Dit weekend hebben we afscheid genomen,
afscheid van onze camper, ons huis op zes wielen. We hebben de knoop doorgehakt
omdat de tijd daarvoor rijp was, maar ook omdat ons gevoel dat zo aangaf. Deze
beslissing valt zowel mij, als de kinderen, maar vooral de echtgenoot behoorlijk
zwaar. Omdat juist hij, want ik kon dat helemaal niet zo goed, graag en
gedurende vele uren, al rijdend en mijmerend de tijd daarin heeft doorgebracht.
Ik dacht, komaan maar, iets anders en iets
beters, maar wanneer ik ons vakantiehuisje leegmaak overvalt ook mij een immens
gevoel van melancholie. Met een ferme krop in de keel stop ik alle huishoudspullen,
die ik nu zowaar allemaal in het dubbel bezit, in bakken en dozen. En nu sta ik
daar, met twee zoutvaatjes in mijn kast, twee koffiefilters, twee eetserviezen,
alles in het dubbel en ja, nu sta ik daar.
Er zit niets anders op dan de herinneringen
aan zo veel mooie vakantie's te koesteren. Het voertuig begeleidde ons immers gedurende
vele jaren naar allerlei prachtige bestemmingen binnen Europa. En we moeten
eerlijk toegeven dat een leukere methode om te reizen echt niet bestaat. Onze kleine
kinderen vonden het heerlijk om gedurende de lange rit, achteraan in de woonwagen
te zitten, en daar te tekenen of te kleuren, en gezelschapsspelletjes te spelen
met elkaar. Ook vonden ze het werkelijk fantastisch om s morgens wakker te
worden en door het vensterraam de zee te kunnen bewonderen.
Maar ik heb het zowat gehad met de campings,
door alle drukte daar hadden we de laatste jaren meer zicht op de toiletten dan
uitzicht op zee. En ons beest had zijn beste tijd wat gehad, vond ik, omdat de voordeur
begon te rammelen en daardoor niet meer zo vast zat. Ook flikkerde de
binnenverlichting zo af en toe om een tot nu toe onverklaarbare reden. De
douchekraan had het begeven en omdat de motor nogal veel lawaai maakte, zeiden
we veel te vaak, zo vond ik toch: wablief tegen elkaar. De kinderen zijn ook
ouder geworden en verkiezen nu een plaats vooraan. En het kan toch niet waar
zijn dat ik nu moet zitten kleuren en tekenen achteraan.
We voelen ons beiden wat in een droevige begrafenisstemming
wanneer we ons beestje moeten afgeven. De nieuwe eigenaars wanen zich alvast in
het aards paradijs wanneer ze ons bijna ex vakantievervoermiddel betreden. De
eigenaar is een beetje hardhorig dus die luide motor zal hem niet deren en de
eigenares is verzot op de badkamer met toilet en vooral ook op de douchekraan. De
echtgenoot loopt nog drie keer rond de wagen en ondergaat dan uiteindelijk met
tranen in de ogen, het moeilijkste moment van de begrafenis: het definitieve
afscheid.
Maar het is voorbij en de bladzijde werd
omgedraaid en we hebben het ding nu van de hand gedaan. Alweer een levensepisode afgesloten moppert de echtgenoot en ja nu
staan we daar, zonder onze mobiel, zonder onze zeswieler, en hij heeft gelijk: welja,
nu staan we daar.
|