08.03.2008 Wandeling 119: ZANDHOVEN-GROBBENDONK 11 km 2.45 uur
We willen het vandaag even ' vlak ' houden en hebben daarom een tocht in de Kempen geprogrammeerd. De bus zet ons af op de wijk Roosten, tussen Zandhoven en Pulderbos. Het is fris op dit vroege uur en onze handschoenen bewijzen ons ' warme ' diensten. Met de nog werkende stenen berg- of beltmolen van Pulderbos als richtpunt gaan we op zoek naar de aansluiting met het GR5-pad. Tussen twee hagen in bemerken we de kenmerkende wit-rood streepjes en zijn we op weg om die voor een goede twee uur te volgen. De namen van de gehuchten die we aandoen zijn typisch Kempisch: Heikant, Bloemheide, Molenheide, Kleine Heide enz. We kronkelen door bos- akker- en weideland, langs het voetbalveld van F.C. Pulderbos, voorbij enkele grote landbouwbedrijven en trekken dan het natuurreservaat De Krabbels in. Een brede zandweg " De Pulderdijk " voert ons, hoe kan het ook anders, over de Pulderbeek. Bij een voormalig ( nu verlaten ) boswachtershuis kiezen we voor de brede Heirbaan met rechts een prachtig, verhard fietspad. Ter hoogte van Pulle geraken we even onze merktekens en dus het noorden kwijt en moeten op onze stappen terugkeren. Op aanwijzen van een wandelend trio kunnen we de schade beperken en vinden we het goede spoor terug. Het is zaterdag en dus hebben, gewoontegetrouw, talrijke inwoners hun voortuintje netjes opgerakeld. Op de wijk " Warme Hand " denken we er aan dat we inderdaad onze handschoenen mogen wegbergen en even later bereiken we het grondgebied Grobbendonk. We lopen tot bijna tegen de Kleine Gete om dan af te draaien richting kerk. Het dorpsplein is een typisch Frankische driehoek met in het midden een mooie beplanting rond de oude dorpspomp. Een ideale plaats om de bus op te wachten die ons terug naar Antwerpen zal brengen.
23.02.2008 Wandeling 118: BOIS-de-VILLERS - GODINNE, 14 km 3.15 uur
We starten op dezelfde plaats waar we veertien dagen terug onze vorige tocht beëindigden. We klimmen geleidelijk, nu eens langs een asfaltweg dan weer eens langs een graspad, door een open vlakte, naar het plateau " La Sibérie ". Vesrschillende wegwijzers wijzen ons het ' Point de vue de la Sibérie ' aan waar men kan zien hoe de Maas vroeger een grote meander maakte maar nu een bebouwd gebied is; Maar we trekken het bos La Grande Hulle in en richten onze schreden naar de Belvedère. Vanop een hoogte van 245 m krijgen we ook hier, bij een bank en een oriëntatietafel een prachtig zicht op de Maas. En dan gaat het zigzaggend, maar steil, naar beneden waarbij we de raad opvolgen, hier wegens erosie, zeker geen inkortingen te riskeren tot ' Sur le Plain - 175 m '. Daarna lopen we door een prachtig bos en verliezen tot aan ' Tiennes de Burnot - 165 m '( een huisje van de watermaatschappij ?) over een afstand van 2 km praktisch geen hoogte. Maar dan volgt weer een steil dalende holle weg ( veelvuldig versperd met omgevallen bomen en takken ) naar de Maas toe. Tussen twee huizen belanden we in Burnot op de N92 en zijn blij het jaagpad langs de stroom te bereiken. Voorbij de sluizen van Rivière verlaten we de Maas ( 85 m ) en beginnen aan een klim tot op een hoogte van 255 m. Halverwege, ter hoogte van een calvariekruis moeten we even naar adem happen. Op het hoogste punt - bij een antenne van de RTBF, die zelf nog eens 163 m hoog is - bereiken we het uitzichtpunt ' Point de vue des Sept Meuses '. Jammer genoeg moet je er een restaurant binnen om dan vanop het terras van dit schouwspel te kunnen genieten. Dus dalen we weer maar eens af. Nu langs een brede bosweg richting Rouillon waar we de hoofdweg bereiken op ongeveer 500 m afstand van de vermaarde ' Jardins français d'Annevoie '. Langs (foto) en over de Maas, die hier een mooie lus maakt, gaat het naar het station van Godinne. Langs de weg een paar oude natuurstenen huizen en dicht bij het station vormen de ' Vieille Ferme ' samen met de kerk en het kasteel een prachtig geheel. Een ideaal decor om deze mooie maar lastige wandeling af te sluiten.
09.02.2008 : Wandeling 117; FLAWINNE-BOIS-de-VILLERS 14,3 km 3.20 uur
Het slaat negen uur op de toren van de kerk van Flawinne , die hoog boven het dorp uitsteekt.We lopen eerst nog enkele honderden meter evenwijdig met de spoorweg om dan pal zuidwaarts te kiezen. Het gaat eerst over twee spoorwegbruggen o.a. een van het vormingsstation van Ronet in de nabijheid van de grote machinewerkplaats van de Belgische spoorwegen van Salzinnes.We krijgen onmiddellijk nog een derde brug, die over de Samber. Er is een prachtige dag aangekondigd en de zon is inderdaad reeds op dit vroege uur van de partij. Ze belet ons zelfs een duidelijke kijk op de weg te krijgen. Na een poosje jaagpad langs de Samber, krijgen we een lange , tamelijke steile klim door het bos La Vecquée. We passeren op een paar honderd meter van het Fort-de-Malonne ( een verdedigingswerk dat deel uitmaakte van de versterkte positie van Namen tussen 1870 en 1914. Tegenwoordig is het cruciaal voor de overwintering van verschillende soorten vleermuizen.). Maar in WO II en zeker in 1944 werden de Ardennen het toneelvan harde gevechten. Geen wonder dat we op onze tocht op meerdere bunkers stoten. ( op heel strategische punten gebouwd ). Eén in het Vecquée-bos en twee dicht bij elkaar gelegen in het gehucht Cabaca. Na Basse-Fontaine is het terug klimmen geblazen en bevinden we ons in open veld. Dank zij het uitzonderlijk prachtig weer hebben we een bijzonder zicht op de omgeving ( foto ). En nu langs een pijlrechte weg, langs de rand van een bos, dat we eens voorbij de Ferme d'Aquisse intrekken.Plots rent ons langs rechts een ree voorbij dat op twintig meter voor ons dan het pad oversteekt. De weg wordt een tijd lang erg drassig maar eens in La Charterie is alle leed vergeten. Nu richten we onze schreden naar het centrum van Bois-de-Villers, waar we in dit aangenaam dorpje op de bus wachten die ons naar het station van Namen zal brengen.
De klokvaste treinen brengen ons naar Trois-Ponts . We lopen een tijdje parallel met de spoorweg langs de drukke rue de Coo om dan na het dwarsen van de Amblève (hoogte 260 m) een smal paadje te nemen dat tussen twee tunneltjes steil opklimt. We volgen een hol, onverhard en rotsig pad. Langs weerszijden een overvloedige begroeiïng met hazelaar, eik en berk waarvan de bladeren als een tapijt op de grond liggen. Bij een kruispunt komen we bij het Spijkerkruis (hoogte 380 m ) , waar meisjes uit de omgeving die geen man konden vinden, hoopten door een nagel in het kruis te slaan, dit wel te doen.We blijven ( nu matig ) stijgen door een prachtig bos en belanden bij twee dicht bij elkaar gelegen overdekte picknickbanken.(hoogte 480 m ) waar snoei- en(of) uitdunwerk het bedoelde uitzicht op Coo zeker ten goede zou komen. En nu langs een kronkelend pad door een bos met vooral eiken, beuken en dennen naar de Cascade .Houthakkers zagen en laden takken op een aanhangwagen. De afdaling wordt bij sommige momenten vrij steil, ook nadat we bij de Belvedère voor een poosje de stoeltjeslift volgen. In Coo is het tamelijk druk voor een zaterdag buiten de verlofperiode. En dan weer klimmend het bos in, richting Trois-Ponts. We dwarsen het parkeerterrein van het prachtig gelegen hotel-restaurant Beau Site en langs een asfaltweg klimmen we geruime tijd - voorbij het kerkhof - richting Bodeux. Links van ons op de top van de heuvel aan de overzijde van het dal prijkt de Tour Leroux ( wandeling 77 en 98 ). Steeds maar klimmen tot we door het bos een pad kiezen dat naar de Rau de Bodeux afdaalt.We blijven die volgen tot in het hartje van Trois-Ponts waar we in bistro ' Le Vieux Pont ' van de Nederlands sprekende uitbater ( afkomstig van Wervik ) de toelating krijgen onze picknick aan te spreken. Precies de tijd om de wachttijd op de trein te doden en om te bekomen van weer eens een echte GR-klim-en daalwandeling.
Niettegenstaande de aangekondigde spoorwegstaking door de leden van de onafhankelijke spoorvakbond trekken we toch op. Wij hebben geluk, we geraken probleemloos in het station van Antwerpen en verlaten de bus op het vooropgestelde uur aan de trappistenabdij van Westmalle. We draaien ze onmiddellijk onze rug toe en trekken door een residentiële wijk waar de namen van de straten ons aan een arboretum doen denken. Voor we rechts afslaan in de Gagelhoflaan ( waar een van de eerste jeugdherbergen van Vlaanderen ligt ) lopen we een 500 tal meter langs de drukke weg Zoersel-Sint-Antonius. We bereiken het beschermde Zoerselbos. Gelukkig heeft men aan de wandelaars gedacht en een gescheiden pad aangelegd voor wandelaars en ruiters. Gemotoriseerd verkeer is hier niet toegelaten, naast de fietsers en de joggers voelen we ons hier heer en meester. De drassige bodem noodzaakt ons regelmatig heen en weer te zigzaggen en plots staan we dan bij het Boshuisje ( foto ) waar rond 1850 Hendrik Conscience de inspiratie voor " De Loteling " zou opgedaan hebben. We krijgen nog een stukje aardeweg en steken dan de brug over de autoweg over en bereiken het grondgebied van Zandhoven. Aan het kapelletje voorbij het rusthuis O.L.V.van Troost verlaten wa de GR-route en slaan rechts het lange, rechte Nazarethpad in. Geruime tijd lopen we nu evenwijdig met de autosnelweg om dan bij de ingang van het Kasteel Hof van Lierde richting Zandhoven-dorp te kiezen. En hier bij het einde van onze tocht door de Voor-Kempen worden we geconfronteerd met het begin van onze wandeling. We worden er getrakteerd op een frisse Wetmalle tripel. Ook bij de terugreis ondervinden we ( buiten een vertraging van een 30 minuten ) geen hinder van de spoorstaking. Van een geluksdag gesproken.
Een Tec-buschauffeur zendt ons aan het station van Namen de verkeerde kant op zodat we onze aansluiting missen.Gelukkig hebben we een kleine bibliotheek aan documentatie over trein- en busverbindingen in onze rugzak steken zodat in de korste keren voor een alternatief gekozen wordt We trekken in Andenne langs de hoofdstraat de Maas over en gaan op zoek naar de wit-rode merktekens van de GR-575.Onmiddellijk worden we geconfronteerd met een lange klim ( van 140 m naar 246 m ) en wonder, naarmate we dichter het gehucht " Peu d'eau " naderen krijgen we meer water onder de schoenen.In Groynne draaien we rond de kerk en het kasteel ( waar volgens het naamplaatje een gouverneur woont ). Even later maken we een bocht van een halve cirkel om langs de hoeve " Sur Bruyère " te komen. We bevinden ons weer ten volle in het typische Condroz-landschap: langgerekte, beboste heuvels en uitgestrekte velden en weiden. Een kwartier nadat we op de middag het thuisfront meldden dat we reeds de ganse tijd van de zon genoten moeten we bij het gehucht Bellaire onze regenkledij bovenhalen. Maar erg wordt het niet want bij het kasteel van Muache kunnen we die alweer opbergen. De meeste bomen zijn begroeid met ongewoon veel maretakken. Langs onze weg treffen we links, tegenover een huisje nog een gaaf bakhuisje uit vroegere tijd aan ( precies een kabouterhuisje).. En nu afdalen langs een weg met een helling van 10% naar de woonkern van Strud. Een plaatje zegt dat de O.L.V-van de Karmelkerk uit de 11de eeuw stamt en dat er een middeleeuwse tuin bijligt, maar we moeten een steile trap bestijgen om dat alles te bezoeken en dus gaat het richting bos. We krijgen voor een half uur het ambetante gezelschap van een straathond die ons besnuffelend voor, door en achter de benen loopt. Het eenmanspad is wat uitgehold en ligt vol met bladeren en in het midden staat er water. Dus dan maar de steile glibberige buitenkant kiezen om natte voeten te vermijden. Uiteindelijk belanden we op de N941 die vlak langs de Ruisseau de Stroûvia loopt. We passeren het gelijknamig gehucht en het café " Des Grottes " bij de klimmers bekend als " café bij moeke " en komen zo in de Samsonvallei.( Hier waren we al eerder: 24.06.2003 ) Aan de voet van het rotsmassief van Goyet ( foto ) treffen we een bushalte en vinden dat het voor vandaag genoeg is. Dus wachten we op de bus die ons naar het station van Namen zal brengen.
17.11.2007 wandeling 113 SINT-MARTENS-VOEREN 9,5 km 2.15 uur
We kunnen pas met twee uur vertraging onze tocht in dit schilderachtige landbouwersdorp met zijn vele vakwerkwerkhuizen aanvatten. Reden: een vertraging van 1.15 uur die onze terin opliep op het traject Leuven-Luik, waardoor de verdere trein- en busverbindingen naar Voeren eveneens in het honderd liepen. Maar goed, beter laat dan niet, en dus starten we bij de halte " Rijkswacht " in Sint-Martens-Voeren. Vrij vlug zijn we in de Kwinten- de straat achter de kerk - en volgen het beekje ( de Veurs ) met het snelstromend water dat pal naast de baan loopt. Wanneer we kort hierna naar rechts de stijgende holle weg inslaan, worden we voor de eerste maal geconfontreerd met het feit dat we aan een bronnenwandeling begonnen zijn. We lopen op keien, stenen en zand en het water stroomt zo onder onze schoenen door. Ter hoogte van de boerderij ' de Eiken ' krijgen we even een klimpauze, maar even later is het langs de rand van een bos weer verder klimmen geblazen. En dan, eindelijk dalen, naar de Veurs toe, langs een pad dat voor auto's verboden is ( Hoe geraken die hier in 's hemelsnaam ? ) Terug stijgen tussen weiden, met links en rechts een enorme natuurbelevenis. Even moeten we twee maal onder de prikkeldraad door om een modderige plaats te ontwijken. En dan terug dalen naar ( terug ) de Veurs toe. We zakken tot de enkels in de modder. Nog nooit meegemaakt. Hello ! Enkele ruiters maken het pad nog " sappiger ". Dank u wel. Wanneer we uiteindelijk denken vaste grond onder de schoenen te hebben is het pad, wegens wegeniswerken , tot een onbegaanbare weg herschapen. Eén troost , de natuur is er prachtig ! En dan plots rijzen twee torens uit de grond. Die van de kerk van Sint-Pieters-Voeren en die van het kasteel " Commanderij van de Duitse Ridderorde ". We draaien rond beide en langs de ingaang van de bijhorende forellenkwekerij komen we zo op de weg naar Sint-Martens- Voeren. Boerenkarren met maïs steken ons voorbij, niet te verbazen want we bevinden ons in een streek waar landbouw belangrijk is. En dan stappen we onder de befaamde viaduct door ( foto ) Gebouwd in de eerste wereldoorlog - 23 m hoog - verbindt Antwerpen met het Rurhgebied en waar om de 10 minuten een goedertreinen voorbij raast. Zo komen we terug in Sint-Martens-Voeren op de wijk Einde, zeer toepasselijk voor deze prachtige tocht door de Voeren.
03.11.2007 wandeling 112 AYE-ROCHEFORT 15 km 3.30 uur
Het is pas enkele minuten voor halfnegen wanneer we in het station van Aye de trein verlaten. Nou ja, station: twee spoorlijnen met een perronnetje maar geen gebouw. Waarom trouwens ook ? Aye ( ik had er eerder nooit van gehoord ) was tot eind 1976 een gemeente met 1462 inwoners en nu een deel van Marche-en Famenne. Prachtig zijn er de grote, goed onderhouden hoeven en de mooi, in de oorspronkelijk 17de eeuwse stijl gerestaureerde Manoir. We passeren twee (!) kerkhoven - langs beide zijden van de baan gelegen en slaan ter hoogte van de St.-Donatkapel rechts een veldwegel in. En dan lopen we meer dan een uur op een kaarsrechte bosweg. De grote ronde stenen zijn door de vele bladeren bedekt en eisen onze volledige aandacht op willen we niet uitschuiven. Even voorbij het dorp Humain ( het dorp met de vele kapelletjes) krijgen we aan onze rechterzijde een weids, glooiend land, met grazende koeien op uitgestrekte weiden. De Famenne op haar best ! Aan onze linkerzijde bossen, die het andere bos van radiotelescopen van het Radioastronomisch Station van het Koninklijk Belgisch Observatorium voor ons verstoppen. Een wetenschappelijk instrumentarium van wereldformaat. Voorbij het gehucht Havrenne ( 330 inwoners- was voor de fusie bij Humain - nu bij Rochefort ) nemen we de chemin St.-Remy naar de gelijknamige abdij. Even houden we ons hart vast wanneer na het dwarsen van de Biron de gekende affiche met de afbeelding van een schietende jager opduikt. Datum : 2 november. Oef !!! Links krijgen we de beboste heuvel van het natuurreservaat " Saint Remy-abdij en Léon Lhoist " dat naast drinkwater voor de stad Rochefort ook het water levert waarmee een van de beste Belgische abdijbieren gebrouwen wordt Vroeger werd er hier ook rood-wit marmer ontgonnen. Zelfs de weg waarop we lopen is van datzelfde soort marmer. Van een groteske GR-tocht gesproken ! Na een calvariekruis met rustbank gaat het steil naar beneden en komen we in Rochefort. De vele Belgische vlaggen zijn waarschijnlijk niet voor ons bedoeld. Na enig speurwerk vinden we de bushalte en bereiken even later het station van Jemelle.
20.10.2007 Wandeling 111: DINANT- LE MARTEAU 14 km 3.30 uur
Het is nog fris wanneer we om 8.30 uu het station van Dinant verlaten maar het belooft een heerlijke herfstdag te worden. De morgenkoude is in korte tijd uit ons lichaam want over amper anderhalve kilometer moeten we 100 meter stijgen. En dan volgt een afdaling door het bos naar Bouvignies. We belanden bij de kerk die door poorten en omwallingen omringd is. Maar we moeten onmiddellijk weer aan de klim richting Ruines de la Tour de Crèvecoeur. Lange tijd lopen we op de rand van een bos waarin er duchtig op los geschoten wordt, gelukkig niet in onze richting. We draaien rond de prachtige Grange hoeven en trekken weeral eens het bos in, waar de eik ( met enorm grote bladeren ) overheersend is. Op het grondgebied van Haut-le-Wastia hebben we het hoogste punt (220 m ) van onze tocht bereikt en dus houden we een korte rustpauze bij het " Mémorial francais ". Een groep van een 25-tal Oost-Vlamingen is blijkbaar verdwaald want we moeten aan de hand van onze wandelkaart hen weer op het goede pad helpen. Na enkele kilometer open vlakte naderen we ons eindpunt en passeren enkele mooie rotsformaties en op een 100-tal meter van de ruines ven de Chäteau de Montaigle (foto) In het gehucht Le Marteau ( Falaën ) biedt een stenen muurtje, in de nabijheid van enerzijds de Saint-Roch kapel ( die men aan het restaureren is ) en anderzijds de schilderachtige Molignée ons de ideale plaats om te picknicken en op de bus te wachten. En we krijgen gezelschap van de groep Oost-Vlamingen die weer tevergeefs naar het juiste pad op zoek zijn. Tot straks misschien in Dinant ?
06.10.2007 Wandeling 110: MONT-GAUTHIER 11 km 2.30 uur
Met de rug naar de kerk van Mont Gauthier links en direct rechts naar beneden richting bos. Na een 500-tal meter stort de mooie, zonnige hemel boven ons in. Een plaat verbiedt ons wegens " chasse " van 01 tot 07 oktober verder te gaan. Oei, moeten we nu overricht ter zake op ons stappen terugkeren ? Gelukkig geldt het verbod niet tussen 9.30 uur en 15.30 uur. Dus trekken we verder.Bij de rand van het bos zegt een plaatje ons dat we een " chemin privé " betreden, maar dat deden we in het verleden reeds meerdere malen. We dalen af tot bij de Ruisseau del Deffe. Een klein beekje dat trouw onze weg volgt, eerst links daarna rechts. Een ideale plaats waar 's morgens en 's avonds het wild komt drinken.Vandaar dat we talrijke vlaken opgesteld zien waar de jagers zich verscholen kunnen opstellen om het drinkend wild neer te schieten. Bij een stenen, gehavend, bruggetje dwarsen we het beekje en klimmen langs de Rau de Malfosse ou de Catoye de vallei uit. In een bocht houdt een jeep ons tegen. " Als we niet weten dat we ons op een privaat terrein bevinden ? "wil de chauffeur weten. " Jawel maar de GR-paden betreden meermaals een privaat domein en daarbij we hebben die wandeling uit een wandelboek overgenomen." " Ja die wandelingen worden vanuit de lucht gemaakt en niet ter plaatse en daarbij dit is hier het 'Domaine Royal'". " Sorry dat wisten we niet, en de bossen langs de overzijde van de baan N929 behoren die ook tot dit domein ? " wilden we nog weten. " Ja ook die behoren erbij maar er staan geen verbodstekens ". Dus trekken we daar naartoe, maar de wegbeschrijving is zo onduidelijk en er zijn zoveel dwaalsporen dat we, eens in de vallei van de l'Iwoigne beland, we noodgedwongen een weg terug moeten zoeken en een lastige klim ondernemen om de N929 op te zoeken. Op de " Place " van Mont-Gauthier rest ons juist de tijd om onze picknick aan te spreken vooraleer de bus ons terug naar Ciney brengt. Sorry Sire, we wisten niet dat we zo dicht bij de achterdeur van Uw kasteel in Ciergnon liepen.
We maken gebruik van de mogelijkheid om vandaag weer op zaterdag tegen seniorentarief ( €'4) met de NMBS te sporen. Ook de weergod wil deze gelegenheid extra in de verf zetten en zorgt voor een zonovergoten, windstille dag ( waarvan we de voorbije zomer spijtig genoeg zo weinig mochten meemaken.). In Eupen-benedenstad trekken we, even voorbij de brug over de samenvloeiing van de Wezer ( Vesder ) en de Hill ( Helle ) langs de kabelfabriek en het Eupensi ndustrieterrein richting Hertogenwald. Weldra bevinden we ons in een gebied van stilte en eenzaamheid. Geen mens, geen wild, geen geluid van wagens ( enkel van overvliegende vliegtuigen ), tussen overwegend bossen met naaldhout en spar. Af en toe een vlek zon die tussen de bomen heen kan priemen en ons een zomers gevoel biedt. We bereiken na anderhalf uur de " Barage de la Gileppe " waar we zoveel jaren terug met een schoolreis naartoe trokken. De imposante leeuw kijkt nog altijd even nors , maar de bezoekers die we ontmoeten zijn allen uitermate vriendelijk en spreken bovendien allen Nederlands.Eén ervan is bereid een foto van ons ( met de leeuw ) te nemen. Langs de toren klimmen we naar de " Belvédère " en dalen dan af door de bossen om de wondermooie Ruisseau de la Borchène te volgen. We passeren op het middaguur een restaurant en voelen ons maag reageren én op het uur én op de geuren van de keuken, maar wij stellen ons middageten nog even uit tot we bij de bushalte komen. Gelukkig kunnen we na 14 km klimmen en dalen verpozen en onze picknick aanspreken terwijl we op de bus wachten die ons naar het station van Verviers zal brengen.
Op het gehucht Weegschede te Gijverinkhove verlaten we de belbus en trekken zuidwaarts. Dreigende, zwarte wolken voorspellen weinig goeds en wanneer we bij de stichting George Grard ( 1901-1984 ) gekomen zijn moeten we voor de eerste maal onze regenjass bovenhalen. De gerestaureerde hoeve herbergt, zowel binnen als buiten een reeks prachtige beelden. Binnen vind je een grote collectie tekeningen en het archief van George Grard. Jammerlijk genoeg blijkt de Stichting gesloten. Dan maar verder en wanneer we op een kruispunt met toepasselijke naam Kruistraat belanden kiezen we richting Stavele. We lopen tot bij de ophaalbrug over de Ijzer en de GR-wandelboom waar we de GR 5A-richting inslaan. We volgen nu de Ijzer langs een eenmanspad. Links en rechts van ons overal weilanden. Geregeld moeten we over voetgangersbruggetjes die het water van beken en afwateringsgrachten naar de Ijzer voeren. Alhoewel we weinig gerucht maken verschrikken we toch tal van waterhoentjes en wilde eenden die hier een vredig bestaan leiden. Rechts van ons de geklasseerde stenen Broekmolen en even verder piept tussen de bomen het torentje van de kerk van Beveren. En dan dwarsen we langs een hoog krommende voetbrug de Dode Ijzer en belanden in Roesbrugge. Een ploeg van de VRT bergt juist de camera's weg en Saartje Vandendriessche stapt in de wagen. Misschien komen we de eerst volgende weken wel te weten wat ze hier " Bachten de Kupe " kwamen opnemen. Waar we verleden keer precies op de grens ( de Schreve ) liepen, blijven we er nu een paar honderd meter van verwijderd en bereiken zo Haringe. Intussen hebben we voor de derde maal ( kortstondig ) onze regenjas bovengehaald. Het prachtig meubilair en het merkwaardig Van Peteghem orgel kunnen we spijtig genoeg niet bewonderen want de kerk ( foto ) is op dit uur gesloten. Spijtig. Dan maar wachten op de bus die ons naar het station van Poperinge zal brengen.
28.08.2007: wandeling 107 : DE PANNE-HOUTEM 14,7 km 3.30 uur
Vanaf de Esplanade begeven we ons naar het standbeeld van Leopold I. We lopen enige tijd op het strand en verder op de betonnen dijk. Het valt moeilijk om de opening te vinden waarlangs we de ingang van het natuurreservaat kunnen bereiken. We volgen er het Oostergrenspad. Het losse, mulle zand en de steeds stijgende en dalende ( pan in, pan uit) weg maakt het lopen niet bepaald gemakkelijk. Van doorstreepte wit-rode GR-tekens ( waarvan sprake in de GR-wandelgids ) zijn nergens sporen te merken. Gelukkig vinden we na een 3 tal km de wandelboom die ons zekerheid biedt omtrent het goede pad. Het goede weer heeft heel wat bezoekers naar Plopsaland gelokt. We horen ze juichen en zien dat de grote draai-zwiermolen druk bezet is. Langs de Frontalier en de Blauwer (bij het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke) trekken we richting Moeren. We lopen een 2-tal km vlak langs de drukke( vooral vrachtwagens ) autoweg Brussel-Calais ( E 40 ) tot op de grens België-Frankrijk. En dan lijnrecht op de grenslijn, die niets anders is dan een hobbelige, moeilijk te begane grasweg, nemen we richting Z.Z.O.Het gebied is kilometers ver zo vlak als een biljartlaken. Heel in de verte een kerktorentje, waarschijnlijk dat van het Franse dorp Les Moëres. We bevinden ons volop in de Moeren, met zijn ontelbare kanalen, beken en vaartjes. Wanneer we de Noordmoerstraat ( kant België) of de rue du Nord ( kant Frankrijk ) dwarsen passeren we langs de vroegere " distillerie " waar destijds alcohol uit suikerbieten werd getrokken. Steeds dezelfde richting, steeds dezelfde wegbedekking (?) tot bij het volgend kruispunt met links een Belgisch en rechts een Frans café en in de onmiddelllijke nabijheid enkele hoeven met namen als, St.-Amand, St.-Etienne, St.- Klara ( alle hoeven dragen hier namen van heiligen ) We zijn dicht bij ons eindpunt gekomen, de brug over het Ringslot ( de brede afwateringsgracht die de eigenlijke Moeren omgeeft), en ook bij de 243 m hoge Nato-telecommunicatietoren die in 1972 bij de grens op het gondgebied Houtem werd opgetrokken.
07.08.2007: wandeling 106: HOLLEBEKE-BELLEWAERDE 13,5 km 3.15 uur
We laten ons door de belbus afzetten bij Hollebeke dorp en slaan de Nachtegaalstraat ( die intussen van naam veranderd is ) in. Even later bereiken we de overblijfselen van een vaart die men in 1863 wou graven als verbinding tussen de Ieperlee en de Leie te Komen. Maar de heuvelrug bij Hollebeke op de scheidingslijn van het Leie- en het Ijzerbekken stak een spaak in de wielen. We gaan die vaart voor een geruime tijd volgen. Het eerste gedeelte , met kasseien bedekt, is een enig hengelparadijs waar de berk kennelijk koning is. Iets over halverwege kiezen we voor de andere oever. De vaart bevat hier kennelijk minder water en is veel dichter begroeid.Enkele lopers en een groepje jongeren met een crossfiets zijn de enigen die we ontmoeten. Na de Palingbeek kronkelen we over graspaden tussen vijvers, poelen en enkele militaire begraafplaatsen. Dat het konijn zich hier, in dit licht golvend terrein thuis voelt merken we aan de vele konijnenkeutels. Bij de mooie Catterpilar krater ( bommenput uit WO I ) houden we een korte pauze. Op de brug over de spoorweg Kortrijk-Poperinge krijgen we voor de tweede maal een enig mooi zicht op Ieper ( torens ), badend in de zon. Een bus Engelse toeristen komt samen met ons aan bij Hill 60 ( vormde in '14-'18 een strategische stelling, waarrond hardnekkige gevechten plaats vonden ). En nu krijgen we een opeenvolging van draaipoortjes en weiden die we ( op eigen risico ) dwarsen om door het Zwarte Leenbos en het Groenburgerbos te trekken. Jammer dat er praktisch geen rustbanken te vinden zijn. Gelukkig treffen we er precies bij het verlaten van het bos die ene aan die ons toelaat onze picknick aan te spreken.
Even lopen we nog langs de tamelijk drukke Pappotstraat ( genoemd naar een oud café ) om dan langs de Beukenhortsweg richting grote baan Menen-Ieper te kiezen. Links ligt het Drieblotenbos en rechts van ons zien we de " Boemerang " (foto ) en horen we het gejoel en geschreeuw van de bezoekers van het pretpark Bellewaerde. En nog dieper naar links ligt de hoeve " hof ter zoete ruste ". Dit is het gevoel dat ons overvalt wanneer we bij Bellewaerde op de bus wachten.
Bij het verlaten van het station van Dendermonde trekken we langs de vijver van de " Hollandse vestingen " uit 1822 resoluut op zoek naar de GR-wandelboom waar de GR 5A en de GR 128 elkaar ontmoeten. Wij kiezen voor de GR 128 ( richting Aalst ) die door het Bellebroek trekt, een natuurgebied met weiden, grachten, beken en groepjes bomen, dat dienst doet ( vooral in de winter ) als overstromingsgebied om de stad Dendermonde watervrij te houden. Overal liggen takken op de weg, gevolg van de voorbije stormachtige dagen. De wind ( sterk verminderd ) is nog merkbaar aanwezig maar de regen is voorlopig achterwege gebleven. We dwarsen de Steenbeek om er dan in de loop van het volgend uur nog wel enkele malen mee geconfronteerd te worden. Her en der sluizen en dijken om het waterpeil op niveau te houden. We dwarsen een eerste maal de gekanaliseerde Dender langs de sasbruggetjes van Denderbelle-sas en lopen er een eind langs om dan haaks af te slaan richting Mespelare kerk. We bevinden ons nu langs de Oude Dender die hier de Grote Beek noemt en richten onze schreden richting Gijzegem. Op 300 m van het centrum gaan we terug de Dender opzoeken die we andermaal dwarsen ( nu langs de brug op de weg Gijzegem-Wieze ) Langs een sterk begroeid jaagpad banen we ons een weg naar Herdersem. Een petanquebaan (?) met drie rustbanken vormt de ideale plaats om onze picknick aan te spreken en we krijgen er bovendien een fikse regenbui als aperitiefje bovenop. Door mooie beemdlandschappen en langs verschillende 19de eeuwse wegkapelletjes bereiken we het gehucht Boskant ( Aalst ) waar we de bus naar Dendermonde nemen. Einde van een prachtige groene wandeling.
10.07.2007: wandeling 104 : DONKMEER-OUDEGEM 13 km , 3 uur
De start van een rit in de Tour de France vanuit Waregem is de oorzaak dat de trein uitzonderlijk in dit station halt houdt. Zolang echter dat we onze busaansluiting in Lokeren dreigen te missen. Maar wonder boven wonder bestaat er zelfs een samenwerking NMBS-De Lijn zodat de bus ons blijft opwachten. Alvast bedankt!
We gaan in de Bareldonkkapel , waar de bus ons heeft afgezet onmiddellijk enkele kaarsjes branden.
Langs een brede zandweg komen we voorbij een afsluitboom die ons toegang geeft tot het mooie natuurgebied BerlareBroek. We krijgen links en rechts van ons pad een aaneenschakeling van ondergelopen turfputten en geen wonder dan ook dat we uitkomen op de verharde Turfputstraat. Tegen de middag dwingen een bliksemschicht, enkele donderslagen en grote regendruppels ons onze regenkledij boven te halen. We bevinden ons midden de velden. Hopelijk helpen de kaarsjes van daarstraks en waarlijk de zwarte dreigende donderwolken drijven af en bij de Waterhoek ( opnamen voor de film Mira ) mogen we onze regenkledij opbergen.
We volgen de weg aan de voet van de Scheldedijk en belanden bij het voetveer van Appels ( foto ). De wachttijd van ruim een kwartier op de volgende overzetbeurt geeft ons de gelegenheid te picknicken. Ondertussen genieten we van de drukke scheepvaart op de Schelde ( en in veel minder mate van een uitlopertje van een nieuwe dondervlaag ).
De veerdienst brengt ons probleemloos over een tamelijk woelige Schelde naar het grondgebied Appels. (aanlegsteigers en overzetboot mogen wel eens vernieuwd worden ). We draaien over een halve cirkel ( diameter 2 km ) rond de kerk van Appels om uiteindelijk over de Denderoever zuidwaarts te trekken. We genieten met volle teugen van de uitzonderlijke stilte die hier heerst. Enig minpunt in die prachtige natuur: de drie-vier enorme witte rookpluimen uit de mastodonte fabriek die we steeds maar naderen. We moeten erzelfs omheen en navraag bij een buurtbewoner leert ons dat het om een papierfabriek gaat. Aan de voet ervan wachten we in Oudegem op de trein die ons, na een heerlijke dag, terug huiswaarts zal brengen.
26.06.2007: Wandeling 103: KEMMEL-WIJTSCHATE 13 km, 3 uur
Het weer is zoals voorspeld: een echte herfstdag met veel regen en een strakke koude noorderwind. Het belbusje schudt ons precies voor de toegangspoort van het kasteelpark De Warande in Kemmel uit. Als bij wonder is het opgehouden met regenen, maar de wind is gebleven en die nemen we er dus maar bij. Niet zonder enig probleem geraken we uit het Warandepark en kunnen we onze schreden richten op het kerkje van Wulvergem. We draaien er omheen en trekken pal noordwaarts de velden in. We dwarsen de Stuiverbeek en zwoegen ons een half uur lang door een zompige, niet zo gemakkelijke aardeweg die met kniehoog gras begroeid is.Door de hevige regenval van de laatste uren (en dagen) is het pad één nattigheid die schoenen en kousen in geen tijd doorweken. Maar het uitzicht maakt alles goed. We winnen stilaan aan hoogte. Links van ons zien we de Kemmelberg opwelven. Aan onze rechterkant, in de verte, de eigenaardige (dikkop) kerktoren van Mesen en achter ons een fraai zicht op Wulvergem. We bereiken de Spanbroekmolenkrater of de Pool of Peace (foto ) ( een bomtrechter ontstaan door de ontploffing -door de Britten- van een enorme ondergronds aangebrachte lading onder de stellingen van de Duitsers). We genieten van het wijdse uitzicht over de omgeving en van de prachtige panorama's. Dichtbij de Westvlaamse heuvelrij, in de verte de torens van Belle ( het Franse Bailleul ) en zelfs de terrils van de Noordfranse mijnstreek. In het zicht van de kerk van Wijtschate ( de hoogste van West-Vlaanderen, tenminste als men er de hoogte bijrekent waarop ze staat: 131 meter boven de zeespiegel ) slaan we linksaf in de richting Kroonaardhoek en Kroonaardbos. Enkele malen worden we aan de hand van infopanelen gewezen op de verschillende gangen die hier door de Duitsers en de Engelsen in WO I gegraven werden. Langs de sportterreinen van Wijtschate bereiken we het dorpsplein met zijn 32 linden waar we wachten op vervoer die ons naar Ieper brengt. De zon durft zelfs even om het (bus)ho(e)kje kijken.
De processierupsenplaag die naar het schijnt, ook reeds in de streek van Dendermonde opgemerkt is, wijzigt ons wandelparcours. We starten waar we de vorige keer geëindigd zijn: Moorslede dorp. Het is ons even oriënteren op het marktplein ( ruiterstandbeeld van pater Constant Lievens ) om weer in te pikken op de GR-128 route. Een inwoner vertelt ons dat we ons hier op het hoogste punt van het dorp en van de streek ( 55 m ) bevinden. We trekken langs een veldweg de velden in en verliezen daarbi j weinig aan hoogte zodat we ( ware het niet van de ietwat mistige omgeving ) maximaal zouden kunnen genieten van het zicht op de brede Leievallei en zelfs van de heuvels van de Vlaamse Ardennen. De banken bij een mooi onderhouden petanquebaan op de wijk Zilverberg nodigen ons uit tot een rust- en drinkpauze. Culinaire wegwijzers leiden ons langs de landelijke herberg " Rood Huis " die helemaal wit geschilderd is ??? Gelukkig is de Oude Maria's Lindestraat wel met prachtige linden afgezoomd. Bij de beveiligde oversteek van de drukke weg Roeselare-Izegem (N36) moeten we bij de pinken zijn want de drukknoppen van de voetgangersoversteekplaats hebben precies hun beste tijd gehad. Het Provinciaal Domein " Sterrebos " is inderdaad een prachtig bos met een sierlijk kasteel. Maar de GR-bewegwijzering kan er heel wat beter ( volgens het boekje " Vlaanderenroute West GR 128 is het een vrij ingewikkeld tracé.) In het eerste gedeelte is alles goed aangeduid en plots ontbreekt elke aanduiding- geen wonder dat het vrij ingewikkeld wordt !!! Ook op het grondgebied Rumbeke is men zuinig met de wit-rode verfborstel omgesprongen en het ontbreken van vele straatnaambordjes maken het GR traject even mistig als het weer deze morgen. We verlaten de GR-route en gaan op zoek naar Rumbeke-centrum en een bushalte Intussen is alle bewolking opgetrokken en vatten we de terugreis aan onder een stralende, zonnige hemel.
22.05.2007: Wandeling 101: BELLEWAERDE-MOORSLEDE 14 km, 3 uur
In de omgeving van Bellewaerde-park trekken we, geleid door de GR-128 wegmarkeringen door het stille, maar dicht bebouwde Nonnebos. Iets luidruchtiger wordt het wanneer we de A19 dwarsen, maar onmiddellijk zoeken we weer de stilte van het Polygoonbos op. Dat we op onze tocht geconfronteerd worden met talrijke militaire begraafplaatsen van gesneuvelde soldaten uit WO I ( 147 alleen al op het grondgebied Ieper en deelgemeenten ) is een bewijs dat de streek zeer zwaar te lijden had onder de ' grote oorlog '. Het prachtige kasteelpark van Zonnebeke brengt verpozing en even voorbij de kerk ( 1924)- die de eerste moderne kerk in België werd- trekken we langs een oude spoorwegbedding ( Ieper-Roeselare) de velden in. Aanvankelijk mooi geasfalteerd, goed lopend en voorzien met informatietafels die de soldatenlinies uit WO I weergeven. We passeren op een 100-tal meter verwijderd, het Tyne Cot British Cemetry, dat met zijn 11.956 graven, het grootste Britse militair kerkhof op het vaste land is. Enkele Engelse bussen voeren bezoekers aan. De spoorwegbedding verliest weldra zijn asfaltbedekking en we krijgen een, slijkerige, gladde aardeweg in de plaats. Opletten is het advies. Wanneer we op het middaguur langs de gekende kaasfabriek de weg Passendale-Moorslede dwarsen prikkelt een doordringende kaasgeur onze maag. Maar even geduld nog, het centrum van Moorslede wenkt. Een ommetje met de bus brengt ons nog even op de prachtige Grote Markt van Ieper ( foto ). Ideale plaats om deze tocht af te sluiten.
Door het verbod om gedurende de weekends ( in de periode 15 mei tot 15 september ) gebruik te maken van ons seniorenpas op de NMBS-lijnen, zijn we voor die periode overgeschakeld op dinsdagwandelingen. Gebruik makend van de diensten van de lijn ( en soms ook van de NMBS - maar dan pas na 9 uur ) houden we het nu bij dicht(er) -bij-huiswandelingen. Zo gaan we voor een drietal maanden de provincies West- en Oost-Vlaanderen verkennen en dit meestal langs GR-paden.