Hallo,
Vandaag ging de rit van Cadillac naar Labouheyre over een afstand van 96 km. Dit brengt het totaal op 1479 km.
's Morgens om iets na 7 u de weg op. Eerst nog een 10-tal km van Escoussans naar Cadillac en vandaar terug de route op. De rit was gelukkig voor het grootste gedeelte vlak. Rustig pedaleren dus. Het was een vrij eentonige rit. Voor meer dan 90% liep de route door bossen, tientallen kilometers lang, met hetzelfde soort landschap en vaak lange rechte stukken. Niemand tegengekomen. Eenzame rit. Heel opvallend was het constante getjilp over het ganse traject. Heel kenmerkend voor deze regio. Ik herinner mij dit getjilp van vroegere autoreizen naar Galicië. Op parkings langs de autosnelweg was dit heel herkenbaar. Ik dacht dat dit geluid van krekels afkomstig was. Na raadpleging op het internet blijkt het om "cidaden" te gaan, in het Frans "cicalle". Ze maken een oorverdovend geluid. Het moeten er ettelijke miljoenen zijn. En speciaal moment tijdens de rit vond plaats in Moustey. Voor de kerk bevindt zich een beeld van een pelgrim samen met een steen waarop vermeld staat dat er nog 1000 (wandel)kilometers resten tot Santiago. Op een of andere manier heeft mij dit emotioneel aangegrepen. Zie foto in bijlage.
Ik had nogal wat verwachtingen van Labouheyre. Maar de teleurstelling was navenant. Een verlaten, doodse indruk. Zal ook wel met de zondag te maken hebben. Geen mens op straat en niet veel bekijks. Had vooraf gelezen dat er een pelgrimsgite aanwezig was. Naar het telefoonnummer gebeld dat in het boekje stond. Kwam bij de pastoor uit. Hij kon niets voor mij doen maar gaf mij een ander nummer. Gebeld. Neen geen plaats, volzet. Maar bel mij over een uur terug dan kan ik misschien nog iets regelen. Intussen toch een terrasje gevonden. Iets gedronken en terloops gevraagd of zij geen overnachtingsmogelijkheden wisten. Even later de melding dat zij een kamer hadden aan een goedkope prijs. Maar de knoop doorgehakt en vastgelegd. Toen ze mij de kamer lieten zien viel mijn mond open van verbazing. Wat is me dat hier? Een rommelige kamer met tweemaal twee stapelbedden. Ben er wel alleen. En bovendien is de lamp kapot en heb ik geen licht. Gelukkig wel één stopcontact. Wc en badkamer bevinden zich op een andere plaats. Man, man, dit is tot nog toe de slechtste kamer die ik gehad heb. Maar kom, een mens moet ook met weinig content zijn. Ik heb bovendien nog een soort mijnwerkerslamp bij die je rond het voorhoofd plaatst waarmee ik kan verlichten. Maar toch, de uitbaatster, het personeel en de hele entourage deden mij denken aan de familie Flodder. In deze plaats is er bovendien geen alternatief.
Op het terras zittend stopte er een koppel met de fiets. Aan de bepakking te zien vakantiefietsers. Ook zij waren op zoek naar overnachting en boekten een kamer in hetzelfde hotel (meer een soort pension). Het bleken wederom Nederlanders. Ik moet toegeven dat de Nederlanders een echt fietsvolk zijn. Hebben een hele conversatie gehad. Zij waren afkomstig uit Rotterdam. Hij gaf les, zij werkte in een ziekenhuis. Ze waren vertrokken in Parijs en zouden via de Pyreneeën naar de Middellanse zee fietsen. Zij waren duidelijk niet aan hun proefstuk toe. Elke vakantie spenderen zij aan fietstochten. Zij hebben blijkbaar de halve wereld rondgefietst. In Spanje, Italië, Zuid-America, Vietnam, Estland, Letland en nog een rits andere plaatsen die ik al vergeten ben. Ja watte! Hadden trouwens ook de "via de la plata" gefietst. Dit is de pelgrimsroute van Sevilla in zuid Spanje tot Santiago de Compostela. Zeer mooi volgens hen.
Na dit gesprek ben ik nog een stukje gaan fietsen om de plaats te verkennen. Niet veel soeps, zoals gezegd. Zelfs geen toeristische info. Op een bepaald moment stopte er een wagen en kwam een bejaarde dame op me afgestapt. Of ik daarstraks met haar gebeld had over de pelgrimsplaats. Ja, inderdaad. Ik had je toch gezegd dat je mij na een uur moest terugbellen. Euh, sorry maar ik had intussen al een kamer gevonden. De vrouw die zij gecontacteerd had, beschikte blijkbaar wel over een kamer. Maar ja, als je niet terugbelt.....Mijn excuses. En iet of wat ontdaan vertrok zij. Tja, ik was al blij dat ik iets had en om nog eens terug te bellen, daar had ik geen zin meer in.
Morgen gaat de rit naar Dax, volgens het boekje een drukbezochte en enigszins mondaine badplaats aan de rivier de Adour. Een rit van om en bij 70 km. Hoop er tegen de middag te zijn. De Pyreneeën komen nu heel dicht bij. Morgen is het bovendien 25 juli, de feestdag van de Heilige Jacob, Santiago, die in Compostela met veel feestelijkheden gevierd wordt. In heel Spanje trouwens, want Santiago is de patroonheilige van Spanje. Daaarover later meer.
Tot morgen.
|