Zaterdags bezocht ik het fort van Cartagena samen met Jaime en erna wandelde we nog wat rond in dat gebied. In het hostel ontmoette ik de anderen weer en we dronken wat bier en gingen s avonds weer naar dezelfde salsaclub. Omdat de fut er niet echt inzat bij iedereen gingen we al vroeg naar huis.
De rest van de dagen verliep op hetzelfde stramien. Een beetje rondhangen in het hostel. Rum kopen, wat kaarten en s avonds een gezellig plekje zoeken om te feesten. Die zondagavond kwam Daniel in het hostel terecht en kon ik nog eens nederlands praten. Hij ging ook op een boot naar Panama en had er eentje gevonden voor maar 250$. Ik had echter al een voorschot van 50$ betaald aan de andere kapitein. Ondertussen had ik de dag ervoor ook mijn vlucht van Panama city naar Mexico city geboekt.
De rest van de dagen bezocht ik nog het strand in Cartagena en hadden we die avond een pina colada avond. Als je eenmaal een stel ieren ontmoet dan is het drinken geblazen. Niet dat ik dat erg vind natuurlijk. En ons groepje was goed in het feesten.
Op dinsdagmorgen ontmoette ik Daniel opnieuw en hij vroeg me om met hun mee te gaan. Na een half uurtje nadenken hakte ik de knoop door en besloot met hun mee te zeilen. Ik moest wel mijn voorschot laten vallen maar uiteindelijk kwam de prijs op hetzelfde uit omdat ik nu 50$ minder betaalde. Die avond feesten we nogmaals goed en kwamen in een leuke club terecht met goede techno-house muziek en prachtige vrouwen. Een ideale avond om afscheid te nemen van Cartagena en de mensen waar ik een weekje mee gefeest had. Ik was klaar om de boot op te gaan en Colombia te verlaten.
Eens in Cartagena namen Scott en ik een bus naar het centrum. Op die bus leerden we een zwitser kennen en samen zochten we een hostel. Casa Vienna zat weer vol en dus gingen we naar Familiar. Daar kregen we een kamer voor 3 personen. Na het eten gingen Scott en ik terug naar de kamer en al snel vielen we in slaap.
De dag erna zochten Scott en ik een ander hotel want familiar was te duur. We kwamen uit bij hotel Español. Spotgoedkoop maar niet de gezelligste plaats om rond te hangen. Dat werd later diezelfde avond duidelijk. We gingen naar de haven voor informatie ivm boten. Ik voor die om naar Panama te gaan en hij naar Playa Blanca. Al snel gaf iemand mij het telefoonnummer van David. Deze franse kapitein zocht ik ook omdat Rohan (australische vriend) de boottocht met hem deed in september en me hem aanraadde. Verder wandelde we wat rond in de stad. Speelden schaak in het park en keerden rond middernacht terug in het luizige hotel. Daar kwamen we tot de vaststelling dat er wel veel hoeren rondliepen die natuurlijk hun diensten aanboden. Toen ik in de kamer mijn matras controleerde lagen er zelfs condooms onder de matras. Gooide mijn slaapzak als extra bescherming op het bed en sliep die nacht niet echt schitterend.
Scott vertrok s morgens vroeg om zijn boot te nemen en even later hield ik het er ook voor bekeken. De vrouw aan de balie wilde me ook nog alles laten betalen maar ik protesteerde hevig dat ik alleen mijn deel zou betalen. Ze chekte het bij de nachtwaker en ineens was het in orde. Gelukkig was er in Casa Vienna een bed vrij en kon ik meteen verhuizen. Die dag belde ik de kapitein op en maakte een afspraak om hem de dag erna te ontmoeten. In de avond leerdde ik een groepje mensen kennen en samen met hun gingen we iets eten en dronken achteraf nog iets. s Nachts werd ik wakker van de kou omdat de airco vlak langs mijn bed hing.
Om 9 uur ontmoette ik David en hij plandde de week erop woensdag naar Panama te vertrekken. Ik was de eerste op dat moment. De tocht kost 300$ voor 5 of 6 dagen met eten inbegrepen. Toen ik mijn mails chekte kreeg ik het blijde nieuws van mama dat ik onkel geworden was. Meteen erna ging ik 2 biertjes drinken om dit te vieren. Terug in het hostel leerde ik 2 ierse broers kennen en eentje van hen bleef 2 uur nonstop doorratelen. Het probleem echter was dat hij heel moeilijk te verstaan was. Ik was dan ook heel blij dat ik om 15 uur terug naar de haven moest om een voorschot te betalen. Later kwam een van de ieren op het idee om die avond de chiva tour te doen. Met 7 personen van het hostel vertrokken we om 20 uur op die bus om rond te rijden door de stad met een orkest dat typische muziek (vallenato) van de caraiben speelden. Het 3 koppige orkest bestond uit een djembespeler, accordionist en een gast die op een metalen ding raspte. We kregen ook Cuba libres voorgeschoteld. We stopten aan een van de oude kasteelmuren waar alle bussen verzamelden. Vroeg aan de verantwoordelijke van de drank voor meer rum en dat deden we tijdens de stop ettelijke keren. Eens op de bus zat de stemming er goed in en werden we aan een discotheek gedropt. Er werd enkel salsa gedraaid en omdat het bier er duur was zochten we een andere plaats. In dit cafe werd er lustig op los gedronken en een van de jonge engelse gastjes moest vroeger naar huis. Omdat het zijn verjaardag was had hij vanalles gemixt. Ik leerde verschillende colombianen kennen die me shots rum aanboden. Het was een uur of 5 toen ik besliste om te gaan slapen.
Na een korte en alweer koude nacht ging ik die morgen met Jaime en Matt naar de nieuwe stad. Wandelden er wat rond en s avonds at ik met Jaime pizza en dronk een lekkere fruitshake. Opnieuw verzamelde de bende om te gaan drinken. Onderwegen naar een andere cafe gingen 2 gasten van onze groep geld afhalen. Ze bleven lang achter en eens terug kregen we het verhaal te horen waarom. Ze werden tegengehouden door de politie en gefouilleerd. Een van de kerels had een kleine hoeveelheid coke op zak en dat was genoeg om hem 700.000 pessos (230 euro) te laten betalen. Hij wilde niet in de gevangenis belanden en daar profiteerden deze corrupte flikken van. Het mooie van heel het verhaal was dat ze hem vroegen of hij zijn coke terug wilde. Even later ging ik door want ik begon vermoeid te geraken. En maar goed ook want de rest werd later op de morgen opnieuw door de politie meegenomen nadat bij controle bleek dat ze geen paspoort op zak hadden. En opnieuw moesten ze betalen. De flikken waren zeer actief die nacht en hadden gemakkellijk geld verdient.
Rond de middag vertrok ik naar Barranquilla voor het carnaval. Het beste nadat van Rio de Janeiro vertelde vele colombianen mij. Maar daar moet je een beetje mee oppassen omdat alles hier het beste is als je hun moet geloven. Maar uiteraard hebben ze een prachtig land en een goede mentaliteit en ze weten wat feesten is! Onderwegen werd de bus gestopt en de vracht gecontroleerd. We moesten allemaal uit de bus omdat een of andere gast geen facturen had van een hoop sterke drank. Later dan verwacht kwam ik in Barranquilla en daar werd ik gedropt aan het voetbalstadion. Met een bus geraakte ik in het centrum en zocht ik naar een hotel. Na 5 of 6 hotels had ik er eentje waar de prijs me van aanstond. Na een douche en een maaltijd probeerde ik 2 kerels te ontmoeten ergens in het centrum. Hun beschrijving van waar het was was zo vaag dat ik er geen goesting meer in had en terug naar mijn kamer ging.
De dag erna belde ik hun weer op en zij waren een heel stuk verder de stoet aan het bekijken dan waar ik was. Na een uurtje internet dan toch maar naar calle 75 gewandeld maar daar vond ik niemand en ik kon hun ook niet meer berijken op hun gsm. De hele namiddag dan maar een beetje rondgewandeld langst de stoet op tot het eindpunt. Eventjes internet opgegaan en Dave stuurde me een bericht om s avonds iets te gaan drinken. Hun hotel was vlakbij het mijne en dat was dus heel handig. Eens bij hun gingen we naar andere vrienden van hun en hielden een drinkspelletje met kaarten en rum. Toen iedereen goed geladen was vertrokken we naar een stadium waar elke avond een groot feest was met live muziek. Ik vond de inkom te duur en zwerfde op mijn eentje wat rond en al snel leerde ik een colombiaan kennen. s Morgens rond 8 uur was ik terug in mijn hotel. Het duurde wel even want ik had geen flauw benul waar ik ergens was.
Na een paar uurtjes slaap schoot ik wakker. Wandelde naar Dave en Emely en samen gingen we naar de stoet kijken. Al snel waren we samen met een groep colombianen aan het drinken en feesten. Ze waarschuwden ons dat we moesten oppassen voor dieven. Nog geen 10 minuten later hadden ze mijn geldbuideltje al gestolen. Niet het einde van de wereld want er zat niet veel meer in. Daarvoor hadden we al teveel gedronken. Een van de colombianen gaf me onmiddellijk 10.000 pessos. Ik weigerde maar hij drong erop aan. Hij vond het erg voor mij. Die namiddag hing ik ook helemaal vol met verf en talkpoeder. Ik zag eruit als een figuur uit een horrorfilm. Leverde wel mooie fotos op. Na een stevige chinese maaltijd was het dan ook maar eens tijd voor een douche. Erna verzamelden we weer en werden er nog een paar flessen rum doorgejaagd.
De derde dag besloten we allemaal te vertrekken naar andere oorden. Iedereen had zich 2 nachten vollebak gegeven en dat was er aan te zien. Er zat niet veel leven in ons. Met Scott kwam ik naar Cartagena om het laatste deel van mijn reis te ondernemen.
Op maandagmorgen vertrok ik in Taganga. Het duurde even voor ik op de bus naar santa Marta zat. De man van het hostel wilde me helpen maar werkte me op mijn zenuwen. Ik moest de bus aan zijn hostel nemen en mijn rugzak aan de kant houden. Geen enkele bus stopte en dus ging ik naar de plaats waar ik altijd de bus nam. Zo weg en in Santa Marta was de politie zo behulpzaam om de bus naar de terminal voor mij tegen te houden. Alweer een bus op deze keer naar Riohacha. Eens daar was het te laat om nog naar Cabo de la Vela te gaan. Een vriendelijke man gaf me een lift om te vragen hoe laat er een taxi naar Cabo de la Vela ging. Hij zette mij ook af aan een hotel. In het centrum wat rondgewandeld, geen bal te zien, en langs het strand. In een torismebureautje binnengegaan en informatie gevraagd aan de vriendelijke juffrouw. Zij wilde me natuurlijk een tour verlappen maar daar trapte ik niet in.
Om 4 uur was ik al parraat want de taxies vertrokken rond 5 uur. Die dropte me aan een 4 wegen punt en daar moest ik weer een andere taxi nemen naar Uribia. En daar moest ik een jeep nemen naar Cabo de la Vela. Die vertrok pas als hij helemaal vol zat. En dat is hier ook helemaal vol. Rond de middag nam ik mijn intrek in een strandhutje en even later stond er al een middagmaal voor mijn neus. Met de jeep cruisten we de hele tijd door een woestijn met hier en daar wat hutjes van de bevolking. Het is een troosteloze boel en ik denk dat de mensen een hard leven hebben. De vrouwen lopen allemaal rond in lange kleren. Het deed me een beetje denken aan India. Cabo de la Vela zelf is gelegen langs een strand. Hier en daar zijn er wat gemetste huisjes maar het merendeel is uit hout opgebouwd. Eens in mijn hutje kwamen de plaatselijke kinderen allemaal over de vloer en alles hadden ze vast of hadden ze gezien. Mijn reisklokje was zeer populair en werd naar alle kanten gedraaid. Telkens kon ik het uur veranderen als ze langs geweest waren. Ze vroegen ook telkens of ze al mijn spullen kregen als cadeau. Het meisje gaf ik een klein busje shampoo en een diadeem die toch nutteloos was. Zelfs de vader en oudere broer vroegen mijn zakmes en trui als cadeau. Niet te doen. Was snel door het dorpje gewandeld en zette me dus maar op het strand met mijn boek. Zag de zonsondergang en ging terug naar mijn hut. Ze vroegen of ik arepas met ei wilde en dat was prima voor mij. s Avonds keerde ik nog terug naar het winkeltje om kaarsen te kopen omdat er geen electriciteit was. s Avonds las ik mijn boek uit en ging slapen.
s Morgens wandelde ik op mijn gemakje langs het kilometers lange strand naar de vuurtoren. Daar had ik een mooi uitzicht over de uitgestrekte woestenij van La Guajira en de caraibische zee. Toen ik terug kwam was de vrouw des huizes juist de kreeft aan het klaarmaken. Ondertussen moest ik bij de geburen een praatje slaan. Ze waren allemaal benieuwd waar ik van kwam. Maar van "Belgica" hadden ze nog nooit gehoord en dus dachten ze dat het "America" was. Voor mij maakte het allemaal niet uit en zeker niet toen ik de kreeft voor mijn neus kreeg geschoteld. Dat was ongelooflijk lekker. Een aanrader voor iedereen. Had hem helemaal opgepeuzeld tot er niks meer van overschoot. Erna hield ik een siesta van 2 uurtjes. In het winkeltje dronk ik een paar biertjes en erna keek ik naar de zonsondergang. Terug aan mijn hutje werden er me van alle zelfgemaakte spulletjes aangeboden. En het lukte hun weer om me iets te verlappen. Na het avondeten mijn deur dichtgetrokken en in een nieuw boek beginnen lezen. De oudste broer kwam nog even langs en vroeg me of ik alles al had gepakt. Op een paar spullen na was alles in orde maar ik had toch nog tijd tot in de namiddag.
s Morgens om 4 uur stond diezelfde kerel aan mijn deur te kloppen. Half slaperig ging ik naar de deur en ik dacht dat hij gewoon afscheid kwam nemen. Kroop terug in mijn bed en een half uur later was hij weer daar. Toen werd het me duidelijk dat ik om 5 uur de jeep naar Uribia moest nemen. Had de dag ervoor verstaan dat er een ging in de namiddag. Vlug alles gepakt en de hele weg terug weer gedaan. In Riohacha hetzelfde hotel terug genomen en me een beetje beziggehouden op het internet.
Omdat ik toch nog moet terugkeren naar Cartagena en er al eens 5 dagen was vertrok ik naar Taganga in de namiddag. Daar zou ik Dave ook terug ontmoeten om samen naar Cabo de la Vela te reizen. Na zijn bericht gelezen te hebben had ik al een klein vermoeden dat hij langer in Taganga zou blijven. Iedereen blijft langer in Taganga dan voorzien of keert er naar terug. Het is een klein rustig vissersdorpje aan de caraibische kust. Maar eerst moest ik nog naar Santa Marta gaan. Ik stapte op een bus en vroeg of de bus naar de terminal reed. De chauffeur bevestigde dat en dus zat ik met een gerust hart in de bus te luisteren hoe een straatmuzikant nog meer kleur aan het geheel gaf. Een half uurtje later gebood de chauffeur me uit te stappen omdat we er waren. Ik zag nergens een terminal, alleen maar zandwegen en een hoop bussen en drukte. Vanaf hier kon ik ook een bus nemen naar Santa Marta. Ik vertrouwde het helemaal niet. Kon 4000 pessos afpingelen omdat ik wist dat een ticket maar 20.000 kostte vanuit de terminal. Had de dag ervoor geinformeerd. 2 uurtjes verder werd ik weer de bus uitgejaagd omdat we er waren maar dit was helemaal Santa Marta niet. We stonden in Barranquilla onder een brug en moesten van bus veranderen. Voor ik het wist was er een klein oud ventje met mijn rugzak vandoor, luid van zijn oren aan het maken tegen de buschauffeur en companen. Hij kreeg geld in zijn handen geduwd en zou de rest van mijn rit naar Santa Marta regelen. Dit was echter te weinig en geen enkele bus nam me mee. Ondertussen ging mijn geld al 2 keer van hand tot hand naar kerels die mijn bus zouden regelen. Was al een keer teruggelopen naar de andere chauffeur om meer geld te krijgen maar hij weigerde. Na ongeveer een half uur was ik er helemaal klaar mee. Greep het geld uit de handen, helemaal opgenaaid stapte ik naar de buschauffeur en begon te tieren dat ik meer geld moest hebben. Blijkbaar hielp dat. Die avond kwam ik laat aan in Santa Marta en zocht er een hostel voor 1 nacht.
De dag erna s middags nam ik een bus naar Taganga. In "hostal Moramar" kwam ik Dave en zijn nieuwe vriendin meteen tegen. We praatten wat bij en een uurtje later lagen we aan een klein, rustig strandje. Na een frisse duik in het water was het tijd voor een partijtje schaak. Na anderhalf uur van constant verdedigen zag ik een kans om hem op sluwe manier schaakmat te zetten in een paar zetten. s Avonds kookten we spagetti en speelden kaart terwijl we een fles rum leegdronken. Toen we op het punt stonden om te vertrekken naar een fuif riep ineens iemand mijn naam. Het waren Marten en Fred. De 2 hollanders van op de boot naar Iquitos in Peru. Na 5 minuten besloot ik met hun mee te gaan want de andere bleven maar achter. Na een restaurant bezochten we de disco "garaje". Dronken een biertje en toen viel ineens de stroom uit in de zaak. Na een half uurtje hielden we het voor bekeken en ik ging nog even bij hun langs in het hostal.
Na een ontbijtje keken we een match van de premier league live op tv in het hostal. Zochten wat informatie voor het carnaval in Baranquilla op het internet. Dan was het alweer tijd om wat te eten en vervolgens om op het strand wat te luieren. s Avonds kookten we bonen met rijst, keken Boca juniors-River plate. Na een filmpje las ik nog wat in bed en viel in slaap.
Die morgen zocht ik de hollanders op in hun hostal en die mannen vertrokken juist naar Tayrona nationaal park. Ik gaf Marten mijn hangmat mee en wandelde deze keer naar een strandje aan de linkerkant. Daar was ik de enige blanke tussen de lokale Colombianen. Na 3 uurtjes lezen in mijn boek werd het me wat te heet in de zon en ik had ook nog altijd Dave en Emelie niet gezien. Terug op de heuvel zag ik ze op het strandje erlangs liggen. Dit was helemaal verlaten op ons drietjes na. s Avonds vroeg op mijn bed gaan liggen en doorgelezen in mijn boek omdat het vrij spannend is. Maakte nog een praatje met de zwitser in mijn kamer en toen hij sliep heb ik maar hetzelfde gedaan.
s Morgens zat ik al om 9 uur op de bus naar El Banco. In totaal zaten er maar 4 mensen in het busje. Vandaar dat de rit zo duur was. Eens we van de geasfalteerde weg afgingen veranderde het landschap. Langs de brede zandweg waren kilometers lange grasvelden met grazende koeien, grote boerderijen, waterplassen en veel verschillende vogels. Na meer dan een uur stopte het pad ineens en moesten we een veerboot op om de rivier over te steken. Daar begon een vrouw met me te praten en ze vertelde me dat ik een moto moest nemen van El Banco tot Mompos omdat er geen bus-of bootverbinding was. Eens in El Banco bood het meisje dat in de bus zat aan dat haar broer mij naar Mompos zou brengen. Wel tegen betaling. En dit was ook niet goedkoop maar er was geen andere mogelijkheid. Met mijn 20 kg zware rugzak stapte ik achterop de moto. Mijn klein rugzakje zat tussen ons in zodat geen van mijn kostbare bezittingen onderwegen verloren konden gaan. Na een half uurtje begon de broeierige hete rode zon onder te gaan en ik voelde me een beetje als Che in "the motorcycle Diaries". Ik slaagde erin om zelfs 2 filmpjes te maken vanop de moto. (Op Youtube onder Lago76) Eens de zon onder was hoopte ik dat we er zo snel mogelijk waren. De zandweg was bij momenten vreselijk slecht en er was natuurlijk geen verlichting. De insecten vlogen constant in mijn ogen bij het minste wat ik opkeek en de rugzak begon serieus door te wegen. Na 2 uur dropte hij mij aan een hotel. Ik ging nog iets eten en nam een douche. Toen ik me wilde afspoelen stopte de douche ineens. Daar stond ik mooi ingezeept. Gelukkig stond er een emmer met water zodat ik me toch kon afspoelen. Zal wel vaker gebeuren dat ze zonder water zitten.
s Morgens bezocht ik het centrum. Dit is niet zo heel groot en is gelegen langs de rivier Magdalena. In de koloniale tijd was dit een belangrijk havendorpje omdat vele goederen van Cartagena naar hier verscheept werden waarna het verder inlands werd vervoerd. Tegenwoordig heeft het geen functie meer als haven en als je in dit prachtig dorpje rondwandelt met de koloniale gebouwen en 6 kerken is of je terug in de tijd ronddwaalt. Het merendeel van de bevolking zijn negers die in die tijd aangevoerd werden als slaven. Dit en het weer zorgen voor een speciale sfeer. Het was er zeer rustig buiten de brommertjes gerekend. Een beetje te rustig en na 1 dagje had ik het er eigenlijk al gezien. Maar ik bleef nog een 2de dagje wat rondhangen. Op woensdag nam ik een bus naar Cartagena. Alweer moesten we een ferry op om ons deze keer een heel stuk verder te laten droppen. In de namiddag kwamen we aan in cartagena waar ik in hotel Familiar terechtkwam omdat hostel Vienna vol zat. Al snel kwam ik aan de praat met 2 duitsers en een zwitser. De rest van de dag bracht ik door met hun.
Die nacht er eens over geslapen en beslist om El fosil en el infiernito niet te bezoeken. Het geraamte van de krokosaurus had ik de dag ervoor op de camera van een zwitserse gezien. Het was zoals een krokodil maar dan iets groter. En El infiernito bestaat uit een stuk of 30 stenen in de grond geplaatst. Het was me ook een beetje te fris in de namiddag in Villa de Leyva wanneer het telkens begon te regenen. Tijd om andere oorden op te zoeken en dus sprong ik op de bus naar San Gil. In hotel San Andres nam ik de goedkoopste kamer en at er ook iets. Na enig speurwerk in de Lonely Planet kwam ik op het idee om Parque el Gallineral te bezoeken. Hier waren een hoop bomen met van die slingers in. Ben ondertussen alweer de naam vergeten maar als je de fotos bekijkt snap je het wel. Ik vind deze bomen ongelooflijk knap en later ga ik heel mijn tuin er vol mee planten. Hier en daar waren er wat speciale (voor mij toch) planten en bloemen. Middenin het park was er een zwembad. Als ik dat had geweten had ik zeker mijn zwembroek meegenomen want hier in San Gil was de temperatuur meer dan aangenaam.
Na een goede nachtrust nam ik die morgen een bus naar Barichara. Een dorpje 40 minuutjes van San Gil. Onderwegen reden we door de bergen en kwamen mooie villas of finchas tegen gebouwd in de spaanse koloniale stijl. Barichara was meer van dat. Een beetje te vergelijken met Villa de Leyva en Raquira. Het is nu eenmaal de streek om dit type van dorpjes tegen te komen. Heel mooi en rustig, maar na een paar uurtjes heb je het wel gezien. Ik bezocht de kerk, het kerkhof en het uitkijkpunt. Het kerkhof vond ik wel de moeite. Alle graven een beetje kris kras doorheen vlak naast de kerk. De ene al mooier dan de andere. En het geheel ademde een speciale sfeer uit. Nog beter tijdens de nacht met een volle maan en zwarte katten. Na mijn morbide gedachten op het kerkhof wandelde ik wat verder, at een snack en nam de bus terug naar San Gil. Die avond eindigde ik mijn boek van Brusselmans. Eigenlijk 3 romans van hem gebundeld. Moe en tevreden ging ik slapen.
Omdat de douches naast mijn kamer waren werd ik vroeg in de morgen al gewekt. Veel meer had San Gil mij niet te bieden want de andere activiteiten zouden te veel geld kosten. Dit zijn rafting, speologie, rapellen en andere dingen. Met een 4 uur durende busrit was ik opeens in Bucaramanga. De hoofdstad van de provincie Santander. Niks speciaals, gewoon een grote, drukke stad met een 600.000 inwoners. Hier verbleef ik 1 nachtje om de reis naar Mompos een beetje te breken. Mijn kamer had een tv met 77 kanalen, waarvan vele amerikaans, en dus zapte ik de hele avond van het ene naar het andere kanaal. Was lang geleden dat ik me daar nog eens mee bezighield. Probeerde Jurrasic Park te kijken. Maar vond er geen bal aan omdat de krokosaurus niet meedeed. Zag wel dat Justine Henin de ballen vrij goed sloeg.
Zondagmorgen om 5 uur stonden we op. Nathan moest bij een familie ergens naar toe in de buurt van Cali. Dave en ik gingen samen naar het busstation. Ik kocht een ticket voor de bus van 8 uur s avonds naar Bogota. Dave vertrok naar Cartagena. We maakten plannen om elkaar in het noorden terug ergens te ontmoeten om La Guajira te bezoeken. Dit is het uiterste noorden van Colombia aan de grens met Venezuela. Het is een woestijn heb ik me laten vertellen met mooie stranden. In geen enkele LP vind je er informatie van. Excellent om eens te gaan verkennen. De hele dag zat ik dus in het busstation en de hele voormiddag kreeg ik rond met mijn blog een beetje bij te werken op het internet. In de namiddag kwam de vermoeidheid opzitten van het weinige slapen de dagen ervoor. Ik legde me even neer op een bankje en was meteen vertrokken met slapen. Na een uurtje werd ik wakker geschud door de politie. Het was verboden languit op een bankje in het station te slapen. Ik voelde me eens zo mottig en besloot maar wat rond te wandelen. Ik haalde 20u en in de bus was viel ik onmiddellijk in slaap.
s Morgens kwam ik aan in Bogota en na een half uurtje wachten nam ik een taxi naar Hostel Sue 2 in La Candelaria. In oktober waren we er ook en het hostel viel goed mee. Ik moest wachten tot 12 uur eer ik een bed had en de jonge kat Candelario hield me wat gezelschap. Na een uurtje ging ik ontbijten en even het internet op. In de namiddag keerde ik terug en fristte me op. Ik belde Andres en in de namiddag pikte die me op. We dronken een paar pintjes en ik vertelde mijn avonturen die ik beleefd had sinds ik hem verlaten had. Hij reed met mij een 40 minuutjes buiten Bogota waar hij en zijn vriendin een huisje huren op het platteland. Het is een klein gezellig huisje, perfect voor 2 personen, rustig gelegen in de natuur weg van alle drukte in Bogota. Vooraleer we iets gingen eten haalden we Mando uit. Dit is Andres´ kameraad die ik vorige keer ook al ontmoet had. Na een pizza gingen we naar de "Bogota beer company". Daar hadden ze mij vorige keer ook naar toe genomen. Deze keten in Bogota brouwt zelf blond en bruin bier. Een lekker biertje daar niet van maar bij het binnen komen in deze cafe zag ik een Duvel bord tegen de muur hangen. Onmiddellijk begon ik op de kaart te speuren naar dit duivels bier. En ja hoor ze hadden het. Ik verkeerde even in een lichte vorm van hysteria en sprak Andres en Mando er over aan. We bestelde een karaf van anderhalve liter en Andres herkende meteen het bier want ik liet het hem als eens proeven in Brugge. De opdienster (knap ding) kon de Duvel zelfs perfect ingieten. In mijn ogen werd ze alleen maar mooier. Dit smaakte hemels na meer dan 10 maanden geen belgisch bier meer gedronken te hebben. Andres moest de dag erop werken en rond 1 uur vertrokken we. Omdat iedereen in de kamer sliep ging ik op de tast naar mijn bed. Ik voelde ineens iets harigs op mijn bed en verschoot me een ongeluk. Bleek het Candelario te zijn die zich op mijn bed genestelt had. Ik liet hem liggen en kroop over hem in bed. Pas in de vroege morgen vertrok hij.
Na een douche en het pakken van mijn spullen was ik op weg naar Villa de Leyva. Zag het nut niet om nog langer in Bogota te blijven. Was trouwens al de 3de keer dat ik er was en het was er koud vergeleken met Cali. En het is niet meteen mijn favoriete stad. s Avonds arriveerde ik in Villa de Leyva waar ik direct op zoek ging naar "hostel Dinos". Dit bestond niet meer na enige navraag. Daarom ook dat ik het niet vond. Nogal logisch natuurlijk. Dan maar naar "hospederia la villa". Eens daar bleef ik er ook omdat het fel regende. Villa de leyva is een klein koloniaal dorp gesticht in 1572. Het is ongeveer authentiek gebleven als toen en je vind er een van de fijnste architectale gebouwen. Het was er vrij rustig omdat het een weekdag is. In de weekends verandert het in een drukte van jewelste omdat velen mensen van Bogota dan afkomen. Na een heerlijke biefstuk op crioolse wijze las ik nog een beetje in mijn boek van Herman Brusselmans (gevonden in Quito).
Ik sliep uit tot 10 uur en nam een douche en zocht de bakkerij op. Vandaar ging ik naar het busstation en tijdens het wachten at ik mijn broodjes. Ik plande die dag een trip naar Raquira. Op aanraden van Andres en mijn LP. Dit is een klein dorpje 25 km van Villa de Leyva. Het is bekend om zijn kwaliteit van aardewerk zoals potten en beelden, houten eetgerei, hangmatten,ponchos, houtbewerking etc... Het dorpje ziet er heel levendig uit door de vele kleuren die de mensen gebruiken om hun huizen te verven. Wat me meteen opviel was het manneke pis op het plein voor de kerk. Na 2 uurtjes rondwandelen in de straten en de winkeltjes had ik het gezien. Terwijl ik op de bus wachtte kreeg ik gezelschap van 3 oudere dames. Zij zetten zich naast mij en begonnen een praatje. Ik kreeg complimenten omdat ik mijn spaans zo goed kon. Het verstaan is tegenwoordig niet zo zeer het probleem maar wel het praten. Na mijn 3 weken spaans in Bolivie heb ik mijn boeken niet meer open gehad met resultaat dat ik geen progressie meer maak. Ach ja ik heb nooit de perfectie nagestreefd. Even later zat ik met wat souveniertjes terug in de bus richting Villa de Leyva. Daar gaf ik een ouder duits koppel nog wat nuttige tips voor de rest van hun trip in Colombia.
Na 2 dagen van drinken en feesten besloten we om naar Cali te gaan. Dit was niet echt mijn bedoeling om er heen te gaan. Maar het ligt op de weg naar Bogota en ik kon gratis in Nathan zijn appartement verblijven. s Avonds kwamen we aan nadat ik bijna de hele busreis geslapen had. De naweeen van al het gefeest. Onmiddellijk voelde ik het milde klimaat in Cali. Stukken beter dan de koude avonden in Pasto en Quito. Nathan zijn appartement bevind zich in "San Antonio" een 20 meter van het park bij de kerk. Dit park was goed gevuld op een zondagavond. Dit omdat de dag erna een feestdag was. Welke heilige ze nu weer eren weet ik niet maar het lijkt alsof de colombianen altijd aan het feesten zijn. En vooral hier in Cali, de stad van de salsa. Een ander ding wat meteen opviel waren de mooie meisjes en vrouwen. Samen met Medellin word gezegd dat deze steden de mooiste vrouwen van Colombia hebben en dat kan ik alleen maar beamen.
Die nacht werd ik wakker van stemmen in het appartement en s morgens toen ik opstond lag Dave (australier) in de living te slapen. Nathan kende hem van in Chili en ontmoette hem terug in het hostel in Pasto. s Middags zochten we wat te eten en bezochten het centrum. s Avonds keken we een dvd die we gekocht hadden. De kwaliteit van de dvd was slecht, alsook de film zelf. Maar wat wil je met "Aliens vs predator 2" Ik viel dan ook al snel in slaap en toen ik terug wakker werd hield ik het voor bekeken.
De dag erop ging Dave de zoo van Cali bezoeken en ik vergezelde hem. De Lonely Planet beschreef de zoo van Cali als belangrijkste van Colombia. Na een 3 kwartiertjes wandelen kwamen we aan en betaalden 8000 pessos (ongeveer 3 euro) inkom. En voor dit geld zagen we allerlei rare beesten, vogels en reptielen. Eindelijk zag ik nu ook eens een condor. Spijtig genoeg was het in een kooi. Deze keer lukte het mij ook vrij goed om de lieve beestjes te fotograferen. Alleen gruw ik nog altijd van het idee van een dier in een kooi. Vooral toen ik bij de katachtigen kwam zoals de pumas, jaguars, tijgers en leeuwen, kreeg ik een slecht gevoel. Op 4 uurtjes hadden we de zoo bezocht en op de terugweg kochten we de ingredienten om spagetti te koken. Dit was Dave zijn taak, ik zorgde ondertussen voor de drank.
De rest van de dagen gingen rustig voorbij in Cali. Meestal speelden we s morgens wat schaak en als we honger hadden gingen we op zoek naar eten. We wandelde wat rond en zaten dikwijls in het park al het vrouwelijk moois te bewonderen. s Avonds zagen we Nathan dan altijd terug omdat hij tijdens de dag les geeft. Op vrijdagavond lieten we ons nog eens gaan en het was 7 uur s morgens eer we ging slapen. Paar uurtjes erna voelde iedereen zich belabberd en levensloos. Na een heerlijke lasagna kwam er een beetje verandering in. Diezelfde avond bezochten Dave en ik een reggea concert. Een mooie afsluiter van een rustig weekje in Cali want de dag erna gingen Dave en ik verder op pad. Hij naar Cartagena en ik weer naar Bogota.
Na een douche en een stevig ontbijt nam ik afscheid van iedereen in "hostal Huauki". Na een uurtje zat ik al op de bus naar Tulcan. Eens in tulcan deelde ik een taxi met een man die ook naar de grens moest. Kwestie van de kosten te drukken. Toen er ineens een 2de man instapte kreeg ik het even warm en spookten er al scenarios van overvallen in mijn hoofd. Gelukkig was het loos alarm en werd ik veilig aan de grens gedropt. Daar stond een meterslange rij aan te schuiven om een stempel te bemachtigen. Geduldig ging ik ook aanschuiven en na een uurtje was ik aan de praat met de colombiaan voor me en even later ook met de amerikaan, Nathan, achter me. Hij stond al een ganse dag aan te schuiven om zijn werkvisum voor Colombia in orde te krijgen. Hij is namelijk leraar engels in cali. Na 4 uur wachten hadden we dan uiteindelijk toch onze stempel. Aan de colombiaanse zijde was er minder volk en na een kwartiertje namen Nathan en ik een taxi naar Ipiales. De traditionele kip met rijst was ons avondeten en daarna keerden we terug naar het hotel.
s Morgens namen we een bus naar Santiario de las lajas. Dit is een neo-gotische kerk gebouwd tussen 1926 en 1944 voor de verschijning van de maagd. Volgens de legende verscheen die 45 meter hoog op een enorme vertikale rots. Waar de verschijning was werd het altaar gebouwd op deze klif. Het is een spectaculair zicht om deze kerk over de rivier te zien. Na ons christelijk voormiddagje genoten we nog even van het carnaval in Ipiales en gingen daarna voor het echte werk in Pasto. In deze regio viert men carnaval in de eerste week van januari. Het is een oud feest dat terug gaat in de tijd van de slaverij. In Pasto is dit feest het grootst. In de namiddag liepen we al vrolijk scheerschuim te spuiten op iedereen. s Avonds kochten we ook nog kalk om mee te gooien. Op het einde van de avond hingen we helemaal vol en moesten we terugkeren naar het hostel omdat Nathan een heel deel talk recht in zijn oog kreeg.
In de voormiddag schaakten we wat op de kamer en terwijl we rond de middag voor eten zochten werden we meermaals aangevallen en besmeurt met scheerschuim en talk. Ons ook maar scheerschuim en talk aangeschaft om ons te verdedigen. Het volgende belangrijke was rum kopen. Eens we die hadden trokken we ons terug op de kamer en begonnen te drinken. Na enkele uurtjes kregen we bezoek van een oostenrijks koppel dat we de dag ervoor hadden leren kennen. Samen gingen we de straat op om te feesten maar tot onze grote spijt was alles al afgelopen. Gelukkig vonden we nog rum en met ons viertjes feestten we door op de kamer.
Die morgen nog eens lang gedouchet en mijn boeltje gepakt. Op pad gegaan om mijn stempel te halen voor mijn paspoort. Natuurlijk was het kantoor weer gesloten. Een politieman aangesproken en die belde in het politiekantoor de mannen van de immigratiedienst op. In de namiddag kon ik terug gaan en toen was er ook inderdaad iemand. Zonder problemen kreeg ik mijn stempel terwijl ik al 3 dagen in het land was. Na mijn bezoekje aan de politie kocht ik een busticket om die avond naar Quito te gaan. In het park aan de rivier maakte ik nog filmpjes van de apen die de mensen aan het entertainen waren. Dit was kostelijk tijdverblijf. De filmpjes vind je op Youtube onder Lago76. Na een biertje ging ik het internet op om mijn belevenissen van de Amazonas neer te schrijven. Na alweer kip met rijst was het tijd om mijn bus te nemen. In de bus vroeg ik me af waarom al die zuid-amerikanen telkens toch zo moeilijk kunnen doen om de juiste plaats te vinden. En toen ze er mij mee kwamen lastigvallen veranderde ik omdat er toch plaats genoeg was. Nog geen minuut later was het weer prijs en deze keer antwoordde ik hun. Bleek dat ik de hele tijd verkeerd zat en op een verkeerd nummer aan het kijken was. Stilletjes mijn boeltje genomen en op de juiste plaats gaan zitten.
Later als verwacht kwamen we in Quito omdat we onderwegen 2 politiecontroles hadden. Alleen de mannen werden gecontroleerd. Iets later was ik in Mariscal(nieuwe stadsgedeelte). Ik liet me afzetten aan "hostel Huauki". Daar zat ik de vorige keer ook. Het was een blij weerziens met Oscar(eigenaar), Mario en Carolina(kuisvrouw). Zij zei me dat ik er mager uitzag. De Amazonas liet dus zijn sporen na. Een uurtje later ging ik een boek omwisselen in "The english bookshop". De beste boekenwinkel in Quito. De eigenaar maakte een praatje met me en gaf me zelfs een kopje thee. Van engelse gastvrijheid gesproken. Ook belde ik even later naar huis omwille van de feestdagen. In de namiddag kon ik in mijn kamer en ontmoette ik ook al meteen mijn kamergenoten. Een koreaan en 3 jonge amerikaanse meisjes. Hield het die dag bij wat lezen en ging vroeg slapen.
De dag erna was ik al vroeg uit de veren en ging mijn vuile was binnen doen. Installeerde me erna in de tv-ruimte en las mijn boek verder. Erik ontmoette ik daar en hij vroeg me of ik meekwam naar de teleferico. En omdat ik vorige keer niet zoveel bezocht had ging ik dus maar mee. Daar leerde ik nog 3 andere zweden kennen en ook Lee(koreaan) was van de partij. Ik vond het niet zo geweldig. Had al veel mooiere bergen en uitzichten gezien in zuid-amerika. Maar zo leerde ik de andere in het hostel kennen en dat was mooi meegenomen de laatste dag van het jaar. Toen we terug onder kwamen maakte we ook nog een bezoekje aan het pretpark. Ook niet veel fameus en mijn dollars niet waardig. Terug in het centrum en vooral op Av. Amazonas was het al een drukte van jewelste. Mensen liepen verkleed(leek wel carnaval), dronken bier en zagen er gelukkig uit dat er een nieuw jaar op komst was. Her en der stonden karikaturen opgesteld van politiekers(Chavez, Mendez, Fidel...), voetballers en andere belangrijke weet-ik-veel-wat. Die zouden dan middernacht bij de overgang naar het nieuwe jaar in brand gestoken worden. Wel een mooie traditie maar niet voor mij. De rest van de bende buiten Lee en ik kochten zich ook een masker. Ik was wel de eerste om ons groepje aan te moedigen om een frisse pint te drinken. En we waren vertrokken. Terug in het hostel kregen we nog bier van Oscar. We gingen ook sterke drank inslaan en begonnen er meteen aan. Gelukkig gingen we die avond met ons allen nog iets eten want buiten alcohol had ik nog niks geconsumeerd. Erna stonden we buiten aan het hostel met ons allen de pop te verbranden klokslag 12 uur. Toen de drank op was doken we het nachtleven in in verschillende discotheken.
Na 2 of 3 uurtjes werd ik wakker en besloot om op te staan. Ik voelde me vrij goed voor zoveel gemixt te hebben en besloot het thuisfront op te bellen. Toen ik papa een gelukkige verjaardag wenste besefte ik dat ik toch nog zat was. Maar er zijn ergere momenten geweest. De rest van de dag heb ik geluierd en verschillende films gekeken. Die dag ook nog afscheid genomen van Suzanne. Een toffe madam waar ik goed mee opschoot. Spijtig dat ze haar bus naar Lima moest nemen.
Die dag ook nog geluierd en me een paar films gekocht. Ook nog een hele tijd met Oscar gebabbeld en zijn volgend plan is om een "hostel Huauki" aan de kust in Ecuador te openen. Als hij het dit jaar geregeld krijgt ga ik zeker eens langs beloofde ik hem. s Avonds gingen de zweden, amerikanen, Lee en ik samen uit eten. Iedereen vertrok de dag erna naar andere bestemmingen.
s Maandags het eerste wat ik deed was naar de haven gaan om te vragen wanneer er een boot naar Pantoja vertrok. Daar kreeg ik te horen dat het de volgende dag zou zijn. Om de verveling wat tegen te gaan begon ik de rest van mijn boek maar uit te lezen. Ondertussen nam ik die dag ook nog afscheid van Simon. Hij kon wel zijn boot op. Die avond passeerde ik een supermarkt toen ik op zoek was naar eten en kocht me brood en kaas. Dat was al een tijdje geleden.
Op dinsdag weer hetzelfde als de dag ervoor en ook weer hetzelfde antwoord. Alleen had ik het deze keer aan de kapitein gevraagd. Dit moest wel niet meer te lang gaan duren want ik zat ondertussen ook met het probleem dat ik het land uit moest. Ik had maar 60 dagen aangevraagd omdat ik dacht dat ik sneller Peru zou verlaten. Maar plannen veranderen zo dikwijls als je aan het reizen bent. In het restaurant met het irritante "Jingle bells" wisselde ik mijn boek.
Alweer s morgens naar de haven en die avond zou de boot vertrekken. Terug in het hostel alles gepakt, vlug mijn mails gecheckt, 100 dollar afgehaald en terug naar de boot gegaan. Ervoor zag ik al dat er hangmatten hingen en hoe vroeger hoe beter je je plekje kan uitkiezen. Rond de middag installeerde ik me. Mijn rugzak vergrendelde ik aan een middenpaal en ook deze keer gebruikte ik mijn beschermhoes tegen water en andere vuiligheid. Mijn hangmat bevestigde ik ook langs deze paal zodat ik mijn rugzak goed in het oog kon houden. Ik begon dan maar in een van mijn 2 boeken te lezen. En dit was een heel spannend boek. Ik kon niet stoppen met lezen en toen ik ging slapen was ik al over de helft. In de namiddag kreeg ik ook te horen dat de boot eerst de dag erna zou vertrekken. Dat begon weer heel goed.
De dag erop was dus weer wat luieren in de hangmat en wachten tot de boot vertrok. Toen deze vertrok had ik mijn eerste boek al uit en had ik geen tijd meer om het te gaan wisselen. Ondertussen had ik de boot ook al geinspecteerd en er waren geen douches of kranen. Alles zou dus moeten gebeuren met het water uit de rivier.
Onderwegen stopte de boot regelmatig aan kleine dorpjes langs de rivier. Soms zelfs bij enkele hutjes. Hier werden dan mensen opgepikt of goederen gedropt. Zondag stonden we zelfs een hele dag stil bij Santa Clotilda. Hier kon ik dan de benen even strekken en een wandelingetje maken. De tijd ging heel traag voor bij. De voornaamste activiteiten waren luieren in mijn hangmat, mijn 2de boek lezen, kaarten met het jongetje dat enkele hangmatten verder lag, 3x per dag met mijn voederbakje eten halen, dromen van al het lekkers dat ik zou gaan eten als ik thuis kwam en slapen.
In totaal zat ik 8 dagen op de boot en heel dikwijls heb ik me afgevraagd waarom ik eraan begonnen was. De avond van het vertrek zat de boot vol met mensen en goederen. Een kerel had zijn hangmat iets hoger vlak tegen de mijne opgehangen zodat ik de eerste 2 nachten niet recht in mijn hangmat kon liggen. Als hij bewoog dan ging mijn hangmat mee. Hij kwam er de hele dag ook niet uit en voor mij was er totaal geen comfort. Ook was er de bende jongeren die de hele dag hun Cumbia muziek keihard draaide en dan steeds dezelfde nummertjes. Om knettergek van te worden. Als dat ook nog niet genoeg was begon er iets verderop ook nog een 2de zijn muziek loeihard te spelen. Heb meerdere malen op het punt gestaan om hun radios in de rivier te flikkeren. Elke dag regende het ook een paar keer heel flink want het is namelijk het regenseizoen. En dat merk je hier in het Amazona gebied wel. s Nachts is het redelijk fris met resultaat dat ik de dag voor kerstmis een snotneus had. s Avonds voelde ik me miserabel en koortsig. 2 Dafalgans genomen en om 20 u lag ik al te knorren. Op kerstdag was het zelfs nog erger. Mooie kerstdag was het. Op dat moment heb ik veel aan thuis gedacht en me afgevraagd wat ik aan het uitspeken was. Toen ik die avond niet voor mijn eten ging kwam de vrouw van het winkeltje me vragen wat er aan de hand was. Even later kwam ze terug met 2 pijnstillers en een flesje water en bracht ze me een kop warme koffie. Nog nooit was ik zo blij met een kop koffie. En toen voelde ik toch ook een beetje dat het kerstmis was.
De dag erop s morgens kwamen we aan in Pantoja en ik was zo blij als een zot dat ik van die boot kon. Ik regelde mijn stempel bij de immigratiedienst en een paar uur later zat ik op een speedbootje richting Roca Fuerte. Daar nam ik een kamer waar ik mijn hangmat kon ophangen. Ging diezelfde dag 2 keer naar de immigratiedienst maar de brave man zat in Coca voor de feestdagen. De mariniers verzekerden mij dat het geen probleem was om mijn stempel in Coca te halen. De rest van de dag hing ik alweer in mijn hangmat omdat ik nog altijd koorts had en ook heel hard moest hoesten. De dag erop keerde ik terug naar de mariniers omdat er eentje mij vertelde dat het mogelijk was om met hun mee te varen naar Coca. Niks van waar dus en weeral maar een dagje luieren in de hangmat en wachten. Rocafuerte is een heel klein dorpje waar geen zak te beleven valt. Op een half uurtje ben je er rondgewandeld. s Avonds passeerde er 2 duitsers en samen met hun heb ik dan wat gegeten en gepraat. Het waren de eerste toeristen die ik zag in 9 dagen.
De dag erop was ik om 4 uur al wakker om op tijd de boot naar Coca te nemen. Die nacht kon ik moeilijk slapen omdat ik de hele nacht moest hoesten. Ik legde me dus op de bank in de boot en voor een uurtje was dit geen probleem. Naderhand begon de boot helemaal vol te zitten en had ik zelfs bijna geen ruimte om mijn benen te strekken. Ook de koorts kwam weer opzetten. Slapen was onmogelijk en bewegen haast onmogelijk. Op dat moment heb ik mezelf beloofd nooit nog terug te keren naar de Amazonas. Ik had het helemaal gehad. s Avonds om 18 u kwamen we aan in Coca en ik nam een kamer met prive badkamer. Ik heb toen een half uur onder de douche gestaan. Na 10 dagen niet wassen en scheren zag ik er niet al te fameus uit. Erna ging ik naar een kapper die me een goede scheerbeurt gaf. Ik voelde me terug een beetje mens. Na een maaltijd kroop in in mijn bedje. Einde van mijn Amazonas avonturen.
Die morgen in Pucallpa kocht ik nog wat te eten alvorens ik de boot opging. In de namiddag arriveerde ik in de haven en ging aan boord. Daar was het al een drukte van jewelste maar ik vond gelukkig nog een goed plaatsje om mijn hangmat op te hangen. Ik vroeg wat me de tocht zou kosten en dit was meer dan ik verwacht had. De tocht kostte 100 soles (25 euro) en zou 4 dagen duren. Ik ging me nog iets te drinken kopen en wandelde wat rond . Toen ik terug bij mijn hangmat kwam had ik al heel wat minder plaats. Legde me neer en begon wat te lezen. Het duurde een tijdje voor de boot vertrok. Uiteindelijk was het 9 uur s avonds. Die dag kregen we niks te eten en ik was blij dat ik wat te snoepen gekocht had.
Ik werd al vroeg wakker van al het leven op de boot. Op een gegeven moment zag ik iedereen naar het eerste verdiep spurten. ook maar hetzelfde gedaan en daar stond een hele lange rij aan te schuiven voor het ontbijt. Ik merkte ook dat iedereen een kom of tas of iets dergelijks vast had. Ik besefte al snel dat dit was om te eten. Dat had ik natuurlijk niet en dus vroeg ik aan de mannen van de keuken of ze mij niks konden bezorgen. Even later had ik dus ook een voederbakje. Het was een beetje melk met 3 droge broodjes. De melk was niet zo lekker en na dat ik mijn broodjes hier in gesopt had gooide ik de rest overboord. Onmiddellijk hoorde ik opmerkingen van de peruanen naar mij (de gringo) toe. Volgende keer dus maar niet meer doen. Ik merkte ook dat er andere gringos op de boot zaten en maakte die dag verschillende keren een praatje met een oudere amerikaan (68 jaar). Hij was op weg naar Colombia naar zijn vriendin en bezocht daar ook de stierengevechten. De rest van de dag vulde ik met lezen en nog 2 keer eten te halen. Vele peruanen begonnen ook een praatje met mij. s Avonds vond ik een paar peruaanse metgezellen om wat te drinken.
Die 3de dag op het schip ontmoette ik de hollanders die op het bovenste verdiep in een kajuit sliepen. Zij reisden met een oostenrijker op dit schip. Hij had hun namelijk geholpen om op deze boot te geraken. Verse reizigers en dus nog niet veel kennis van het spaans. Zo beginnen er veel aan hun trip. De dag ging vlot voorbij met verhalen uitwisselen, schaken en wat in de hangmat luieren. s Avonds werden we ook nog bevriend met Simon, een engelsman die hier al in Peru zat van oktober 2006. Hij had een tijdje vrijwilligerswerk gedaan. s Namiddags ontdekte ik ook nog dat mijn ruzak nat was geworden de nacht ervoor door de regen. Had mijn rugzak onder een bankje vastgelegd tegen diefstal. Blijkbaar had het wat binnengeregend met resultaat dat nu al mijn kleren zeiknat waren.
De dag erop ging weer rustig op hetzelfde stramien voorbij met deze uitzondering dat de gringos meestal op het bovendek verbroederden. We leerden vele peruanen kennen en hadden er regelmatig een praatje mee. Ze entertainden ons ook met hun muziekinstalatie die ze meesleepten. Die behoorde toe tot een gehandicapte peruaan zonder benen en met een kort en een misvormd armpje. Hij trok dan zijn danskleren aan en begon op zijn manier te dansen. Lachen geblazen. s Avonds hadden we de kans om even van boord te gaan om in het plaatselijke dorpje wat eten en drank te kopen. De kip en rijst kwam ons al de oren uit.
Vrijdagmorgen kwamen we uiteindelijk aan in Iquitos. Simon en ik namen de bus naar het centrum en namen een hostel kort aan de plaza. "Mad Micks bunkhouse" is een vrij speciaal hostel. Het eerste deel is een kantoortje voor zijn jungletrips en waar hij ook materiaal verkoopt om deze trips te doen. Vandaar kom je dan in het hostel terecht. Een kamer met 8 bedden en nog een ruimte met de douchen en wc s. Ik ging mijn was meteen naar een wasserij doen en daarna vroeg ik in de haven rond naar boten voor Ecuador op de rio Napo. Daar vertelde ze mij dat ik elke dag maar eens moest komen checken wanneer deze vertrokken. s Avonds ontmoette ik de hollanders terug en gingen we wat drinken. Zo kwamen we in contact met Peter, een gids die ons naar een muziekfestival bracht. Hier werden we gecharmeerd door de danseressen op het podium. Achteraf belandde ik nog bij Peter zijn thuis en leerde zijn familie kennen.
Zaterdags bezocht ik Belen. Dit is een arm dorpje een beetje buiten Iquitos. Het is speciaal omdat al de woningen van hout gebouwd zijn zodat ze kunnen drijven bij hoogwaterstand van de Amazona. We vaarden ook nog een uurtje rond in een zelfgebouwde kano. De rest van de dag rustte ik wat en schaakten een paar partijtjes met Simon en John. De dag erop verliep heel rustig. Samen met Simon keek ik Arsenal-Chelsea in een plaatselijk restaurant "The yellow rose of Texas". Uitgebaat door een amerikaan, en die zitten er genoeg in Iquitos. Het restaurant ligt tegenover het hostel en s avonds gaat dan zijn kerstmislichtreclame aan en de hele tijd weerklinkt er het irritante melodietje van "jingle bells".
Die morgen toen ik opstond was het een pak rustiger als de dag er voor. Er was geen markt en het was geen probleem om een bus of taxi te nemen. Het werd een taxi voor maar 2,5 soles omdat ik dacht dat ik daar comfortabeler in zou zitten. Niks was minder waar. Ik zat samen met een peruaan vanvoor naast de chauffeur. Gelukkig was het maar voor een 20 km. Ik liet me droppen aan het meer van Pucacha. Van daar moest ik nog een stuk te voet naar de ruines van Sondor. Onderwegen passeerde ik kleine boerendorpjes. Velen waren aan het werk op het veld en enkele vrouwen waren een doek aan het weven. Nog op ambachtelijke wijze. De sondor ruine bevond zich op een heuvel en eens daar had ik een mooi uitzicht over het meer en de rest van de omgeving. Deze ruine is pre-inca. En dat is er ook aan te zien. De ruines zijn niet zo goed geconserveerd en indrukwekkend. Toch vond ik het de moeite om hem te bezoeken. Dit waren de voorlopers van het grote Inca-rijk. Op mijn weg terug stopte ik bij een winkeltje om een biertje te drinken en wat met de plaatselijke bevolking te praten. Kreeg onderwegen ook veel "gringo" te horen. Vooral van kinderen en ouderen. Na een trucha gegeten te hebben was het tijd om terug te keren naar Andahuaylas. Die avond nam ik een bus naar Ayacucho.
Dit was een zeer vermoeiende rit in de bergen. Had bijna geen oog dichtgedaan omdat de bus constant over hobbelige zandpaden reed. Snap nog altijd niet hoe die peruanen hier in kunnen slapen. Die morgen kroop ik dan ook meteen in bed toen ik een hospedaje gevonden had. Rond de middag was het tijd om de stad een beetje te verkennen. Die bevat vele kerken van de 16de, 17de en 18de eeuw en was veel grote dan ik verwacht had. Bij de toeristische dienst haalde ik de informatie uit die ik nodig had. En hier is veel meer te zien en bewonderen in de streek dan mijn Lonely Planet aangaf.
s Morgens was ik al vroeg present om een bus naar de Wari ruines te nemen. Ook deze zijn pre-Inca. De Huari beschaving ging de Inca beschaving zo n 500 jaar vooraf. De ruines verspreidden zich enkele kilometers langs de autoweg naar Quinua. Hier en daar staan er nog grote stukken muur recht van in de tijd. Het merendeel van de ruines zijn een hoopje stenen. Er zijn ook nog duidelijk graven en ceremoniele plaatsen zichtbaar. Het landschap is zeer dor en staat vol met grote cactussen. In de verste verte zag ik geen meer of waterval. Het moet hier moeilijk leven geweest zijn dacht ik zo. Na het kleine museum wandelde ik nog een stuk bergopwaarts naar het andere gedeelte. Dit was meer van hetzelfde en ik hield het dan ook maar voor bekeken. Terwijl ik aan het wachten was op de bus kwamen er enkele peruaanse studentes me vrij verlegen de overschot van hun lunch brengen. Deze bestond uit een stuk vlees en gekookte bonen, mais en andere peulvruchten. Was niet echt heel lekker maar dit is dus wat de indigeense kinderen meekrijgen als ze op schoolreis gaan. Gelukkig vertrokken ze juist en kwam mijn bus er aan. In Quinua bezocht ik de pampasvlakte waar de peruaanse patriotisten en andere zuid-amerikanen in 1824 een belangrijke overwinning behaalde op de spanjaarden. Er staat een grote obelisk om dit heldhaftige gebeuren te verdenken. De generaals die de legers leidden indertijd staan afgebeeld op dit monument. De peruanen die er werkten waren er heel fier over en beveelden mij om foto s te trekken om thuis te laten zien. Kan goed begrijpen dat het heel wat was in die tijd om de spanjaarden te verslaan. Erna wandelde ik rond in het mooie gezellige Quinua. Het staat bekend om zijn keramieke beeldjes. Elk huis heeft er eentje op zijn dak staan. Een heel grappig zicht en heel orgineel. De huisjes zijn ook mooi versierd en verzorgd in dit dorpje. Meer als ergens anders. Je komt er ook veel werkplaatsen tegen waar ze deze beeldjes maken. s Avonds zette ik de vele foto s die ik gemaakt had op mijn blog.
Die dag was het gewoon wachten tot s avonds op mijn bus. Ideaal dus om mijn boek "lord of the flies" uit te lezen. s Avonds werd ik geambeteerd door een peruaan die constant tegen mij in slaap viel op de bus. En zoals de busrit naar Ayacucho was ook deze naar Huancayo weer een hel.
Nam mijn intrek in een goedkoop hospedaje en deed s morgens mijne was. Wandelde wat rond in de stad en ruilde mijn boek in de namiddag. Kocht me ook een busticket rechtstreeks naar Pucallpa. Dit was 15 uur reizen. Ik had ook nog Tarma en Huanuco gepland om te bezoeken maar ik was helemaal klaar met die busreizen. Het werd tijd voor iets anders.
Om 1 uur s middags vertrok de bus en deze keer was het constant op straten. Wat een luxe was dat. Kon rustig in mijn boek lezen en de bus zat ook niet stampvol. We passeerden prachtige zichten in de bergen op zo n 4000 meter hoogte. In Huanuco hadden we even de tijd om de benen te strekken en iets te eten. Het werd ook steeds warmer want we naderden het amazonas gebied. s Morgens merkte ik het onmiddellijk toen ik van de bus stapte. De warmte en de mensen waren hier de oorzaak van. Met meer lawaai en drukte probeerden de mototaxi chauffeurs me mee te krijgen. Ik zocht zelf mijn weg en het hotel wat ik wilde was maar 2 blokken verder. Ik zocht de nodige informatie ivm de boot die ik wilde nemen naar Iquitos, kocht me alweer een hangmat. De vorige had ik naar huis opgestuurd omdat mijn plannen er toen nog anders uitzagen. Struinde wat rond in de stad en ging vroeg slapen.
Die morgen kwam ik weer aan in Cuzco en ik nam rond de middag mijn intrek in het "Loki backpackers" hostel. s Avonds kwam ik oude bekende tegen in een ander hostel. Samen met de Ierse meisje ging ik die avond zwaar op stap. De dag erop besliste ik om al naar Abancay te reizen omdat ik veel te veel geld verkwist had met feesten. Nochtans had ik er afgesproken om met vrienden te gaan feesten.
In het weekend spookte ik niet veel uit in Abancay. Bekomen van het feesten en wachten tot ik informatie kon bekomen om de Choqeuquirao ruines te bezoeken. s Maandags stuurde de hotelbaas me naar een ander hotel voor informatie. En op hun beurt stuurde ze me daar weer door naar "Dircetur". Dit is een toeristische dienst. Die waren zeer behulpzaam en gaven me zelfs meer informatie dan ik wilde. Terug op mijn kamer alles eens rustig bekeken en mijn planning al een beetje gemaakt om de ruines te bezoeken. s Avonds in het restaurant kwamen er ineens 2 toeristen binnen. Ze bleken ook nog Vlaams te praten. dit moesten zeker de maten van Jo zijn. En jawel, ze kwamen juist terug van hun bezoek aan Choqeuquirao. Terwijl we wat gingen drinken gaven ze me nuttige tips.
Rond de middag vertrok ik naar Cachora. Dit is een klein boerendorpje tussen de bergen. Het heeft 1 hoofdstraat en wat zijweggetjes. Het merendeel van de bevolking leeft van de landbouw en het lijkt of de tijd er stil heeft gestaan. Kinderen spelen er nog met een stok en oude band. Iedereen is heel vriendelijk en begroet je beleefd. Hier voel je je onmiddellijk thuis en het is een hele verademing met het stadsleven. Ik nam een kamer in hospedaje "Salccantay" en kocht wat spullen voor tijdens mijn wandeling naar de ruines. Erna pakte ik alles en liet mijn spullen die overbodig waren in de hospedaje. Ik pakte zo licht mogelijk omdat ik alles zelf ging dragen. Ik voorzag eten voor ongeveer 2 nachten. Op straat zocht ik die avond naar eten omdat er geen restaurant in het dorpje is. Gelukkig zat er ergens in de straat een vrouw een soort brochettes te verkopen. Daar werd nog een stuk aardappel opgeprikt en dat was dan mijn avondeten. Na een hoofdstukje in mijn boek ging ik vroeg slapen.
Voor 6 was ik al op pad en het eerste stuk verliep zeer vlot in de dicht mist. Spijtig van die mist want aan het uitkijkpunt dat ik passeerde zag ik maar een 50 meter voor me. Vanaf daar ging het bergaf. En ik had er een stevig tempo in. Hoe meer ik ook afdaalde hoe beter het weer werd. En ook de hitte nam gevoelig toe. Om 10 uur was ik al bij de brug om de rivier over te steken. Dit was zelfs veel sneller dan ik gepland had. Een uurtje rust deed me toen wel goed. Vol goede moed ging ik toen beginnen aan de beklimming. Eerst moest ik een ticket kopen voor Choqeuquirao. Mijn "ik ben student" smoesje lukte ook deze keer weer maar toch met veel argwaan. De eerste meters gingen vrij vlot en toen werd ik me gewaar van de hitte op dat moment. Met heel veel moeite heb ik me de komende 5 uur naar boven gesleept. Onderwegen was ik ook wat blij dat ik frisdrank en vers water kon kopen. Ik snapte ook meteen waarom iedereen paarden huurt om het materiaal te dragen. Met mijn rugzak en dan nog op het heetste moment van de dag een beklimming doen van 1300 naar 2800 meter is afzien. Zwaar afzien. Maar ik was eens zo blij toen ik de camping en het paaltje "28Km" zag. Onmiddellijk bestelde ik een cola en mixte het met mijn rum. Ik moest de miserie een beetje wegdrinken. s Avonds mocht ik in het huisje van de vrouw van de camping slapen.
s Morgens werd ik al vroeg wakker van de lawaaierige fransen aan de ontbijttafel. Halfzat ontbeet ik dan ook maar en wandelde vervolgens nog 4 km naar de ruines. Daar gooide ik me neer op de camping omdat ik een kater van jewelste had en niet al te best geslapen had op de harde grond. Rond de middag krabbelde ik recht en ging het onderste gedeelte van de ruines verkennen. Dit bestaat uit terassen en het waterhuis. Wat me meteen met verstomming sloeg is hoe ze het ooit klaargespeeld hebben om dit allemaal te bouwen op zo n steile helling van een berg. Echt indrukwekkend. Als je er rondloopt valt het meteen op hoe steil het afloopt. Niks voor mensen met hoogtevrees. De camping ligt tussen de 2 gedeeltes van de ruines en ideaal om mijn water bij te vullen. Bij de klim naar het bovenste gedeelte voelde ik pijn in mijn linkerknie. Toch een beetje geforceerd de dag er voor. Het bovenste gedeeldte is prachtig en ligt verspreid over 2 heuveltoppen, de vallei en er is ook nog een lagergelegen gedeelte wat ik echter niet bezocht heb omwille van de pijn in mijn knie. Knap hoe ze dit zo verborgen hebben gebouwd op de bergflank van 3 valleien. Enkel langs 1 kant zie je de ruines opdoemen zo n 3 km voordat je ze binnenwandelt. Choqeuquirao is ook niet zo populair als het kapotgelopen Machu Pichu. Op de hele dag ben ik 7 toeristen tegengekomen. Dit maakt alsof de ruines voor 1 dag van jou zijn. Dat is gewoon heerlijk. s Avonds kwam de ontnuchtering toen ik buiten moest slapen. Ik legde me dan maar onder het afdakje bij de wc s.
Alweer heel vroeg wakker omdat ik de hele nacht bijna geen oog dicht had gedaan. De koude betonnen vloer en de muggen waren de oorzaak. Mijn water nog eens bijgevuld en aan de afdaling begonnen. Ik maakte de lus zodat ik deze keer maar de helft moest wandelen. De pijn in mijn linkerknie besliste er zo over. De meesten mensen wandelen ook terug naar Cachora. Deze afdaling was op bepaalde plaatsen nog steiler en soms zelfs levensgevaarlijk. Al hinkend haalde ik het tot de rivier. Nu moest ik nog een 11 km klimmen alvorens ik een taxi kon nemen. Dit ging een stuk beter voor mijn knie. Onderwegen passeerde ik een andere camping en een ex-hacienda. In de namiddag kon ik vanuit "villa Los loros" een taxi bellen. Die bracht me terug naar Cachora. We reden juist het dorp binnen toen iedereen terugkwam van het land. Mannen en vrouwen sleurden met kinderen, planten, werktuigen...vergezeld van de koeien, schapen, geiten, varkens, honden, ezels en paarden. Mooi om te zien want thuis kom je deze taferelen niet meer tegen. Die avond maakte ik de balans op van mijn tocht naar Choqeuquirao. Een prachtige zware wandeling met gevolg een zeer pijnlijke linkerknie en mijn lichaam dat volstaat met allerlei beten. Ik heb afgezien maar ook enorm genoten. Het doet zo n deugd om van tijd tot tijd eens van die "gringotrail" af te gaan. Je ziet zo veel meer dingen en komt uitsluitend de plaatselijke bevolking tegen.
Na een deugddoende nachtrust een taxi terug genomen naar Abancay. Daar overheerlijke trucha(forel) gegeten, de foto s geplaatst en andere dingen gedaan op het internet. Alweer op tijd in mijn bedje gekropen om de dag erna de bus van 6 naar Andahuaylas te nemen. Dit was een vermoeiende rit van zo n 6 uur op een zandpad doorheen het Andesgebergte. In Andahuaylas probeerde ik een bus te nemen naar de "Sondor" ruines. Daar was juist een grote markt aan de gang en alle busjes zaten zo goed als stampvol richting Pacucha. Mijn plan maar opgegeven en over de markt geslenterd. Dit was zeker en vast de moeite. Veel traditioneel gekleedde vrouwen en kinderen die kochten en verhandelden. Als enigste gringo viel ik ook weer op en had ik veel bekijks. Wie is de rare eend in de vijver???
Die morgen terug in Arequipa nog een beetje geslapen maar het lukte me niet zo goed. In het centrum nog maar eens wat foto s geupload. In de namiddag zag ik Jo terug. De belg die naast me zat in de vlucht naar Lima. hij had zijn jong peruaans vriendinnetje bij en nog een andere belg van bij hem in de buurt. Eventjes met de mannen rondgehost en afgesproken om s avonds iets te gaan doen. s Avonds bezochten we een Mexicaans restaurant in het centrum. Het was heel lekker en pikant. Goed om de dorst wat op te wekken zodat de pintjes er goed in zouden gaan. Die pintjes werden cuba libre en mojittos omdat het happy hour was. Na een partijtje pool dat we nipt verloren gingen we andere oorden opzoeken. Op maandag was er niet veel keus en kwamen we in een klein discotheekje terecht. Daar was niet zoveel te beleven als tijdens het weekend en na een uurtje hielden we het voor bekeken.
Die week belde ik ook naar het werk om eens te vragen of het mogelijk was om een jaartje loopbaanonderbreking meer te krijgen. Dat was helemaal geen probleem. Ik natuurlijk zo blij als ne zot. Ik zag het niet meer zitten om nog tot Mexico te reizen in die korte tijd. Dan was het ook niet meer mogelijk om de rest van mijn reis rustig aan te doen. Ook contacteerde ik Joker-reizen om mijn vlucht te verzetten van Mexico-city naar Lima. Mijn plan weer helemaal gewijzigd.
De dag erop kreeg ik minder prettig nieuws. Het was niet mogelijk mijn vlucht te verzetten naar een andere stad. Alleen datumwijziging was mogelijk. Onmiddellijk ging ik op zoek naar vluchten van Lima tot Mexico. Dit viel me duurder uit dan gedacht. Ook bogota-Mexico was vrij duur. Nu kon ik weer een ander plan gaan verzinnen. Begon dan ook onmiddellijk in mijn Lonely planet te zoeken naar goedkopere opties. Mijn plan was nu om tot Panama te reizen en daar een vlucht te nemen.
Vrijdagmorgen deden we een uitstapje naar Characato. Het kostte ons een uur voordat we in de juiste bus zaten. Na een tijdje kreeg ik het zo fel op mijn zenuwen van de peruanen dat vanessa mij vergelijkte met "the tasmanian devil". Niemand wist waar de bus juist vertrok en toch stuurden ze ons telkens ergens anders naar toe. Als je iets niet weet zwijg je. Dat is mijn mening, maar blijkbaar geldt dit niet voor de peruanen die het zogezegd wisten. Eens op de bus werd het nog meer lachen. Op een gegeven moment zaten we met bijna 30 mensen in een Volkswagen transporter busje. Spijtig dat dit niet zo duidelijk te zien is op de foto door de reden: te veel volk. Na een ander busje kwamen we aan in een klein dorpje hogerop gelegen in de bergen. Het was er vrij rustig en al snel vonden we een mooi plekje om te picknicken en wat te relaxen. Na een paar uurtjes in de zuivere lucht en rust keerden we terug naar het hectische Arequipa. s Avonds ontmoette we Yarden aan de plaza. We namen hem en nog een amerikaan die er zat mee drinken. Zowaar belandde ik samen met Vanessa op de dansvloer die avond in de "Deja-vu". Ook Yarden was niet meer alleen toen we doorgingen.
Het weekend ging rustig voorbij en op maandag gingen we wat basketten. Vanessa speelde in haar universiteit met de eerste ploeg en dat was wel te zien. Ze scoorde vlot en in een wedstrijdje verloor ik nipt. Die week postte ik ook nog mijn papieren voor een jaartje loopbaanonderbreking. Het was weer een heel gedoe alvorens mijn papieren uitgeprint waren. Het kostte me veel geduld en een bezoek aan 3 internetzaken.
En toen was het alweer de dag van afscheid omdat ik die donderdagavond naar Cuzco zou reizen. In het centrum gingen we nog even een balletje poolen. Onderwegen kwamen we de amerikaan terug tegen. Een heel rare kerel. Dat wisten we al van vrijdag maar vandaag viel het nog meer op. Na een paar partijtjes hielden we het voor bekeken en gingen nog eens mexicaans eten. Hierna hadden we nog een uurtje om afscheid te nemen van elkaar. Op dat moment had ik nog steeds het plan om naar Panama te reizen en dat betekende dat we elkaar zeker een jaar niet zouden zien. En dat is een lange tijd. Met de nodige traantjes kwam dan het moment dat ik moest gaan. Eens in de taxi besefte ik dat een jaar wel heel lang kan zijn.
Veel woorden werden er niet gebruikt de eerste uren. Dat was pas toen we de stad introkken. En toen ik weer over de plaza liep met aan 3 kanten de ronde bogen en 1 kant helemaal opgevuld met de kathedraal was het precies als een beetje thuiskomen. Die namiddag slenterden we wat rond in de stad en vertelde ik wat ik allemaal een beetje meegemaakt had. De rest van de dagen vlogen voorbij. Een namiddagje was het nodig om nog eens te gaan winkelen. Had bijna geen sokken en onderbroeken meer. Ja er gaat veel verloren en stuk als je een tijdje onderweg bent. Ik probeerde ook mijn foto s op mijn blog te plaatsen daar ik hopeloos achter zat. Spijtig genoeg lukte dit 3 dagen op een rij niet en toen had ik het er helemaal mee gehad. Ook was ik blij dat ik weer de lekkere typische gerechten in Arequipa kon eten zoals Rocotto. Om maar meteen mijn favoriet te noemen. Zondagmorgen stonden we hier speciaal vroeg voor op. s Maandags bezochten we de sauna en ik had nooit gedacht dat dit zo fijn kon zijn. Dinsdag deden we een filmpje en diezelfde dag haalde ik nog de bustickets om naar Cuzco te gaan.
Woensdagavond vertrokken we dan met de bus naar Cuzco. En dit voor mij wel om een speciale reden. Ik wilde namelijk nog enkele tattoos bij op mijn been. Bij mijn vorig bezoek had ik er 2 laten zetten en dat viel zo goed mee dat ik ondertussen beslistte om de rest van mijn been ook te laten doen. Tijdens een telefoontje naar "Black line" bleek Oscar er niet meer te zijn. Maar nu was het Coco die het deed. Ik was er toch niet gerust in maar we beslisten toch maar te gaan omdat Cuzco op zich ook wel de moeite is. s Morgens rond half zes kwamen we aan in Cuzco. De hele rit had ik slecht geslapen en het laatste uur was ik getuigen van het aanbreken van de dag. Dit ging gepaard met prachtige kleuren boven het Andesgebergte. We namen een taxi naar "the flying dogs hostel" vlakbij de plaza. Daar kenden ze mij nog en we kregen een kamer. Meteen kropen we in bed om nog een beetje meer te rusten. Erna gingen we meteenrichting "Black line". Dit was nog altijd gesloten en een paar uur later nog steeds en dit omwille van de stakingen die weer volop aan de gang waren. Dit keer omdat de prijzen van de goederen heel fel gestegen waren door de komst van de nieuwe president een paar maanden terug. Om de tijd een beetje te doden bezochten we de Santa Domingo kerk. En mijn smoesje dat we studenten waren en ons pasje vergeten waren in het hostal werkte nog steeds. Nu waren we binnen aan de helft van de prijs. En dat was maar goed ook want zo bijzonder was het niet. Naderhand gingen we naar Norton s Rat om een boek te wisselen en iets te eten en drinken. Alvorens ik Vanessa meenam naar een mooi uitkijkpunt over Cuzco passeerden we nog even langs De tattooshop. Deze keer was die open en koos ik mijn tekening. Vervolgens wandelden we naar de "San Cristobal" kerk waar je een mooi uitzicht hebt over de plaza en de rest van Cuzco. Vooral s nachts is dit heel mooi met al de lichtjes en de stilte boven op deze heuvel. Vanessa vond het geweldig en ja soms komt de romanticus in mij naar boven. Bij het afdalen vonden we een leuk restaurantje met lekkere forel.
Na een pover ontbijt (1 broodje met jam, fruitdrankje en gelukkig mate de coca met echte cocabladeren) richting Coco. Na een 4 uurtjes werk was het eerste deel voltooid. Zijn stijl is anders als Oscar en hij gebruikt heel veel schaduwen. Ik vond het resultaat zelfs nog beter meevallen als ervoor. Van een meevaller gesproken. Terug in het hotel was er een berichtje van David. Hij zou later terugkomen. Met zijn drietjes gingen we dan maar een pintje drinken in Norton's Rat. Terwijl we daar zaten kwam er nog een rare stoet voorbij. Daarna speelden we nog een uurtje pool. Toen was het tijd voor David om terug te gaan naar Arequipa met de nachtbus.
Rond de middag vertrokken naar de vele overdekte artesaanse marktjes. Een paar inkopen gedaan en de bustickets geregeld voor de dag erop. s Namiddags ging ik alweer onder de naald. En deze keer deed het pijn. Ik heb nog nooit zo gehoopt dat het snel voorbij was. Maar het resultaat mag er weer wezen. Prachtig werk leverde hij af. s Avonds nog een piza gaan eten. Spijtig genoeg was die barslecht. Moe maar tevreden erna mijn bedje ingekropen.
Alweer vroeg uit de veren om deze keer de bus naar Urubamba te nemen. Het landschap was prachtig onderwegen. Alleen hiervoor zou je de bus al nemen. Ik had mijn Lonely Planey niet meegenomen en eens ter plaatsen wisten we niet goed wat doen. Op de markt gegeten en dan maar een bus teruggenomen. In de bus vielen we direct in slaap. We waren die dag wat vermoeid van het weinige slapen de dagen ervoor. We werden op tijd wakker een beetje voor Cuzco om de prachtige ruines te bewonderen die we onderwegen tegenkwamen. Ik had ze al allemaal bezocht maar toch bleef het mooi en interessant om ze terug te zien. Omdat we vrij vroeg terug waren had ik nog wat tijd om een paar spulletjes te kopen. Na een biertje was het tijd om te gaan. Terwijl we incheckten bij de busmaatschappij werden we verzocht om ons te haasten omdat de bus op het punt stond te vertrekken. Dit was een half uur vroeger als voorzien. Met veel gehaast en nerveus gedoe waren we dan toch op tijd op de bus. De dag erop s morgens waren we terug in Arequipa.
s Morgens was ik al vroeg wakker door al het kabaal in de hut. Omdat ik zo snel mogelijk weg wilde stond ik dan ook maar meteen op. 2 uurtjes later waren we terug op weg richting Leticia. Daar aangekomen lieten we ons goed gaan bij de plaatselijke bakker want die morgen hadden we nog niks gegeten en een flinke wandeling achter de rug. Daarna was het tijd om alle vuile spullen naar de wasserette te doen en alles terug te reorganiseren. Ik wilde diezelfde avond nog de boot naar Iquitos nemen. Dus wandelde ik in de namiddag naar de haven en informeerde er naar de uren van de trage vrachtboten. Om 17u30 zou er een vertrekken en iemand anders vertelde me om 20u. Nu moest ik dus snel nog vanalles regelen alvorens ik de boot op kon. Ik moest een stempel gaan halen bij de braziliaanse politie, geld afhalen en nog was ophalen. Ik haalde alles juist op tijd. Ook moest ik mijn pessos nog omruilen in soles. Want de boot vertrok in Santa Rosa aan de andere kant van de Amazona. En dit is Peru. En de boot vertrok ook pas om 20u. Had ik dus tijd zat om de stempel in mijn paspoort te regelen. De boot vertrok vrij snel op tijd en nadat ik mijn hangmatje uitgehangen had op het bovendek was het al tijd om te slapen. Was vrij vermoeid van de dagen ervoor.
Veel vernoemenswaardig gebeurde er niet op die boot. Nu en dan meerde die aan bij kleine dorpjes naast de Amazona om volk en goederen op te pikken of dumpen. 3x per dag werd er een maaltijd tot bij de hangmat gebracht. Ideaal om te luieren dus. De 2de avond begon ik mijn flesje rum te drinken samen met een peruaan en daarna haalde hij nog een ander sterk drankje. Toch goed zat op het einde en de hangmat sliep die avond heel goed. Dit was zowat het hoogtepunt van de hele tocht. De laatste dag nog wat biertjes gedronken met verschillende peruanen en toen kende iedereen me wel op de boot. Was ook niet moeilijk want ik was de enigste gringo op die boot. Toch wel een unieke ervaring achteraf bekeken. Heb me er geen moment verveeld waar ik toch schrik voor had. De derde avond kwamen we s morgens om 5 uur aan in de haven van Iquitos. Het was me daar een geduw en een getrek om van die boot te geraken. Ik werd er een beetje zot van. Uiteindelijk kwam ik in een hotelletje terecht samen met de peruaan waar ik mee gedronken had. Voor 15 soles was het niet veel speciaals. De kakkerlakken kropen weg toen ik het deurtje van de badkamer opentrok. Na een douche samen met die kerel het centrum ingegaan en ontbeten. Internet opgegaan en erna mijn vlucht naar Lima geregeld. Voor 96$ was ik gesteld. De hele namiddag ook nog doorgebracht op internet en s avonds terug Jeroen ontmoet die diezelfde dag met de snelle boot was gekomen.
s Morgens om 6 uur werd ik wakker van het lawaai van de tv van de zatte peruaanse naast mij. De avond ervoor had ik nog een biertje met haar gedronken en ze was vrij ambetant. Terwijl ik lastig opstond zag ik nog juist de kakkerlak die ik de avond ervoor had platgetrapt weglopen. Hij liet een soort huid achter en was de kloten op. Toch taaie beestjes. Toen had ik er helemaal genoeg van. Nam mijn boeltje en vertrok naar het centrum. Na 6 uur in een internetshop iets gaan eten en de motortaxi al naar de luchthaven genomen. Daar een tijdje gewacht tot ik op de vlieger kon. Gelukkig zijn de veiligheidsmaatregelen er niet zo strikt want ik had mijn zakmes nog in mijn handbagage zitten. In het vliegtuig duurde het een half uur met de kerel die naast me zat voordat we doorhadden dat we beiden van Belgie waren. Samen met een andere kerel namen we een taxi naar de buurt Miraflores. Omdat het halloween was die avond ging ik nog uit met 2 peruaanse meisjes die in het hostel zaten. Overal was het stampesvol en werd halloween uitbundig gevierd.
Na een douche geld gaan afhalen en geinformeerd hoe laat er een bus naar Arequipa vertrok. Om half vier zat ik op de bus naast alweer 2 belgen. Ik kwam ze wel tegen de laatste dagen. De dag erna arriveerden we s morgens in het busstation van Arequipa. Ik nam meteen een taxi naar Vanessa haar thuis. Die was blij verrast om mij al zo vroeg te zien.
Al vroeg in de weer die morgen omdat ik absoluut mijn vlucht niet wilde missen. De internationale luchthaven van Bogota kan je helemaal niet vergelijken met de europese luchthavens. Bij ons is alles machinaal. Hier moesten ze de bagage nog met de hand wegbrengen. Het gaat ook allemaal een heel stuk trager op het zuid-amerikaanse ritme. Een keer in het vliegtuig bij het opstijgen kreeg ik een heel andere kijk op Bogota. Het is immens groot en alles is mooi onderverdeeld in blokken. Na een dutje werden we wakker gemaakt voor een kleine snack. Omdat we hoog boven de wolken hingen was het moeilijk om de jungle onder me te zien. Bij momenten was die welgoed zichtbaar en onmiddellijk viel de Amazona op die door deze reusachtige jungle stroomt. Een goed uurtje later kwamen we in Leticia aan en onmiddellijk werden we gegrepen door de drukkende hitte. We besloten om in Tabatinga een hotelletje te nemen. En meteen zaten we daardoor in Brazilie. Leticia ligt op een 3 landen punt en zonder moeite kan je van het ene land naar het andere reizen. Je hoeft zelfs geen stempels te hebben in je paspoort om te veranderen van land. Daar in Tabatinga aangekomen hadden we het na een paar uurtjes al gezien. Ik wilde ook zo snel mogelijk naar Iquitos om daar een jungletocht te doen en omdat de rest toch besluiteloos was en niet echt wist wat te doen had ik veel goesting om nog diezelfde nacht te vertrekken. Uiteindelijk ben ik dan toch maar gebleven en vroeg ik de jongens om concrete plannen.
Die middag vertrokken we naar Puerto Narino. Een klein rustig vissersdorpje midden in de jungle aan de Amazona. Op de boot werden we aangesproken door een kerel die propaganda aan het voeren was voor de komende verkiezingen. Hij wilde wel met ons de jungle in en als we tot zondag wachtte was dit geen probleem. Ik vond dat hij het allemaal een beetje te mooi uitlegde en betrouwde het niet zo. De andere waren meteen ingepakt en lazend enthousiast. Ik dacht er het mijne van en hield mijn mond maar. De eerste kennismaking met het dorpje was goed alhoewel we meer dan een uur op onze hamburgers moesten wachten. Ondertussen was er een meisje(Sandra) dat bij ons op de boot zat dat zich over ons ontfermde. Zij bleef ook slapen bij de fray. Een soort geestelijke die 20 jaar geleden zonder toestemming toch begonnen was met een hostal. s Avonds kwamen we er aan en we kregen hutjes om in te slapen. We haalden die avond de rum boven en het werd een plezante avond.
s Morgens werd ik al vroeg gewekt door Charlie die met een kaaiman de hut ingestormd kwam. Wel een kleintje. De fray had er ook 3 honden en 2 katten rondlopen. Hij had ook 4 papagaaien en die zaten op een gegeven moment allemaal op mij. Scherpe klauwen hebben die beestjes en ze bijten ook. Ik had het er niet zo op en was blij toen ze verplaatsts werden naar Charlie en Sammy. Na een ontbijt werden we meegenomen door Pancho op zijn bootje. We gingen vissen op de Amazonas. Bij het ophalen van een visnet bleek er niks in te zitten. We spanden een ander en zwommen in de Amazonas. Op sommige plaatsen konden we gemakkellijk op de bodem staan omdat het waterpeil zo laag was. Het was toch raar om er in te zwemmen zeker als er soms kleine visjes opsprongen. Omdat we niks gevangen hadden gingen we in een klein dorpje, dat uit een paar hutten bestond, vis kopen. Even later bracht Pancho ons naar een plaats in de schaduw waar we op piranhas konden vissen. Ik haalde 2 visjes boven maar spijtig genoeg geen piranhas. Terug bij de fray werd de vis op een bbq gegooid en smikkelden we zoveel als we konden. Daarna was het tijd voor wat platte rust. De zon had namelijk een hele dag op mij geschroeid en dat voelde ik wel. Die avond gingen we iets eten en een hels onweer met regen zorgde ervoor dat je geen 5 meter voor je uit kon kijken. Pancho had een tentenzeil bij zich en zo konden we toch nog een beetje droog de plaatselijke disco binnen. Daar dronken we Aguardientes, Colombiaanse sterke drank, en op een 2 uurtjes waren we zo zat als schuppen. Toen maar terug naar de hutjes gewandeld.
Jeroen was de enige die de avond ervoren niet mee was gegaan en die voelde zich kiplekker. De rest had een beetje last van een kater. Er werd veel geluierd en in de namiddag brachten we toch een bezoekje aan het dorp. Die avond wilden we weer op stap gaan maar de kracht was er niet meer echt. Alleen Jeroen die was straalbezopen en viel in slaap op de toog.
De rest van de dagen gingen gezapig voorbij en ik bezocht nog een dorpje aan de andere kant van de Amazona samen met Sandra. Dit was dus in Peru. We aten vis en praatten een beetje met de mensen. Allemaal heel relaxed. Ondertussen waren de mannen terug naar Leticia gegaan en regelden met Hairo de jungletrip. Ze belden me een paar keer of ik zeker mee zou gaan. Ik voelde er eigenlijk niet veel voor om die trip te doen maar uiteindelijk heb ik dan toch maar toegestemd. Zo moesten de jongens dan ook ieder 100.000 pessos minder betalen.
Rond de middag kwam ik terug aan in Leticia en toen moest ik alles nog regelen. Het was weer een gecross om alles klaar te krijgen. Ik ging ook naar de DAS in Leticia en de federale politie in Tabatinga om een Braziliaanse stempel te halen. Mijn Colombiaanse was bijna afgelopen en zo kon ik mijn verblijf gemakkellijk verlengen. Ik had wel een probleempje bij de federale politie in Brazilie. Als je Brazilie binnen komt moet je een bewijs van een vacinatie voor gele koorts kunnen voorleggen. Dit boekje was ook gestolen met de rest van mijn andere documenten in Ecuador. Ik vertelde ze dus maar dat ik mijn boekje vergeten was. Gelukkig deed de man niet zo moeilijk en gaf me de nodige stempel. In de late namiddag namen we een taxi naar km 11 waar onze tocht zou beginnen. We kwamen in een knappe houten hut terecht. Hairo kwam te laat die eerste avond. Hij had problemen met zijn motor. Ik vond het al onmiddellijk een praatjesmaker en dat gevoel werd sterker. Hij vloog al meteen in de rum en er waren weer extraatjes die betaald moesten worden. Toen ik hem eerder die dag zag was het eerste wat hij me vroeg geld. Die avond gingen we deelnemen aan een ritueel bij de indianen. We gingen "Mambo" gebruiken. Dit is een mengsel van cocabladeren met de assen van nog iets anders. Het was een droge bedoening om dit poeder te gebruiken. Geef me dan maar de cocabladeren zoals ze die in Bolivie en Peru gebruiken. Ik voelde er ook niks van en vond het maar flauwe zever. Even later ging er ook nog een kerel ons vertellen wat er aan de hand was. Hij trok aan een sigaret en blaasde die domp over ons. Hierbij kwam hij tot de conclusie dat ik een rebel was. Daar kon ik prima mee leven. Was wat blij dat we er konden oprotten want het werd een beetjem hilarisch. Ik had moeite om mijn lach in te houden maar dat zullen mijn rebelse trekjes wel zijn zeker. In het hutje trokken we nog een fles rum open en werd er eens goed gelachen met al de zever.
Rond 10 uur vertrokken we envooral Hairo kon het tempo niet volgen. Hij zag er ook maar beroerd uit. Waarschijnlijk een beetje te veel mambo genomen. Na een uurtje wandelen haakte hij dan ook af en bleef ergens aan een man zijn hutje wachten. Wij trokken nog een uurtje verder de jungle in en er moest een volledig kamp heropbouwd worden. Het vorige was totaal rot van de aanhoudende vocht. Onze 2 gidsen Arnold en Pihachu klusten het jobje in goed anderhalf uur. Nu hadden we dus een dak boven ons hoofd. Het was een houten constructie met plastiek bedekt. Wij zorgden voor het vuur en eventjes later waren we aan het eten. Die avond kraakte ik ook nog een klein flesje rum dat later zo bleek een geschenk was voor een van de stamhoofden waar we konden slapen. Tja die eeuwige rebel in mij.
Charlie en Jeroen hadden de dag ervoor meer dan genoeg van omdat we niet teveel eten hadden en zo veel moesten betalen. Hij vroeg ons ook nog 60.000 pessos vertalings kosten. s Morgens visten we een beetje. Het was niet geweldig. 4 kleine visjes was de buit. Eens terug bij Hairo gingen Charlie en Jeroen met hem spreken. Even later was er wat ruzie omdat Jeroen hem verschillende verwijten naar het hoofd had geslingerd. Uiteindelijk werd alles toch uitgepraat en kregen we kortingen. Die avond slaapten we in Arnolds hut die hij helemaal zelf gebouwd had.
s Morgens al vroeg wakker en me gewassen in de amazona. Dat deed deugd want ik stonk een uur in de wind van het vele zweten tijdens de dag. Na een heerlijk ontbijtje met roereieren was het tijd om het harnas uit te testen want vandaag gingen we in bomen klimmen. Arnold instaleerde heel het ding in de hut en daarna was het onze beurt om het te proberen. Dit lukte niet zo goed omdat we ondersteboven moesten hangen. Na een kleine stop in een winkeltje waar ik nog eens een fris pintje kon drinken werd er verder gewandeld tot weer een hutje ergens langs een riviertje. Daar werd het eten klaar gemaakt. En deze keer hadden ze een speciaal stuk vlees voor ons in de soep gegooid en gegrild. Het was een afstammeling van de rat maar vraag me niet meer hoe het beestje heet. Hierna werd het tijd om de boom eens op te zoeken. Arnold had alles geinstalleerd en ik bood me als eerste aan om in de boom te kruipen. Terwijl we de veiligheid uittestte bleek er iets niet in orde. Toen begon ik het toch eventjes warm te krijgen. Arnold kroop terug helemaal omhoog en organiseerde alles. Toen was het mijn beurt. Het eerste stuk was een kaal boompje en met behulp van de kracht in de voeten haalde ik het tot de eerste takken. Toen ging het een stuk gemakkellijker en was ik redelijk snel boven. Daar moest ik van de ene boom naar de andere springen an dat zag ik echt niet zitten. Ik zat ondertussen toch op een 20 meter hoogte. Ben dan maar mooi terug naar onder gegaan. Na mij was het Jeroen die het ging proberen. Hij geraakte tot dezelfde hoogte als ik en zag het ook niet zitten om die sprong te wagen. Charlie en Sammy bedankten voor de eer en we ruimden alles op. Terwijl we naar onze laatste slaapplaats gingen begon het weer oude wijven te zeiken. We kregen een soort fruitdrankje als verwelkoming maar dat smaakte me niet echt. Water was niet aanwezig en toen zette ik maar een kom buiten om het regenwater op te vangen. Een goed uur later hadden we drinkwater. Die avond er vroeg ingekropen.
s Morgens arriveerden we in het busstation van Bogota. We kwamen met een taxi in het verkeerde hostal "Sue" terecht. Er zijn er namelijk 2. We kropen in bed omdat het nog heel vroeg was en een beetje slaapp konden we nog wel gebruiken. Eens wakker wandelden we naar de belgische ambasade om mijn paspoort op te pikken. De consul was er niet en dus gingen we maar eens kijken voor een nieuwe camera voor Charlie. Alhoewel ik hem aangeraden had om een Canon te kopen ging hij toch voor een Panasonic. s Avonds in het hostal had hij al spijt dat hij deze camera gekocht had. Die avond werd er gepokerd en spijtig genoeg werd ik al snel kapot gespeeld.
Die morgen was ik al vroeg uit de veren omdat ik tussen 9 en 11 bij de consul moest zijn. Deze keer kreeg ik mijn paspoort en ook mijn voorlopig paspoort mocht ik behouden. Charlie zijn camera kon niet omgewisseld worden omdat het betalingssysteem niet werkte. s Avonds werd er op stap gegaan met de hele bende.
Vrijdag werd een vrij culturele dag. Eerst gingen we het Botero museum bezoeken. Dit is volledig gratis en wel de moeite. Naast de kunstwerken van Botero waren er ook nog Picassos, Monets en andere bekende schilders te bewonderen. De hemelsluizen werden volledig opengetrokken en binnen de 5 minuten stonden de straten rondom het museum helemaal blank. Dan maar vlug ernaast een koffietje gaan drinken bij Juan Valdez. Hierna wandelden we naar het museum voor moderne kunsten.Dat was minder interessant en kostte ons 4000 pessos om binnen te gaan. Toch amuseerden we ons door op onze eigen manier foto s te trekken in het museum. We waren allemaal helemaal geinspireerd door de fotokunsten en klikten op straat er op los. Die avond werd er weer gepokerd en ook deze keer had ik niet veel geluk.
Op zaterdag en zondag werd er zwaar op stap gegaan. Vooral zaterdagavond toen Sammy en ik nog alleen overbleven. Op zondag was er nog een bbq en daarna bezochten we een discotheek.
s Maandags was de kaars helemaal uit en werd de dag gevuld met chillen in de tv-ruimte. Een paar goede films passeerden de revue.
Mijn plan was om naar Leticia te vliegen en daar week ik niet van af alhoewel Charlie en Jeroen aan mijn kop aan het zagen waren om mee naar San Gil te gaan. Uiteindelijk ging nu iedereen met mij mee en die middag regelden we ons vliegticket naar Leticia. s Avonds werd er nog eens gepokerd en ik was blij dat ik de vals spelende fransen eruit gepokerd had. Met ne air van in Bogota tot in Parijs meenden ze dat ze de mannen van de tafel waren. Dat was dan toch zonder mij gerekend. Op het moment dat ik bijna uitgespeeld was kwamen de kaarten en met een paar all ins speelden ik ze een voor een naar huis.