Een verliefdheid overvalt je of je nu zeventien of zevenenveertig bent. Als een auto in volle snelheid van stilstand naar 240 km/uur rijdt ze je leefwereld binnen.
Boem, zullen we nu eens wat vertellen.
Boem, daar heb jij echt helemaal geen antwoord op hoor.
Het was lang geleden dat ik zo helemaal van de kaart was. De werkelijkheid en de nuchterheid gingen op reis en lieten me achter met vlinders en allerlei ander gekleurd gedierte. Het leven op een wolk zonder enige houvast of handvat.
Het moet kunnen maar als de bovenste laag roze glazuur wat begint te versuikeren, komt al gauw het besef dat deze kleur niet brengt wat ze je beloofd.
Kijk eens even een klein beetje objectief.
Als je de bril van de verliefdheid afzet, merk je dat je wel heel weinig met deze persoon gemeen hebt. Het lange termijn denken is absoluut niet aan de orde.
Wat blijft er over van dat zaligmakende gevoel?
Het besef dat je gewoon graag gezien wil worden. Dat je die warme arm soms gewoonweg nodig hebt als de lucht die je inademt.
De verliefdheid maakt plaats voor eigenwaarde. Want zo slecht zie je er niet uit, toch?
Je kan jezelf ook weer een stukje liever zien nu je weer eens een keertje in de spots van het leven hebt gestaan.
Zo blijkt die onmogelijke, ongelofelijk superlatieve, allesomvattende en onrealistische indian summer liefde, tenslotte gewoon een cadeau aan jezelf.
Die roze wolk lever je gewoon terug in, als leeggoed met statiegeld.
|