Mijmeringen en Nostalgie over het Wielrennen van toen en nu
Inhoud blog
  • Einde van de blog en verschenen boeken
  • Het boerenpaard won Vlaanderens mooiste
  • Kermiscoureur, maar onontbeerlijk in de Vlaamse wielergeschiedenis.
  • Chronologie van een afscheid, of hoe een Grootmeester zijn einde tegemoet ging.
  • Het zoutvatje van Eddy Merckx.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Nostalgische gedachten over het wielrennen van vroeger
    Zomaar enkele bepeinzingen.
    13-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Grootmeesters, Campionissimo, Superkampioenen en Kampioenen.

    Van Grootmeesters, Campionissimi, Superkampioenen en Kampioenen.

     

     

    Beste lezer van deze blog. Ik zou het vandaag graag eens willen hebben over de terminologie die in de wielerliteratuur gebruikt wordt. Meer bepaald zou ik het willen hebben over het predicaat “kampioen” en al zijn overtreffende vormen. Volgens mijn bescheiden mening wordt deze term veel te lichtzinnig gebruikt bij journalisten voor wielrenners en sporters in het algemeen.

    Ik vind dat er een soort regel zou moeten bestaan om iemand een kampioen te noemen. Je zou er zelfs een soort gradatie kunnen in toepassen. Een “Kampioen”, een “Superkampioen”, een “Campionissimo” en een “Grootmeester”.

    De vraag die dan natuurlijk direct opkomt is hoe men deze titels zou toekennen. Of m.a.w. wat zijn de criteria opdat iemand tot een bepaalde categorie kan behoren. Om daarop te kunnen antwoorden dient men toch een beetje de historiek van het wielrennen te kennen. En dan ga ik al direct de mist in omdat ik moet toegeven dat ik de prestaties van de renners van voor WO II veel minder ken dan deze van de naoorlogse renners. Maar goed, wie zich geroepen voelt een rangschikking te maken voor de renners van de voor WO II mag er altijd aan beginnen, ikzelf zal mij houden aan die van na de oorlog.

    Persoonlijk vind ik dat een Kampioen op zijn minst één Klassieker moet gewonnen hebben. Geen semi-klassieker, geen op TV-komende midweekse koers, nee een echte Klassieker. De vraag stelt zich dan wat een echte Klassieker wel mag zijn.  Gelukkig hebben we bij de hedendaagse renners toch nog een Philippe Gilbert die zijn klassiekers kent en altijd spreekt over de “Grote Vijf “ zijnde Milaan-Sanremo, Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, Paris-Roubaix en de Ronde van Lombardije. Voor de meeste wielerliefhebbers zijn dit de Grote koersen. Maar ….. dit moet in zijn tijdsbeeld gezien worden. Na de oorlog tot zeker eind de jaren 50 was de Waalse Pijl hoger aangeschreven dan Luik-Bastenaken-Luik. Paris-Tours heeft ook lange tijd een vrij hoog aanzien gehad. En dan was er nog bv. de Grand Prix des Nations en misschien vergeet ik er nog een paar.

    Niet eenvoudig dus maar laat het ons bij de eerder genoemde 5 Grote Klassiekers houden om de hedendaagse kampioenen te louteren. Dus elke renner die één van deze 5 wint kan zich een Kampioen noemen.

    Hoe word je dan een Superkampioen? Logischerwijs moet je dan al iets krachtiger presteren.  Je zou kunnen stellen dat als je één van de 4 Grote Ronden gewonnen hebt je jezelf een Superkampioen mag noemen. Met de 4 Grote Ronden worden dan respectievelijk de Tour, de Giro, de Vuelta en de Ronde van Zwitserland bedoeld. Ook hier weer moet er een tijdscorrectie ingebracht worden. De Vuelta is maar vrij recent een echte “Grote” Ronde geworden en de Ronde van Zwitserland heeft zeker aan belang ingeboet de laatste tijd. Heb je één van deze ronden gewonnen, dan ben je een Superkampioen.

    Als je nu echter eens terugblikt op deze classificatie, dan zal je als echte wielerliefhebber toch een beetje een wrang gevoel hebben. Lucien Aimar, Roger Walkowiak een Superkampioen?  Idem voor Carlo Clerici, Arnaldo Pambianco, Paolo Salvoldelli, Gottfried Weilenmann, Rolf Graf, Attilio Moresi, Giuseppe Fezzardi, Rolf Maurer, Ambrogio Portalupi, Edward Van Dyck, Frans De Mulder, allemaal winnaars van één van de Grote Ronden.

    Het resultaat zal analoog zijn voor de Grote Klassiekers. Ik neem enkel het voorbeeld van Milaan-Sanremo. Gomez, Maechler, Furlan, Colombo. Geen namen die we linken aan de beschrijving Kampioen.

    Na deze eerste feedback kom ik tot de conclusie dat ik strenger moet zijn bij het toewijzen van de eretitels.

    Dus doe ik een nieuwe poging voor de definitie van een Kampioen, een Superkampioen en op mijn elan ga ik verder voor een Campionissimo en een Grootmeester.

    Ik stel hierbij voor dat een Kampioen ofwel meer dan één Klassieker van de Grote Vijf gewonnen heeft (dus niet 2 x Paris-Roubaix maar wel Paris-Roubaix en bv de Ronde van Vlaanderen) ofwel meer dan één Grote Ronde van de Grote Vier gewonnen heeft ofwel één Klassieker en één Grote Ronde.

    Ik denk dat ik hiermee het grootste deel van de hierboven opgesomde renners geëlimineerd heb van de titel kampioen. En indien niet, dan heb ik die renner al altijd verkeerd ingeschat en ligt dus de fout volkomen bij mezelf.

    Een Superkampioen heeft dan ofwel verschillende Klassiekers gewonnen en minstens één Grote Ronde ofwel verschillende Grote Ronden en minstens één Klassieker. Het toont aan dat zo een renner een veelzijdigheid vertoont als atleet.

    Een Campionissimo heeft dan verschillende Klassiekers en verschillende Grote Ronden gewonnen tijdens zijn carrière. Deze renners tonen aan dat zij de veelzijdigheid gedurende verschillende jaren aan de dag gelegd hebben.

    Grootmeesters hebben dan verschillende Klassiekers en verschillende Grote Ronden in één jaar gewonnen. Deze renners hebben gewoon een staaltje van een buiten wereldlijke prestatie geleverd.

    Ik probeer even de renners vanaf 2000 te bekijken op basis van deze klassering. Met bij deze al mijn excuses als ik ergens een foutje zou gemaakt hebben.

    Grootmeesters : Geen

    Campionissimi : Geen

    Superkampioenen :  Cancellara met de Ronde van Vlaanderen, Paris-Roubaix en de Ronde van Zwitserland en Vinokourov met Luik-Bastenaken-Luik en de Vuelta en de Ronde van Zwitserland.

    Kampioenen :  Menchov, Armstrong, Ullrich, Aitor Gonzalez, Contador, Tchmil, Bettini, Tafi, Van Petegem, Boonen, Museeuw, Camenzind, Valverde, Di Luca en Cunego.

    Ik kan leven met dit lijstje ondanks de namen van Gonzalez, Di Luca, Camenzind , Valverde en eigenlijk ook Vinokourov waar toch een vrij sterke dopinglucht rond hangt en waarbij er schorsingen uitgesproken zijn maar waarbij uitslagen niet aangepast zijn. Het blijft een feit dat de prestaties vanaf 1990 tot zelfs nu met de nodige bedenkingen dienen bekeken te worden.

    Er zal misschien geargumenteerd worden dat doping vroeger ook gebruikt werd maar over het verschil tussen nu en vroeger op het gebied van doping zal ik later wel eens iets schrijven.

    Misschien dat iemand meer tijd heeft dan ik en de gehele naoorlogse periode kan uitpluizen.  Ik ben benieuwd wat het zou opleveren. Hoeveel grootmeesters zouden er zijn? In eerste instantie denk ik aan Coppi (1949 : Giro & Tour en Milaan-Sanremo en Ronde van Lombardije) en Merckx (1972 : Giro & Tour en Milaan-Sanremo, Luik-Bastenaken-Luik en Ronde van Lombardije).  Veel meer zullen het er niet zijn denk ik.

    Het aantal Campionissimo zal ook eerder beperkt zijn. Misschien een stuk of tien? Superkampioenen zullen er wel meer zijn denk ik.

    Ik besef maar al te goed dat lijstje discussies oproepen. En er zullen (hoop ik) hier reacties op komen. Misschien zitten er nog gaten in mijn redenering. Wie weet. In elk geval geldt voor mij dat de titel van Kampioen, Superkampioen, Campionissimo of Grootmeester eretitels zijn die niet zomaar mogen toegekend worden.

    Jammer voor een Philippe Gilbert (enkel de Ronde van Lombardije, weliswaar tweemaal) maar voor mij voorlopig onvoldoende om er een Kampioen van te maken. Gelukkig kent Philippe zijn klassiekers en weet hij dat hij nog één van de Grote Vijf op zijn palmares moet zetten om bij de grootsten geklasseerd te worden. Ook Stijn Devolder doet er goed aan nog Paris-Roubaix te winnen om als Kampioen bestempeld te worden. Het blijft een groot verschil tussen een goed renner en een Kampioen. De kans is echter groot dat Philippe en Stijn de titel ooit behalen. Renners echter zoals een Greg van Aevermaet, Bjorn Leukemans, ….. dienen nog veel pap te eten voordat ze als een echte Kampioen kunnen aanzien worden.

    Vandaar mijn oproep naar de heren journalisten : “Gebruik termen als Kampioen, Superkampioen, Campionissimo en Grootmeester niet lichtzinnig maar wel met de nodige eerbied voor degene die de titels ondertussen verdiend hebben.”

     

    13-01-2011, 00:00 Geschreven door G.L.  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    Tags:Grootmeesters, Campionissimo, Superkampioenen, Kampioenen, Coppi, Merckx,
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Open brief aan Jos Huysmans
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Open brief aan …… Jos Huysmans.

     

     

    Beste Jos,

     

    Jij was, weliswaar na Eddy Merckx, je zal het mij wel vergeven, de renner wiens naam steeds in de uitslag opgezocht werd. Ik was dus duidelijk een supporter van jou.

    Waarom ben ik, die helemaal niet in je buurt woonde, supporter geworden van jou? Wel, de reden was een prentje. Ja, zo een onnozel fotootje van bij de kauwgum. Om een of andere reden vond ik dat prentje, met jij in je Mann-trui, het mooiste prentje van de reeks. Het was ook zo een handig prentje om mee te spelen. Je weet misschien dat de meeste van de wielerverzamelaars begonnen zijn met de prentjes die bij de kauwgum zaten te verzamelen. De kauwgum zelf was niet te vreten maar elke rechtgeaarde verzamelaar heeft heel wat over voor zijn hobby. Met die prentjes speelden wij dan koers. Elk met zijn eigen systeem, al of niet met dobbelstenen. En jouw prentje was het beste om tijdens mijn geïmproviseerde Tour de France met twee paperclips de gele trui op te spelden. Zo ben je bij mij dagen aan een stuk leider geweest in de Tour de France. Jammer voor jou moest je in de slotritten altijd de duimen leggen voor Eddy Merckx.

    Op die manier ontstond er een bijna dagelijks ritueel. De krant werd veroverd op vader, de sportpagina’s werden doorplozen en in de uitslagen van de wielerwedstrijden werd eerst gekeken hoe de Grootmeester het er van af gebracht had en dan werd Jos Huysmans opgezocht. Ja Jos, voor mij was jij één van de goden.

    Goden behandel je met respect, goden durf je niet in de ogen te kijken en al evenmin aan te spreken. Tot die ene fameuze dag. Een dag, of liever een moment om nooit te vergeten. Johny Vansevenant, je weet wel, de man van de Wetstraat en een wielervriend van mij, schreef een boek over de Mannen achter Merckx. Ik hoop dat Johny het mij niet kwalijk neemt dat ik hem wielervriend noem. Het is niet zo dat Johny een vriend is in de reële betekenis van het woord. Ik sprak hem nog maar enkele keren en het ging iedere keer over het wielrennen. Maar elke liefhebber van het wielrennen is voor mij een wielervriend.

    Op de presentatie van het boek was ik ook aanwezig. Niet als een of andere vip maar als gewoon wielerliefhebber. Toen ik daar eindelijk binnen was zag ik al die Mannen achter Merckx: Jos Spruyt, Martin Van den Bossche, Rini Wagtmans en ……  Jos Huysmans. Ik herkende je natuurlijk direct, ik had genoeg jouw foto’s en prentjes bekeken. Gezien ik ondertussen een volwassen man geworden was en toch al iets minder schroom had ten opzichte van goden heb ik je uiteindelijk aangesproken. Ik vertelde je dat ik altijd een supporter van jou was geweest. Je aanhoorde mij beleefd maar dacht waarschijnlijk dat ik weer een of ander vleier was. En toch, beste Jos, is het de waarheid.

    Ik liet een vriend die mee was, een foto nemen van jou en mij. Jos Huysmans en ikzelf samen op de foto. Wie had dat ooit gedacht. Wel beste Jos, die foto hangt hier thuis in mijn bureau aan de muur en op mijn werk hangt er ook een exemplaar. Ik kijk er nog steeds dagelijks naar. Jos Huysmans en ik samen op de foto. Niet te geloven.

    Je staat zelfs, zowel thuis als op mijn werk, op mijn laptop op de schermafbeelding van Google. Het is een mooie kleurenfoto van de complete Belgische ploeg die geselecteerd was voor het Wereldkampioenschap op de Nürburgring in 1966. De foto is genomen aan de start van het criterium in Londerzeel. Martin Van den Bossche, Herman Vanspringel, jij, Ward Sels, Willy Planckaert, Belgisch Kampioen Guido Reybrouck, Eddy Merckx en Willy Monty staan er in mooie kleuren op. Dus iedere keer dat ik wil googelen, beste Jos, heb ik een moment van nostalgie als ik naar jou kijk.

    Slechts één keer heb je mij ontgoocheld, beste Jos. Het doet nog een beetje pijn aan mijn hart als ik er aan denk. Maar wees gerust Jos, ik heb het je ondertussen al lang vergeven.

    Na de voorstelling van het prachtige boek heb ik je een brief geschreven. In mijn verzameling mis ik namelijk nog een foto van jou in FIAT-trui. Ik vroeg je in die brief heel beleefd of je er een had. Ik schreef ook dat ik die trouwe supporter was die je aangesproken had op de voorstelling van het boek. Ik stopte zelfs een paar postzegels in de brief want ik wilde je niet onnodig op kosten jagen.

    Helaas. Ik wacht na ruim vier jaar nog altijd op een antwoord. Misschien ben ik wel vergeten mijn adres onderaan de brief te zetten. Het kan natuurlijk, want schrijven naar je jeugdidool brengt toch heel wat emoties naar boven. Ik denk zelfs dat ik de ijdele hoop gekoesterd heb dat ik een trui van jou zou kunnen bemachtigen. Een trui waarin nog jouw zweet van tijdens een of andere Tourrit zou zitten.

    Voorzichtig zou ik dan die trui in handen genomen hebben. Misschien had ik hem wel ingekaderd samen met de foto van jou en mij. Misschien zat er nog wel iets in een van de rugzakken. Misschien vond ik wel een briefje van de Grootmeester hemzelf waarop staat: “Jos, kop trekken tot km 150”.

    Dat laatste zet mij nu aan het denken en doet mij de volgende vraag stellen aan jou, Jos. Hoe ging dat zo in de Molteni ploeg met al die ‘Jossen’? Je had Jos De Schoenmaecker, Jos Spruyt, Jos Bruyère,  Jos Borguet en jezelf. Hoe deed de Grootmeester dat als er een gevaarlijke concurrent wou ontsnappen? Hij kon toch niet roepen: “Jos, op ’t wiel!!!!” De concurrent zou direct 5 ‘Jossen’ dus de halve Molteni-ploeg in zijn wiel hebben. Is het daarom dat de Grootmeester altijd zelf de aanvallen van de concurrenten neutraliseerde of zelf wegsprong? Gewoon omdat hij anders teveel uitleg zouden moeten geven wie wat moest doen. Of hadden jullie een verdeling? Was er iemand Jos, Jef, Jozef, Joseph en “de kleinen”. Ik zou het er graag eens met jou over hebben, Jos.

    Ik heb dus nooit een foto van jou gekregen en ook geen trui. Zelfs geen “klakske” heb ik gekregen. Maar ik neem het je niet kwalijk, beste Jos. Jeugdidolen kunnen namelijk niks verkeerd doen voor hun aanbidders. Ik zal altijd de jeugdherinneringen blijven koesteren. Het plezier dat ik had toen je na de eerste rit van mijn geïmproviseerde Tour de France de gele, de groene en de blauwe truien (de witte met rode bollen bestond nog niet en ik had dan maar een blauwe uitgevonden) mocht opspelden tot grote spijt van Luis Ocaña die je had verslagen in de sprint van rit 1a. Ja, Luis Ocaña kon na 1971 in mijn ogen niks goeds meer doen. Dat je de leiderstrui mocht opspelden was een soort rechtvaardiging voor de proloog van de Tour in 1971. Je won samen met de Grootmeester, Julien Stevens, Rini Wagtmans, Herman Vanspringel en ouwe trouwe Vic Van Schil de proloog. Je kwam als derde over de streep en stond dus ex aequo op de eerste plaats. Jammer genoeg kon er maar één de gele trui aan trekken.

    Tot zover mijn brief aan jou, beste Jos. Ik hoop je ooit nog eens te ontmoeten en misschien, heel misschien vind je tijdens het opruimen van je zolder nog wel ergens een oude FIAT-trui. Denk dan eens aan mij, Jos. Het zou zijn alsof Sint Maarten, Sinterklaas en de Kerstman allen tesamen op mijn verjaardag zouden komen met dat ene cadeau.

     

                                                                                                                                                                 G.L.

     

    13-01-2011, 00:00 Geschreven door G.L.  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    Tags:Jos Huysmans, Eddy Merckx, Fiat, Mann, Johny Vansevenant, Jos Spruyt, Martin Van den Bossche, Rini Wagtmans, Herman Vanspringel, Ward Sels, Willy Planckaert, Belgisch Kampioen, Guido Reybrouck, Willy Monty, Jos Bruyère, Jos Borguet, Jos De Schoenmaecker
    Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs