Prometheus
J.W. Goethe (1749-1832)
(
)
Ich kenne nichts
Armeres
Unter der Sonn als
euch, Götter!
Ihr nähret kümmerlich
Von Opfersteuern
und Gebetshauch
Eure Majestät
Und darbtet, wären
Nicht Kinder und
Bettler
Hoffnungsvolle Toren.
(
)
(...)
Geen grotere sukkels ken
ik
Onder de zon, als
jullie goden!
Jullie voeden zorgelijk
Met offergaven
En gebedsgezucht,
Uwe majesteit,
Kalen zouden jullie
Als kinderen en
bedelaars
Geen hoopvolle dwazen waren.
(
)
Goetheanus sum. Ik ben
een Goethe-fan. Op de middelbare school werd deze Duitse Icoon goed verborgen
gehouden. Niet de minste van de geestelijke misdrijven die op middelbare
scholieren gepleegd worden. Maar alla, je moet in het volwassen leven ook nog
iets kunnen ontdekken. Dat deed ik dan, en grondig ook: mijn Goethe-bibliotheek
bestaat uit enkele honderden exemplaren
Dit beroemde en beruchte jeugdgedicht van Goethe ontlokte in
de 18de eeuw in Duitsland de
zogeheten Philosophenstreit. Wie er meer over weten wil leze op mijn
Spinoza-blog het artikel van 18.01.2014(www.bloggen.be/spinoza, categorie 'spinoziana') . Het gedicht behandelt bovendien een Griekse basismythe,
die ons iets leert over onszelf en het ontstaan van de beschaving.
Bijlage
Prometheus, volledige versie, met
passie voorgedragen in het Duits.
|