Het is gebeurd.
Gans het weekend, en eigenlijk al veel langer, worstelde ik ermee. Ik wilde
het juiste voor haar doen, maar wilde haar liefst toch ook zo lang mogelijk bij
mij houden.
Ze heeft het zeer, zeer duidelijk gemaakt.
Vanmorgen was de eerste keer in iets meer dan twaalf jaar dat ze niet om
eten kwam vragen. Ik vond haar zelfs niet, en toen ik haar vond bleek ik haar al
te zijn gepasseerd, ze lag muisstil in een mandje, wel in het zicht, maar ze had
zichzelf bijna onzichtbaar gemaakt.
Bij een aaitje over haar bol spinde ze nog. Maar nog steeds vroeg ze niks
te eten. Toen ik dan maar begon alle overschotten van gisteren weg te werken (er
stonden wel zeven of acht schaaltjes, pogingen om haar kippenbouillon met rijst
te laten drinken, gekookte en geprakte aardappel met een beetje saus van haar
laatste favoriete katteneten, een vlootje boecht van den Aldi waar ze de laatste
tijd toch het allergekst van was, enz. Toen ik wilde beginnen aan die opruim,
merkte ik dat het er nat was. En niet zon beetje, alles was nat, het was niet
per ongeluk wat drinkwater erover gemorst, alle potjes, de placemat, onder en
rond de placemat, het was kletsnat. Het was pipi.
Jozefien, de immer graag etende, die de laatste weken eigenlijk enkel nog
plezier schepte in eten en af en toe een aaitje over haar bol, maakte mij
duidelijk dat ze zelfs niet meer wilde eten. Veel duidelijker kon ze het me niet
maken denk ik.
Sir William voelde dat er iets op til was, hij voelde dat gisteren ook al,
en wilde graag veel bij haar zijn, hij kwam haar neusjes geven, en probeerde
haar te likken, maar voor haar hoefde het allemaal niet, het ambeteerde haar. Ik
heb zelfs vanmorgen voor we vertrokken SW eventjes uit de living gezet, zodat ze
nog even op haar gemak kon zijn. Ik heb toch nog geprobeerd haar een vlootje
boecht van den Aldi te geven, en ze heeft er nog even manmoedig aan gelikt. En
omdat ik haar gisteren nog buiten aan de volgeregende gieter had zien drinken,
ben ik daaruit een beetje water gaan halen, dat ik ook in een kommetje in haar
doos heb gezet, en daar heeft ze nog even van gedronken. Toen ze in de doos
wilde springen, haalde ze het niet, ze bleef met haar lies op de rand hangen,
haar achterpootjes bungelden buitenboord. Ik hielp, en ze verzette zich niet,
gromde niet, dat vertelde mij meer dan wat dan ook.
Jozefientje-zelf-doen, die zich liet helpen zonder commentaar, dat was
sowieso on-Jozefiens. En super foute boel.
Toch is ze nog uit haar doos gekomen en in de zetel gaan liggen, hoe ze dat
deed weet ik niet, ze was altijd al een kei in ongeziene verschijningen en
verdwijningen. Ik was even weg, en plots zat ze in de zetel. En de volgende
flits zat ze in mijn zetel, op de plek waar ik altijd zit. Dat is de laatste
plek waar ze gezeten heeft, vol in mijn geur. Een mooi afscheid zal ik maar
denken. Ik heb haar opgepakt, en ze heeft zich tegen mij aan gevleid. Ik moest
denken aan de toer door het huis die we maakten toen ze toekwam als kitten. Ze
woog nu waarschijnlijk maar evenveel als toen ze dat zes weken oude bolleke was.
Even heb ik nog genoten van dat kleine, warme, levende lijfje tegen mij aan, en
toen moest ze in de draagmand. Haar verzet was pro forma, het kostte mij deze
keer totaal geen kracht om haar erin en het deurtje dicht te krijgen. Het was
een trieste rit, ik vechtend tegen de tranen, en zij, ocharmkes, nog geplaagd
door een diarreeopstoot. Ook al zat ik op de fiets, ik rook het, en hoorde haar
klagen. Dat vond ik nog het ergst, dat ze zo is moeten gaan.
De dokter heeft nog even gevoeld aan haar darmen (de bobbels die ik voelde)
en zei dat ze waarschijnlijk diffuse darmkanker had, dus geen compacte
gezwellen, maar algemeen verspreid. Want haar darmen waren volledig opgezet. Dus
aan mijn vraag naar een middel om de diarree te stoppen kon niet worden voldaan.
Eigenlijk wist ik het wel, maar ik moest het toch nog vragen.
Het ging ongelooflijk snel. Duizend keer sneller dan bij Maurits. De naald
zat nog niet in haar lijfje of ze legde haar kopje neer. Ze was binnen de
milliseconde in slaap. Of misschien zelfs ineens over. Er was geen strijd, geen
verzet. Het was zomaar plots ineens over.
Weer thuis heb ik haar een beetje proberen te fatsoeneren, haar staart die
vol hing wat uitgewassen, een beetje gekamd. En nog was ik bang haar pijn te
doen. Dadelijk komen mijn ouders, zodat ik haar samen met hen naast Maurits kan
begraven.
SW loopt wat onwennig rond, wil niet bij haar lijfje in de buurt komen. Zo
verwoed hij gisteren en vanmorgen poogde in haar nabijheid te zijn, zo verwoed
houdt hij nu afstand. Oh ja, hij wist het, hij stond te huilen in de gang toen
we vertrokken. Toen ik haar de vorige keer meenam om haar te laten scheren, keek
hij even op en vervolgde zijn weg.
Jozefien, de mooiste, de liefste, de intelligentste. Nooit heeft ze gekrabd
of gebeten. Hoewel ze niet graag gepakt werd, liet ze het toch toe als het echt
moest, ze liet dan wel verbaal merken dat het haar tegenstond, maar dat was het
dan ook. Ook wanneer SW haar teveel ambeteerde bleef het bij wat grommen. Het
was een grootse ziel, en dat is het nog steeds. Alleen loopt ze hier niet meer
rond, en zal ik haar vreselijk verschrikkelijk missen. Het zal nog heel wat
tranen duren voor ik met droge ogen over haar zal kunnen praten.
Maar ik ben ontzettend blij en dankbaar voor die 12 jaar waarin ik van haar
gezelschap mocht genieten. Het was een privilege.
Dank je, Jozefien, dat je mij uitkoos om je leven bij door te brengen.
Vergeef me dat ik niet op tijd opmerkte dat V je slecht behandelde. En houd me
alsjeblief nog eventjes gezelschap. T
reuzel nog even op weg naar de poezenhemel, kom vannacht in mijn dromen nog even bij me.....
|