen we regelmatig tot 200 à 270 meter om dan terug te zakken tot 50 à 70 meter en dit op zeer korte afstanden van elkaar. We lopen op een gegeven moment ook verkeerd, maar na een 1,5 km toont een Spanjaard ons de juiste weg. We volgen hem, in snel tempo, tot de plaats waar we verkeerd zijn gegaan. Het is geen gemakkelijk parcours, maar wel wondermooi. Aan dit traject lijkt geen einde te komen. Telkens we terug naar beneden gaan, denken we dat Deba zal verschijnen, maar dan gaat het weer stijl naar boven. We eindigen in de buurt van Deba. We zien het kuststadje al liggen, maar het wandelpad stuurt ons terug naar boven, langs een ruine van een kapel. Dan begint een helse afdaling via een ongemakkelijk kasseienpad en vele trappen. Vrij uitgeput komen we in het centrum van Deba aan en gaan daar een pintje drinken op een terras. We hebben een hostel geboekt en wandelen er naar toe. Onderweg komen we Walter uit Brasschaat tegen. Hij slaapt in een herberg. Bij aankomst in het hostel blijkt de reservering niet in orde te zijn. De receptionist geeft ons een upgrade. We krijgen een kamer met zicht op zee inclusief ontbijt en gebruik van de Spa. En dat terwijl we een simpele kamer zonder ontbijt hadden gevraagd. Een mens mag wat geluk hebben ook. 's Avonds gaan we de stad in en eten een pelgrimsmenu in een restaurantje.













    05-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    04-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 73: San Sebastian - Orio - Zarautz - 21,1 km
    We zoeken ontbijt in San Sebastian en eten dit op op een bankje op de dijk. We zien veel pelgrims passeren. Nele zal vandaag de hele dag op sandalen lopen en zien of dit beter gaat. We stappen nog een stuk langs de dijk en dan moeten we de berg Igueldo op via trapjes en kleine asfaltwegjes. Het is nogal mistig op de berg, maar dat heeft ook zijn charmes. Tijdens de klim krijgen we wel mooie uitzichten over de Cantabrische zee. Als we in het dorpje Barrio Igueldo aankomen, zien we een waterpunt voor pelgrims dat werd aangelegd door een lokale vrijwilliger. Aan het waterpunt ontmoeten we een sympathiek Duits koppel. Ze rusten hier wat uit. Nadien gaan we ook verder en al snel komen we in de bossen op de top van de berg via zand en kei wegen die niet altijd even gemakkelijk zijn om te wandelen. We komen in het bos een bron tegen met drinkbaar water. Het gaat verder door de velden. We komen een weide tegen met Alpaca's. Er zijn ook nogal wat pelgrims op de route. We zullen hieraan moeten wennen. Wat een contrast met de rust in Frankrijk. Uiteindelijk begint de lange afdaling naar Orio via een zeer slecht begaanbaar pad. Dit gaat niet zo gemakkelijk. Nele wandelt heel langzaam en voorzichtig op haar sandalen. We gaan onder de autobaan door en passeren de Romaanse kerk van de Heilige Martinus van Tours. In dit kerkje werden in de middeleeuwen pelgrims opgevangen. Ze sliepen in het voorportaal van de kerk. Een koppel toeristen uit Californië spreekt ons aan en vraagt waarom er zoveel "backpackers" op de weg zijn. Hij was verbaasd dat hij op een Camino weg naar Santiago zat. En hij vond het helemaal geweldig dat we al helemaal uit België zijn gestapt. We lopen verder tot in het centrum van Orio en drinken iets. We bestellen ook wat Pintxos voor lunch. Nele is verbaasd dat het al 16u is ondertussen. In Orio doe ik mijn sandalen aan. Het stukje tot Zarautz wandel ik ook op sandalen. We moeten nog een kleine 10 km doen tot Zarautz. We wandelen eerst langs de Ria van Orio en dan gaat het terug stijl omhoog. Gelukkig is het nu een asfaltweg. Onderweg lopen we langs een zigeunerkamp. Via de zoon van mijn broer hebben we een plaatsje kunnen bemachtigen bij een groep jongeren uit Vlaanderen die hier een zomerkamp opslaan voor boardsurfers. Anthony, de leider, ontvangt ons met open armen en we mogen ons tentje opslaan in het kamp. We zoeken een plaatsje met uitzicht op de zee en de baai van Zarautz. We nemen een warme douche en wassen de kleren en dan rijden we met de jongeren mee naar Zarautz om een kebab te eten. Nadien lopen we nog even op het strand en drinken we een rood wijntje. We rijden terug naar het kamp en Nele en ik blijven nog op het terras van het restaurant van de camping zitten om de plaatselijke cider te proberen. Het is na 24u als we richting tent gaan en genieten nog even van het uitzicht op Zarautz by night.















    04-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    03-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 72: Irun - Jaizkibel - Pasaia - San-Sebastian - 27,6 km
    Voor 6u is er al beweging in de herberg en om klokslag 6u worden we gewekt door klaroenmuziek. Is dit het leger? Iedereen wipt uit het bed en begint aan de rugzakken te prutsen. Ik sta rustig op. Nadien krijgen we ontbijt in de herberg. We laten ons mee drijven met de massa en plots staan we om 7u op straat. Nele en ik schieten in de lach omdat we ons record net verbroken hebben. Om 7u klaar. Dat was ons in Frankrijk nooit overkomen. We hebben 2 mogelijke volgwegen. De weg langs de kust via Hondarribia of de route over de berg. We kiezen voor het laatste. De pijlen, die ons over de weg moeten leiden, zijn overschilderd. Men wil ons blijkbaar toch langs de kust laten lopen. We blijven op de weg over de berg. We komen al snel in een natuurgebied, de moerassen van Jaitzubia. Al snel begint de lange klim naar het religieuze complex van het Santuario de Guadelupe. Onderweg krijgen we een mooi uitzicht op Irun, Hondaribba en af en toe de kust. We komen heel veel pelgrims tegen en ook Walter van Brasschaat is er bij. We wandelen een tijdje verder in een rij pelgrims. Het blijft maar stijgen en af en toe dalen via een bijzonder mooi traject. Als we de toppen boven Pasaia bereiken, komen we bij een pelgrimsherberg met vlak daarachter het begin van veel trappen die ons naar Pasaia San Juan brengen. Nele heeft het blijkbaar moeilijk met naar beneden gaan. We komen in het gezellige visserstadje San Juan aan en zetten ons op een terras op het plein. De andere pelgrims kloeken samen op een ander terras. Nele laat haar tranen lopen van de pijn aan haar voeten. De trapjes naar beneden hebben haar de das omgedaan. Ik maak me zorgen. Dit is de eerste dag in Spanje en er zijn er nog heel veel te doen. Na 2 koffie's kunnen we verder. We nemen de barco (veerboot) die ons naar de andere kant van de ria brengen, nl. Pasaia de San Pedro. In San Pedro klaart het gezicht van Nele op. Er liggen sleepboten in het haventje en gezien ze zelf op een sleepboot werkt, kan ze het niet laten om deze in detail te bekijken. We gaan terug op stap, samen met Walter en een Zweedse vrouw en beginnen honderden trappen te bestijgen om bij de vuurtoren (Faro de la Plata) te geraken. Vanaf hier zijn er mooie vergezeichten over de rotsen en de zee. We besluiten om, bij een paar tafels en bankjes, onze lunch op te eten. We vervolgend de weg via een afwisselend pad van boswegen, keien, en kleine asfaltwegjes. Het is allemaal heel mooi. Nele blijft pijn voelen aan haar voeten en ik raad haar aan om op sandalen te lopen, wat ze ook doet. Het lijkt tot mijn opluchting een stuk beter te gaan. Op een gegeven moment komen we ook bij restanten van een oude Romeinse brug. We hebben geboekt in de jeugdherberg van San Sebastian. Als we uiteindelijk afdalen door een magnifiek bos komen we een herberg tegen, maar we staan er niet bij stil dat dit onze gereserveerde herberg is en we starten met een lastig stuk afdaling dat ons naar het strand van Gros bij San Sebastian. Het is ondertussen heel warm geworden en we drinken Radler op een terras aan de dijk. Ondertussen kijken we waar onze herberg ligt en stellen vast dat we ze boven op de top zijn voorbij gegaan. We hebben geen zin om de stad te verlaten om terug naar boven te klauteren en besluiten op het toerismebureau achter mogelijkheden te vragen. Daar kunnen ze ons echter niet verder helpen. Alle accomodatie in San Sebastian zit vol gezien er een Internationale conferentie bezig is in de stad. We zoeken dus iets op Booking.com en ja, er is nog een kamer voor een heel schappelijke prijs pal in het oude centrum. We krijgen een heel keurige en propere kamer. 's Avonds drinken we iets op het terras, bekijken de slaapmogelijkheden voor de volgende dagen en nadien eten we Pintxos in een wereldberoemde Pintxos bar vlak bij ons logement. We sluiten de avond af met een wandeling langs de dijk en de oude stad.













    03-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)
    02-06-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 71: Saint-Jean-Pied-de-Port - Bayonne - Hendaye - Irun - 5 km
    We pakken onze spullen en gaan dan naar het restaurant, waar we gisteren gegeten hebben, om te ontbijten. Dan gaan we terug naar de herberg en wachten op onze lift die ons naar Bayonne zal brengen. Het begint weer goed te regenen als we aan het rijden zijn. In het station van Bayonne komen we groepjes pelgrims uit verschillende landen tegen die gestrand zijn door de treinstakingen. Ze wilden 's morgens de aansluiting nemen naar Saint-Jean, maar moeten nu tot ongeveer 16u wachten op de bus. Wij zoeken uit hoe we in Hendaye kunnen geraken en besluiten om de bus te nemen die rond 14u vertrekt. We zetten ons in de cafétaria van het station. Boze treinstakers verzamelen voor het station met vlaggen en spandoeken voor een demonstratietocht door de stad. "Geef ons meer geld voor minder werk". De pelgrims kijken hen met lede ogen aan. Nele en ik gaan tegenover het station nog een kebab eten en dan stappen we de bus op. De busreis gaat langs de zee en Biaritz en ik merk hoe Nele een sprongetje maakt als ze eindelijk de zee ziet. Ze is gelukkig. Ik ook, want na 2 maanden Frankrijk wil ik eindelijk Spanje binnen stappen. Van het station van Hendaye tot de Puente de Santiago is het niet zo ver. Hier gaan we de grens over. We laten Frankrijk achter ons en beginnen aan ons Spaans avontuur. We wandelen verder tot in Irun en lopen door de stad op weg naar de herberg Péregrinos. Wat een verschil met Frankrijk. Irun bruist van leven, alle winkels en café's zijn open. Nele noemt dit het Walhalla. We gaan noch snel een stadsplan halen van Irun in het toeristenbureau en stappen dan door naar ons verblijf. De herberg bevindt zich op de eerste verdieping van een huis. We worden opgevangen door 2 vrijwilligers. De herberg is bijna vol. 50 à 60 mensen kunnen hier logeren en er zijn maar 2 douches en toilet. We krijgen een kamertje met 2 stapelbedden dat we delen met een Amerikaanse jongen en een Ierse jonge dame. Nele en ik gaan nog inkopen doen voor het avondeten en lunch voor morgen en gaan dan nog even een terrasje doen in Irun. Koken doen we met andere pelgrims in het kleine keukentje van de herberg. We komen Walter uit Brasschaat tegen die morgen zijn eerste dag gaat doen. Verder praten we nog met een Fransman die uit Vézelay is gekomen, maar via Dax naar Irun is gewandeld en een wat ouder Frans vrouwtje dat ook gaat wandelen. Om 22u moet iedereen in bed liggen en de vrijwilligers doen het licht in elke kamer uit. Net zoals op een internaat. Ik slaap deze nacht echt niet goed. 









    02-06-2016 om 00:00 geschreven door Luc Reinquin  


    >> Reageer (0)

    Archief per week
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 28/12-03/01 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs