Ik ben Maarten
Ik ben een man en woon in Brussel (Belgiƫ) en mijn beroep is redacteur.
Ik ben geboren op 02/12/1975 en ben nu dus 49 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Uitgaan, lezen, roddelen, op reis gaan, zwemmen, niksen, stroelen, lekker eten, fietsen, een stad beleven.
Ik heb mijn handtekeningenschriftje nog eens bovengehaald.
Het begon allemaal met de Boekenbeurs. Tafels vol signerende auteurs. Op 8 november 1987. 1 maand voor mijn twaalfde verjaardag. Ik was daar met de missie om zoveel mogelijk krabbels te verzamelen. Een lugubere missie eigenlijk. Want mijn intenties waren toen al niet zuiver.
Iemand wist me te vertellen dat een handtekening in waarde zou stijgen eenmaal de eigenaar dood was. Ik was niet te houden. En ook niet selectief. Van de meeste schrijvers had ik nog nooit gehoord, laat staan gelezen, maar stel je voor dat ie zou sterven... Een kapitaal werd verzameld.
Mijn eerste toekomstige dode was Cor Ria Leeman, u wel bekend. Of misschien ook niet. Een in Nederland geboren leraar uit Lier die in een nogal barokke taal een aantal romans schreef waarin de problematiek van de religieuze mens centraal staat. (niet mijn woorden) "Dag maarten, met de echte Vlaamse naam", schreef ie op het eerste blad van mijn schriftje. Hij overleed op 13 juli 1991.
Hij is niet de enigste van mijn eerste buit die niet meer is. Illustrator Gregie De Maeyer vond de dood in 1998. De Antwerpse schrijver Ivo Van Orshoven liet de geest in 2000. Volksverteller Jef Lievens stierf in Geel in 2003, net zoals jeugdschrijfster Thea Beckman. Datzelfde jaar overleed ook Clem Schouwenaars aan een slepende ziekte. Het zou wel zeer onkies zijn om dit paragraafje af te sluiten met "kassa, kassa", dus doe ik het ook niet.
Na de boekenbeurs van '87 verdween het schriftje in een kast en werd pas bovengehaald voor de volgende editie, in '88. Net na dat boekenfestijn schreef ik een brief naar mijn idool. Jos Brink. Via de AVRO. Of Wedden dat nog ging terugkomen, en of ik geen foto kan krijgen van hem en zijn vriend Frank Sanders. Ik had het toen al moeten weten.
Ik was in de zevende hemel toen ik een briefje terugkreeg. Met een mooie zwart-wit-foto. "Dag Maarten, in oktober gaan we weer verder met Wedden dat. Er komen 10 shows! Ik hoop dat je er veel plezier aan beleeft. En hier is de foto. Dag. Groeten van Frank Sanders en Jos Brink."
Het werd het pronkstuk van mijn collectie. Ik plakte alles in mijn schriftje.
Als men vroeger wou weten wat ik wilde worden, was het antwoord Jos Brink. Ik wou niet dat ie stierf. Nog steeds heb ik heimwee naar die glimmense Brink die als geen ander van een trap kon afdalen. Vrijdag overleed ie aan de gevolgen van darmkanker. Donderdag wordt ie begraven.
En nu zit ik hier met mijn schriftje op de schoot. In de wetenschap dat ik het nu nooit meer zal kunnen verkopen.
"En dan maar hopen dat mensen mij herinneren als een man die zijn best heeft gedaan in het leven. Maar uiteindelijk geldt: Wanneer je dood bent groeien alle bomen door en is de groentenman om negen uur weer open..." (Jos Brink)