Ken akuscht en awascht en eel de
boel adoan en dat op een zomerse zonnige zondag. Nochtans had ik samen met
vrienden, de avond voordien een stapje in de wereld gezet en was ik best moe.
Ik genoot toen van het gezelschap en de leuke
herinneringen die werden opgehaald. De vrienden vertelden over vroeger, de tijd
in het café, waar fantastische activiteiten gebeurden en waar het erg plezant
vertoeven was. Die fijne herinneringen gaven me energie voor twee. Maar in de
vooravond geef ik me over en ik staak het werk. Ik beslis om toe te geven aan
een verkwikkende dut. Als ik net ben ingedommeld zwaait de deur wijd open, de
huisgenoten komen thuis, gedaan met stilte, welkom lawaai.
Nu ben ik een gemakkelijk mens, dat
weet ik van mezelf, verdraagzaam, vriendelijk en tolerant, maar als ik moe ben
en niet kan slapen, word ik verschrikkelijk ambetant. Het was nog maar geleden
van twee avonden ervoor, er was teveel lawaai, ik kon niet slapen en ik werd een
ambetant mens. De buren bouwden een feestje, want na een week hard werken
hadden ze dat wel verdiend. Het zijn Poolse bewoners die elkaar kennen en ze
leven zich graag eens uit. Ze genoten van de liedjes uit hun verre vaderland en
als ze de teksten kenden brulden ze luidkeels mee. Ik moet bekennen sommige
deuntjes waren leuk, maar na twee uur draaien en keren in mijn bed, had ik het toch
wel gehad. Want ik was moe en wou slapen en stilaan kreeg ik er een
punthoofd van.
Daar stond ik dan rond
middernacht, in het midden van de straat, getooid in mijn nachtelijke japon en
met mijn rooskleurige gebloemde pantoffels aan. En van al dat draaien en keren lagen
mijn lange haren in de war, ik vergat te kijken in de spiegel, met die ellende
had ik er niet aan gedacht. Ik zag een buur gluren vanachter het gordijn, hij
keek verbaasd en ik begreep het wel, zo een look hadden ze nog niet gezien en
waren ze niet van mij gewend.
Toen de muziek stil viel, omdat
het plaatje was gedaan, greep ik mijn kans en riep: hallo. Eigenlijk wou ik vriendelijk
vragen of de muziek wat zachter kon, maar mijn klaagzang draaide anders uit, ik
was emotioneel. De Poolse bewoner keek me vol medeleven begripvol aan en sprak:
I understand, het was duidelijk, ze waren zich van geen kwaad bewust en ze
zetten de muziek onmiddellijk stil.
Terug ik bed kon ik nog niet
slapen, want ik dacht aan die tijd, in het café. Dat toffe cafeetje in
West-Vlaanderen op de hoek van de markt. Waar we heel veel plaatjes draaiden en
luide muziek. En als we de tekst herkenden brulden we mee. Ik denk aan die muzikanten,
bekend en minder bekend, die er heerlijke melodieën speelden op hun
mondharmonica of op hun gitaar. Ze speelden de ziel uit hun lijf en uit volle
borst, want in dat cafeetje voelden ze zich goed en ze vertoefden er graag. Soms
hadden we zoveel plezier, we dansten de polonaise en maakten een toertje rond
de markt. En er hing ook een bel met een schelle klank, als die klonk kwam er een
tournee generale. En ik besef nu pas wat voor een hels lawaai we daar vele jaren
hebben gemaakt.
Nooit dachten we aan de buren die
misschien niet konden slapen en we hielden het niet stil. We toonden geen medelijden
en toch klaagden de buren nooit. Ik kan me niet herinneren dat daar ooit een
buurvrouw stond, met gebloemde pantoffels aan haar voeten en met
haar tanden in haar haar. ik hoorde haar niet smeken om stilte, omdat ze niet
slapen kon. Vrienden vertelden me dat de
buurvrouw nu aan het dementeren is. Misschien een geluk bij een ongeluk dat ze
het allemaal niet meer weet en dat ze zich niet meer herinnert wat voor een
lawaaierige boel het daar soms was en ik verontschuldig me ervoor. Sorry
buurvrouw, we waren ons van geen kwaad bewust, maar het was zo leuk daar in het
cafeetje in West Vlaanderen op de hoek van de markt. Ik ben erg zeker dat menig
lezer dit verhaal bevestigen kan.
|