Ik ben Maarten
Ik ben een man en woon in Brussel (België) en mijn beroep is redacteur.
Ik ben geboren op 02/12/1975 en ben nu dus 49 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Uitgaan, lezen, roddelen, op reis gaan, zwemmen, niksen, stroelen, lekker eten, fietsen, een stad beleven.
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
THE MAN WITH THE PLAN
Maarten it is!
07-01-2007
13. Borderline - Madonna
* klik op de foto voor de video
Gisteren had ik het er met A. nog over. In onze jeugdjaren waren er 2 artiesten die toen al mytische proporties aannamen. Levende legendes, toen al. Jackson en Madonna.
Het fenomeen Madonna is niet meer wat het was. Denk ik dan. Hoe langer ze meegaat, hoe normaler ze wordt. Burgerlijker, normaler, moeder.
In de jaren '80 was ze baanbrekend. Met zeer simpele popdeuntjes.
Madonna was een rolmodel. Of het nu om beenverwarmers, haarkleuringen of masturbatie ging.
Ondertussen is ze vooral rijk. En maakt reclame voor H&M. Iets wat ik niet snap.
Uit het gamma Spaanse nummers zal dit het laatste in mijn lijstje zijn. Ontduivel me.
Vriend J. wees me ooit op een zinssnede uit dit nummer. " Ik neem huilend een taxi, het maakt me niet uit welke richting".
Zoveel dramatiek moest bij mij wel aanslaan. De zangeres was indien mogelijk nog dramatischer. Half blond/half zwart, met een stem die door merg en been ging. Op een beat die goedkoper klinkt dan de sardienen van de Lidl.
In mijn Spaanse periode heb ik het Spaanse nachtleven voldoende verkend. Meer dan voldoende. En daar hoorde Monica Naranjo bij. Ondertussen is haar ster een beetje tanende, maar niet in mijn sterrenhemel.
Na mijn jaartje in Madrid moest ik ook ontduivelen. Ik kan niet zeggen dat het gelukt is. Ik hou nog steeds evenveel van drama, en van sardienen van de Lidl.
Wat gaat de tijd snel. Strong enough is ondertussen 8 jaar oud. En is ondertussen een onvervalste jeanettenklassieker.
In 1999 zag ik ze live in Flanders Expo. Ik zag vooral haar dansers. 60% van de tijd was ze zich immers aan het omkleden. Om met een nog afschuwelijkere outfit en bijpassend hoofddeksel terug te komen.
Maar ze kwam terug. Met die klok van een stem. Je kon er je uurwerk op gelijk zetten. De grote wijzer op twaalf.
Mijn liefde voor Cher zal wel een afwijking zijn. Maar is daarom niet minder groot.
In haar repertoire zitten mooiere juweeltjes dan Strong enough. I got you babe, The beat goes on, The Shoop shoop song en If I could turn back time. Maar in Flanders Expo betoverde ze me met Strong enough. En met haar dansers.
The Jackson 5. Met de beste wil van de wereld herken ik Michael Jackson niet tussen de 5. Natuurlijk weet ik wel dat hij de kleinste is. Die met het gouden stemmetje. Maar toch herken ik Michael Jackson niet.
Bij sommige nummers moet je de artiest even aan de kant zetten. Alleen naar het nummer luisteren. Die geweldige intro. Die opbouw. Het enthousiasme in de stem.
Bij sommige nummers moet je niet denken aan een vader die zijn kinderen afrost. Toch hoop ik dat het niet te veel pijn deed.
In 1989 begon VTM en begon Tien om te zien. Ik was toen 13 jaar en volledig in de ban van de Bart Kaëlls, Willy Sommers en Cony Fabry's van deze wereld.
Het leek toen ook normaal. Dat heb je met hypes. De grootste rommel krijg je dan verkocht.
In die tijd brak Clouseau ook door. Het stak er toen al bovenuit.
Tien om te zien werd opgenomen in Denderleeuw, en daarna in Leuven. In de zomer zat het circus in Blankenberge.
Maar 2x kwamen ze naar Bobbejaanland. En was dat nu net niet bij mijn deur. Dus stonden wij ook voor het podium. Het was een overrompeling.
Koen vluchtte weg naar een caravannetje. En iedereen volgde hem. En begon met het caravannetje te schudden. Voor een dag had Bobbejaanland er een attractie bij.
Meer dan 15 later is Bart Kaëll vooral oud geworden. Willy Sommers mag Tien om te zien niet meer presenteren. En Conny Fabry herinner ik me alleen nog als de moeder van een pornoster.
Clouseau is andere koek. Daar kan je niet rond. Zelfs niet in het Sportpaleis.
Na al die jaren is er voor mij één nummer dat er bovenuit steekt. Nobelprijs. Het had ook Domino, Passie of Mary-Lou kunnen zijn. Maar Nobelprijs is dan weer net iets theatraler. En dat is ook veel waard.
Zou het toeval zijn? Mama mia is van 1975, net zoals ik.
Ik durf soms te denken dat ik geboren ben op de tonen van dit nummer. Met verpletterende gevolgen.
Abba is er voor mij altijd geweest. Met de bijhorende reacties. Het hangt van de tijdsgeest af hoe mijn omgeving hier op reageert. In de jaren '80 waren ze fout, half jaren '90 waren ze cool en daarna was het alleen nog maar kitch.
Ik ben trouw gebleven. Bij gebrek aan het origineel ga ik zelfs naar optredens van Björn Again.
Een rit van Brussel naar Olen is zo veel aangenamer met Abba in de CD-speler. Het is de gedroomde soundtrack op weg naar mijn geboortestreek. En zo is de cirkel rond.
Discomuziek is voor mij de uitvinding van de 20e eeuw. Dat zou ondertussen al duidelijk mogen zijn.
Donna Summer moet een zeer grote pot zijn als je achteraf bekijkt hoeveel artiesten de mosterd bij haar gehaald hebben. En toch is het een oervrouw, eentje die me bijna zou kunnen bekeren. En wat een nummer. Er is nog nooit een nummer geweest en er zal nooit nog een nummer komen waarvan de vlag zo de lading dekt.
Wie de filmpjes overslaat, wil ik deze keer toch met aandrang vragen om Donna even te observeren. Om te weten hoe alle disco zou moeten zijn.
André Vermeulen heeft al vaak geprobeerd om het perfecte Eurosongnummer te beschrijven. Het lijkt een gemakkelijke opdracht. Neem een vlotte melodie met een duidelijk refrein, geef je tekst een duidelijke wereldverbeterende booschap mee en steek een zangeres in een oogverblindende outfit aan. In meer dan 50 jaar Eurovisiesongfestival zijn er zeer verdienstelijke pogingen de revue gepasseerd. Voor mij steekt er eentje toch torenhoog bovenuit. En dat is deze. Niet te geloven dat het nummer ondertussen al 14 jaar oud is. En dat met een boodschap die nog steeds brandend actueel is.
24 november 1991. 9 dagen voor mijn 16e verjaardag. De sterfdag van Freddie Mercury. Een dag eerder liet hij de wereld weten dat hij aids had. En dat Queen ophield te bestaan.
15 jaar later zit ik nog steeds opgescheept met The Rolling Stones. Soms vraag ik me af hoe de wereld er zou uitgezien hebben mocht Queen met Freddie nog bestaan. Waarschijnlijk zou ik op de eerste rij staan bij hun optreden in het Boudewijnstadion. Een andere zaal zou immers te klein geweest zijn voor zo'n bombastische groep.
Van elke groep kan ik zonder probleem mijn favoriet kiezen. Bij Queen is dit praktisch onmogelijk. Lotje trek dan maar. Somebody to love.
22. You can't hurry love - Diana Ross & The Surpremes
* klik op de foto voor de video
Ok. Het is zondagochtend. De zon schijnt voor het eerst sinds lang. Je hebt lekker lang geslapen. In de koelkast wachten eitjes, op de tafel staan de croissants klaar. De liefde van je leven wacht op je in de zetel. En lacht zoals ie nog nooit gelachen heeft. Je hebt net de loterij gewonnen. En moet nooit meer werken. De dokter heeft de dag ervoor nog laten weten dat je kerngezond bent. In je kast hangt die nieuwe prachtige jas die je in de solden op de kop getikt hebt.
Bij deze situatie en het bijhorende gevoel hoort maar één nummer. You can't hurry love. Hemelse plaat!
Happy happy joy joy! Dit zijn mijn woorden niet. Dat stond er bij Youtube bij. Het hadden mijn woorden kunnen zijn.
Vrienden vroegen me waar K3 toch bleef in mijn top 100. Hier zijn ze dan. Ik heb mijn bewondering voor het marketingproduct K3 nooit onder een mooie stoel of een stijvolle bank gestoken.
Lange tijd misbruikte ik mijn petekind door haar mee te zeulen naar optredens van K3. Ik zong harder mee dan zij. Toen ze 10 werd vond ze K3 niet meer ok. Ik hield echter hardnekkig vol. Want ondertussen heb ik een band met K3. Laat het regenen, laat het sneeuwen. Ik kan het aan, dankzij K3.
Mocht ik ooit al een goede reputatie gehad hebben, dan zou mijn liefde voor K3 die met de grond gelijk gemaakt hebben. Maar dat deert me nu eenmaal niet.
Iedereen die me kent zal bij de meisjes dan ook meteen aan mij denken. Vermoed ik. Daarom dat ik tegen iedereen die het horen wil laat weten dat zij op mijn begrafenis moeten komen zingen. Want mensen die me echt goed zullen gekend hebben, zullen dan tranen met tuiten wenen. En is het ons daarom nu niet net om te doen?
In het carnavalsgenre zijn ooit vreselijke nummers gemaakt. Hoedje op, laat je rijden. In het Ierse folkgenre heeft men het ook ooit bruin gebakken. Ieren, laat jullie sowieso rijden.
Maar het meest carnavaleske Ierse folknummer was voor mij een schot in de roos. Na al het zware gitaargeweld en stoere ge-pogo waren The Pogues voor mij vroeger een licht in de duisternis tijdens die alternatieve fuiven. Het contrast kon niet groter zijn. En toch dobberde die vreemde eend in die alternatieve bijt.
Inhaken, draaien en springen. Een cultureel correcte vogeltjesdans. En ik tjilpte mee.
Het mag geen wonder heten dat mijn favoriet Billy Joel-nummer en mijn favoriet Joe Jackson-nummer zo dicht bij elkaar staan. Die nummers zijn voor mij ook verbonden.
Na al die jaren word ik nog altijd vertederd door de naieve, verliefde en opgewekte Joel tijdens The longest time. Ik zou bijna zin krijgen om terug verliefd te worden.
In 1979 was het zijn doorbraakhit. Maar ik leerde het kennen in 1988. In de a capella-versie.
Het was voor het eerst dat ik van het bestaan van Joe Jackson op de hoogte werd gebracht. A capella-nummers moesten blijkbaar niet altijd in kerken gezongen worden. Dankzij deze versie leerde ik ook Happy ending en Be my number two kennen. 3 vliegen in één klap.
Ik vind ze nog steeds zeer mooi. Maar Is she really going out with him nog net ietsje mooier. Waarom dat is moet je aan C. vragen.
Dit zou wel eens de grootste ontdekking uit de platenkast van mijn moeder kunnen zijn. Smalend noem ik hen soms de Abba van de jaren '60. En dan kijken er weer enkele muziekfreaks afkeurend.
Ik ken geen grote theorieën achter Bealtes-nummers. Herken geen drugs in titels, ontdek geen geheime boodschappen als ik de nummers achterwaarts afspeel en geloof niet in wereldvrede.
Ik hoor vooral meezingers. Leuke deuntjes van rare jongens. In mijn eerste auto had ik cassette met alle nummer 1's van The Beatles. De akoestiek van mijn geit (2CV) was even goed of even slecht als Vorst Nationaal.
Tijdens mijn ritten op de Kempense banen oefende ik de teksten. Tot bloedens toe. Tijdens mijn eerste accident.
De cassette ging mee naar de schroothoop. En werd vervangen door de CD-versie. En nog steeds zap ik weer naar Penny Lane. Een meezinger. En een leuk deuntje van rare jongens.
* klik op de foto voor de versie van Natalia (wegens gebrek aan beelden van Ann Christy)
Ik weet niet meer wie er begraven werd. Toch herinner ik me de eerste keer dat ik het nummer hoorde.
Koude rillingen. Door merg en been. Er zullen in het Nederlands nog genoeg andere uitdrukkingen bestaan voor de gevoelens die het nummer bij me opwekken.
Ik weet ook dat ik hier niet alleen in ben. Dat velen met mij kraken bij het horen van De Roos. Ann Christy zong het mooier dan Bette Midler, dankzij die ontroerende tekst van Johan Verminnen.
Ik heb het nog niet geprobeerd, maar ik ben er heilig van overtuigd dat ik zelfs zou wenen op een uitvaart van een onbekende als men dit zou spelen. Omdat het onwelvoeglijk zou zijn doe ik dan ook niet. En omdat ik zo een euro uitspaar die ik niet bij de rondgang moet afdokken.
Er was eens een maagdje. Ze heette Britney Spears. Het lijkt moeilijk te geloven. Ze zou wachten op de ideale man. Maakte leuke popnummers.
Er is nu een slet. Eentje die uitgaat met mijn vriendin Paris, zonder slip. Met 2 huwelijken achter de rug, en evenveel kinderen uit de buik.
In het segment ongecompliceerde popnummers blijf ik echter onvoorwaardelijk fan van Toxic. Ze bracht het nummer uit net voor de grote ommekeer. Ik mis haar soms nog. Waar is de tijd toen er nog maagden waren. Die zelfs van Justin Timberlake konden afblijven. Ik had het toen al moeten weten dat het fout ging gaan.
Je moest kiezen. Je zat of in het Michael Jackson-, of in het Prince-kamp. In het eerste middelbaar leken die twee totaal oncombineerbaar.
Pas later ontdekte ik pas hoe goed Prince pas. Toen ie zoals al mijn jeugdidolen al aan het flippen was. En toen ik mocht uitgaan.
Zaal Deca in Herentals zal voor mij altijd verbonden zijn met Raspbery beret. En let's go crazy, en Purple Rain, en 1999, en I would die 4 u, en Sign of the times, en
Ook op kot was dit nummer lang een vaste waarde voor we naar een TD trokken. De zetel, de tafel en het bed van E. hebben het geweten.
Het was een vies ventje, en is nog steeds een vies ventje. Maar wel eentje met een heel mooi hoedje.
Trouwe lezers zullen het al wel weten. Ik heb mijn hart verloren aan Spanje. En dan pik je af en toe een nummer op. Corazon partio is na al die jaren nog steeds één van mijn favoriete Spaanse nummers. Al was het maar voor die mooie tekst!
Sanz is een grote mijnheer in zowat alle landen waar men Spaans aan 't ontbijt spreekt. Hier kennen ze 'm alleen als die man die wat mag meeneuzelen bij "La Tortura" van Shakira.
Zowat acht jaar geleden had zijn entourage een weekje het Sportpaleis van Antwerpen afgehuurd. Om in alle rust te repeteren. Ik mocht een repetitie bijwonen. Het was een bizarre belevenis. Mijn Spaanse vrienden waren achteraf stikjaloers. Op mijn foto met Sanz, die ik nog ergens in een doos moet hebben steken.
Of ie toen die avond het nummer speciaal voor mij zong valt te betwijfelen, maar hij knipoogde wel. Of was het naar de blonde bimbo met haar dikke tieten net achter mij? Alleen Alejandro kent het antwoord.
Take that. (zucht) Je moet het meegemaakt hebben om te beseffen welk effect Take that had op een tienermeisje tijdens de jaren '90. En op mij. Iedereen had zijn favoriete Take that-er. Mijne was Mark Owen. Toen ik pas op de unief zat wou ik niet luidop gezegd hebben dat ik gay was. S. moest ik echter niets wijs maken. Geef toe! Geef toe! Ik bleef hardnekkig ontkennen. Na enkele maanden aandringen kreeg ik toch over mijn lippen dat ik Mark Owen toch wel schattig vond, en dan eventueel misschien een beetje bi was. Enige tijd later was het hek van de dam. Toen ik uiteindelijk uit de kast kwam was S. dan ook de eerste die ik het vertelde. Ik wist het! Ik wist het! Enkele jaren later ontmoette ik Mark Owen. Het was een klein opdondertje, een leeghoofd, maar nog steeds schattig.
Ik haakte af toen ie zijn haar liet groeien. Ondertussen woont ie samen met zijn vriendin en kind. Vandaar dat lange haar.