Zelfvoorzienend leven - gezondheid - groei - OVERVLOED!
17-06-2010
Eetbare "wilde" planten en "onkruid"
Eetbare
wilde planten en "onkruid"
Wat geeft nou
meer voldoening dan het eten van een zelf bereide maaltijd, van zelf
verzamelde, krachtige wilde planten?
Tegenwoordig
is de kennis hieromtrent een beetje weggezakt vandaar dat we hier
de belangrijkste tekst uit het boekje Eten Uit de Natuur,
van Carla de Bruijn, Wies Teepe (IVN Amstelveen) en Katja Sienknecht
(IVN Amsterdam), plaatsen om de band en het plezier met de
natuur weer deels te herstellen. Heel veel plezier!
Regels
voor het verzamelen ~ Laat plekken links liggen, waarvan je
vermoedt dat er iets niet klopt, bijvoorbeeld omdat er ooit vuil
is gestort, omdat er wordt gespoten of op plaatsen waar het vies
is (honden, drukke wegen (500m) of spoorrails (2km));
~
Vermijd natuurgebieden en verboden terreinen;
~
Op de Rode Lijst staan beschermde planten die niet geplukt
mogen worden, ook niet als er veel staan;
~
Houd de natuur heel, en neem al je rommel weer mee naar huis;
~
Pluk of raap nooit alles, in verband met het overleven en
uitzaaien van de plant, en in verband met voedselvoorziening voor de
in de buurt levende dieren;
~
Neem altijd de nodige plantenkennis mee het veld in (in je
hoofd, in de vorm van een vriend, of een goede plantengids).
Extra
aandachtspunten ~ In holle grasstengels leven eencelligen
die darmklachten kunnen veroorzaken
~
In een bosrijke omgeving leven teken. Bij thuiskomst uw
lichaam (laten) controleren, en evt. teken er tegen de klok in
draaiend uittrekken (met een tekentang of een pincet).
~
Bramen en frambozen alleen plukken boven kniehoogte, ivm met
mogelijke vossenpoep.
~
Controleer altijd op insecten en slakken.
~
Als de plantsoenendienst gespoten heeft met insecticide of
herbicide is dat vaak zichtbaar: de bladeren vertonen
verkleuringen en vergroeiingen.
~
Het puntje van duindoornstekels breekt makkelijk af (ook in de
huid). Gebruik bij het plukken dikke tuinhandschoenen.
Bladeren
Voordat
de plant gaat doorschieten en bloeien kunnen de bladeren gebruiktworden als groente (stoven, koken, soep, salade), om thee van
te trekken, als kruid om gerechten een bijzondere smaak te geven of
als geurbuiltjes tussen het linnengoed (al dan niet om insecten te
weren).
Voor
salades alleen de jongste blaadjes gebruiken. De bladeren van
in het voorjaar bloeiende planten bevatten vaak veel vitamine C.
Er
zijn planten die eetbaar lijken, maar giftig zijn. Verder zijn
er eetbare planten die in rauwe toestand of in grote hoeveelheden
giftig kunnen zijn. Hier een opsomming van de belangrijkste/meest
voorkomende.
Giftige planten die eetbaar lijken
~
Kardinaalsmuts: komt veel voor in de duinen en plantsoenen. ~
Wilde wingerd: niet erg giftig, vruchten zien er niet erg
aantrekkelijk uit. ~ Klimop: de mooie blauwe bessen zijn
voor ons behoorlijk giftig, voor vogels niet. ~ Heggenrank:
heeft mooie rode glanzende bessen. Komt in de duinen voor en langs
ruige terreinen (over hekken). Hoort bij de nachtschadenfamilie,
waarvan velen giftig zijn, net als ~ Bitterzoet: dat ook
veel in de duinen voorkomt en met zijn mooie, zwarte bessen ook
eetbaar lijkt, maar erg giftig is. ~ Kruidvlier: Lijkt op
de gewone vlier, maar ziet er 'raar' uit. Zowel het blad als ook de
trossen met bessen zijn veel compacter en minder gesteeld. De trossen
staan meer, dan ze hangen. Verder ruikt de hele plant vies. ~
Bergvlier, Trosvlier en Rode Vlier: tweelingbroertjes van de
zwarte vlier, maar met vuurrode bessen. Komt zelden voor en is
duidelijk te herkennen, ~ Sneeuwbes: kinderen spelen er
graag mee. De witroze sponzige bessen hebben een harde schil en je
kunt ze lekker laten knappen onder je schoenen. Ze zijn vrij
giftig. ~ Kamperfoelie, alle soorten: allen rankende gewassen,
vnl. bosplanten, in tuinen en plantsoenen. ~ Liguster: de
glanzende zwarte bessen zijn giftig. ~ Salomonszegel en
lelietjes-van-dalen: de Salomonszegel heeft blauwachtige
vruchten, de lelietjes-van-dalen zijn oranjerood. Allebei zijn ze
zeer giftig. ~ Aronskelken, alle soorten: de uit de grond
oprijzende stengel is om en om bezet met afgeplatte oranjerode
bessen. Erg giftig, maar een lekkernij voor fazanten. ~
Christoffelkruid, zeer giftige zwartblauwe bessen. ~
Taxus: alles van deze enige Nederlandse naaldboom is giftig,
behalve de rode zaadrok (niet op de pit bijten). ~ Fluitekruid
(bloei: april/mei) is goed eetbaar maar zou verwisseld kunnen
worden met hondspeterselie (klein, onbehaard, bloei: juni/okt.) of
dolle kervel (groot, behaard, stinkt, vaak roodgevlekt, bloei:
mei/juli).
Eetbare
planten, die rauw of in grote hoeveelheden giftig zijn: ~
Lijsterbes: gekookt prima voor jam, niet rauw eten. ~
Beukenootjes: de nootjes bevatten blauwzuur. Gewoon
eten kan geen kwaad, maar niet verzamelen en er handjesvol van zo in
je muesli strooien. Uit de oorlog zijn vergiftigingsverschijnselen
bekend! Na drogen of roosteren ongevaarlijk. ~ Gelderse
roos: mooi, roodglanzende, ietwat doorschijnende bessen. Rauw
gegeten kunnen ze diarree en maagdarmontstekingen veroorzaken. Bessen
alleen gekookt gebruiken.
Lekkere dingen die je veel kunt
tegenkomen
~
Appels: vaak als sierboom aangeplant. Al zijn de appels klein:
je kunt er prima moes en gelei van maken, niet schillen maar in z'n
geheel koken en dan zeven.
~
Bramen: veel langs ruigtes e.d. Kijk uit langs NS-sporen, er
wordt vaak onkruidverdelger gespoten.
~
Frambozen: in loofbossen. Meestal niet in noemenswaardige
hoeveelheden. Wel erg lekker en gezond.
~
Wilde aardbeien/bosaardbeien: in en om loofbossen. Niet vaak
en niet veel in Nederland, maar wel een traktatie.
~
Vlier: langs bosranden vind je vaak veel vlier. Vlier is
makkelijk te plukken, rijkelijk aanwezig en erg gezond. Het
schoonmaken is een karwei en niet aan te bevelen voor mensen die bang
zijn voor spinnen. Van het sap van de bessen kun je siroop
maken, jam of zelfs koude soep. Van de bloesem kun je
siroop en gelei of jam maken. Vermijd de stelen en steeltjes zoveel
mogelijk.
~
De gele kornoelje (rode, ongeveer olijfgrote en -vormige
bessen, met één grote langwerpige pit). Van oorsprong een
Nederlandse bosplant, maar nu vaak in plantsoenen te vinden. Reeds
door Thijsse geroemd om z'n smakelijkheid. Je maakt er met wat suiker
(water toevoegen noodzakelijk) een compote van, die qua smaak lijkt
op rabarber, maar zonder het vervelende gevoel aan de tanden. Eén
pond bessen = één pond compote. Je moet het wel door een zeef
wrijven, zodat de pitten en schillen achterblijven.
~
Kersen (wild en verwilderd), pruimen (ook de rode en
gele siersoorten zijn eetbaar!!), kweeperen (heerlijke gelei),
allemaal in plantsoenen.
Hoe verzamel je (hygiëne,
sociaal, milieu)?
Nootachtige
vruchten kunnen prima in een plastic of linnen tas worden verzameld.
Voor
zachte vruchten zijn schoongemaakte ijsbakken ideaal.
Neem er een aantal van mee op pad, je kunt er beter te veel dan te
weinig hebben. Voordeel is, dat je meestal weet, wat de inhoud van
een bak is. In een bak zijn de vruchten goed beschermd.
Sap,
dat evt. uit de vruchten loopt blijft in de bak en kan worden
gebruikt.
Nootachtigen
kun je het beste rapen. Dan weet je dat ze rijp zijn en je beschadigt
de planten niet. Ga niet aan een boom of struik hangen om takken naar
beneden te trekken en gooi niet met voorwerpen naar kastanjes e.d.
Let op dat geen van de zaden 'bewoond' is.
Zacht
fruit kun je het best zo rijp en gaaf mogelijk oogsten. Als je jam of
compote gaat maken is overrijp fruit niet zo'n bezwaar. Zorg ervoor
dat je zo min mogelijk beestjes mee oogst.
Toepassingen,
conserveren en bewaren
Je
kunt ervoor kiezen om je vruchten en zaden zo puur mogelijk te
conserveren.
Meestal
betekent dat drogen of invriezen (sponzige vruchten alleen gepureerd
invriezen).
Drogen
doe je op een droge, warme plek in huis.
Vruchten
mogen bij voorkeur niet overrijp of stuk zijn.
De
onderlinge afstand moet groot zijn en te grote vruchten (appels e.d.)
kun je het beste in plakjes snijden.
Het
is een goed idee om de vruchten op keukenpapier te leggen.
Appels en ander fruit, dat bruin verkleurd, kan worden behandeld door
het door citroensap te halen.
Bladeren
kun je aan een draad rijgen en op een koele, droge, winderige
plaats hangen, bijv. in een schuur. Een voedseldroger is
natuurlijk de ultieme luxe (het kan ook in de oven op een zeer lage
stand.
Nootachtigen
kunnen op kranten worden gedroogd. Vruchten kun je inkoken met
suiker, honing of melasse (compote) en eventueel een bindmiddel,
zoals pectine (jam). Noten kunnen gedroogd worden, maar je kunt ze
ook malen en er met honing en b. v. vruchtenpuree voedzame repen voor
onderweg van maken.
Kastanjes
kun je poffen maar je kunt ze ook pureren, bijvoorbeeld met honing en
kaneel. Wat je ook wilt bewaren: koel, donker en droog.
Bij
het drogen, inmaken e.d.: werk zo schoon mogelijk en maak je glaswerk
met een sodasopje schoon (erna wel even met heet water naspoelen).