Een uitnodiging valt tegenwoordig niet meer in de brievenbus, noch wordt ze gedrukt op fijn conqueror papier in een bijhorende enveloppe waarop met sierlijke letters naam en adres geschreven wordt. Geen tastbaar stukje geschiedenis maar een allegaartje van getypte letters in de mailbox. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een nieuwe cultuur maar daarom niet minder mooi qua inhoud. Vorige maand zat er zon mailbericht in de digitale brievenbus die ik zou willen klasseren als eentje met een virtuele gouddruk. Een uitnodiging voor een exclusief tennistoernooi met grote internationale namen. Nu maken high society dingen met klinkende namen meestal niet echt indruk op me maar dit was van een heel andere orde. Het katapulteerde me helemaal terug naar de tijd waarin ik nog een natuurlijke hoogblonde tiener was. Een stukje nostalgie als het ware.
Ik zie mezelf nog voor het tv scherm zitten. We schrijven zomer 1980. Twee jonge goden nemen het tegen mekaar op in de finale van het Wimbledon parcours. Uiteenlopend qua karakter maar even competitief. Het werd een match die geschiedenis zou schrijven.
Nu 31 jaar later staat er een kwartet tennis legendes in levende lijve voor me. Net als zij ben ik 3 decennia ouder maar het is verbazingwekkend hoe de karakteristieken van iemand toch in hun persoonlijkheid aanwezig blijven.
Ik zie een Amerikaan die nog steeds heel erg los omgaat met het leven en met zijn omgeving. Hij heeft een blessure die hij extra in de verf zet. Ik ben er zeker van dat die trek in zijn been, tien keer minder erg is dan hij hem voordoet.
Ook duikt er een jongere Zweed op die zich helemaal in zijn nieuwe Amerikaanse thuisland heeft aangepast. Zelfs zijn schuchtere accent is hij kwijtgeraakt tijdens zijn overtocht naar Uncle Sam. Een roemruchte Fransman maakt het schone weer en steelt de show net zoals hij in zijn jongere jaren reeds deed. Hij tovert heel snel een glimlach op één ieders gezicht.
In de coulissen voor de start van de match staat een man, die ondertussen midden vijftig is, heel stil helemaal introvert zichzelf te wezen. Nog steeds die twee zweetbandjes om de polsen, nog steeds die concentratie over heel lichaam en leden.
Als in een soort magisch moment, kijkt hij met indringende ogen in de lens van mijn fototoestel. In één seconde, in één moment, legt mijn toestel contact en kijken we mekaar door die lens recht aan. Alles rondom verdwijnt of krijgt tenminste een mistige waas. Ik druk af. We zeggen geen woord, maar die blik zegt meer dan ik ooit op papier zal krijgen.
Als ik later thuis die foto bekijk, overvalt me een mengeling van melancholie en trots. Het is een erg pure blauwdruk geworden van een man die met weinig woorden heel veel kan zeggen. Tusen tack herre Borg för din ärlighet.
|