Mijmeringen en Nostalgie over het Wielrennen van toen en nu
Inhoud blog
  • Einde van de blog en verschenen boeken
  • Het boerenpaard won Vlaanderens mooiste
  • Kermiscoureur, maar onontbeerlijk in de Vlaamse wielergeschiedenis.
  • Chronologie van een afscheid, of hoe een Grootmeester zijn einde tegemoet ging.
  • Het zoutvatje van Eddy Merckx.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Nostalgische gedachten over het wielrennen van vroeger
    Zomaar enkele bepeinzingen.
    21-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sprint 1971
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Deze blog gaat over nostalgie en mijmeringen. Mijmeringen die terug gaan mijn jeugd en mijn eerste kennismakingen met de wielersport.

    Het verste dat ik mij kan herinneringen is een chromo van Rik Van Looy uit de bekende reeksen met de vlaggetjes en de witte, gele of ronde randen. Maar wat ik mij het best kan herinneren zijn de Panini-boeken die vanaf 1971 op de markt kwamen. Hoeveel keer ben ik niet langs geweest in het winkeltje op de hoek van de wijk. Eén, twee en bij veel geluk wel vijf of uitzonderlijk tien zakjes met daarin een drietal of waren het er vier plaatjes van renners in.

    %%%FOTO1%%%

    Natuurlijk had je op den duur ook dubbele, meestal van die renners die je niet echt graag had en dan moest je wisselen op de speelplaats van de school. Je verdacht zelfs Panini van manipulatie want bijvoorbeeld Eddy Merckx kon je maar niet te pakken krijgen. Andere had je dan wel tien keer.

    De speeltijd was dan ook altijd veel te kort om alles te wisselen wat je wou. Je moest soms lang onderhandelen om een goede deal te kunnen maken. In zoverre dat het onderhandelen soms doorliep tot in de les. Dat de meester daarmee niet akkoord ging was te begrijpen.

    Op een dag zaten mijn buurman Geert en ikzelf nog te onderhandelen toen we alweer in de klas zaten en de meester zijn les gaf. Het moet hem, de meester, hoog gezeten hebben want plots werd hij enorm kwaad, nam de prentjes van Geert af en smeet ze in de vuilbak. Wat een drama wat een zonde. Gelukkig moest de meester, het was in het zesde leerjaar, ik zie het nog zo voor mij, even weg om te telefoneren. Er werd dan altijd een leerling aangeduid die op de klas moest letten.

    Van de gelegenheid dat de meester afwezig was maakte ik gebruik om de prentjes weer uit de vuilbak te vissen en terug te geven aan Geert. Jammer genoeg was de “bewaker” van dienst blijkbaar ook de klikspaan van dienst. Vanaf hier heb ik min of meer een black-out. Wie de klikspaan was weet ik niet meer en hoe groot de straf was weet ik ook niet meer. De prentjes verdwenen, ditmaal gescheurd, weer in de vuilbak evenals mijn geloof in solidariteit onder de leerlingen.

    Zoals je kan lezen beste lezer, was Panini-renners verzamelen een risicovolle hobby.

    Nu ligt dat boek Sprint 71 van Panini hier voor mijn neus en ik blader er eens door om mijn gedachten terug te laten gaan naar die tijd van altijd mooie zomers, dagenlang speelplezier op ongerepte braakliggende terreinen, zonder een enorme verkeersstroom. Wij in korte broek en t-shirt, een bros kopke, een “pulle” met grenadine en altijd wel iets om te ontdekken of te doen.

    De stickers met reproducties van postzegels zijn los gekomen in het boek. In dien ze dringend eens terug in te plakken. Maar net zoals toen interesseren deze afbeeldingen mij niet. Ook de logo’s van FICP, UCI en FIAC niet. Waarom werden deze stickers niet weggelaten en vervangen door foto’s van renners? Er waren toch nog zo veel renners die geen afbeelding hadden. België stond natuurlijk eerst in het boek. En de Grootmeester, zoals het hoort, op de eerste plaats. Een mooie foto van Eddy in Molteni-trui, ideaal om mee te spelen tijdens de geïmproviseerde Tour de France met de prentjes. Je moet namelijk weten dat als 11-jarige ik mij niet bewust was dat ploegen kaarten uitgaven met hun renners er op. Op nummer twee stond Jempi Monseré. Pas overleden, ik zie dat ik er een kruisje bijgeschreven had. De invloed van mijnheer pastoor bestond toen nog. Walter Godefroot stond op drie. In zijn nationale ploeg-trui was hij in elke ploeg van mijn Tour de France inzetbaar. En zo ging het verder. Die van Guido Reybroeck was ook een mooie. Die Salvarani-trui, die had iets. Trainingsvesten waren minder, ik had het toen al meer voor de echte truien.

    Ik blader verder en ik herken direct mijn favoriete prentjes. Niet altijd omdat ik de renner apprecieerde, maar ook soms gewoon om het mooie prentje, de mooie trui. Zoals de Ferretti-trui van Albert Van Vlierberghe. Nergens te vinden natuurlijk.  Willy Van Neste zag er dan maar weer koddig uit. Er schort iets aan zijn petje. Georges Vandenberghe  met weer eens de mooie Salvarani-trui en met, wat ik nu weet, een toupetje. Ja ook renners kunnen ijdel zijn. Bij sommige renners heb ik een x gezet. Waarom is mij een raadsel. Ook bij Frans Melckenbeeck in een tibetan-Groene Leeuw-trui. Was het al een aanduiding naar de toekomst toe? Een aanduiding dat er hier iets meer over kon geschreven worden?

    Weer een bladzijde verder een drietal prentjes die ik echt lelijk vond. Emile Bodart, Paul In ‘tVen en Marc Sohet. Konden ze nu echt geen betere foto vinden? Zoals die van Norbert Seeuws, een renner waarvan je niet snel iets vond en dan nu in een Pennelli-Cinghiale-trui. Die kon je goed gebruiken in een mix-ploeg.

    De stickers over de samenstellingen van de ploegen, die vielen nog mee. Ik was toen al bezig met die lijstjes en dus was dit waardevolle informatie.

    Duitsland dan. Altijd interessant want in de vroegere reeksen van de vlaggetjes had je niet zoveel Duitsers. Om een of andere reden had ik het voor Sigi Renz. Waarom weet ik niet meer. Niet voor Altig want die had een vuile rol gespeeld in Savona. Weg er mee. De Fagor-Mercier-trui van Wolshohl was dan weer zeer mooi.

    De Spanjaarden hadden veel geretoucheerde foto’s. Dat vond ik stom want je kon er geen ploeg op plakken. Zeg nu zelf, Ventura Diaz, Miguel Maria Lasa, Luis Pedro Santamarina, Jesus Manzaneque, Joaquim Galera, Domingo Perurena, Antonio Gomez del Moral en Jesus Aranzabal voor welke ploeg reden zij? Niks mee te doen.

    Dan komt Frankrijk met de voor mij toen nog redelijk onbekende amateurs Morelon en Trentin. De mooie trui van Sonolor van Daniel Rebillard sprak mij wel aan. Ook al omdat Lucien Van Impe bij die ploeg reed. Tiens, waarom zat Lucien Van Impe niet in de reeks? In 1971 wisten ze toch al dat Lucien onze enige echte klimmer was. Dan was er weer Cadiou met zijn mooie Fagor-Mercier-trui. Jammer dat de foto van Chappe op niks geleek. José Catiau mocht dan weer naast Rebillard staan.

    Bij de Britten was het alleen Gowland die mij aansprak. Ik experimenteerde dan ook al met het naspelen van zesdaagsen en WK’s op de piste. Dus een pistier er bij, dat mocht altijd.

    Bij de Zwitsers was het toen nog armoe troef. De twee Pfenningers en Vifian en Spahn. Daar kwam je niet ver mee.

    In het midden van het boek zitten dan weer 20 karikaturen. Toen vond ik ze overbodig, nu vind ik ze wel leuk.

    Bij de Italianen springen de Ferretti’s zelfs nu nog, na al die jaren, weer in het oog. Te beginnen met Zilioli en dan Simonetti. Adriano Durante, daar had ik het ook wel voor. Waarom is mij een raadsel. Ercole Gualazzini ook. Alleen al het uitspreken van die naam Gua-la-zzin-i. Een beer van een vent was dat. Niet traag in de spurt, hij nam ooit deel aan een WK sprint als ik het goed voor heb. Later bij Brooklyn een ideale gangmaker voor Roger De Vlaeminck.

    Dan was er het duo Tumellero en Tosello, twee Molteni-mannen en dus voor mij twee Merckx-mannen. Die werden bij mij iedere keer Kampioen van Italië. Tja ik was wat bevooroordeeld denk ik. Niettemin, ze bleven niet lang bij Merckx en Molteni. Eén van de twee lag zelfs serieus in de clinch met de Grootmeester, ik denk dat het Tosello was. En dan waren er natuurlijk weer de pistiers. Gaiardoni, alleen al de naam, Beghetto, Turrini, allemaal sprinters en ex-tegenstanders van onze Patrick Sercu die, in mijn ogen, al die Italianen ruim meester kon. Ook de stayer De Lillo, ook al zo een naam. En ja hoor, een van mijn favoriete beeldjes, Rosolen in nog zo een onvindbare trui, deze keer Filotex.

    Kinderen zijn hard in hun mening. De mildheid komt maar met de jaren. Zo ook voor de Nederlanders. Jan Janssen, toen nog in mijn ogen de onverdiende winnaar van de Tour 68. Nu denk ik er anders over. Peter Post, de keizer van de zesdaagsen, toen nog niet voorbij gestoken door onze Patrick Sercu. Joop Zoetemelk, de wieltjeszuiger, nu een renner met een mooi palmares die er het maximale uit haalde. Wagtmans, die kon er mee door, die reed voor Molteni. De volgende twee bladzijden lijken op die van de Spanjaarden. Veel geretoucheerde foto’s, bah. Enkel met den Hartog, de Wit en Jansen kon ik iets doen. De rest trainingsvesten en photoshop avant la lettre.

    Over de Zweden dien ik niet verder uit te weiden.  Gösta, Tomas, Sture en Erik, waarvan 2 in mooie Ferretti-trui. Wist ik veel dat ik 40 jaar later een artikel over hen op een blog op internet zou zetten.

    Ook Australië was vertegenwoordigd met Gordon Johnson, de sprinter. Portugal had de betreurde Joaquim Agostinho, er waren twee Denen, Ritter en Mortensen en ook een Luxemburger, Edy Schutz, in een Molteni-trui.

    Toen kon ik het niet waarderen, nu des te meer. Negen bladzijden met oude vedetten. Van Charles Terront tot Vittorio Adorni. Allemaal in zwart-wit afgebeeld. Ik zit nu naar die koppen te kijken. Sommigen zijn al bijna honderd jaar geleden overleden. Hadden zij ooit gedacht dat een foto van hen honderd jaar later zou bekeken worden door een Belgische wielerliefhebber?  Dat hun levens beschreven werden? Ik denk het niet. Wij zei alweer, renners sterven niet ze verdwijnen alleen maar uit het zicht eens zij met niet te evenaren stijl de laatste finish hebben overschreden en de snelheid van het leven hen met stijve spieren achterlaat.

    Het was in de periode 1974 of 1975 dat ik de eerste keer met zo een god sprak. Hij staat er in, in Sprint 71. Op pagina 42, de tweede van links op de tweede rij. Je moet het maar eens opzoeken beste lezer. Hij woonde geen kilometer van mij vandaan. En met mijn vader, een Franse amateurrenner, zijn zus en ikzelf zijn we hem gaan bezoeken. Hij zat daar in zijn lange kiel en vertelde honderduit over zijn avonturen. Is daar het kiemetje gelegd om ooit eens een boek te schrijven?

    Achteraan het album vind ik twee enveloppen. Daarin reclame voor Velo 82 en Velo 86. Daaruit besluit ik dat tijdens mijn eerste huwelijksjaren nog heimelijk mijn Sprint 71-album bovenhaalde om er eens door te bladeren. Het kan niet missen dat het bijna uiteenvalt.

    21-04-2011, 00:00 Geschreven door G.L.  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (13 Stemmen)
    Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs