Het beeld haarscherp op het netvlies. Ik zit op de grijzen mohairen driezit van mn ouders toen we nog in het zuiden van de stad woonden. Het is warm, eind juni, begin juli. Maar toch zit ik binnen. Een groots evenement op tv. Een held staat op een grasveld, iets buiten Londen. Als tegenstander een ruig Amerikaans typetje, dat zo uit een stomme film is weggelopen. Zijn mimiek is voldoende, ook zonder geluid. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een duracell-poppetje avant-la-lettre. De held bedient zich van geen geluid. De stilte neemt over.
De match zit ik uit tot het bittere einde, als in een trance.
Mijn voorkeur is alvast duidelijk. De man met haarlint en baard wiens uitstraling reikt van hier tot in Tokyo.
Geen idee wie dat eerste duel in Wimbledon heeft gewonnen en eigenlijk doet het er ook niet toe. We schreven geschiedenis en dat voelde ook zo.
Ook daar in die Turnhoutse huiskamer.
Een idool, ver en onbereikbaar. Een idool waarvan een poster tegen de muur in de tienerkamer.
Ondertussen zijn we meer dan dertig jaar later en kan ik dat kleine lijstje met idolen van toen nog zo voor de geest halen. Ik ben nooit iemand van adoratie geweest dus degenen die op dat kattebelletje prijken, zijn uitzonderingen.
De reeks met posters aan de muur was even summier en beperkte zich enkel tot sportievelingen.
Nooit gedacht, zelfs nooit gedroomd, dat ik op een doordeweekse donderdag in augustus naast dit idool zou staan en ik als vanzelfsprekend de rust en het vertrouwen voelde die ook toen al in zijn persoonlijkheid vervat zaten. Geen spoor van nervositeit, niet van mijn kant. Net of je iemand ontmoet die je al jarenlang kent, die je ongelofelijk vertrouwd is. Respect als het idool plots vlees en bloed wordt en er geen spatje kapsones aan te pas komt.
We maken een praatje, over het uitzonderlijk warme weer eind augustus, afgerond met een ijswarme glimlach.
Het blijkt vaak dat de echt bijzondere mensen, hetzij het in sport, hetzij in muziek of noem maar op, heel erg eenvoudig zijn. Net als jij en ik.
Enkel degenen die zich groot wanen, maken gebruik van een wie boven mij attitude.
Net als de superrijken die nog steeds de kortingsbons uit de reclamefolders knippen en degenen zonder haven of goed die zich de meest gekke dingen veroorloven.
Enfin, ik wijk af. Daar stond ik dan. Volgens mij met een glimlach die de ganse dag niet meer verdwenen is. Natuurlijk met het fototoestel wat enkele beelden voor de eeuwigheid opleverde. Soms verrast het leven je zo onverwacht. De tijd staat even stil en je leeft in het moment. Dankbaarheid is een woord dat naar boven borrelt.
En ook een beetje ongeloof als je weer in de wagen naar huis zit, op weg naar huis.
Tusend Tak!
|