Ieder jaar ga ik weer een
keertje bij haar op bezoek. Bij Paula, die ondertussen tachtig is geworden. Ze
woont nog steeds zelfstandig en is een enorm bezige bij. Haar huis is steeds spic
en span en ook haar tuin bereddert ze met de grootste zorg.Iedere keer stel ik haar
weer de vraag, wanneer die nieuwe serre er nu gaat komen. Die oude serre, zo
zegt ze, gaat samen met haar ten onder. Dan lachen we uitbundig.
Paula heeft het niet
makkelijk gehad in dit leven. Ze verloor haar ouders, samen op heel jonge
leeftijd. Ze verloor haar enige dochter toen die achtendertig jaar was aan een
slepende ziekte. Ze zag twee van haar kinderen uit de echt scheiden en verloor
twee jaar geleden haar man.
Vorig jaar had ze het
helemaal gehad. Ze was toen ook erg somber de dag dat ik haar bezocht maar het
feit dat ze tegen mij openlijk kan praten over wat haar bezighoudt, brengt een
stukje verlichting. Ik krijg na ieder bezoek ook een bedankje via e-mail. Ja ja,
deze kranige dame heeft op latere leeftijd ook nog eens de pc ontdekt.
Het bezoek aan Paula brengt
voor mij ook altijd bijzondere herinneringen naar boven. Het lijkt wel of ik
een schuld moet inlossen door haar te bezoeken maar dat is überhaupt niet zo.
Ik doe het vrijwillig en het trekt ook ieder jaar weer aan me, om te gaan.
Paula is de moeder van mijn
overleden vriendin Anja.
Ik zie in bepaalde
handelingen, hoor in bepaalde zegswijzen helemaal haar dochter. Het is een
beetje griezelig en tegelijkertijd ook heel geruststellend.Ze praat erg vrijuit met me.
Over haar angsten, over de spoken in haar hoofd en over haar verdriet. Het gaat
nooit over, zegt ze dan, maar het slijt wel een heel klein beetje.
Blijf nog wat, vraagt ze als
ik wil opstaan om naar huis te gaan. We wandelen nog even de tuin in en ze
plukt wat rode bessen om mee te nemen naar huis.Deze eenvoudige dingen
ontroeren me iedere keer weer. Want ook voor mij leeft er weer dat hele kleine
stukje Anja, als ik bij haar ben.
Dichter dan dat kan ik
voorlopig niet komen.
|