Ik ben Maarten
Ik ben een man en woon in Brussel (België) en mijn beroep is redacteur.
Ik ben geboren op 02/12/1975 en ben nu dus 49 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Uitgaan, lezen, roddelen, op reis gaan, zwemmen, niksen, stroelen, lekker eten, fietsen, een stad beleven.
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
THE MAN WITH THE PLAN
Maarten it is!
26-08-2006
Potje breekt, potje betaalt
Voor wie die ultramoderne tube wil weggooien en vervangen door een echte traditional....
En voor de straight ones, op ieder potje past een dekseltje!
Amai zei ze. Dat moet een spannend boek zijn, als je al stappend in de regen blijft lezen.
Soms heb je andere mensen nodig om te beseffen wat je aan het doen bent.
Ik zit bijna aan het einde, verdedigde ik me. Bemoei je met je eigen zaken, vervloekte ik ze. In stilte dan toch.
Maar ze had gelijk. Het was een spannend boek.
Voor één keer vond ik de reisweg naar het werk te kort. 30 pagina's te kort.
Ik verdenk me ervan van deze week het openbaar vervoer te hebben genomen enkel en alleen om te kunnen lezen. Een rechter zou me veroordelen.
Het boek was deze week mijn trouwe metgezel. Mee naar de zetel, mee in 't bad, mee op het toilet, mee onder de lakens, mee op de metro, mee op de tram, mee naar de Lunch Garden, mee in de rij van de Delhaize, mee in mijn dromen.
Ik heb er net afscheid van genomen. Ik ben een boekendel. Geen trouw tot aan de dood, alleen tot aan de laatste bladzijde. Elk verhaal is eindig, en dan dient er zich wel een nieuw aan.
Doet dit een belletje rinkelen? Boeken zijn zoals lieven.
Al is het godverdomme veel gemakkelijker om aan een goed boek te geraken dan aan een goed lief. Gewoon "Vier doden in een kring" van David Lawrence uitlenen...
Toevallig stootte ik op de blog van de bitches. Als ik het goed begrepen heb zijn de dames van Leuven. Op 8 juni startten ze een post over freaks in de studentenstad.
Freaks. Dorpsgekken. Leuven heeft er blijkbaar genoeg. Een man die hele flessen uit glascontainers plukt, een kerel die steeds met een telegeleide wagen rondloopt of een gekke vrouw op een fiets die iedereen en alles uitkaffert. En meer.
Elke zichzelf respecterende stad heeft zijn freaks. Ook Brussel. Zeker Brussel. Ik noem het couleur locale.
Ooit zal ik ze aanspreken. Mijn nieuwsgierigheid zal die dag winnen van mijn persoonlijk laissez-faire-beleid.
Wat is het verhaal achter de travestie-clochard. Ik kom hem soms tegen in de buurt van het Centraal Station. Op een muurtje. Met een Mireille Mathieu-pruik. En een rokje. Of een kleed in de winter. Op hoogdagen is ie zelfs opgemaakt. En zat. Zat is ie ook op weekdagen. Net zoals die andere kerels op dat muurtje.
Of neem nu Michael Jackson bis. 2 druppels water, als het water uit een riool komt. Hij heeft een Jacksonpak. En een militaire outfit. Iets kapiteinachtig. Inclusief kepie. Zijn troepen zijn gedesserteerd vrees ik.
Zou ik willen weten wat er in het hoofd omgaat van de muzikale pick-up-man met de hond. Als je op een Brussels terras zit in de zomer passeert ie minstens een keer of 10. Met een pick-up-truck. In de laadruimte staan grote boxen waaruit vrij foute muziek loeit. Met daarnaast een reusachtige hond. Hondsdol. De hond ook. Als ik me niet vergis kan je hem ook boeken voor stripacts. Willy Vandersteen had het niet kunnen verzinnen.
Nu doe ik er nog tientallen oneer aan door hen niet te vernoemen. Mama Aldi, de Rastabruller, de Tatoeking, de Zwarte Beerput, het louche Chineeske,...
Naast een freak lijk je nog redelijk normaal. Of saai. Die keuze laat ik aan jou over. Ik zal pas beslissen op de dag dat mijn nieuwsgierigheid wint.
Deze leugen is ooit de wereld ingestuurd door een chiroleider die één van zijn groepsleden wou troosten. De enigste die geen post kreeg van het thuisfront tijdens een zomerkamp.
Een verzinsel verspreid door een hoofdredacteur. Die zijn krant niet gevuld kreeg.
Of verkondigd door een naieve kip. Die wachtte op de terugkeer van haar ei. Terwijl de dooier al sudderde in mijn braadpan.
Geen nieuws is geen nieuws. En dat is slecht nieuws.
Ik heb vandaag de ganse dag gewacht op nieuws. En wachten, mijn beste, dat is niet mijn sterkste kant.
Zet me 5 minuten aan een bushalte en ik zit in een taxi. Na 2 minuten aanschuiven bij een bankcontact zal ik nog eerder iemand overvallen. Een internetsite die niet meteen opent is het bekijken niet waard. Een wachtrij aan de kassa van Delhaize zet me aan tot een hongerstaking.
Als geduld een schone deugd is ben ik een lelijk mens. (waarschuwing: alle reacties op deze zin worden onmiddelijk gewist!!!)
Op het einde van mijn werkdag had ik nog steeds geen nieuws. En dat is dus slecht nieuws. Voor mijn geduld.
Phil Bosmans zei ooit: Humor en geduld zijn kamelen waarmee je door elke woestijn kunt trekken. Bosmans zei ook ooit: Weet je hoe je een olifant opeet? Elke dag een stukje.
Ik rijd wel met die grappige dromedaris met één bult, en in plaats van die olifant kies ik voor fast food van de Quick.
Morgen krijg ik nieuws. Ik kan al niet meer wachten...
Sinds begin juli steekt ie in mijn wagen. Het beste van Isabelle A.
1990. Ik was toen 14. Verliefd op Isabelle A. . Manu was ook verliefd op Isabelle A.
Ik was toen al een man met plan, of een jongen met een plan. Manu bleef bij mij slapen, dacht zijn moeder. Ik bleef bij Manu slapen, dacht mijn moeder.
Manu en ik zaten ondertussen op de trein. Naar Wetteren. Op weg naar het 1e fanbal van ons nieuwbakken idool. In een dancing.
Mijn eerste ontmoeting met Isabelle A.. Gepaard met mijn eerste pintje in een dancing. Mijn eerste voetstappen op een dansvloer in een dancing.
Om één uur was ons geld op. Na het betalen van een treinticket Herentals-Wetteren, de entree en 2 pinten was ons zakgeld verslonden.
In een schuilkotje op het perron in Wetteren brachten we de nacht door. Ijskoud. Met warme herinneringen. Aan onze ontmoeting met Isabelle, aan die pint, aan die dansvloer. Rillingen.
Vandaag zag ik Isabelle A.. Aan de inkomhal van mijn werkplek. Ik had ze niet meteen herkend. Ze heeft haar haar gekleurd. Ros.
Zou ik Manu nog herkennen na 16 jaar? Ik weet het niet. Die rillingen herinner ik nog goed. En die eerste kus. In dat schuilkotje op het perron in Wetteren.
Ik was toen 14. Verliefd op Manu. En ook een beetje op Isabelle A..
Zaterdag was er een groot feest van 't werk in Antwerpen. Champagne vloeide, en dan nog vooral in mijn keel.
Eén nummer van The Pussycat Dolls en deze Fred Astaire was vertrokken. Richting dansvloer.
Vandaag heb ik beelden gezien. Bewegende beelden. Van deze Fred junior op die dansvloer. Het was geen dansvloer, het was een slagveld.
Aan mijn state of being te oordelen was het al laat. Veel te laat.
Vanaf nu geen pleidooien meer voor persvrijheid. Deze beelden moeten gecensureerd worden. Leve Berlusconi! Poetin, zeg me hoe!
Ik dacht dat ik kon dansen. Dat het kwam door mijn genen.
Ik leek wel een krokodil bij de tandarts, een boerin wiens koeien net ontvoerd zijn.
Het zweet liep van mijn voorhoofd, mijn armen zwaaiden in de lucht alsof ik ter plekke in de Schelde aan het verzuipen was. Mijn benen wilden door de grond tot in Australië stampen.
Ik dans niet meer. Alleen in mijn eigen dictatuur. Waar de dictator niet gefilmd wordt.