Dag 89: Polanco - Requejada - Barreda - Camplengo - Santillana del mar - Orena - San Martin de Cigüenza - Cobreces - 22,6 km
Als we opstaan, blijkt dat de kleren, die we gisteren nog gewassen hebben, nog niet volledig droog is. We leggen de kleren nog wat buiten in de zon. Wij gaan ondertussen een koffie drinken in de taverne en brengen de lege fles wijn en de glazen terug. We hebben gelukkig geen last gehad van bedwantsen. Nele voelt zich vandaag niet super. Een glaasje wijn teveel of de glasaaltjes in de omelet? We gaan terug naar de herberg en pakken verder in. Nele zegt dat ze toch een last is voor mij omdat ze moeilijk vooruit gaat. Ik stel haar gerust. Als je samen op stap bent, dan zorg je ook voor elkaar. Zij zou hetzelfde doen voor mij. We stappen verder naar Requejada en we eten daar wat en drinken een koffie. Nele neemt alleen een koffie met veel suiker en ze neemt een tabletje tegen de misselijkheid. Ik doe snel wat boodschappen voor de lunch in een winkeltje. We wandelen een tijdje langs een drukke baan om Requejada te verlaten en passeren een industrieel complex van Solvay, één van de grootste chemische fabrieken van Spanje. Na een paar kilometer komen we in Barreda. We lopen een hele tijd langs Solvay en aan een rondpunt gaan we rechts de rivier de rio Saja over. En dan beginnen we terug te klimmen via een grote weg richting Camplengo. Hier zien we voor de eerste keer in de verte de toppen van de Picos de Europa, een bergketen in het noorden van Spanje. Onderweg komen we een kapper tegen en gezien mijn baard te lang is geworden, wil ik deze wat in te korten. Ik moest een 15 minuten wachten en dan werd ik even tussen 2 klanten bediend. We lopen verder, afwisselend over asfalt en veldwegen. We komen door het mooie dorpje Camplengo en lopen aansluitend in velden met losliggende huisjes verspreid over het landschap. Het binnen lopen in Santillana del mar was wel verrassend. Het is één van de best bewaarde monumentale stadjes van Spanje, gebouwd rond een klooster kerk, Santa Juliana, waarvan de naam van het stadje komt. Het is een heel toeristisch stadje met prachtige oude stenen gebouwen. Hier drinken we iets en eten onze lunch. Nadien gaat het weer stijl omhoog. We komen langs de pelgrimherberg en lopen verder. Al vrij snel lopen we door een prachtig landschap Nu komen we ook in het land van de Indianos. Dit zijn de Spaanse emigranten die in Zuid-Amerika hun geluk gingen zoeken. Velen van hen kwamen rijk terug en zetten machtige herenhuizen op in dit gedeelte van Spanje. We lopen verder via hellingen en afdalingen door een groot eucaliptusbos. Uiteindelijk zien we in de verte recht voor ons de zee weer en voor ons de kerktorens van Cobreces. We weten nog niet zeker waar we kunnen overnachten. We gaan proberen nog een plaats te krijgen in de trappisten abdij Santa Maria de Viaceli. In principe is hier voldoende plaats en we hebben geen pelgrims gezien onderweg. Na een beetje zoeken en dankzij de I-Phone van Nele vinden we de plaats waar we moeten zijn. Blijkt dat er een aantal herbergen zijn bijgekomen en dat was een beetje verwarrend. Een vriendelijke pater ontvangt ons. Het is grappig hoe hij mij mijdt en alleen maar oog heeft voor Nele. We betalen onze 5 euro en gaan naar de slaapzaal iets verderop. Er is nog genoeg plaats in de 2 slaapzalen. We liggen in totaal met 6 pelgrims voor 30 bedden. We installeren ons, doen een wasje en wachten tot de winkels open gaan. Het is vandaag heel zonnig en warm en dat is heerlijk. De was droogt ook heel snel. We kopen iets in de winkel iets voor 19u, gaan dan nog even op een bankje zitten bij een kerk en gaan dan naar de herberg. Een Frans koppel en een Duitser zijn ook juist aan het eten op de koer voor de herberg. We zetten er ons bij en praten wat. De Duitser is vrij zwaarlijvig en is uit Bilbao vertrokken. Gezien zijn slechte knieën doet hij etappes van +/- 10 km per dag. Hij vertelt ons dat vele pelgrims terug naar huis zijn gegaan door het slechte weer, voornamelijk Duitsers. Er zijn er ook velen die in Santander de trein hebben genomen naar Oviedo. Daarmee hebben we pelgrims op de trein tussen Boo en Mogro gezien en zien we sinds Santander heel weinig pelgrims op de weg. Het Franse koppel komt uit Nantes. Ze liepen op de Camino Francès die voor hen veel te druk was en daarom zijn ze naar de Camino del Norte gegaan. Hier zetten ze hun weg verder, maar moeten op een bepaald moment terug naar huis. Ze lopen niet tot in Santiago. We blijven nadien nog wat nagenieten in de zon en gaan vroeg het bed in.