M.I.C.-Ludo-de Gribaldy of hoe je de
Wereldbeker wint zonder te betalen
De jaren zeventig zijn op het gebied van
de wielersport, en meer bepaald de sponsors in de wielersport, duistere jaren. Verschillende
spookploegen zien het licht, renners worden niet of niet meer betaald, louche
figuren zwaaien met mooie beloften enz.
Het zijn de renners die er de dupe
van zijn. Jaren later heeft het natuurlijk wel mooie verhalen alhoewel deze
waarschijnlijk bitter om te lezen zijn voor de betrokken renners.
Als er een van de betrokken renners dit
verhaal nog verder wil aanvullen, mag hij mij altijd contacteren.

Het verhaal van de M.I.C.-Ludo-de Gribaldy-ploeg
begint eigenlijk al in 1972 met het ontstaan van de ploeg Rokado.
De eigenaar van de firma Rokado, Robert Kahl,
rijk geworden met de productie van lattenbodems, zag het aanvankelijk zeer
groot en wou een internationale wielerploeg opbouwen. Drieëndertig renners kwamen onder contract en Florent
Van Vaerenbergh werd sportdirecteur. Bij de renners zowat alle Duitse
profrenners die iets van naam hadden (o.a. Winfried Bölke, Klaus Bugdahl, Hans
Junkermann, K.H. Kunde, Wilfried Peffgen, Dieter Puschel, Sigi Renz, Rolf
Wolfshohl, e.a.). Enkele Belgen zoals Jean-Pierre Berckmans, Albert Van Damme,
Robert Van Lancker, Georges Vandenberghe, Willy Vekemans en Theo Verschueren en
Nederlanders zoals Gerben Karstens, Harry Jansen en Wim Schepers. Verder ook
een reeks oude gloriën zoals de Fransen Lucien Aimar, Gilbert Bellone en Jean
Grazyck. Robert Kahl mikte dus hoog. Hij mikte zowel op het Duitse baancircuit,
de internationale wegcompetitie als op het veldrijden. Een nobele gedachte
natuurlijk maar misschien te vroeg in de tijd en te groots voor de portemonnee.
In elk geval, in 1973 werd de ploeg opgesplitst
in Rokado, en een klein meer Duits team Ha-Ro. Ha-Ro staat voor Hannelore (Ha)
de naam van de vrouw van de sponsor en Rokado (Ro).
Aimar, Bellone, Vandenberghe en Vekemans
verlieten het team of stopten hun carrière.
Het internationale team werd uitgebreid met
zeventien Belgen waaronder toch wel enkele grote namen zoals Willy De Geest,
Tony Houbrechts, Eddy Peelman, Georges Pintens, Rik Van Linden, Staf Van
Roosbroeck, Albert Van Vlierberghe en Herman Vanspringel. Olymisch kampioen Hennie Kuiper maakte ook
deel uit van de ploeg alsook oude glorie Roger Pingeon die al x-aantal keer
zijn fiets aan de wilgen gehangen had.
Guillaume Driessens en Florent Van Vaerenbergh
werden sportdirecteur en burggraaf Jean de Gribaldy werd medesponsor. Direct
verklaarde Driessens de oorlog aan Merckx.
De gesplitste constructie werkte echter niet. En
in een krantenartikel van 15 mei
1973 staat het volgende: Tijdens een maandag te Brussel bijeengekomen
vergadering van het dagelijks bestuur van de Internationale Wielerfederatie
voor beroepsrenners, heeft men een gunstig gevolg gegeven aan de ontbinding van
de extra-sportieve wielrennersploeg Haro gezien de renners van die ploeg
opgenomen werden in het Rokado team. Het team werd in totaal 41 renners groot.
Zijn toen de financiële problemen begonnen? In
elk geval beweert Gerben Karstens dat hij in 1972 al ondervonden had dat niet
alles koek en ei was en dat hij de Belgen die er in 1973 bijkwamen verwittigd
had.
Robert Kahl is waarschijnlijk verder gesprongen
dan zijn financiële toestand het toeliet. Eenenveertig renners en technisch personeel
betalen is niet niks. De aanwezigheid van grote mond en arrangeur Guillaume
Driessens zal er waarschijnlijk ook geen deugd aan gedaan hebben. Deutsche Gründlichkeit
en Guillaume Driessens zullen waarschijnlijk wel water en vuur geweest zijn.
In elk geval, op het eind van 1973 waren er
zoveel problemen met de betalingen dat de meeste renners een uitweg zochten. Het
Rokado-team was uit elkaar aan het vallen. In 1974 ging Rokado verder met
hoofdzakelijk Duitse renners. Willy De Geest, Piet de Wit, Roger Gilson, Staf Hermans,
Hennie Kuiper en André Peirsman waren de enige overgebleven buitenlanders in
een team van twintig renners. In 1975, het laatste jaar van Rokado reden er nog
twee Belgen in het team van negentien renners, Eric Van De Wiele en Ghislain
Van Landeghem.
Terug naar eind 1973. De Rokado-ploeg stond op
springen en de renners moesten dus een nieuwe ploeg vinden. Op 1 september, aan
de vooravond van het wereldkampioenschap in Barcelona, was er een
persconferentie waar aangekondigd werd dat Herman Vanspringel, André Dierickx,
Georges Pintens en Staf Van Roosbroeck samen met Florent Van Vaerenbergh zouden
overstappen naar de ploeg Vissers. Guillaume Driessens was not amused met deze
aankondiging gezien hij dit nog een tijdje geheim wou houden.
Ton Vissers was nog een categorie erger dan
Guillaume Driessens. Daar waar deze laatste meestal wel de belangen van zijn
renners verdedigde was Ton Vissers een echte praatjesmaker, een producent van
wind enz
.
De ploeg die aangekondigd werd zou een
uitbreiding zijn van de reeds bestaande Canada Dry-ploeg. Naast de eerder
genoemde namen zouden ook Yvan Benaets, Roger Gilson, Jan Krekels, Theo van der
Leeuw, Mathieu Pustjens, Wim Kelleners, Ben Koken, Jo Vrancken en Jo van Pol
deel uitmaken van deze ploeg. Ook Tino Tabak, Wim Schepers, Cees Bal en Joop
Zoetemelk werden genoemd alsook een drietal Engelse profs.
In Wielersport n°32 van 13 september staan ook
de namen van Wim de Waal, Piet van Katwijk en Frits Schür.
De Canada Dry vestigingen van Frankrijk, België
en Luxemburg zouden mee op de kar springen. Als co-sponsors,
rijwielfabrikanten, worden Gazelle en Raleigh genoemd en Unilever en het
Spaanse Frimatic zouden ook belangstelling tonen om mee te sponsoren.
Op 26 september werd in Geel een vergadering
belegd waar Ton Vissers aankondigde dat Canada Dry zich terug trok als sponsor
van een wielerploeg in 1974. Alle reeds voor dat jaar ondertekende contracten
werden met onmiddellijke ingang overgenomen door een nieuwe drieledige Belgische
ploeg. De twee van de drie sponsors zouden een Zwitserse uurwerkfirma zijn en
een fietsfabriek uit Melsbroek. De ploeg zou twaalf Belgen en vijf buitenlanders
omvatten. Florent Van Vaerenbergh zou sportdirecteur worden en Ton Vissers
manager. Verder werden Eric Leman en, opnieuw, Roger Pingeon geciteerd als
mogelijke versterkingen evenals drie jonge Zwitserse amateurs.
Even was er sprake (Wielersport n°38 22 november
1973) dat Florent Van Vaerenbergh met Herman Vanspringel, Staf Van Roosbroeck
en Georges Pintens naar Brooklyn zouden verkassen.
Maar op 8 november echter werd door de heren
P.A. Verelst en Edw. Asselbergh van Management And Investment Consultants
(M.I.C.) uit Brasschaat, de heer Ludo Huygens van de rijwilefabriek Ludo uit
Melsbroek, Florent Van Vaerenbergh en de managers Ton Vissers en Firmin Verhelst
in het kasteel van Brasschaat de ploeg M.I.C.-Ludo voorgesteld. De basis zou
bestaan uit Herman Vanspringel, André Dierickx, Georges
Pintens, Eric Leman en Staf Van Roosbroeck. Ook de Nederlander Wim Schepers
werd al aangekondigd. De ploeg zou worden aangevuld met Belgische, Nederlandse,
Franse en/of Zwitserse renners. De ploeg zou in 1974 deelnemen aan alle
binnenlandse en buitenlandse klassiekers en aan de Ronde van Spanje en is
kandidaat voor de Ronde van Frankrijk.
Op 21 november 1973 stond er een klein
berichtje in de krant met de titel Zorgt Hasseltse onderneming voor een nieuwe
wielerploeg?. In dat artikel stond o.a. de een Hasseltse onderneming een grotendeels
Limburgs getinte ploeg in het wielerpeloton zou brengen. De namen die circuleerden,
zonder dat nog maar een contract getekend was waren : Pieter Nassen, Tony
Gakens, Herman Vrijders en Georges Claes. De firma zou ook een onderhoud gehad
hebben met Florent Van Vaerenbergh. Deze laatste echter meldde dat de Hasseltse
firma, wiens naam onbekend bleef, afzag om medesponsor te worden van de
M.I.C.-Ludo-ploeg. Voor deze ploeg, waar dus nog een medesponsor voor gezocht
werd, hadden reeds 4 renners een contract nl. Eric Leman, Staf Van Roosbroeck, Herman
Vanspringel en Georges Pintens. Werden verder nog vernoemd : Yvan Benaets, Fons
De Bal, Roger Loysch (Houthalen), Wim Schepers, Jan Van De Wiele, Ronny Van
Marcke, Jacky Coene, een zekere Meeuws en Pieter Nassen. Deze laatste zou
echter al aangeworven zijn door de Hasseltse firma. Verder zou de ploeg
uitgebreid worden met vier Zwitsers of vier Fransen afhankelijk van de derde
sponsor.
Opmerkelijk was dat André Dierickx hier
niet meer vermeld werd. Deze had uiteindelijk eieren voor zijn geld gekozen en
had contact opgenomen met Pol Claeys voor een eventuele terugkeer naar de oude
stal. Hij zou uiteindelijk in de Franse tak van de ploeg, Merlin
Plage-Flandria-Shimano, komen waar hem ook weer heel wat moeilijkheden stonden
te wachten. Maar dat is dan weer een ander verhaal.
Op 11 februari 1974 werd de ploeg M.I.C.-de
Gribaldy-Ludo voorgesteld in Leuven. De renners, allen in een uniforme kledij,
luisterden naar de toespraken. De drie sponsors waren dus M.I.C., een
studiebureel voor Beurseffecten, Ludo de rijwielfabrikant en Burggraaf Jean de
Gribaldy. De drie sponsors gingen een engagement aan voor drie jaar, de renners
konden op hun beide oren slapen. De ploeg was opgebouwd uit eenentwintig
renners waarvan er acht uit de Rokado-stal kwamen. Volgens Van Vaerenbergh was
het een stel echte vrienden. Er werden drie renners aangeduid die extra
bescherming kregen nl. Herman Vanspringel, Georges Pintens en Eric Leman. Staf
Van Roosbroeck zou het geheime wapen van de ploeg worden.
De ploeg zou de week erop naar de
Azurenkust vertrekken voor een reeks groepstrainingen en mogelijks al een
eerste overwinning in de voorbereidingskoersen.

De eenentwintig renners die bij de
ploegvoorstelling aanwezig waren : Dirk Baert, Yvan Benaets, Alfons De Bal, Adolf Huysmans, Roger Jochmans, Eric Leman, Freddy Libouton, Roger Loysch, Georges Pintens, de Fransman Christian Rieu,
de enige buitenlander, José Sersté, Noël Vanclooster, Jan Van De Wiele, Jos Van Olmen, Ronny Vanmarcke, Staf Van Roosbroeck, Herman Vanspringel, Theo Verschueren, Herman Vrijders, Wilfried Wesemael en Gilbert Wuytack. (cursief de renners die van
Rokado kwamen).
Kwamen er later op het jaar bij : Ronny
Assez op 22 februari, de Luxemburger Erny Kirchen, vader van Kim, op 1 maart, Raf
Constant en Eddy Van Hoof op 9 augustus, Luc Leman, de broer van Eric op 2
september en Serge Van Daele in september. De Portugezen José Freitas Martins, Joaquim Pereira de Andrade (Vuelta)
en Herculano Ferreira de Oliveira (Tour de France) reden in 1974 ook even voor
de ploeg als gastrenner.
Van Ton Vissers was er op dat ogenblik geen
spoor meer, evenmin van Lomme Driessens. Beiden zouden een jaar later weer
opduiken in de soap rond de ploeg Alsaver waar ze samen met Florent Van
Vaerenbergh een zoveelste farce zouden opzetten.
Ton Vissers zou echter in 1974 al een
voorproefje geven met de Robot- Office du Meuble- TimOil-Hannut-Gazelle-saga.
Beide geschiedenissen ook weer voer voor een apart verhaal.
De ploeg behaalde in 1974 drieënveertig overwinningen
op de weg en twee Kampioenschappen op de piste.

Frans Assez won éénmaal. Dirk Baert werd
Kampioen van België achtervolging en won verder 7 wedstrijden. Daaronder een
rit in de Ronde van België. Fons De Bal behaalde eveneens 7 overwinningen. Eric
Leman behaalde 5 overwinningen waaronder een rit in de Vuelta en een in Paris-Nice.
Hij werd ook 2° in Milano-Sanremo, 4° in de Waalse Pijl en Paris-Tours, 5° in
de Ronde van Vlaanderen, Paris-Roubaix en Gent-Wevelgem. Georges Pintens won
één wedstrijd nl. Luik-Bastenaken-Luik. Staf Van Roosbroeck zegevierde vier
maal. Hij werd ook 2° in het Kampioenschap van Zürich en 5° in de Amstel Gold
Race. Noël Vanclooster won 1 maal en werd 4° in Bordeaux-Paris. Ronny Vanmarcke
won eveneens één wedstrijd. Herman Vanspringel won 10 wedstrijden waaronder
Bordeaux-Paris (ex-aequo met Régis Delépine), de Brabantse Pijl en de E3-prijs
Harelbeke. Theo Verschueren won 1 maal op de weg en werd Kampioen van Europa
achter derny en 2° in het WK en BK halve fond. Herman Vrijders won 4 keer.
Wilfried Wesemael won Kuurne-Brussel-Kuurne en was 5° in de Henniger Turm.
Dat men grootse plannen had met de ploeg blijkt
uit een bericht dat verscheen in Wielersport n°24 van 18 juli 1974. Daarin werd
gesteld dat Eddy Merckx en M.I.C.-de Gribaldy-Ludo het eens waren geworden voor
1975. Eddy Merckx ontkende dit echter in Orange tijdens een TV-interview met
Fred De Bruyne. De ploeg had hem wel een voorstel gedaan maar dat hadden ook
Raleigh, KAS, Salvarani en BIC.
In Wielersport n°25 van 25 juli 1974 komt dit
bericht opnieuw. In een bulletin ondertekend door dhr. Asselbergh staat dat Eddy
Merckx en M.I.C. tot een vergelijk gekomen waren in hotel De Sporting in
Serre-Chevalier. De kern van Molteni zou hem vergezellen in deze transfer. De
kern van M.I.C., Vanspringel, Van Roosbroeck, Pintens, Baert, Leman en Wesemael
zou behouden blijven. Florent Van Vaerenbergh zou zijn contract voor twee jaar
verlengd hebben en Robert Lelangue zou adjunct worden. Het definitieve contract
zou op 15 augustus ondertekend worden.
Maar opnieuw ontkende Eddy Merckx dit gegeven
en hij liet in Avignon zelfs doorschemeren dat de kans groot was dat hij bij
Molteni bleef.
In Wielersport n°33 van 19 september 1974 staat
dan weer dat Herman Vanspringel, die voor flandria zou getekend hebben, Ronny
Vanmarcke, Roger Loysch en Gilbert Wuytack alsook Florent Van Vaerenbergh
werden ontslagen. Vijftien renners kregen een contract voor 1975. André
Dierickx, opnieuw, Eric Leman, Staf Van Roosbroeck, André Doyen, Dirk Baert,
Wilfried Wesemael, Herman Vrijders, Noël Vanclooster, Theo Verschueren, Herman
Beysens, Ghislain Van Landeghem en de neos Luc Leman, Serge Van Daele, Raf
Constant en Eddy Van Hoof. De heer Asselbergh hoopte nog altijd Eddy Merckx en zes
ploegmaten in te lijven. De kans dat Molteni in het peloton bleef was echter
wel gestegen. Indien de ploeg alsnog zou verdwijnen, dan zou Eddy Merckx kiezen
tussen M.I.C. en KAS.
Doordat Michel Pollentier in de Ronde van
Piemont een positief plasje afleverde werd Francesco Moser de winnaar. Hierdoor
verloor de Carpenter-Confortluxe-Flandria-ploeg de Wereldbeker intermerken en
werd M.I.C.-de Gribaldy-Ludo de eindwinnaar.

Op 25 oktober werd er een persmededeling de
wereld ingestuurd met samengevat volgende inhoud. De heer Asselbergh bevestigt
dat de M.I.C.-ploeg blijft bestaan. Het winnen van de wereldbeker intermerken
heeft bijgedragen tot deze beslissing. Eind november zullen de twee nieuwe
sponsors bekendgemaakt worden die Ludo en de Gribaldy gaan vervangen. De nieuwe
sportdirecteur zal dan ook bekend gemaakt worden. Deze vervangingen zijn het
gevolg van het feit dat Florent Van Vaerenbergh zijn budget met 200.000 Bfr. overschreden
heeft en dat de beide sponsors niet willen bijdragen om dit aan te zuiveren.
M.I.C. zal dit echter op zich nemen. Daarbij zullen eerst de renners vergoed
worden die in 1975 nog onder contract liggen. De nodige gerechtelijke stappen
zullen ondernomen worden tegen de beide mede-sponsors en Florent Van Vaerenbergh.
Tevens zal gekeken worden of deze laatste als sportdirecteur kan geschorst
worden.

De renners die in 1975 bij de ploeg zouden
blijven of komen werden reeds opgesomd : Eric Leman en alweer André Dierickx
zouden kopman worden. Verder nog Staf Van Roosbroeck, Dirk Baert, André Doyen,
Wilfried Wesemael, Herman Beysens, Luc Leman, Eddy Van Hoof, Serge Van Daele, Raf
Constant, Noël Vanclooster, Herman Vrijders, Ghislain Van Landeghem en Theo
Verschueren. Zij zouden allen een contract ondertekend hebben. Deze groep zou
aangevuld worden met een zevental renners. M.I.C. nam zich voor om meer
controle uit te oefenen op de handel en wandel van de ploeg.
Florent Van Vaerenbergh stuurde onmiddellijk
een eigen persmededeling de wereld in waarin hij stelde dat de directie van
M.I.C. de financiële verantwoordelijke was van de wielergroep en dat de
meerderheid van de renners al sedert maanden niet meer betaald was. Dat Eric en
Luc Leman en Staf Van Roosbroeck dit hadden laten weten aan M.I.C. en dit als
contractbreuk zagen en zich dus vrije renners beschouwden. De renners hadden
hun advocaten geraadpleegd en overwogen gerechtelijke stappen en ook de B.W.B. was
op de hoogte gesteld. Florent Van Vaerenbergh zelf daagde de directie van
M.I.C. voor de rechtbank wegens morele schade en laster en eerroof en eiste de
betaling van de achterstallige lonen en de gemaakte onkosten.
Op 16 november kondigde de heer Germeau van
Gero, een Limburgse producent van verwarmingstoestellen, aan dat hij in 1975
weer met een ploeg in competitie zou komen dit met de sportdirecteurs Florent
Van Vaerenbergh (ex-M.I.C.) en Leo Kindekens en met co-sponsor de Gribaldy
(ex-M.I.C.). Namen van renners die bij de ploeg zouden rijden : Eric en Luc
Leman en Michaël Wright.
Etienne Oyen, de bij Gero vervangen
sportdirecteur, wist dan te melden dat hij de nieuwe sportdirecteur bij M.I.C.
zou worden en dat hij Gust Herygers, broer van veldrijder Paul, mee nam. Ook
zouden Eric en Luc Leman een contract hebben tot eind 1976 bij M.I.C. Ook Benny
Schepmans zou die ploeg vervoegen. Andere blijvers zouden zijn : Dirk Baert,
Staf Van Roosbroeck, Wilfried Wesemael, Serge Van Daele, Eddy Van Hoof, Raf
Constant, Herman Beysens, André Doyen, Ghislain Van Landeghem, Herman Vrijders,
Theo Verschueren, Bernard Bourguignon, Jean-LucYanssene, Noël Vanclooster en
.
André Dierickx die dan toch niet naar Watney zou gaan.

Op 28 november lezen we in een krantenartikel
dat Florent Van Vaerenbergh bevestigt dat hij met Gero, de Gribaldy en de
Franse rijwielfabrikant Jeunet een ploeg zou vormen. Eric Leman zou voor deze
ploeg rijden. Verder blijkt ook dat na de troubles met M.I.C. Lomme Driessens
weer contact opnam met Florent Van Vaerenbergh en dat zij alle misverstanden uit
de tijd van Rokado opgeklaard hebben. Florent werd zelfs door Lomme gevraagd
mee te stappen in de ploeg Alsaver die hij aan het opzetten was. Deze ploeg
zou bestaan uit een tiental Nederlanders
waaronder Leo Duyndam alsook vier Belgen nl. Staf Van Roosbroeck, Albert en
Frans Van Vlierberghe en Lucien De Brauwere en een in België wonende Spanjaard
Don Castillo. Florent Van Vaerenbergh bedankte echter vriendelijk want hij wou
zijn ex-M.I.C.-renners niet in de steek laten.
Op 12 december kreeg de heer Asselbergh de
wereldbeker intermerken overhandigd. Opvallend was al dat er van de ploeg op de
uitreiking in Antwerpen enkel Herman Vrijders en Jan Van De Wiele, die het
einde van carrière aankondigde, aanwezig waren. Geen van de aangekondigde
renners van de ploeg van 1975 was aanwezig. Evenmin de bondsverantwoordelijken
of Félix Levitan.

Op 13 december, enkele uren nadat de heer
Asselbergh van M.I.C. de wereldbeker intermerken had ontvangen en zijn ploeg
voor 1975 had voorgesteld ontplofte de bom. Via het agentschap Belga maakte
dezelfde heer Asselbergh bekend dat de ploeg M.I.C.-Carlos voor 1975 ontbonden
werd. Dit bericht werd oorspronkelijk vergezeld door nogal wat kwetsende
uitlatingen naar bepaalde personen toe. Deze passages werden door het
agentschap geweerd. Mogelijks had dit alles iets te maken met de uitlatingen
van dhr. Lippens van Sporta tijdens een
radio-interview.
Eind van het verhaal : Alle renners konden weer
op zoek gaan naar een andere ploeg.
20-10-2011, 17:04
Geschreven door G.L. 
|