Mijmeringen en Nostalgie over het Wielrennen van toen en nu
Inhoud blog
  • Einde van de blog en verschenen boeken
  • Het boerenpaard won Vlaanderens mooiste
  • Kermiscoureur, maar onontbeerlijk in de Vlaamse wielergeschiedenis.
  • Chronologie van een afscheid, of hoe een Grootmeester zijn einde tegemoet ging.
  • Het zoutvatje van Eddy Merckx.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Nostalgische gedachten over het wielrennen van vroeger
    Zomaar enkele bepeinzingen.
    13-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Open brief aan een wielrenner

    Open brief aan een wielrenner,

     

     

     

    Wat zou het belfort van Gent zijn zonder het omliggende stadsgedeelte? Wat zou de O.L.V.-toren van Antwerpen zijn zonder de Schelde? Wat zou het Atomium in Brussel zijn zonder de omliggende hoofdstad? Antwoord : “Niks”. Gewoon een plomp gebouw of monument, weliswaar reusachtig maar met geen enkel vergelijkingspunt.

    Wat zou de beste voetbalploeg van het land, Club Brugge, zijn zonder ploegen zoals Westerlo, Beerschot, Waregem enz ….? Niks.

    Grootsheid, groten, besten, beteren hebben altijd kleinere, mindere, nodig om tot uiting te komen.

    Zo is het ook in de wielersport. Grootmeesters zoals Coppi of Merckx konden maar grootmeesters zijn omdat er kleine pionnen in het peloton aanwezig waren. Coppi alleen zou ook grootse daden verricht hebben. Maar ze zouden nooit zo een weerklank gevonden hebben als er geen andere renners zouden geweest zijn die zijn enorm machtsvertoon moesten ondergaan.

    Nu ken ik wel zo een paar renners. Die zijn meestal zeer bescheiden over hun prestaties. Je hoort dan dikwijls : “Ik was maar een klein rennertje” of  “Wat ik deed stelde allemaal niet zoveel voor”. Fout heren renners. Het stelde wel iets voor. Meer dan dat jullie zich kunnen voorstellen.

    Vandaag heb ik beslist om over nog zo een renner te schrijven. Hij is van een minder formaat dan Roger Rosiers maar hij staat toch een trapje hoger dan onze goede vriend Hubert Hutsebaut. Hij won tweemaal Kuurne-Brussel-Kuurne toen Kuurne-Brussel-Kuurne nog niet de status had van nu, maar toch ook geen koers was voor pannenkoeken. Bedenk maar eens het volgende. Wie won Kuurne-Brussel-Kuurne en een rit in de Vuelta en voor de rest een zevental koersen? Een zekere Patrick Lefevere. En die is er nog altijd trots op. Hoeveel koersen won onze Jürgen Van Den Broeck tot hier toe? Twee criteriums. Hoeveel koersen won bv. Jürgen Vangoolen? Nul (0)!

    Akkoord de vergelijking gaat niet helemaal op maar toch. De renner van vandaag won 17 koersen in zijn prof carrière. Waaronder dus tweemaal Kuurne-Brussel-Kuurne, het Kampioenschap van Vlaanderen in Koolskamp, de Trofeo Luis Puig en de Omloop van Midden België. Niet niks dus.

    De kenners zullen het ondertussen al wel weten, het gaat om Frans ‘Sus’ Verhaegen, geboren op 22 januari 1948 in Pulle in de Antwerpse kempen. Pulle, een toepasselijke naam natuurlijk want in mijn streek is dat de beschrijving van een bidon.

    Hoe kwam ik tot bij Sus Verhaegen? Wel het is die “Sus” die het hem deed. Wanneer het juist was weet ik niet meer, maar het was tijdens een rechtstreekse televisie-uitzending dat ik wijlen Fred De Bruyne de naam Sus Verhaegen hoorde uitspreken. In mijn toen nog jonge oren klonk dat “Sus” toch wel vreemd. Wie heet nu Sus? Tot dat ik wat verder begon na te denken, de koers moet niet echt spannend geweest zijn, en de link legde met Suske en Wiske, Antwerpen, François, enz …  het zat erin, in het koppeke. De naam Sus Verhaegen is er nooit meer uit gegaan. En wat blijkt nu, de Sus is op facebook te vinden en blijkt nog altijd vol passie naar de wielersport te kijken. Hij gaat er zelfs met zijn mobilhome naartoe. Zet zijn vlaggen op en geniet van de renners en het publiek. En het publiek geniet van de Sus. Want Sus is altijd een populair renner geweest en is het na zijn carrière ook altijd gebleven.

    Persoonlijk heb ik Sus nog niet gesproken. Binnenkort waarschijnlijk wel want hij komt naar de wielerbeurs in Hooglede. Hopelijk wil hij nog een “klapke” doen na hetgeen ik hier allemaal over hem geschreven heb en zal schrijven. We zien wel.

    Hoe de jonge Frans Verhaegen tot het wielrennen gekomen is, is mij nog niet helemaal duidelijk. Maar dat zijn neef Gust Verhaegen er voor iets tussen zat zal wel zeker zijn. Gust Verhaegen won een rit in de Vredeskoers in 1963 en werd in het eindklassement tweede. De zeven jaar jongere Sus zal wel apentrots geweest zijn en misschien besliste hij toen wel van in de voetsporen te treden van zijn beroemde neef.

    Of hij een veelwinnaar was bij de jeugd is mij niet duidelijk. In 1969 behaalde hij 7 overwinningen bij de amateurs. Hij won in zijn laatste jaar bij de amateurs acht wedstrijden waaronder  Kortrijk-Galmaarden en de Omloop Het Volk. Verder eindigde hij tweede in Brussel-Opwijk en derde in Gent-Ieper. Hij was ook tweemaal tweede in een rit van de Ronde van België en ook tweede in een etappe van de Ronde van Limburg. Geen topper dus maar ook geen meeloper. Er zat wel wat in.

    Op zeven augustus 1970 zette Sus de stap naar de profs en dan nog wel in het roemruchtige Franse team BIC. Hij werd dus meteen ploegmaat van Charly Grosskost, Jan Janssen, Jean-Marie Leblanc, Leif Mortensen, Anatole Novak, Luis Ocaña, Alain Santy, Johnny Schleck, de gebroeders Vasseur, Michael Wright en Roger Rosiers. Mogelijks was deze laatste er wel mede verantwoordelijk voor dat Sus kon tekenen bij BIC. Roger Rosiers is de schoonbroer van Gust Verhaegen en zo was de link dus gemakkelijker gelegd. In 1970 brak hij echter nog geen potten bij de beroepsrenners. En de taal van Molière bleek ook niet het gemakkelijkst.

    In 1971 won hij zijn eerste wedstrijd. Op 21 februari won hij in Valencia de GP Luis Puig voor Domino Perurena en Peter Kisner, de Nederlandse kampioen. De kop was er af. Hij zou al zeker geen prof worden die nooit een overwinning behaalde. Zijn tweede overwinning behaalde hij op 26 september in Kapellen-Glabbeek voor Marcel Sannen en Luc Vangoidsenhoven.

    In de Ronde van Andalusië, gewonnen door de betreurde Jempi Monseré eindigde Sus 2° in de tweede etappe. Geklopt in de sprint door de supersnelle Eric Leman maar wel voor Roger De Vlaeminck en Ramon Saez. In de GP Denain werd hij derde op 15” van André Dierickx. En dan nog vier tweede plaatsen nl. op 11 juli in Sint-Martens-Lierde na Gerard David, op 19 juli in Duffel na vriend Roger Rosiers, op 16 augustus in Borgerhout na Harm Ottenbros en op 27 september in Tienen na Lucien Willekens. Hieruit bleek al direct dat de maanden juli-augustus-september de beste maanden waren voor Sus. Nu zou men daar een wetenschappelijke verklaring kunnen voor geven. Toen,  was dat gewoon zo.

    De tweede plaatsen doen ook vermoeden dat Sus vrij vlug het reilen en zeilen in het peloton kende. Niemand zal ontkennen dat in dat soort wedstrijden het een en het ander kon geregeld worden. In de slag zitten is een gekende uitspraak. Dat Sus nu en dan in de slag zat is een feit. “Et alors?” zou François Mitterand gezegd hebben. Inderdaad, wat maakt het ons uit. Het is een onderdeel van de wielersport. Iedereen weet het en ze deden het allemaal. Maar de renners verzorgden het spektakel. De toeschouwers genoten er van, de cafébazen deden gouden zaken. Dus iedereen was tevreden. Trouwens het zijn profrenners. Er moet eten op tafel komen. Mij interesseert het dus niet. Of liever, het interesseert mij wel. Ik zou er graag alles van weten. Maar erover schrijven doe ik dus niet. Laat ons dus voor de rest van het verhaal maar aannemen dat Sus iedere keer rechtmatig geklopt werd voor de eerste plaats.

    Op 28 mei kwam echter het bericht dat Sus Verhaegen samen met André Doyen, Jan Ronsmans, Christian Davaine, Jacques Guiot en Jean-Claude Theillière ontslagen werden bij BIC. De officiële reden was dat BIC op die manier in orde kwam met de bepalingen van de UCI wat betreft het aantal buitenlandse renners. Of dat de gehele waarheid is kon ik (nog) niet achterhalen. In mijn gegevens staat dat Sus in juni BIC verliet en als individueel reed. Of hij al dan niet het seizoen afsloot bij Goldor is mij niet geheel duidelijk.

    Sus was in elk geval gelanceerd en ging in 1972 voor Hertekamp rijden. Een ploeg die toch vooral gericht was op het kermiscircuit met renners zoals Ronny De Bisschop, Maurice Dury, Romain en Marcel Maes, Eddy Moreels, Etienne Sonck, Hervé Vermeeren, Lucien Willekens en Jaak Zwaenepoel.

    Zoals het vorige jaar al had aangegeven was de zomerperiode de periode van Sus. Het begon op 3 juli in Humbeek. Er waren die dag 53 vertrekkers. Vijf ronden voor het einde ontsnapten Sus, Flori Ongenae en Frankie Ebo. Ze werden bijgehaald door Julien Stevens en Frans Maes. Ondanks verwoede pogingen van het peloton werden de vluchters niet meer bijgehaald. Eerst probeerde Ongenae, dan Julien Stevens, maar op 100 m van de aankomst kwam Frans Verhaegen als een echte locomotief opgezet en won uiteindelijk met drie lengtes voor Stevens en Ongenae.

    In dezelfde maand, de 26°, won hij ook in Deinze. Hier waren er 79 vertrekkers. Blijkbaar was ook de BOB op de afspraak want de wagens van de Duitsers Muddeman, Rasing en Junkermann werden grondig doorzocht. Of er iets gevonden werd heb ik niet terug gevonden.

    Op vier kilometer van het einde sprong Rudi De Groote weg. Sus reageerde onmiddellijk en had uiteindelijk geen enkele moeite in de spurt. Jackie Coene eindigde als derde op 15”.

    Twee dagen later werd Sus tweede in Berlaar na Herman Vanspringel en nog eens twee dagen later werd hij derde in Meise na Ludo Vander Linden en Adolf Huysmans.

    De maand augustus werd een rare maand. Op 9 augustus werd Sus nog derde in Grobbendonk na Herman Vanspringel en Fons De Bal. Op 15 augustus werd hij opnieuw derde in De Pinte na Roger Rosiers en Jan Van Katwijk. Hertekamp dacht echter dat Sus de koers verkocht had aan zijn vriend Rosiers. Sus werd direct uitbetaald en ontslagen en mocht de rest van het seizoen volmaken in zijn Club-trui. Frans beweert nog altijd dat hij ten onrechte beschuldigd werd van het verkopen van de koers. Roger Rosiers was die dag zo sterk dat er geen maat op stond. Nu nog kan hij zich opwinden over het onrecht dat hem werd aangedaan. En naar mijn aanvoelen zat er nog meer achter die actie maar dat heb ik nog niet uit Sus zijn neus kunnen peuteren.

    In elk geval, op 21 augustus behaalde Sus alweer  een tweede plaats in Borgerhout na Harm Ottenbros en de week erop werd hij derde in de Schaal Sels na Noël Vantyghem en André Dierickx.

    In september behaalde hij als individueel nog twee mooie uitslagen. Tweede in Maldegem (19/08) na Grootmeester Eddy Merckx en derde in Heist-op-den-Berg (20/08)na Louis Verreydt en Eddy Verstraeten.

    De zomer was voorbij en ook de prestaties van Sus.

    In 1973 kon Sus tekenen voor de ploeg IJsboerke-Bertin. Een ploeg die toch iets hoger stond aangeschreven dan Hertekamp. Natuurlijk niet van het niveau van Flandria, Molteni of Brooklyn maar toch niet mis. De ploeg bevatte renners zoals Jos Abelshausen, Raf Hooyberghs, Jos Jacobs, Vic Peeters, Willy Planckaert, Willy Scheers, Raymond Steegmans, Jos van Beers, Willy Van Malderghem, Jan Van Katwijk, Noël Vanclooster, Louis Verreydt en Herman Vrijders.

    Vier overwinningen behaalde Sus dat jaar. Qua aantal overwinningen was het zijn topjaar.  En opnieuw lagen zijn beste resultaten in de zomerperiode. Nochtans gaf hij blijk van het feit dat hij ook in het voorjaar kon schitteren. Sus werd op 1 minuut van ploegmaat Jos Abelshausen tweede in de Ronde van Limburg op 4 maart. Het kon dus ook in het vroege voorjaar.

    Het was dan weer wachten op de maand juni. Hij behaalde zijn eerste zege op 5 juni in Stabroek. Aanvankelijk waren er maar 20 inschrijvingen voor deze wedstrijd. De inrichters verplaatsten het aanvangsuur en kregen alsnog 34 deelnemers.  Drie ronden voor het einde viel de beslissing. Sus, Louis Verreydt en Ludo Delcroix namen spelenderwijze  30 seconden voorsprong.  Gesteund door de ploegmaats in het peloton bleven zij vooruit. Ploegmaats Verreydt en Verhaegen zetten de onervaren Ludo Delcroix in de wind. Ludo Delcroix kon aanvankelijk nog alle ontsnappingspogingen neutraliseren maar uiteindelijk was zijn bobijntje af. Sus sprong weg en bleef vooruit. Louis Verreydt werd tweede, Ludo Delcroix derde. Op 17 juni werd hij zelf geklopt door Patrick Sercu in Boorsem-Kotem in de Maaslandse Pijl. Op 3 juli won hij dan weer in Kruishoutem voor Willy Planckaert, op 20”, en  Dirk Baert.

    Een maand later, op 8 augustus won hij in Grobbendonk. Deze keer waren er 73 renners aan de start. Sus ontsnapte al vrij vroeg in de wedstrijd met Gust Herrijgers. Ze reden een comfortabele voorsprong bijeen mede dankzij de hulp van hun ploegmaats in het peloton.  Herrijgers kon het tempo echter niet meer aan en moest lossen en uiteindelijk opgeven. In tegenstelling tot wat verwacht werd bleef Sus Verhaegen  voorop om opnieuw te winnen voor ploegmaat Willy Scheers op 1’03” en Rik Van Linden op 1’12”. ’s Anderendaags werd hij alweer derde in Booischot na Eddy Verstraeten en ploegmaat Louis Verreydt. Nog eens twee dagen later werd hij in Beernem tweede na Roger Verschaeve. Op 24 augustus werd hij derde na Ronny Van De Vijver en Eddy Peelman in Beveren-Waas. De wedstrijden volgden elkaar in hels tempo op want twee dagen later was er al de Leeuwse Pijl in Sint-Pieters-Leeuw waar hij weer derde werd, nu na Freddy Maertens en Willy Teirlinck. Nog eens drie dagen later was de wedstrijd in Putte-Mechelen waar hij nog eens derde werd, nu na Richard Buckacki en ploegmaat Jan Van Katwijk.

    In september kwamen er nog twee uitslagen bij. In Melsele waren er 42 vertrekkers. In de 14° ronde sprongen Sus Verhaegen, Etienne Antheunis en Jos Van Olmen weg.  Ondanks enkele pogingen van enkelingen kon niemand het trio meer inlopen. Met het einde in zicht sprong Sus weg van zijn twee medevluchters om met  10” voorsprong op Etienne Antheunis en Jos Van Olmen te winnen. Tien dagen later was er een derde plaats in Nazareth na Willy De Bosscher en André Dierickx.

    De zomer was voorbij en zoals gewoonlijk ook de prestaties van Sus.

    In 1974 bleef hij bij IJsboerke-Colner. Hoe kon het ook anders na zijn vier overwinningen het jaar er voor. Toch kreeg hij van Staf Janssens, baas van IJsboerke , te horen: “Ge moet eens wat meer aan de belangen van de firma denken dan aan die van uw eigen geldbeugel.”

    Sus knoopte het in zijn oren en begon Sus zich voor te bereiden op zijn exploten in het voorjaar later in zijn carrière. Hij was aldus naar zijn doen vrij vroeg in vorm. Reeds op 1 mei werd hij tweede in de Grote 1-Mei Prijs in Hoboken achter ploegmaat Jos Jacobs. Veertien dagen later werd hij in Lommel derde na Lucien Willekens en Roger Loysch (Zonhoven). Op 18 mei werd hij opnieuw derde in Herenthout, op 35”, na Willy Govaerts en Staf Van Roosbroeck. En de dag erop werd hij tweede na Herman Vanspringel in de Omloop Hageland-Zuiderkempen in Betekom.

    Op 2 juni knoopte hij weer aan met winst in de Omloop van Midden-België. Hij was omzeggens de beste man in koers in Lier. Nog voor de plaatselijke rondes was hij al drie keer in de aanval geweest. Zonder succes echter. Uiteindelijk zonderden er zich zeventien renners af. Uit dit groepje ontsnapten in de laatste ronde Roger Rosiers en Sus Verhaegen. De twee bleven vooruit dank zij de ploegmaats van Sus in het achtervolgende groepje. Van zijn sportdirecteur mocht Sus geen kop meer doen. Roger Rosiers bleef echter sleuren en zo bleven ze voorop. De sprint was geen sprint meer en Sus won afgescheiden voor Roger Rosiers. Op 25” won Staf Van Roosbroeck de spurt voor de derde plaats.

    Drie dagen later was het weer prijs. In Stabroek werd de beslissing afgedwongen op 8 km van de meet.  Een groepje scheidde zich af en hieruit ontsnapten vlak voor het ingaan van de laatste ronde Michael Wright, Claes, Sus, en Ronald Dewitte.  Ze werden echter weer ingelopen. Op 300 m werd de eindsprint ingezet en het werd een bloedstollende sprint tussen Sus en Michael Wright, gewonnen door Sus. Willem Peeters werd alsnog derde.

    Op 16 juni ging Sus opnieuw met de bloemen naar huis. Er waren 62 vertrekkers voor de 10° Maaslandse Pijl te Kotem. Op vijfhonderd meter van de aankomst leek het er nog op dat Roger De Vlaeminck zou winnen. Maar hij werd gegrepen door Bernard Bourguignon die niet wou overnemen. Roger zag het niet zitten om met de snelle Bourguignon in zijn wiel door te zetten en hield in. Daardoor konden Sus en Eddy Verstraeten wegglippen. Sus klopte Eddy Verstraeten in de sprint. Fons De Bal werd op 10” derde.

    Op 2 juli werd Sus tweede in Kruishoutem na Willy Planckaert. Op 7 juli werd hij in Diest derde op 1’10” van Frans Verbeeck en Roger Swerts. Een week later was hij dan weer tweede op 10” van Rik Van Linden in Wuustwezel.

    In het verder verloop van het seizoen rijdt Sus geen dikke prijzen meer. Hetgeen natuurlijk niet wil zeggen dat hij zijn aandeel in de premies niet behaalde.

    Ook in 1975 bleef hij bij IJsboerke-Colner. Sus Verhaegen was ondertussen 27 jaar oud en op zijn sterkst als atleet. Dat zou ook blijken uit zijn palmares voor dit seizoen. In de loop van vorig seizoen had hij al gesproken met Rik Van Looy. Samen waren ze tot de conclusie gekomen dat Sus meer kon dan zomaar kermiswedstrijden winnen. Tijdens het oefenkamp aan het Gardameer herhaalde Rik dit standpunt. Sus begon zelfs naar een masseur te gaan en Roger Swerts beloofde hem een plaatsje in de kern van de ploeg.

    In tegenstelling tot andere jaren was Sus nu op zijn best van begin maart tot in oktober. Het begon dus fantastisch met winst op 2 maart in Kuurne-Brussel-Kuurne. In de wedstrijd was Freddy Maertens beresterk. Maar het was ook een hectische koers. Er waren 24 man ontsnapt met daarbij Freddy Maertens en vijf ploegmaten en ook reeds Sus Verhaegen. Deze groep was op een bepaald moment echter door de rode lichten van een spoorwegovergang gereden en had zo een voorsprong van 3 minuten opgebouwd. De commissarissen bevolen een neutralisatie totdat de achtervolgende groep weer op 15” kwam en logischerwijze ook weer bij de ontsnapten kwam. Er kwam protest van de groten zoals Freddy Maertens, Cees Bal, Rik Van Linden en Gerben Karstens. Deze laatsten gaven zelfs op, Freddy beval zijn ploeg tot een langzaam aan actie. Toch sloeg de vlam weer in de pijp door Pol Lannoo. Hierdoor kwam ook weer Freddy Maertens in actie. Op de Kluisberg konden nog dertig renners in zijn spoor blijven. Rond de Kwaremont konden enkel Sels en Pollentier volgen. Toen deze laatsten begaven was er nog 60 km tot de meet. Freddy besloot alleen door te gaan en dat was een domme beslissing. Op de Tiegemberg werd hij door elf achtervolgers ingelopen en direct, samen met negen anderen achter gelaten door Sus Verhaegen en Tino Tabak.  Even verder kon Freddy Maertens toch nog aansluiten samen met Alain Santy. En in de sprint was het niet de verwachtte Freddy Maertens die het haalde maar Sus die Tino Tabak klopte. Freddy werd uiteindelijk derde. Van een verrassing gesproken.

    Sus bleef de rest van het voorseizoen goed presteren. Op 24 april werd hij in Ruddervoorde op 28” derde na Ronald Dewitte, geklopt door Ronny De Bisschop voor de tweede plaats. Op 3 mei won hij alweer in Momignies. Toen er na een hergroepering een aarzeling in het peloton was, konden Sus Verhaegen, zijn ploegmaat Paul Aerts en Frans Mintjens ontsnappen. Gezien de twee vedetten Ferdi Bracke en Gerben Karstens meer oog hadden voor elkaar konden aanvallers uit de greep van het peloton blijven. Frans Mintjens trachtte nog de twee ploegmaats te verschalken. Tevergeefs. Gezien Sus de snelste van de twee IJsboerkes was kon hij de overwinningsbloemen meenemen naar huis met dank aan Paul Aerts.

    Het bleef vervolgens stil tot 18 juli. In Vrasene werd Sus derde na Roger Swerts en op 30” geklopt door Fons De Bal. De maand augustus werd weer een topper. Op 5 augustus werd hij tweede in Willebroek achter Frans Van Looy.  Op 7 augustus opnieuw derde in Booischot na Tony Gakens en Wilfried Peeters. Op 10 augustus opnieuw tweede in Nieuwmoer-Kalmthout op 5” van Jos Jacobs. En tenslotte op 17 augustus tweede in het Nederlandse Dongen op 51” na Gerben Karstens.

    Op 23 september was er nog een derde plaats in Maldegem op 20” van Roy Schuiten en geklopt door Jan Aling. En tenslotte een derde plaats op 9 oktober in Zwevezele geklopt door de rappe spurters Walter Planckaert en Albert Van Vlierberghe.

    Op het einde van 1975 kreeg Frans Verhaegen bij IJsboerke de bons. De reden is mij niet duidelijk want hij had toch Kuurne-Brussel-Kuurne gewonnen. Het was bang afwachten of Freddy Maertens zijn eerdere belofte zou nakomen en Sus bij Flandria zou inlijven. Indien niet, dan zou de fiets aan de haak gaan. Maar Freddy hield woord. Had Freddy Maertens iets gezien in hem en wou hij sterke Sus naast zich? Kreeg hij betere voorwaarden bij Flandria? Sus kennende zal dit laatste wel gelukt zijn. 1976 was een succesvol jaar voor Sus. De ploeg Flandria was oppermachtig in die periode en Sus behoorde dikwijls bij de kern waardoor hij mee kon delen in de premies en het prijzengeld. Ook persoonlijk was het geen slecht jaar.

    Weer begon Sus het wielerseizoen heftig. Sus behaalde een zevende plaats in de Omloop het Volk. ’s Nachts werd hij uit zijn bed gehaald om mee te gaan naar Paris-Nice. Slimme Sus weigerde echter. En ’s Anderendaags herhaalde hij gewoon zijn stunt van het jaar ervoor. Hij won opnieuw Kuurne-Brussel-Kuurne.  Dit keer won Sus zeker ook door het ploegenspel. Flandria zorgde er voor dat in elke ontsnapping een mannetje mee was. Op een bepaald moment kwam Sus aan zet. Hij schoof weg uit het peloton en enkel Hervé Vermeeren en Frankie De Gendt konden hem volgen. Vermeeren mocht van Berten De Kimpe geen kop meer doen en telkens Sus probeerde weg te springen kreeg hij Hervé in het wiel. Sus heeft dan maar de linke gespeeld en luid naar Frankie De Gendt geroepen dat die maar moest gaan. Die deed dat ook prompt, Vermeeren sprong weer op het wiel, en Sus kon op die manier Vermeeren uiteindelijk verschalken. Op enkele kilometer van de streep liet hij zo zijn twee gezellen in de steek en won met 50” voorsprong op De Gendt en Vermeeren.

    De rest van het voorseizoen stond in dienst van de kopmannen. Werken voor de ploeg en bij winst meedelen in de premies. Op 21 juni net voor de Tour werd hij in Neeroeteren tweede  na Walter Godefroot. Sus zat dus duidelijk in vorm. Hij werd zelfs geselecteerd om mee te gaan naar de Tour de France. Sus die een heilige schrik had voor het hooggebergte zag er serieus tegenop. Afzien gelijk de beesten, iedere dag maken dat je op tijd binnen bent, werken voor de kopman. Het was nogal wat. Sus heeft nooit Parijs gezien. Toch niet met de fiets op het einde van de Tour.

    Hij werd 118° in de proloog en hij reed mee tot 10° etappe. Zijn beste klassering was 35° in de eerste etappe.  In de 10° etappe op 5 juli met de beklimming van de Lautaret , Izoard en Montgenèvre gaf hij op.

    De Tour had hem nochtans een goede conditie gegeven. Op 7 juli stond hij al aan de start van de GP Stad Sint-Niklaas en hij werd er derde na Frans Van Looy en geklopt voor de tweede plaats op 20” door Serge Van Daele. ’s Anderendaags was hij opnieuw derde. Deze keer in Melle, 20” na het Molteni-duo Spruyt en Huysmans. En weer vijf dagen later was het bingo. In Sleidinge won hij voor animator Staf Van Roosbroeck en Jos De Schoenmaeker.  In de negende grote ronde was de beslissing gevallen. Staf van Roosbroeck kreeg Sus, De Schoenmaeker en Jos Van de Poel mee. Het peloton zag hen enkel nog terug toen het in de laatste kleine ronde gedubbeld werd. Sus en Staf rukten zich nog los van de andere twee en Sus won verrassend van Staf.

    Op 5 augustus werd hij nog tweede in het Kampioenschap van Antwerpen in Booischot na Eddy Verstraeten. En op 2 september werd hij tweede in Rummen na Ronald Dewitte.

    En dan besloot Sus de stommiteit van zijn leven te doen. In plaats van bij Flandria te blijven en zeker te zijn van het geldgewin, tekende hij voor een nieuwe ploeg.

    Robert Lauwers en een zekere Duwan wilden met de firma’s Splendor en Zoppas een ploeg opzetten. Sus krijgt een vorstelijk maandgeld voorgeschoteld en een premie van 10.000 Bfr per overwinning. Sus begint te dromen, denkt aan de mogelijke 10 palmen per seizoen, de supporters maken zijn kopke zot en Sus zet zijn krabbel. Het was geweten, Sus dacht nogal dikwijls aan het geldgewin.

    Alleen, ….. de ploeg kwam niet van de grond. En begin 1977 zag het er donker uit voor Sus. Opnieuw wenkte het scenario waarbij hij de fiets aan de haak zal moeten hangen. Sus kon zich wel voor de kop slaan.

    Uiteindelijk komt eind januari het bericht dat Sus en 12 andere renners, allen gedupeerd door Zoppas-Splendor, onderdak zouden vinden bij een nieuwe ploeg die aanvankelijk Galenco-Verenigde Zeepcentrales Deinze zou heten. Alles werd definitief op 16 februari. De ploeg V.Z. Deinze-Carpenter-Norta zag het levenslicht. De carrière van Sus was nog niet ten einde.

    Dat heel deze situatie niet bevorderlijk was voor de conditie van Sus, spreekt voor zich. Niettemin reed hij nog een aardig seizoen bijeen.

    Op 10 mei werd hij derde in Lommel na Fons Van Katwijk en Herman Vrijders. Vijf dagen later werd hij te Niel tweede op 18” van Rik Van Linden. Een week later werd hij derde in de 2° etappe van Mandel-Leie-Schelde na Frans Van Looy en Eddy Vanhaerens en eveneens derde in het eindklassement na Ludo Peeters en Eddy Vanhaerens.

    Vervolgens verviel Sus in zijn oude gewoonten en moeten we wachten tot de zomer om hem weer te zien opduiken in de topdrie. Op 7 augustus wordt hij derde in Nieuwmoer-Kalmthout achter  André Delcroix en Willy In ’t Ven. Op 13 september is er de GP Briek Schotte in Desselgem en opnieuw sleept Sus een derde plaats uit de brand. Deze keer één minuut na Jos Schipper en geklopt door  Jean-Luc Vandenbroucke. Twee dagen later was het echter bingo. Het Kampioenschap van Vlaanderen in Koolskamp. Na een zeer dynamische wedstrijd kon Sus wegrijden met Willy In ’t Ven en Gerrie Verlinden. In de spurt had Sus geen enkel probleem met zijn medevluchters en dus mocht hij de Leeuwentrui omgorden.

    Op 12 oktober werd in Herentals de GP Louis Verreydt verreden. Er stonden drie Fransen op het podium nl. Frans Verbeeck, Frans Van Looy en Frans Verhaegen.

    In 1978 bleef Sus bij de ploeg Zeepcentrale. Maar het einde kwam in zicht. Geen enkele overwinning meer dat jaar. Vermeldenswaard blijven een tweede plaats na Staf Van Roosbroeck op 27 mei in de Omloop van Midden België in Lier, een tweede plaats na Jean-Luc Vandenbroucke op 3 oktober in Moescron-Templeuve en ’s anderendaags een derde plaats in Zele op 10” na Walter Godefroot en Jan van Katwijk.

    Uiteindelijk kwam er het laatste jaar bij de ploeg Safir. De resultaten waar weer iets minder. Niet dat Sus zijn plaats niet had in het peloton. Zo een oude rot weet altijd wel zijn deel te bemachtigen. Op 2 juli behaalde Sus zijn allerlaatste zege in Humbeek voor Jos Gijsemans en Flup Vandenbrande. Op 10 oktober was hij in Boom betrokken bij een zware valpartij. Zijn knie was er erg aan toe en het herstel, met complicaties, nam 4 maand in beslag. Tegen dan was het seizoen al weer volop aan de gang en Sus zag een terugkeer niet meer zitten en besloot een einde te maken aan zijn carrière.

    Maar Sus is het wielrennen blijven volgen. Hij heeft zelfs een groep van oud-renners opgericht en organiseert activiteiten. Wat blijkt is dat Sus overal geliefd gebleven is, binnen en buiten de koers.

    Vandaar dat ik dus vond dat zo een renner ook eens beschreven mocht worden. Ook al omdat de Sus, zoals ik, ook vier kinderen heeft. Alleen qua kleinkinderen heeft hij mij geklopt. Maar het seizoen is nog niet ten einde.

    Bij deze, Sus, tot in Hooglede.

     

     

     

     

    G.L.

    13-03-2011, 00:00 Geschreven door G.L.  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (20 Stemmen)
    Tags:Frans Verhaegen, Sus Verhaegen
    Archief per week
  • 18/11-24/11 2019
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs