Hallo,
De rit van vandaag ging van Dax naar Saint Jean Pied de Port over een afstand van 102 km. Dit brengt het eindtotaal op 1669 km. Ik ben beland aan de voet van de Pyreneeën op slechts 15 km van de Spaanse grens. Het bereiken van de Spaanse grens zal voor mij een emotioneel moment zijn. Het is immers de allereerste keer dat ik op eigen kracht Spaans grondgebied zal betreden. Eerlijk gezegd, begint de pelgrimstocht voor mij dan pas echt. Of zoals het liedje van El Consorcio, dat ik vele malen beluisterd heb, vaak herhaalt: " Quiero ser Peregrino por los caminos de España ". (Ik wil pelgrim zijn op Spaanse wegen). Of het duet van Julio Iglesias en Plácido Domingo " Soñadores de España". Schitterende songs. En bovendien kan ik het Frans dan in de frigo steken, dixit Vincent junior. Wat zeg ik, in de diepvries zowaar.
Morgen heb ik een rustdag ingelast. Ik wil immers goed uitgerust zijn voor de klim over de Pyreneeën. Heb gelezen dat het een klim is van een 20-tal km, met een behoorlijke stijgingsgraad. Kijk er naar uit met dichtgeknepen billen..... Ik ga van de rustdag ook gebruik maken om mijn fiets bij een plaatselijke fietsenmaker grondig te laten nakijken. Nieuwe remmen, ketting zuiver maken en smeren, alles goed aandraaien enz..... Bij het aankomen in Saint Jean de Port maakten mijn remmen immers een oorverdovend schurend geluid, ook als ik niet remde.... Ook lang uitslapen, inclusief een siësta in de namiddag. Vervolgens kuieren, foto's trekken en ontspannen.
De rit van vandaag dan. Heb eerst een douche genomen en dan ontbeten om 7 uur. Om acht uur terug de baan op. Onmiddellijk na Dax een kuitenbijter. Een pittige lange klim. Ik voelde echter dat ik vandaag over "goede" benen beschikte. Raar, hoe dit van dag tot dag kan verschillen. Nu begrijp ik ook de renners als ze beweren over goede benen te beschikken. Het pedaleren lukte vrij aardig en al vlug besloot ik door te fietsen tot Saint Jean de Port. Na Dax merk je duidelijk dat je je in Frans Baskenland bevind. Alle plaatsnamen zijn telkens dubbel vermeld, in het Frans en in het Baskisch. Ook het landschap veranderde opmerkelijk. Geen dennenbossen meer, maar loofbomen. En typische Baskische dorpjes met mooie karakteristieke huizen.
In Peryrehorade, na 40 km fietsen, brug afgesloten wegens werkzaamheden. Heb nog naar de arbeiders gefloten of ik toch niet doormocht. De armgebaren waren duidelijk. Geen doorkomen aan. Alternatieve route gezocht en kilometerslang een omweg gemaakt om terug op de oorspronkelijke route terecht te komen. Dju toch. Even later in Carresse een belangrijk knooppunt. In Carresse heeft men de keuze tussen de route naar Oloron en de Somportpas en de alternatieve Navarra-route naar Roncesvalles. Ik koos voor de alternatieve route. In St. Palais een frisse pint gedronken. Dat smaakte. En dat was ook nodig want vanaf dan tot in Saint Jean de Port, over een afstand van een 60-tal km, was het aanhoudend flink klimmen, soms kilometerslang. Dit was duidelijk een aanloopetappe naar de Pyreneeën en kon als vuurproef wel tellen. Bij momenten ontwaarde ik in de verte de bergketen. Indrukwekkend. Een heuse muur tussen Frankrijk en Spanje. Vanaf St. Palais leidt een klim naar de "Stèle de Gibraltar", het punt waar volgens de pelgrimgids uit de 12e eeuw de drie grote pelgrimsroutes uit Tours, Vezelay en le Puy samenkomen. Op een gegeven ogenblik kwam ik de "Stèle d' orientation au Carrefour des Voies de St. Jacques" tegen. Zie foto. Een speciaal moment. Gibraltar heeft overigens niets te maken met de gelijknamige plaats aan de zuidkust van Spanje. Het is de verbastering van het Baskische Chalbatore, dat weer stamt van het Latijnse Salvator (redder, verlosser).
Plots onderweg een hevige knal. Bandje van het karretje kapot gesprongen. Nu heb ik gelukkig wel reservebandjes bij. Het verschil tussen het al dan niet bijhebben van reservebandjes is het volgende: - geen reservebandjes: ganse dag naar de knoppen - wel reservebandjes: 5 minuten Nooit vergeten dus!
Na heel wat klimwerk uiteindelijk in Saint Jean Pied de Port aangekomen. Wat een drukte! Zeer veel verkeer en veel volk. Dit is overduidelijk een toeristisch plaatsje. Bovendien is dit het vertrekpunt voor vele pelgrims naar Compostela. Ruim 70% begint hier aan de pelgrimstocht. Het is een historisch stadje en ligt aan het begin van de klim door de Pyreneeën. Het is er mooi en pittoresk met heel wat historische bezienswaardigheden. Heel druk met gezellige straatjes.
Ben in het office de tourisme mijn stempel gaan halen en naar overnachtingsmogelijkheden gevraagd. Uiteindelijk voor twee nachten geboekt bij Auberge Du Pèlerin. Het bestaat volgens de eigenaar reeds vanaf 1742 en is sindsdien altijd een opvangplaats geweest. Er geraken was geen sinecure. Weer een zeer steil straatje, met kasseien, en vol wandelaars. Kwam er niet op. Ook duwen lukte niet. Ook al beweerden sommigen dat dit de enige toegangsweg was, toch heb ik via de gps een makkelijker weg gevonden.
In de Auberge gelden strikte regels voor de pelgrims. Lees even mee: - Je moet ten laatste om 21.30 u binnen zijn. Één minuut later en de deur is gesloten en kan je elders slapen. Ik pruttelde nog tegen. Ja maar, als ik iets aan de hand krijg, waardoor ik te laat ben, bijvoorbeeld een ongeval. Antwoord: hebben we de laatste 5 jaar niet meegemaakt. Pelgrims hebben rust nodig. Dus op tijd slapen. - Er is een terrasje aan de achterkant waar je iets kunt drinken of een sigaret roken. Ook deze deur gaat om 21.30 u dicht. Mijn reactie: ja maar, ik ben een verstokte roker en moet ook na 21.30 u kunnen roken. Désolé, maar om veiligheidsredenen kan de deur niet opengaan. Ja maar, het is toch buiten, geen gevaar.....Non. Bovendien is het een mogelijkheid om te stoppen met roken..... Wat ook meespeelt is dat de eigenaar ook om 21.30 u gaat slapen want hij moet er om 5 uur terug uit. - In de kamer is er geen raam en dus geen verluchting. Dan doe je de deur van de kamer maar open..... - De kamer kan niet worden afgesloten. Geen sleutel. Je moet de waardevolle spullen maar bij je houden...... Niet te vermurwen. Ja watte, mijn zepap....
Ben dan een verkennende wandeling gaan maken en kwam zowaar Nederlandssprekende pelgrims tegen. Eentje uit Antwerpen en eentje uit Echt (Nederlands Limburg, vlakbij Maaseik). Beiden waren op pensioen en reeds een tweetal maanden te voet onderweg. Waren mekaar tegengekomen en trokken nu enkele dagen met mekaar op. De Antwerpenaar was 20 jaar betonmixerchauffeur geweest (sector die ik beroepshalve meer dan tien jaar opgevolgd heb) en de Nederlander was beroepsmilitair geweest, te land, ter zee en in de lucht..... Sympathieke kerels waar ik een stukje mee gelachen heb.
Nadien een "pelgrimsmenu" gaan eten (worsten, gebakken ei, frieten en salade) en vlug terug om voor 21.30 u in de Auberge Du Pèlerin binnen te zijn.
Zit hier nu mijn blog af te werken.
Morgen een luilekkerdag.
Ultreia!
Tot morgen
|