De stoet Jéhan van d'Helle, een organisatie vanuit het Franse Wervique-Sud vertrok voor het derde jaar vanuit Wervik. De stoet werd gevormd aan het Tabaksmuseum en trok de via de Leiebrug naar de Franse zusterstad. Spijtig van de regen.
REKKEM - St.-Niklaasparochie Rekkem, zondag, moederdag én vormsel. Het stond in de sterren geschreven: Onze vier lievelings-elementen samen op één koersdag, dat zou vonken geven! En zo geschiedde Hierover zal nog lang nagepraat worden! De 'Bende van Rekkem 2015' - zo moest zelfs onze vormheer toegeven - werd tot grote gasten' gevormd, onder het toeziend oog van héél de parochie. Oogverblindend waren ze: onze prinsen en prinsessen, alle achtendertig. Op hun paasbest en nerveus: hun ouders en peters en meters. Glimmend van trots: de catechisten, de fotografen en mijnheer pastoor. Vormheer Antoon Vandeputte kon zich geen beter publiek wensen. De viering was tot in de puntjes voorbereid. Elke voorbestemde plaats in de kerk was voorzien van een naamkaartje, overal stonden plaatsbegeleiders, iedereen kreeg een liturgieboekje, de bloemen waren overweldigend. En zoals het echte Rekkemnaars betaamt, startten de vormelingen in een stoet vanaf het Dorpshuis, begeleid door het trommelkorps Rekkem-Lauwe, de muzikanten van de harmonie De Bie, met in hun kielzog een kleurrijke schare van trotse ouders en familieleden. Hier en daar werd zelfs een vroege jeugdliefde gespot. Eenmaal aangekomen in de kerk - begeleid door de stemmige achtergrondmuziek van de muzikanten van kinderkoor Hanblechia - werden onze toekomstige jongvolwassenen hartelijk ontvangen door vormheer Antoon en pastoor Chris, en daar mochten ze hun vormselkaars afgeven, die door de parochiesecretaris met de heilige vlam werd aangestoken. Wat een heerlijke bende vormelingen zat er daar te glunderen in de Sint-Niklaaskerk! Netjes, gedisciplineerd, beleefd en stilletjes. Zelfs de vormheer werd er stil van. Zodanig stil dat hij besloot de gastjes tweemaal te vormen: eenmaal als groep, als de 'Bende van Rekkem 2015' en eenmaal als christelijk individu. Het vormsel van 'De Bende' was heel aangrijpend. Ze mochten samen rechtstaan (wie niet wilde mocht blijven zitten) en ze werden allen door het gebed gevormd. Niemand bleef zitten. Het werd duidelijk dat zij, en zij alleen, voor altijd en altijd, deel zouden uitmaken van de 'Bende van Rekkem 2015'. En toen was het tijd voor de vorming als christelijk individu en haalde vormheer Antoon zijn 'potje' boven. Hij stapte naar de vormelingen toe, met de handmicrofoon in de hand en vertelde over zijn allereerste vormselopdracht. (Mijnheer de Bisschop had hem lang geleden aangeduid om het vormsel toe te dienen en hij had hem een superklein potje met vormselolie gegeven.) Na zijn eerste vormselviering werd hij echter opgewacht door een Afrikaanse papa die hem zei dat hij dat totaal verkeerd deed! De papa zei: Je wil van kinderen grote gasten maken en je doet dat met olie uit zon piepklein potje, dat kan toch niet? Vormheer Antoon slikte even en toen zei de papa: Ik zal een grote pot voor je laten maken, met ingekerfde tekeningen van grote en sterke dieren. Als je de Heilige Olie daar in laat vloeien, dan zullen de kenmerken van deze grote dieren ook in deze olie wonen en alzo bij jouw jongeren terechtkomen. Vormheer Antoon stapte toen naar de lezenaar, grabbelde in het onbekende en liet plots de Afrikaanse dierenkruik hoog in zijn handen zien. Was er toen één muis wakker geweest in de Sint-Niklaaskerk, we hadden haar horen en zien lopen En jawel, het was een pikzwarte Afrikaanse kruik, gevuld mét de Heilige Olie, mét bovendien vier grote Afrikaanse beesten op! De vormheer legde uit. Grootbeest 1 is de OLIFANT, met zijn plafeturen van oren. Hij is een kuddedier. Hij is dik en log en heeft veel tijd nodig om zich te verplaatsen. Daarom heeft hij grote oren. Dat is geen fout van de natuur. Hij hoort van verre als er gevaar is. Dan kan hij met zijn groep op tijd vluchten als er gevaar is. Ik hoop dat jullie ook olifantenoren hebben, zodat jullie kunnen zorgen voor jullie geliefden als er ooit problemen komen. Grootbeest 2 is de GIRAF, met zijn lange nek. Jullie horen het wel. Een lange nek. Niet een dikke nek; die hebben we hier genoeg Weten jullie wat het is om je nek uit te steken voor je naaste? Dat is, als het lastig is, toch partij te trekken voor de problemen van je medemens. Ik hoop dat jullie, net als de giraf, jullie nek durven uitsteken. Grootbeest 3 is de NEUSHOORN. Als je hem zoekt op Google, dan zie je veel beest en een heel klein beetje neus. Ik hoop dat jullie ook met een fijne neus zoeken naar kleine dingen om mensen gelukkig te maken en een fijne neus hebben om de problemen van jullie medemensen op te sporen en erover te kunnen praten. En dan was er natuurlijk grootbeest 4: de LEEUW. De vormelingen glunderden. De vormheer zag het, en hij glunderde ook. Maar hij zei: Gastjes, de olifant met zijn oren, de giraf met haar nek, en de neushoorn met zijn snuiter, jullie hebben zeker gedacht: maar allé, mijnheer de vormheer: grote dieren, dieren van Afrika, wij kiezen toch voor de leeuw! De olifant, de giraf, de neushoorn, ze zijn alle drie minder populair dan de leeuw. MAAR DE LEEUW IS EEN ROOFDIER. DAT WIL IK JULLIE NIET MEEGEVEN. De enige waarde van de leeuw die in deze olie zit, is die van de standvastigheid. De leeuw die zijn prooi ziet, zal afwachten en zijn avondmaal aandachtig beloeren, en wachten tot het moment er is. Hij zal nooit zeggen: Oeps, het is vrijdagavond en het is bijna 5u. Ik ga naar huis en ik keer maandagmorgen terug. Dat doet de leeuw niet. Hij blijft standvastig Dat wens ik jullie toe. De standvastigheid om jullie goede doelen in het leven tot een goed einde te brengen. Zo ingrijpend was deze plechtigheid, dat we de jongeren hebben moeten naar buiten begeleiden na twee uur plechtigheid, anders zaten ze daar nog. De toekomst van Rekkem is verzekerd. Wij zijn gezegend. Dank je God, voor deze lichting van Bende van Rekkem 2015. Onze toekomst ziet er goed uit. Lieve Vandersteene
Met 35 Neos-leden trokken we met de bus naar Roeselare. We brachten er een bezoek aan het Harley-Davidson verkooppunt voor West-Vlaanderen. Bernard Vens, specialist van dergelijke moto's, leidde er ons rond en gaf uitleg over het ontstaan van de Harley. Er stond heel wat leuke exemplaren, maar het prijskaartje was er ook naar. Moto's van 30.000 euro waren geen uitzondering. Verder alles wat met Harley-Davidson enigszins te maken had: kasten vol prularia, kledij, wisselstukken of allerlei attributen om de moto mee te versieren. Je kan het zo gek niet bedenken of het bestaat. In het clubcafé konden we nog genieten van een drankje en ook daar ademde alles naar Harley-Davidsons: tafels, plafond, bar...
Na een superregenbui konden we snel de bus op. We werden naar het domein Groenhove gebracht in Torhout waar de provinciale Neos-wandeltocht werd ingericht. Na een heerlijk middagmaal kon iedereen de tocht aanvatten en een afstand kiezen naar eigen keuze, gaande van 4 km, 6 km, 9,5 km, 10 km of een combinatie ervan. Noël Wyseur vatte onmiddellijk de tocht aan en maalde een 20-tal km af. Acht moedigen trotseerden de stormwind en legden 9,5 km af door de bosrijke omgeving van het Houtland. De rest hield het bij 6 km of een partijtje kaarten in restaurant van het domein. Na de wandeling genoot iedereen nog van een stukje taart of een dame blanche met koffie, een biertje en werd wat gekaart, wachtend op de komst van de schoolbus. Tegen 18 u. kon de terugtocht naar Rekkem aangevat worden.
Zowel op zondag (gezinnen) als maandag (senioren) werd de vooropgestelde kaap van 200 deelnemers bereikt. De fietsers startten in 'De Hazewind' in Menen. Er werd gefietst naar Geluwe alwaar een bezoek aan een alcapakwekerij op het programma stond. In het 'Hof ter Heulebeek' stond een heerlijk middagmaal klaar. Via de mooie landelijke wegen met de kleurige voorjaarsbloemen, het frisse voorjaarsgroen en de fraai aangelegde velden bereikten de fietsers Ledegem. De geurige koffie stond er klaar in Old Leghem en in het 'Luchtvaartmuseum 14-18' kon men een bezoek brengen aan de vele miniatuurvliegtuigen die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden gebruikt. In de brouwerij 'Het Gulden Spoor' in Gullegem werd een frisse blond getapt en kreeg men uitleg over de brouwerij. Vandaar ging het terug naar Menen. Niet de vermelde 42 km werd gereden, iedereen beaamde dat de teller het op 47 km hield.
We zochten het deze keer niet zo ver. ROUBAIX heeft zoveel te bieden en we konden voor die dag een beroep doen op ROUBAIX-kenner bij uitstek, Laurent Stragier. We startten met 29 deelnemers en trokken met de Lauwse schoolbus de grens over. Al snel bereikten we ons doel, de textielstad Roubaix. Met mezelf aan het stuur leidde Laurant ons uitstekend doorheen de stad. Roubaix leek op deze zaterdagmorgen wel piepedood, weinig of geen verkeer. We reden anderhalf uur doorheen de diverse wijken met restanten van historische fabrieken. We maakten kennis met moderne wijken, verloederde buurten die worden opgewaardeerd... een mix van indrukken kwamen op ons af. Opvallend de honderden verkeerslichten,... Daarna volgde een koffiestop in de 'Brasserie de l'Usine' en trokken daarna naar de 'Manufacture des Flandres'. Laurent leidde ons rond tussen de verschillende weefgetouwen. Van een replica van het eerste weefgetouw uit de middeleeuwen tot de huidige moderne Picanol. Het middagmaal in 'Le Petit Roubaix' was perfect, snelle bediening in een mooi kader van een voormalig vakbondshuis. We konden ons eerst tegoed doen aan een 'apéritief maison', gevolgd door roti de porc sauce maroilles en een tarte Maison. Zo werd het stilaan tijd om opnieuw de bus op te stappen voor een ritje naar de ons aller gekende vélodrome. Iedereen was verrast dat de piste zo'n hoogteverschil kent in de bochten. Het was dan ook een hele kunst om ons recht te houden en niet naar beneden te glijden. Een groepsfoto mocht er niet ontbreken. De kennismaking met de nieuwe vélodrome was ook een openbaring. Als afsluit trokken we de wereldvermaarde douches in. We gingen op zoek naar de namen van bekende renners en de overwinningsdata van hun Paris-Roubaix: Paul Deman, Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck, Tom Boonen, Cancellara... en nog zoveel anderen. We wandelden nog even tot de laatste 'pavé' waar ook de namen van de winnaars in zijn verwerkt. Ja, zowaar ontdekten Jeannine en Thérèse de naam van een Dejonghe die ooit de wedstrijd won. De volgende afspraak was een bezoek aan het museum 'La Piscine'. Iedereen slenterde op eigen tempo doorheen het voormalige zwembad dat nu is ingericht als museum. Voor velen die er de eerste keer kwamen was het een echte openbaring. De dag werd afgesloten met een korte wandeling tot aan het stadhuis om te genieten van een drankje op een terrasje met op de achtergrond de geluiden van het carnavalsfeest. En zo werd het 19.00 u., tijd om terug te keren naar Rekkem na een schitterende dag in Roubaix.
Dinsdagnamiddag gingen naar jaarlijkse gewoonte de vormelingen van Rekkem onder leiding van pastoor Chris en hun catechisten naar de Sint-Sixtusabdij in West-Vleteren. Doordat de vormselpastoraal in de federatie Lauwe-Rekkem naar elkaar toe willen groeien namen ook de vormelingen en catechisten van Lauwe deel aan dit bezoek samen met pastoor Nikolaas.
Eerst was er een korte inleiding door pastoor Chris op de parking over waarom we deze namiddag hier op bezoek gingen waarbij zijn persoonlijke ervaringen met abt Manu Van Hecke 50 jaar geleden op de kampen voor jongeren met een handicap: de kussengevechten, het samen spelen en s avonds plezier maken met de begeleidingsploeg,
Om 14.15 uur woonden we van op de eerste rijen het Noon-gebed bij. Na enkele psalmen met alleluiaverzen gezongen te hebben konden we luisteren naar de lezing uit de Handelingen der Apostelen.
De groep mensen die het geloof had aanvaard, leefde eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk. De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk. Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld. Een van hen was Josef, een Leviet uit Cyprus, die van de apostelen de bijnaam Barnabas had gekregen, wat in onze taal zoon van de vertroosting betekent.
Na het Noon-gebed werd de daglezing heel concreet gemaakt tijdens de uitleg en rondleiding in het museum Claustrum van het ontmoetingscentrum In de vrede. Een leven als monnik in de abdij van West-Vleteren betekent immers dat je geen eigen persoonlijke bezittingen hebt, maar alles maakt deel uit van de gemeenschapsbezittingen.
De vormelingen mochten doorheen heel het museum op zoektocht en daarna aan onze gids alle mogelijke vragen kwijt waarop hij hen een antwoord gaf. Aan het einde van het museumbezoek kregen we nog drie afsluitende vragen waarbij we bij één van de drie vragen onze hand moesten omhoog steken zonder te kijken naar de anderen: - Wie is er van overtuigd dat God echt bestaat? - Wie is er van overtuigd dat God helemaal niet bestaat? - Wie twijfelt er af en toe wel eens over het bestaan van God?
Christen zijn gaat over het geloof in Jezus Christus; maar het is logisch en dus zeker niet minder slim om af en toe te twijfelen en na te denken over je eigen geloof bij bepaalde gebeurtenissen of ervaringen in ons eigen leven.
Ondertussen werd op het speelterrein voor het ontmoetingscentrum onder leiding van enkele catechisten enkele kring- en tikspelletjes gespeeld door één tweede groep vormelingen om nadien te wisselen. Deze spelen werden afgesloten met enkele spelen met de reuzenparachute. Eén van die spelen ging als volgt: iedereen gaat zitten en houdt de parachute goed vast terwijl de benen onder de parachute zitten. Een van de vormelingen mocht plaatsnemen onder de parachute en proberen door de voeten van de anderen te grijpen zo zijn groep uit te breiden.
Het deed me spontaan denken aan het evangelie met de roeping van de apostelen: gegrepen door de figuur van Christus gingen ze daarna op weg om vissers van mensen te worden.
Je moet echt wel geboeid zijn door die Jezus van Nazareth als je elke dag opnieuw wil leven tussen de muren van de abdij grotendeels afgesloten van de buitenwereld.
Na een korte picknick konden we de terugrit richting Lauwe en Rekkem aanvatten met voor sommige nog een tussenhalte aan de grot. Herwig Vrijsen vormselcatechist Lauwe
Op zaterdag 11 april trok de DF-afdeling naar Kemmel en Wulvergem. Het is een jaarlijkse gewoonte geworden een toneelstuk te volgen in de Westhoek. Voor de tweede maal werd in Wulvergem een opvoering van het NWT gevolgd. Deze keer werd het ludieke stuk 'Riebedebie' opgevoerd. Vooraf werd een wandeling gemaakt rond de Kemmelberg.
Met het busje van GBS Lauwe, met Eric als chauffeur en Guy Desloovere als gids, trokken we de grens over om in Zeeuws-Vlaanderen, in het dorpje Groede, het minder gekende museum Vlaemsch Erfgoed te bezoeken en te winkelen in het stadje Sluis.
Het Vlaemsche Erfgoed is niet één museum, maar een hele straat vol nostalgie en cultuur: het Slijkstraatje. We werden verwelkomd in de pittoreske herberg 'De Twee Duiven' door Adrie Oosterling, met een kop koffie met Groese paptaart. Een gidse, in typische klederdracht, leidde ons eerst naar de Lutherse kerk. Tijdens dit bezoek aan de musea kregen we een beeld van het leven in Zeeland in het jaar 1900. We konden een kijkje nemen in de timmermanswerkplaats, de erfgoedwinkel, de museale brouwerij, de bakkerij, de herberg De Natte Pij, de grutterswinkel, het boekenantiquariaat, Ut Impie (theeschenkerij), het beeldhouwersatelier, de textielwinkel, het kapsalon, de schilderswinkel, het opticienmuseum... Over de middag genoten we van een kom lekkere wortelsoep, een stoofpotje van rundvlees op grootmoeders wijze met laurier en ui en aardappeltjes en salade en een chocolademousse als afsluiter. Na het middagmaal vertrokken we naar de oude vestingstad Sluis. Guy wist ons tijdens de erfgoedwandeling wat geschiedkundige uitleg te geven over het stadhuis en belfort (het enige in Nederland) met zijn Jantje van Sluis, de windmolen De Brak... Een groepje maakte daarna met Eric een wandeling op de stadswallen (4 km), terwijl anderen reeds genoten van het winkelen of een terrasje...
Ieder jaar op paasmaandag slaan deze drie verenigingen de handen in elkaar om de kinderen kennis te laten maken met de paashaas. Er werd gestart met een paasontbijt met 50 kinderen en 68 volwassenen. Daarna begon de zoektocht naar de paashaas. Gelukkig had die overal langs de weg een spoor nagelaten, frisse worteltjes met de punt in de wandelrichting. In de groenzone Ten Dale was de paashaas in een valstrik gelopen. De kinderen konden er op zoek naar de verspreide paaseieren, met het nummer op bepaalde eieren konden de sloten worden geopend en werd de paashaas bevrijd.
Tony Halsberghe (49) legde de eed af als nieuwe korpschef van de politiezone Grensleie. Burgemeester Martine Fournier bedankte zijn voorganger Dominique Demey en wenste de nieuwe korpschef een mooie toekomst toe.
Tony Halsberghe woont in Wervik met zijn vrouw Kathleen Lietaert en kinderen Gaëlle en Gautran. Hij was dertien jaar lang aan de slag bij de Rijkswacht en dertien jaar bij de federale politie. De voorbije zes jaar was hij gerechtelijk directeur in Ieper. In juni 2014 eindigde zijn mandaat toen de politiezones werden samengevoegd. Sindsdien werkte hij als coördinator bij de federale gerechtelijke politie West-Vlaanderen. Nu zal hij instaan voor de leiding en de organisatie van het lokaal politiebeleid om zo een veilige en leefbare omgeving te creëren. Er wachten Halsberghe enkele uitdagingen, beseft hij nu al. De grenscriminaliteit is min of meer gestagneerd de voorbije jaren, maar dat wordt volgens mij de rode draad in mijn nieuwe job. Als korpschef van de zone Grensleie zal ik ook veel contacten moeten onderhouden met Frankrijk. Er komen heel wat nieuwe taken op mij af: onthaal, openbare orde, interventie en verkeer. Maar ik kijk er wel naar uit om deze nieuwe functie te vervullen. Zijn vrije tijd vult de nieuwe korpschef met zwemmen, lopen en tuinieren. Hij is aangesloten bij de Menense Zwemkring als bestuurslid en hij geeft er ook training. Voorts geeft hij nog training bij DAPALO, de Dadizeelse Parklopers.