Ik ben Maarten
Ik ben een man en woon in Brussel (België) en mijn beroep is redacteur.
Ik ben geboren op 02/12/1975 en ben nu dus 49 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Uitgaan, lezen, roddelen, op reis gaan, zwemmen, niksen, stroelen, lekker eten, fietsen, een stad beleven.
Even een traantje weggepinkt bij Spiegelbeeld van Willeke Alberti, genoten van Een klompje met een zeiltje van Wilma en me solidair eenzaam gevoeld met Rita Hovinck terwijl ze Laat me alleen zong.
Heb vandaag een aanbod gekregen om naar Kylie te gaan kijken in Londen. Begin januari. Als je op de foto klikt snap je misschien waarom ik al aan het sparen ben. Of snap je het helemaal niet meer...
De onregelmatigheid van mijn leven geniet van zijn zondagsrust. Zelfs al gaat ie niet naar de kerk. Hij ziet Kortjakje wel ergens anders.
Mijn zondag. 10.55. ontwaken 10.57. slaap uit de ogen wrijven 10.59. toiletbezoek 11.00. in zetel nestelen voor de Zevende Dag 12.00. sport begint in de Zevende Dag dus naar badkamer 12.15. terug naar zetel voor Zevende dag 13.00. naar de bakker voor een stokbrood 13.05. gehaktballen opwarmen en samen met stokbrood opeten 13.40. zondagse outfit uitkiezen en haartjes goed leggen 14.00. start zondagse activiteit 18.00. terugkeer zondagse activiteit + dutje 19.00. nieuws 19.45. zondagavondse outfit uitkiezen en haartjes goed leggen 20.00. op stap in Brussel
Zo gaat het al jaren. Behalve in de zomer. Want dat is er geen Zevende dag. Mijn rustdag wordt dan aangepast. Dan slaap ik tot één uur.
Vanf vandaag zitten we terug op schema. De Zevende Dag is terug. Met weer een andere vrouw. Een slecht karakter zou stellen dat alle vrouwen onderling vervangbaar zijn. Dat zou ik niet durven stellen.
Ik mis Frieda Van Wijck. Ik mis haar venijnige pruilmondje net voor ze iemand te zeik zet. Ik mis haar flirterige interviewstijl. Ik mis die Basic Instinct-stijl. Versieren en dan de ijspriem bovenhalen. Ik mis grappige vrouwen op TV.
Ik mis ook iemand om samen gehaktballen te eten. Met stokbrood. Elke zondag. Van 13.05. tot 13.40.. De saus mag hij zelf kiezen.
Bij boeken heb ik hetzelfde probleem als bij films. Een goed boek eindigt zoals ik het voor ogen had. De toegestane vrijheid die ik gun aan de fantasie van de auteur is gelimiteerd. Een uitgesponnen zijlijn in het verhaal mag me nog verrassen, de ontknoping moet zich binnen mijn grenzen houden.
Zeg nu zelf. Weesmeisje Annie moest toch bij een rijke familie eindigen met liefde in overvloed. Merlina moest de zaak uiteindelijk toch oplossen. Zou jij willen dat Rocky geen wereldkampioen werd op het einde van Rocky VI?
Ik hou niet van verrassingen. Tout court. Geen surprise-roepende-vrienden met toeters in de mond als ik op de lichtschakelaar duw. Laat iemand maar een verrassingsmenu nemen in het restaurant, ik hou vast aan "wat ne boer nie kent, ne boer nie fret".
Fulltime-homosexueel Simon begint een relatie met zijn beste vriendin Ruth. In één zin het verhaal van Ladies' man. Wat een akelig idee.
Ik was al gewaarschuwd. Net voor ik aan de laatste vijftig bladzijden begon zei collega K me dat het niet eindigt zoals ik zou willen. Ik had toen moeten stoppen.
En nu zit ik dus met een kater. Of een kat, om even in de geest van het boek te blijven. Katten zijn haarbollen op poten.
Ik heb een kat in een zak gekocht. Wat een akelig boek.
Ladies' Man van John Ramster, 350p. Oordeel: horror voor de overtuigde nicht, honing voor een verliefde faghag. Maar wel goed geschreven.
Een dansend aapje met een hoedje op. Zo voel ik me in een kostuum.
Ik stond net voor de spiegel. Want morgen ga ik met A. naar een feestje. Ga je mee vroeg ze en ik zei ja. Het Pavlov-effect bij een feestneus. In pak graag. En toen dook het Cheetah-probleem op. In diezelfde spiegel.
Ik ben geloofwaardiger in een joggingpak dan in een kostuum. Dat is een heuse prestatie. De laatste keer dat ik gejogd heb was in het zesde middelbaar. Tijdens de turnles, rond de Nete in Herentals. Van brug tot brug en terug. Afsnijden was onmogelijk, tenzij je het water doorspartelde. Die vijfhonderd frank voor die zwembroek was een verantwoorde uitgave.
Een kostuum dus.
Ik heb geen ambities om dubieuze tweedehandswagens aan de man te brengen. Of verzekeringen die niks dekken. Doet me teveel aan mijn sexleven denken.
Op begrafenissen draag ik ook geen pak. Eén ingepakte mens is al meer dan genoeg.
Bij trouwfeesten voel ik me een slechte versie van de bruidegom. Zijn pak is altijd het mooist. En second best is een rol die me niet ligt.
Bij de weinige solliciatiegesprekken die ik ooit gevoerd heb verscheen ik ook niet in pak. Ik pak ze zonder ook wel in. Dacht ik. Foutje bedankt.
Nog steeds diezelfde spiegel. Wie hou ik voor de zot, denk ik dan. Een deftige mens zal ik nooit worden. Het lijkt een carnavalskostuum.
Maar soms kan je er niet onderuit. En laat het nu nog gratis drank opleveren. Zou een strikje extra glazen champagne opleveren?
Ik heb het niet met tavernes. Neem het me niet kwalijk.
Nochtans ben ik een horeca-vriendelijk mens.
Een pintje smaakt nu eenmaal beter in een café, een scharrel kust beter en heter in een hotelbed en vis stinkt minder op restaurant.
Maar wat doe je in een taverne? Een croque monsieur eten? Dat krijg ik thuis zelf in elkaar geflanst. Een tas koffie drinken? Daar hebben we op 't werk automaten voor. Het meubilair bewonderen? Don' think so.
Wie opent nu een taverne? Een cafébaas die niet wakker kan blijven? Een zondagskok die trots is op zijn pannenkoeken maar wel een entrecote laat aanbakken? Een binnenhuisinrichter met lelijke smaak?
Ik heb het dus niet met tavernes.
Het mag dan ook geen toeval zijn dat net in zulke etablissementen clubs verzamelen. Eervolle vermeldingen voor kaarters-, vissers-, biljart- of zelhulpclubs. Ik kan geen kaart lezen, vis steeds achter het net, laat niet met mijn ballen spelen en help mezelf wel als het moet.
In tavernes worden danspartijen noch drankorgieën gehouden. Een eigenares van een taverne roddelt niet. En een lief vind je er ook niet.
Ninove. Heeft iemand een mening over Ninove? Eenmaal? Andermaal? Verkocht! Een jas en een vestje. Aan mij. In Ninove.
Sommige steden bezoek je, en vergeet je. Zoals Aalst. Of Herk-de-Stad. Maar dan kom je er terug. En herken je kleine dingen. Een groezelig fritkot, een lelijke winkelstraat, een tof café.
In Ninove was ik nog nooit geweest. Nu wel. Het groezelig fritkot heet "Buikje vol", de Centrumlaan is de shoppingplek en het tof café kreeg de naam Ootre-Sjoos mee.
Ootre-sjoos. Debby en Kenneth zijn de zaakvoerders. Dat staat op het kaartje. Debby ken ik niet maar krijgt wel bonuspunten. Voor de naam Debby dan, Ootre-sjoos vind ik iets minder. Kenneth speelde vroeger fluit bij Vanessa Chinitor. Ik denk dat Kenneth nog altijd graag fluit speelt. Het is een trendy zaak, chique muziek en coole toiletten.
Ninove dus. Het was niet gepland. We reden op de Ninoofsesteenweg. En toen zagen we het magische woord op een reclamebord: braderie!
Parkeren deden we tegenover Buikje vol, een groezelig fritkot. Maar dat wist je al. Het was braderie in de Centrumlaan, een lelijke winkelstraat. Dat wist je ook al.
Maar de winkels die we aandeden waren allesbehalve lelijk. Het mag misschien een beetje urbain klinken (de stedelijke versie van hautain) , maar die provinciale winkelstraat heeft me verrast. In positieve zin. Ik zou zelfs van een aanrader spreken, zeker voor mannenkleding. Zeker tegen braderieprijzen.
Het resultaat mag er wezen. Een jas en een vestje. Mar dat wist je al.
Ninove? Een mening? Eenmaal (toffe winkels), andermaal (tof café): ik ben verkocht!
Stars on Ice. VTM krijgt er een gans weekend mee gevuld. En vulling is het.
Voor je verder leest, moet je eerst even dit bekijken. Een filmpje.
Ontnuchterend noem ik het.
Je moet toch wel respect hebben dat deze 57-jarige gozer dit nog aandurft, kirt de zoon van Jeroen Crabbé. In mijn achterhoofd hoor ik hem iets anders mompelen. Je moet toch wel medelijden hebben dat deze 57-jarige gozer dit nog aandurft.
Luc Appermont heeft nooit mijn respect verdiend.
In zijn loopbaan heeft ie de risico's steeds geschuwd. Gladde shows, easy options, holle zinnen en cliché's aan elkaar rijgend.
Tupperware heeft een mens gemaakt, werd ooit van Hans Otten gezegd. Burda heeft een mens gebreeën denk ik bij het zien van Luc Appermont.
Van zoveel wolligheid kan een oud omaatje vele truien breien.
Het is een keurige man. Sympathiek. Vriendelijk.
Het is een verdoken nicht. Die nooit het lef gehad heeft om uit de kijkkast te komen.
Dat die keurige, sympathieke en vriendelijke bompa in de jaren '80 nu niet meteen stond te roepen dat ie lid is van de roze brigade, dat kan ik nog begrijpen. Ondertussen zijn we 2006. En houdt ie op TV nog de schijn op, met flauwe woordspelingen over vrouwen. Zels op schaatsen. Mocht er een god zijn, zou ie 'm meteen op zijn bek laten vallen.
Ik hoop dat die man gelukkig is. Maar de dag dat ie voor de nichtenrechtbank wordt gedaagd, is de bewijslast onverbiddelijk.
Bewijsstuk nummer 24 zal de jury defintief overtuigen. Een filmpje uit een programma van 2006. Luc op schaatsen, tijdens een Grease-nummer.
Walter Capiau was 69 toen ie publiekelijk toegaf dat zijn Rad van Fortuin de andere kant uitdraait. Ik wens Luc Appermont nog 12 dappere jaren.
Tot dan moet ie het met mijn medelijden doen, geen respect. Respect is voorbehouden voor Will Ferdy.
Mijn broer belt. Hij is door het dolle heen. Nou ja. Er is een verschil tussen broer-door-het-dolle heen en Maarten-door-het-dolle-heen.
Of ik wist dat er nog zijn?
Hij had gegoogled op onze familienaam.
Nu moet je weten dat de familie K. (wij dus) een select gezelschap is. Een kleine gok? Een tiental.
Broer was op onder meer op Janusz gebotst. Janusz K..
Echt nieuws was dit niet. Ik heb Janusz ooit een mailtje gestuurd. Ook gegoogled. Mail undilivered - failure notice. Het was een Pools mailadres. Mijn grootvader kwam ook uit Polen. Ik staakte mijn zoektocht.
We zijn nu enkele jaren verder en dankzij broer weet ik nu dat er op het wereldwijde web nog een K. is opgedoken. Marina K..
Heb je haar een mailtje gestuurd? Natuurlijk niet! Zou jij een Marina in de familie willen? Antwoordde hij.
Zoals ik al zei, de familie K. is een select gezelschap.
Espresso Macchiato van Starbucks! Een Whopper van Burger King! Een Burrito surpreme van Taco Bell!
Ze spoken al de ganse dag door mijn hoofd. In rijtjes van 2. Recht in 't mondje zou B. zeggen.
Het begon allemaal in metrostation Schuman. Eén euro voor een koffie. Vers gebrouwen. Het smaakte. Misschien wel door de bediening. Ze hielp me zelfs om mijn tweede melkpotje open te prutsen. En ze heette Florence. Dat zijn bonuspunten.
Of ik een dekseltje wilde. Mijn ogen lichtten op. Een dekseltje!
Carrie van Sex and the city here I come. Ieder mens zijn eigen kick. En ik kreeg er een kick van. De blinkende ruiten van Berlaymontgebouw doken op aan het einde van de roltrap, de Eurocraten haastten zich in strak maatpak naar hun overbetaalde job, en ik had een koffie met een dekseltje.
Collega T. verstond mijn enthousiasme. We waren het erover eens.
België heeft Starbucks nodig. Wij zijn toch een koffieland.
Geen half werk op de werkvloer dus maakten we meteen een lijstje op van ketens waarop een westerse democratie zoals België recht heeft.
Starbucks dus. Noteer! Bij uitbreiding voeren we meteen Burger King in. Gedaan met de verlepte kost van de Quick. Alleen in Burger King doet een hamburger mij bijna een orgasme krijgen.
Tot slot importeren we Taco Bell. Zuidamerikaanse lekkernijen tegen bodemprijzen. Nu we toch bezig zijn. Ik ben er klaar voor. T. ook. Nu de rest nog.
Daarom vind ik de Verenigde Staten zeer ok. Zij hebben Starbucks, Burger King en Taco Bell. Met Bush als het moet, liefst zonder.
Espresso Macchiato van Starbucks! Een Whopper van Burger King! Een Burrito surpreme van Taco Bell!
De ganse dag spoken ze al door mijn hoofd. Ondertussen in rijen van 3. En dat allemaal door één onnozel dekseltje op een koffie.
Je moet het doen voor de democratie! Zei de HR-manager. Mijn antwoord kwam snel. Het is niet bevorderlijk voor de democratie dat men mij hiervoor inschakelt.
Op je zestiende mag je sex en bier hebben, op je achtiende ben je rijp voor een rijbewijs en als ik me niet vergis kan men je niks meer weigeren eens je eenentwintig bent.
En op je dertigste, dan heb je het vlaggen. Major flag!
Het was de kroniek van een aangekondigde dood. Een Vlaming in Brussel weet het. Op zijn dertigste wordt ie opgeroepen, als bijzitter voor een stembureau.
Vandaag stak de brief in de bus. Niet goed voor de bloedsomloop. Wat had ik nu weer uitgestoken?
Niks. De voorzitter van het stembureau had de eer en het genoegen mij te laten weten dat ik op 8 oktober tussen half 8 en vier verwacht word in het administratief centrum aan de Anspachlaan.
Als bijzitter. Ik zit niet graag. En bijzitten gebeurt zeer selectief.
Om half acht (zeker op een zondag) ben ik niet te genieten. Moge dit al een waarschuwing zijn voor ieder individu die zijn paspoort vergeet, zijn kinderen meebrengt of een storende lijfgeur heeft, ongedulige individueën die proberen voor te steken, slechtgeklede tuttebellen, arrogante bmw'ers, slecht articulerende stompzinnigen of onbeleefde boeren. Ik bijt!
Het is niet bevorderlijk voor de democratie dat men mij hiervoor inschakelt.
Waarom gaat iemand naar de 24 uur van Zolder? Ik ben er nog niet uit. Gratis uitnodigingen. Champagne stond er in de mail. Walking dinner. Daarom gingen wij. En omdat we ons nu eenmaal overal kunnen amuseren. Zelfs op de 24 uur van Zolder.
Wat is er eigenlijk te doen? Een vraag van B in de wagen, op weg naar het wingewest Limburg, vroeger een mijnstreek. Is dat iets met auto's? Natuurlijk niet, maakten we hem wijs. Paardenraces. 24 uur. Ook goed, zei B. En wat houdt die walking dinner in?
De wagens maakten veel lawaai. Niet goed voor de paarden, zei B. Uiteindelijk had ie het toch door. We roken geen paardenstront, alleen benzine. Veel paardenkracht.
Wie hing er aan de leiding? Wat doet het er toe? Hadise trad op in onze sponsortent. En Sweet Coffee. De piloten raceten voorbij onze tent. Wat een lawaai. Kunnen die niet ergens anders gaan rijden? Een terechte opmerking van G.
Nichten in een hetero-omgeving. Het heeft iets van een kermis. Genieten die mannen nu echt van die auto's die voorbijracen zonder te wuiven? We snappen het niet.
We maakten een tocht langs de andere sponsortentjes. P-magzine was aanwezig. Natuurlijk. Je kon naast een babe gaan zitten, en een foto laten nemen. Zeer foute boel. Er stond een lange rij. Smeer die kerels een abonnement aan. Ze verdienen niet beter.
Maar het ongeloof-moment van de dag vond pas plaats bij de bikini-carwash.
Picture this: een auto, omringd door 4 hoeren in bikini. De pooier heeft een concept ontwikkeld. Ter lande wassen de dames jouw wagen. In bikini. Hopelijk laten de tepels geen schrammen achter op het koetswerk. Het ganse team was naar Zolder afgezakt. Ze deden "shows", elke 2 uur. En wassen maar. De vier hoeren deden hun werk. Rond die wagen stonden minstens honderd mannen, foto's nemende mannen. De hoeren poseerden. En wasten maar. Kont omhoog, natte spons. Een van hen was de legendarische Bianca van de recentste Temptation Island. Achteraf bleek die Bianca in een hoerenkot te werken. De licht-erotische sector volgens Bianca. Een quote van Bianca's moeder uit Dag Allemaal schoot door mijn hoofd. "De mensen hebben een verkeerd beeld van ons Bianca".
Ondertussen telden de 24 uur verder af. Ook voor de piloten. Toen wij richting Hasselt vertrokken moesten ze nog minstens 14 uur. Of zoiets.
Wij vertrokken. De champagne was lekker, het walking dinner smakelijk, Hadise en Sweet Coffee waren ok. We hebben ons goed geamuseerd. Ondanks die wagens. En het lawaai.
En weet je wat het rare is? Voor mijn part hadden het paarden mogen zijn. Inclusief de geur van paardenstront. Want geloof me, aan die Bianca hangt ook een geurtje.
Amai zei ze. Dat moet een spannend boek zijn, als je al stappend in de regen blijft lezen.
Soms heb je andere mensen nodig om te beseffen wat je aan het doen bent.
Ik zit bijna aan het einde, verdedigde ik me. Bemoei je met je eigen zaken, vervloekte ik ze. In stilte dan toch.
Maar ze had gelijk. Het was een spannend boek.
Voor één keer vond ik de reisweg naar het werk te kort. 30 pagina's te kort.
Ik verdenk me ervan van deze week het openbaar vervoer te hebben genomen enkel en alleen om te kunnen lezen. Een rechter zou me veroordelen.
Het boek was deze week mijn trouwe metgezel. Mee naar de zetel, mee in 't bad, mee op het toilet, mee onder de lakens, mee op de metro, mee op de tram, mee naar de Lunch Garden, mee in de rij van de Delhaize, mee in mijn dromen.
Ik heb er net afscheid van genomen. Ik ben een boekendel. Geen trouw tot aan de dood, alleen tot aan de laatste bladzijde. Elk verhaal is eindig, en dan dient er zich wel een nieuw aan.
Doet dit een belletje rinkelen? Boeken zijn zoals lieven.
Al is het godverdomme veel gemakkelijker om aan een goed boek te geraken dan aan een goed lief. Gewoon "Vier doden in een kring" van David Lawrence uitlenen...
Toevallig stootte ik op de blog van de bitches. Als ik het goed begrepen heb zijn de dames van Leuven. Op 8 juni startten ze een post over freaks in de studentenstad.
Freaks. Dorpsgekken. Leuven heeft er blijkbaar genoeg. Een man die hele flessen uit glascontainers plukt, een kerel die steeds met een telegeleide wagen rondloopt of een gekke vrouw op een fiets die iedereen en alles uitkaffert. En meer.
Elke zichzelf respecterende stad heeft zijn freaks. Ook Brussel. Zeker Brussel. Ik noem het couleur locale.
Ooit zal ik ze aanspreken. Mijn nieuwsgierigheid zal die dag winnen van mijn persoonlijk laissez-faire-beleid.
Wat is het verhaal achter de travestie-clochard. Ik kom hem soms tegen in de buurt van het Centraal Station. Op een muurtje. Met een Mireille Mathieu-pruik. En een rokje. Of een kleed in de winter. Op hoogdagen is ie zelfs opgemaakt. En zat. Zat is ie ook op weekdagen. Net zoals die andere kerels op dat muurtje.
Of neem nu Michael Jackson bis. 2 druppels water, als het water uit een riool komt. Hij heeft een Jacksonpak. En een militaire outfit. Iets kapiteinachtig. Inclusief kepie. Zijn troepen zijn gedesserteerd vrees ik.
Zou ik willen weten wat er in het hoofd omgaat van de muzikale pick-up-man met de hond. Als je op een Brussels terras zit in de zomer passeert ie minstens een keer of 10. Met een pick-up-truck. In de laadruimte staan grote boxen waaruit vrij foute muziek loeit. Met daarnaast een reusachtige hond. Hondsdol. De hond ook. Als ik me niet vergis kan je hem ook boeken voor stripacts. Willy Vandersteen had het niet kunnen verzinnen.
Nu doe ik er nog tientallen oneer aan door hen niet te vernoemen. Mama Aldi, de Rastabruller, de Tatoeking, de Zwarte Beerput, het louche Chineeske,...
Naast een freak lijk je nog redelijk normaal. Of saai. Die keuze laat ik aan jou over. Ik zal pas beslissen op de dag dat mijn nieuwsgierigheid wint.
Deze leugen is ooit de wereld ingestuurd door een chiroleider die één van zijn groepsleden wou troosten. De enigste die geen post kreeg van het thuisfront tijdens een zomerkamp.
Een verzinsel verspreid door een hoofdredacteur. Die zijn krant niet gevuld kreeg.
Of verkondigd door een naieve kip. Die wachtte op de terugkeer van haar ei. Terwijl de dooier al sudderde in mijn braadpan.
Geen nieuws is geen nieuws. En dat is slecht nieuws.
Ik heb vandaag de ganse dag gewacht op nieuws. En wachten, mijn beste, dat is niet mijn sterkste kant.
Zet me 5 minuten aan een bushalte en ik zit in een taxi. Na 2 minuten aanschuiven bij een bankcontact zal ik nog eerder iemand overvallen. Een internetsite die niet meteen opent is het bekijken niet waard. Een wachtrij aan de kassa van Delhaize zet me aan tot een hongerstaking.
Als geduld een schone deugd is ben ik een lelijk mens. (waarschuwing: alle reacties op deze zin worden onmiddelijk gewist!!!)
Op het einde van mijn werkdag had ik nog steeds geen nieuws. En dat is dus slecht nieuws. Voor mijn geduld.
Phil Bosmans zei ooit: Humor en geduld zijn kamelen waarmee je door elke woestijn kunt trekken. Bosmans zei ook ooit: Weet je hoe je een olifant opeet? Elke dag een stukje.
Ik rijd wel met die grappige dromedaris met één bult, en in plaats van die olifant kies ik voor fast food van de Quick.
Morgen krijg ik nieuws. Ik kan al niet meer wachten...