Standard-Anderlecht: 5-1. Cijfers zeggen niet alles, maar gisteren wel. De Luikenaars wilden vijf keer meer winnen dan de Brusselaars. Dat kon je al op voorhand afleiden. Anderlecht moest na de afgang in Hajduk met een goed resultaat terugkeren uit Luik. Een punt zou dus niet slecht zijn. Dan bleef de achterstand op leider Genk slechts 4 punten. Met zo'n ingesteldheid ga je niet naar Sclessin, ook niet als je Anderlecht heet.
Ik las vanmorgen in de krant volgende kop: "we gaan voor de titel." Amper één dag na de klinkende overwinning stelt kapitein Defour de ambites bij: van een Europees ticket naar het kampioenschap. Met de voeten op de grond blijven, dat is nu de boodschap. Is de spelverdeler dan vergeten hoe moeilijk zijn team het eigenlijk wel had vorige week in de stille Kempen tegen Westerlo? Kampioen word je wanneer je een constante in je spel kan leggen. Anderlecht haalde vorig jaar een voortdurend hoog niveau in de terugronde/play-offs. Daarom werd het met een straatlengte voorsprong kampioen. Standard heeft nog een lange weg te gaan. En dat net de man die enkele weken geleden roept dat zijn ploegmaats voor de spiegel moeten gaan staan, zoiets zegt: onwijs vind ik dat.
Ondertussen rommelt het in het Astridpark. Er waren gisteren kansen, maar wie niet (genoeg) scoort, wint niet. Zo simpel is voetbal. Dat net ex-speler Tchité gisteren tweemaal de weg naar doel vond, moet pijn hebben gedaan bij Van Holsbeeck en Collin. Lukaku kreeg enkele mogelijkheden, maar worstelt duidelijk nog met zijn goede vorm. Mazuch was ook gisteren een bron van gevaar in eigen rangen. Ook donderdag ging hij in de fout door onbezonnen uit te stappen en die jonge, Kroatische spits vrije doorgang te verschaffen. Waarom gebeurden zo'n dingen vorig jaar niet? Aan trainer Jacobs om een recept te bedenken om zijn groep weer aan elkaar te doen klitten.
Dat de supporters van Anderlecht zo uit hun dak gingen na de zware nederlaag valt te begrijpen. Niet goed te keuren, want noch manager Van Holsbeeck, noch trainer Jacobs zorgen ervoor wié er op het veld. Dat doet één man: Phillipe Collin. Het is de taak van Jacobs om die spelers te laten renderen. Dat dat niet gebeurt, ligt niet uitsluitend aan hem. Maar Collin blijft uit de wind en Van Holsbeeck mag incasseren.
Over die andere wedstrijd van Super Sunday. Gents burgemeester Termont zegt in HLN: "Nu spelen we beter dan vorig jaar en toen werd het 6-2." Nu verwachtte hij een klinkende overwinning van 2-7 op Brugge. Waar zijn we mee bezig? Zo'n holle woorden de krantenpagina's laten vullen, dat doet pijn aan de ogen. Mensen moeten in ons voetbal dringend leren relativeren, anders zal het pijlsnel achteruit gaan. Zowel in Luik als in Gent, in Anderlecht maar ook in Brugge. Al lees ik vrij nuchtere commentaar uit West-Vlaanderen. Dat zit enerzijds in het bloed, anderzijds heeft een crisissituatie hen dat geleerd. Nu is het zaak van snel de puntjes op de i te zetten, men moet woorden omzetten in daden. Nog zo'n oud zeer van ons voetbal.
Zaterdagavond zat ik op de Bosuil. Antwerp verloor er met 1-2 van Bergen. Na de wedstrijd krijgen de spelers een staande ovatie van de thuisaanhang. In Antwerpen krijgen de spelers een staande ovatie, u leest het goed. Vorige maand blokkeerde men in Luik de spelersbus. Gisteren deden de Brusselse uitsupporters die gijzeling nog eens over. In Gent en Brugge kijken ze allemaal naar elkaar en de scheidsrechter. Ben ik blij dat ik naar tweedeklassevoetbal ga kijken in Antwerpen. Spijtig dat er aan die afdeling niet de pagina's worden gegeven die men anders vol kladt met loze ambities en ophemelende voorbeschouwingen van falende, Europees spelende ploegen.