De houten dieren uit onze
kerststal, die er ook dit jaar verbleven om het kerstekind te verwarmen, kregen
het dit jaar hard te verduren. Niet door barre koude of gure wind maar door de
kattenpoot van onze kater, sir George! Heerlijk vond hij dat om ze steeds opnieuw
naar beneden te knallen. Ik stalde alle figuurtjes nochtans hoog en zo dacht ik
toch veilig op ons nieuw telefoonkastje. George blijkt echter slimmer dan zijn
baasje en zo kwam het dat ik bijna elke dag de goede herders, het arme kindje
in zijn kribbe, de os en de ezel én zelfs Jozef en Maria vanonder de
Chesterfield mocht vissen.
Sinds George er is, is er sfeer
in ons huis. Dat is althans wat de jongste zoon er van vindt. Hij, de jongste
zoon, zijn tweelingbroer en zijn puber zus verkozen echter liever een hond in
huis. Vele discussies zijn mijn weldoordachte aankoop voorafgegaan. Maar ik
hield voet bij stuk: niet een hond maar een Brits korthaar zou ons gezin weldra
vervoegen! Ondertussen wordt de kater hier vertroeteld en geknuffeld en George
kan zelfs onze puberdochter bekoren. Soms bedenk ik dat hij het mede door zijn
zijdezachte blauwgrijs kleurige pels wel vaak heel warm moet krijgen door al
die vertedering.
En zo is onze kerst ook weer
voorbijgevlogen, al voelt het voor mij aan alsof het nog moet komen. Vreemd,
maar daar zal mijn ziek zijn wel een rol bij spelen. Kerstavond, kerstdag en
tweede kerstdag heb ik door mijn toedoen dan ook behoorlijk verpest voor mijn
gezin, sorry. Het lukte me niet om van de traditionele wafels te genieten, de
wafels die me steevast aan kerstavond met mijn mémé zaliger doen denken. Zij
bakte ze met veel liefde voor mij. Niet die wafels, maar de vreugde die ze
uitstraalde omdat ik bij haar was, blijven me zo bij. Omdat haar kleinkind bij
haar bleef, hoefde ze de welbefaamde sfeervolle avond niet eenzaam door te
brengen. De volgende ochtend stond ze tijdig op om de kolen van de kachel op te
schudden en het vuur aan te maken. Zodoende was het huis reeds verwarmd voor ik
opstond. Die warmte vergeet ik nooit en het is van haar dat ik ook leerde wat
het betekent warmte te geven en warmte te krijgen.
Afgelopen kerstperiode ging toch
ook niet zo onopgemerkt voorbij, ik kreeg namelijk een schitterend en uniek
geschenk: een bijna kerst kleinkind. Geboren op 20 december, dus net niet.
Afgelopen 9 maanden vroeg ik me dikwijls af wat ik voor dit kind kon betekenen,
en ik weet het ondertussen. Ik wil het de warmte geven die ik zelf ontving van mijn
grootmoeder!
Niet alleen aan hem maar ook aan
mijn eigen kinderen, stiefkind en schoonkinderen of hoe benoem je dit
tegenwoordig allemaal, wil ik dit geven. Natuurlijk ook aan mijn echtgenoot,
mijn vrienden, de patiënten en allen die me dierbaar zijn wens ik dit te
schenken. Dàt betekent Kerstmis voor mij en daar hoef ik niet over na te
denken, het hele jaar door eigenlijk niet.
Laat dit dan mijn kerst- en
nieuwjaarswens zijn voor allen, want deze sprak ik nog niet uit. Maar geen
nood, volgens mijn mémé zaliger kan je de hele maand januari nog
nieuwjaarswensen uit spreken en als ik het zo bekijk ben ik nog ruim op tijd.
Dat ieder dus deze warmte mag voelen en doorgeven, dat is mijn wens, net zoals
de os en de ezel warmte gaven aan het kerstekind maar die het dit jaar bij ons
thuis toch wel erg zwaar te verduren kregen.
|