Open brief aan
. Hubert Hutsebaut.
Hubert wie? Ik denk dat dit de spontane reactie zal zijn van
veel jongere wielerliefhebbers. De ouderen onder ons zullen de naam wel
herkennen hoop ik. De echte wielerliefhebbers toch zeker.
Hubert (voor de Nederlanders onder ons, Hubèr uitgesproken
en niet Huubert of zo iets) is nochtans een waar begrip in het wielrennen. Was
Hubert een groot renner? Neen natuurlijk niet zullen de meesten antwoorden. Ikzelf
ga daar echter niet mee akkoord. Hubert heeft oinderdaad op het eerste zicht een
zeer bescheiden palmares. Zeven overwinningen bij de profs. Dat zijn er
natuurlijk nog altijd veel meer dan Jürgen Van Goolen en Jürgen Van Den Broeck.
Maar als u even verder leest, beste lezer, dan zal u zien dat u het verkeerd
voor hebt. Hubert Hutsebaut is een icoon in het wielrennen.
Wat maakt Hubert dan zo speciaal? Wel met Hubert werd een
beetje gelachen in het peloton. Hij was de pineut, de sukkel, degene die gepest
werd. Ook de wielersupporters lachten met hem. Want jammer genoeg had Hubert
zijn voorkomen niet mee. De moeders van alle wielerliefhebbers hadden hen
nochtans altijd gezegd dat je niemand mag uitlachen om zijn uiterlijk. Maar ja,
die moeders kwamen niet mee naar de koers en na 12 pinten, dan denkt de modale
wielersupporter niet meer aan zijn moeder. En dus werd er gelachen met Hubert. Onterecht.
En indien Hubert dit nu leest, dan komen er waarschijnlijk pijnlijke herinneringen
naar boven. Lees echter verder Hubert. Wie laatst lacht best lacht.
Hubert droeg een bril. En met brillendragers werd toen nog
al eens gelachen. Ik kan het weten, ik droeg er vroeger ook een, vandaar
misschien mijn sympathie voor Hubert. Gelukkig droeg ik niet zo een sterke
glazen zoals Hubert want die waren van het formaat confituurpotbodems. Zo van
die glazen die er voor zorgden dat je met grote verbaasde ogen de wereld
inkeek. Nochtans er waren nog renners met een bril vroeger. Je had Jean Bobet
maar die moest wel een bril dragen want die had universitaire studies gedaan en
studenten die droegen nu eenmaal een bril. Je had Jan Janssen maar die had dan
weer het wereldkampioenschap gewonnen, de groene trui in de Tour en net voordat
Hubert prof werd de gele trui. Je had later Theo Verschueren maar die werd ook
wereldkampioen. Hubert werd nooit wereldkampioen.
Misschien droomde Hubert er vroeger wel van om
wereldkampioen te worden of de Tour de France te winnen. Misschien lag kleine
Hubert uit Lendelede s avonds in bed en overwon hij in gedachten de Tourmalet
en de Aubisque en reed hij triomferend in WK-trui Parijs binnen. Misschien. Wie
zal het zeggen.
Hubert was ook een stille jongen die vlug zijn plaats kende
in het peloton. Hij besefte waarschijnlijk vrij vlug dat hij niet in de wieg
gelegd was om een groot renner te worden zoals Merckx, De Vlaeminck, Godefroot
enz... Hij borg dan ook zijn dromen veilig op. En de stille jongen met de confituur-glazen bril werd het mikpunt van spot binnen het peloton.
Nochtans, Hubert was niet te onderschatten. Hij werd prof op 26
augustus 1968 bij flandria-De Clerck. Hoe en waarom, daar heb ik niks kunnen
over terug vinden. Misschien op voorspraak van de lokale flandria-velomaker van
Lendelede, zo ging dat toen in die tijd bij flandria.
Op 11 juli 1969, nog steeds bij flandria-De Clerck-Krüger behaalde hij
zijn eerste overwinning bij de profs in Gistel voor Raf Van Bruwaene en
Christian Callens. Die overwinning zal natuurlijk verloren gegaan zijn in de
feestroes waarin België toen leefde door de krachttoeren van een Eddy Merckx in
de Tour de France en de overwinning van Guido Reybrouck die dag. De 0 was dus
vrij vlug van zijn palmares weggeveegd. Hubert kon winnen als het moest. Hij
was er trouwens al eens dicht bij geweest op 28 juni in de Omloop van het
Houtland waar hij in de sprint geklopt werd door Noël Van Tyghem. Iets wat Jempi
Monseré in 1970 ook overkwam in het Kampioenschap van Vlaanderen. Maar toen
rook men een sterke geur van verbrand rubber natuurlijk.
Ook in 1970 reed Hubert nog voor flandria-Mars. De maand juli was
blijkbaar zijn maand. Op 22 juli won hij namelijk in Dentergem voor Romain
Furniere (op 10) en Walter Planckaert (op 135). Op 2 september werd hij nog
tweede op 20 van Julien Van Lint in de Grote Stadsprijs van Geraardsbergen en
op 8 september werd hij tweede, geklopt in de sprint door Etienne Sonck in
Izegem. U ziet beste lezer, er zat een gestage vooruitgang in de prestaties van
Hubert.
Wat is er dan misgegaan eind 1970? Het contract van Hubert bij flandria
werd niet verlengd en Hubert moest op zoek naar een nieuwe ploeg. Was men
binnen flandria bang voor de mogelijkheden van Hubert? Heeft de Grootmeester
Hubert over het hoofd gezien voor zijn bruine garde? Hadden noch Roger De
Vlaeminck, Walter Godefroot, Frans Verbeeck e.a. het vermogen de ontluikende
talenten van Hubert te ontdekken? Het zal waarschijnlijk een van de vele
wielermysteries blijven. In elk geval Hubert kwam terecht bij het zeer
bescheiden Goldor. Hij werd ploegmaat van Richard Bukacki, Frans Melckenbeeck,
Walter en Willy Planckaert, Bernard Van de Kerckhove en Robert Van Lancker. Mogelijks
werd hij ook bierhandelaar, ik weet het niet. Het was in elk geval zo dat veel
renners van Goldor ook het bier moesten verdelen.
Was Hubert in zijn wiek geschoten? Op zijn teen getrapt? In zijn eer
gekrenkt? Waarschijnlijk wel. En dat kwam tot uiting in zijn uitslagen. Hubert won
dat jaar niet minder dan 3 wedstrijden. Eddy Merckx won er dat jaar weliswaar
53 maar die is dan ook Grootmeester, maar drie is evenveel als Willy Van Neste,
Daniel Vanryckeghem, Noël Van Tyghem, Rini Wagtmans
Hubert begon er vroeg aan dat jaar. Op 3 mei won hij de 4° rit van de
Ronde van Spanje. Hij reed het complete peloton op maar eventjes 9 minuten en
50 en zag zijn overwinning als een dankbetuiging ten opzichte van zijn
overgebleven ploegmakkers, zijn nieuwe ploeg en als revanche ten op zichte van
Brik Schotte en het flandria-team. Cyrille Guimard werd tweede. Was hij te diep
gegaan in zijn krachtenarsenaal? Redeneerde hij dat er niets meer in zat in de
Vuelta? In elk geval wordt hij nog vermeld in het ritverslag van de Vuelta van 12
mei. Waarschijnlijk gaf hij die avond op en keerde hij terug naar België. Maar
de vorm was er want op 13 mei won hij in Assebroek. Hij versloeg er Eric Raes
en William Bilsland in de sprint. Je moet het maar doen. Thuiskomen van Spanje
en direct een wedstrijd winnen. Op 12 september won hij in nog een koers in
lijn in Heule. Herman Vrijders en Daniel Vanryckeghem strandden op 3 seconden.
Op 8 augustus was hij in een andere koers in lijn in Lede nog derde geworden na
Willy Planckaert en Daniel Vanryckeghem.
Hubert kon het jaar 1971 met een zoet smaak van wraak ten opzichte van
flandria afsluiten. Het was zijn beste jaar tot nog toe geweest en, wat hij
niet wist, het beste moest nog komen.
In 1972 bleef Hubert bij Goldor dat als extra sponsor IJsboerke had
aangetrokken. Had hij door de successen van 1971 extra getraind tijdens de
winter? Zich extra verzorgd? Enkel Hubert zelf kan het ons zeggen. In elk geval
was hij tegen de traditie in zeer vroeg in optimale vorm. Hij begon in de maand
maart met een 40° plaats in de Omloop het Volk en s anderendaags had hij al
een 10° plaats te pakken in Kuurne-Brussel-Kuurne. De benen voelden goed aan en
Hubert wist het. Vervolgens kwam zijn glorieperiode. Sommige mensen dromen van
ooit eens 5 minuten wereldberoemd te zijn. Wel Hubert werd 5 dagen
wereldberoemd. Het begon op 25 maart en eindigde op 29 maart. Op 25 maart werd
de E3-prijs te Harelbeke verreden. Het wedstrijdverhaal kan kort samengevat
worden. Na de Hoppeberg kwamen de volgende renners voorop : Merckx, Godefroot,
Verbeeck, Van Tyghem, Dierickx, Rosiers, De Witte en Van De Vijver. Eén duo
reed er nog naar toe. Hubert Hutsebaut met in het wiel Wilfried David, de
ploegmaat van Walter Godefroot.
Op het Vossenhol demarreert Walter Godefroot weg. Misschien niet
verstandig voor zo een sterke spurter maar misschien voelde Walter zich wel
beresterk. Hubert ging in de achtervolging samen met Eddy Merckx. Op 5 km van
de aankomst kwamen ze bij Walter Godefroot. Het drietal stevende op een sprint
af. Merckx begon op kop met Godefroot in het wiel. Toen Eddy 100 m voor de
aankomst naar links keek, zag hij dat Godefroot zijn krachtinspanning van op
het Vossenhol had moeten bekopen en het wiel had gelost. Eddy, zeker van de
overwinning zette zijn inspanning niet door en werd daardoor op 5 meter van de
streep rechts voorbij gejumpt door Hubert.
Uit het wedstrijdverslag kan worden afgeleid dat Hubert die dag gewoonweg
de sterkste was en dus een verdiende winnaar.

Vier dagen later was er dan de Elfstedenronde. In de voorbeschouwingen
in de kranten stond er onder andere dat o.a. Godefroot het zich niet kon permitteren
nog eens geklopt te worden door Hutsebaut of een van diens soortgenoten. Soortgenoten?
Hallo! Was Hubert Hutsebaut een soort minderwaardige renner misschien? Had hij
geen recht de E3-prijs te winnen? Hij was toch de sterkste en misschien wel de
slimste geweest.
De wedstrijd kan als volgt samengevat worden. Godefroot, Reybrouck, Verbeeck,
David, De Muynck, Van Olmen, Marcel Omloop, Roger Jochmans, Willy Van Neste en
Hubert stevenen op de aankomststreep af. Op 700 m van de streep is er een
scherpe bocht naar rechts. Een agent doet de renners twijfelen en sommigen
zetten voet aan grond. Enkel de twee laatste van het groepje, Willy Van Neste
en Hubert zien de vergissing van de renners en kiezen het juiste parcours.
Hubert plaatst een krachtige jump en wint voor Willy Van Neste en de
teruggekeerde Guido Reybrouck.
U kan zich, beste lezer, de taferelen aan de aankomst voorstellen.
Geroep en getier, gevloek en gescheld. Maar
elke renner wordt geacht het
parcours van de wedstrijd te kennen. En het jaar ervoor in dezelfde
Elfstedenronde, was er iets gelijkaardigs gebeurd. Toen reden er 4 renners
voorop en reed er één de verkeerde kant op. U raadt het al, het was Hubert. Met
recht kon hij nu verkondigen dat een ezel zich nooit tweemaal aan dezelfde
steen stoot.


Vier dagen en 2 grote overwinningen voor Hubert. Men zou denken dat
zijn carrière nu wel definitief gelanceerd zou zijn. Hubert was nog maar 24
jaar oud. In de fleur van zijn leven en zijn sportloopbaan. De sportdirecteurs
zouden nu toch wel zijn deur plat lopen om hem in 1973 in de ploeg te krijgen. Helaas.
Wat is er gebeurd met Hubert? Hij reed nog alle voorjaarskoersen. Hij startte
ook nog in de Vuelta, hij komt voor in de najaarskoersen. Maar verder is er
niks terug te vinden over een ploeg voor 1973. Wat is er gebeurd Hubert? Hebben
ze het je niet vergeven dat je tweemaal won. Er was toch niks af te dingen op
je overwinningen.
Was het misschien omdat je de looks niet had en dat je, zoals ik
ergens gelezen heb, soms je benen niet schoor. En dan? Bernard Hinault heeft
het in elk geval opgemerkt en heeft je gekopieerd om op die manier
Paris-Roubaix te winnen. Dus als zo een grote kampioen dat mag, waarom jij
niet?
Of had je je buik vol van het wereldje. Misschien was je ondertussen
wel getrouwd, ik weet het niet. Was er een kindje in aantocht en moest er
voldoende brood op de plank komen. Kreeg je een andere job aangeboden. Een die
minder fysieke inspanningen vergde. Alhoewel ik er zeker van ben dat jij nooit
een man was die om een extra inspanning verlegen zat.
Of was je gewoon een groot kampioen die afscheid nam op zijn
hoogtepunt. Laat het ons daar bij houden Hubert. En laat mij van jou een
voorbeeld maken voor de vele renners die nu aan het begin van het seizoen staan
en denken dat ze de grote kampioenen of would-be kampioenen niet kunnen
verslaan. Laat hen een Hutsebautje of Huberke doen. Laat ons deze nieuwe term
invoeren in het wielrennen zodat de mindere renners iets hebben om naar uit
te kijken.
Kortom, voor mij ben jij, Hubert Hutsebaut, een kampioen. Weliswaar met
een kleine k want anders zou ik mijn indeling die ik hier ergens anders op de
blog gezet heb verloochenen. Maar je bent een naam in het wielrennen. Ere wie
ere toekomt. Hubert Hutsebaut je hebt je plaats in de geschiedenisboeken van
het wielrennen. Inwoners van Lendelede dit verdient een standbeeld.
G.L.
22-01-2011, 18:13
Geschreven door G.L. 
|