De Rode Ridder #110: De Kraken. (Standaard Uitgeverij) (1984)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De Rode Ridder is passagier op een schip dat aanlegt bij een eilandje niet ver van de Afrikaanse kust, ter hoogte van de evenaar. Hij fungeert als lijfwacht van Jocelyn, echtgenote van Gedeon, een vermaard ontdekkingsreiziger. Die is op dat eiland gestrand en Jocelyn wil graag haar man terugvinden met de hulp van de Rode Ridder. Ze doen een beroep op de bemanning van het schip om hen tegen een zeer rijkelijke beloning te helpen. De bemanningsleden stemmen toe maar spreken onder elkaar af om, als de gelegenheid zich voordoet, Johan en hun kapitein te doen verdwijnen en om de mooie Jocelyn als slavin te verkopen. De groep begeeft zich naar het eiland waar volgens Gedeons laatste brief aan Jocelyn de tijd is blijven stilstaan, waar het krioelt van talrijke gevaarlijke diersoorten en waar ook een stam bloeddorstige kannibalen woont.
De Rode Ridder #109: De Leeuw Van Vlaanderen. (Standaard Uitgeverij) (1984)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan, de Rode Ridder, nadert een verlaten kamp. Plots wordt hij belaagd door de kampbewoners die zich verstopt hadden. Zij denken dat Johan een dief is. Uit een tent van het kamp klinkt plots een vrouwenstem die de kampbewoners beveelt de wapens neer te leggen...
Gratis uitgave voor de actie van FOD Economie in strijd met het consumentenbedrog.
Tekst & tekeningen: V. Leonardo.
Wie anders dan Lucky Luke kon op ludieke wijze symbool staan voor de actie van de FOD Economie in de strijd tegen consumentenbedrog? Het is immers algemeen bekend dat Lucky Luke zijn moed en ervaring aanwendt om nobele daden te stellen. Met zijn vurig paard, Jolly Jumper, neemt hij het op tegen outlaws. Consumenten hebben dus het genoegen hun held van de Far West te herontdekken in nieuwe avonturen, waarin hij de strijd aanbindt tegen consumentenbedrog en hun goede raad geeft.
De Rode Ridder #108: De overlevenden. (Standaard Uitgeverij) (1984)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Op een verlaten slagveld wordt een meisje achtervolgd door een paar krijgers te paard van zo blijkt: Morgon de Veroveraar. Het meisje blijkt het terrein echter zeer goed te kennen en leidt de krijgers in verscheidene valstrikken, maar de achtervolgers komen dichterbij. Het meisje verzwakt zienderogen maar leidt de achtervolgers in een valkuil, één krijger tuimelt de diepte in maar de andere krijgers vatten het meisje bij de kraag. Maar dan klinken er bekende hoefslagen. De rode ridder komt tussenbeide en redt haar. Het meisje heeft toch een beetje moeite met het vertrouwen van Johan maar toch, ze heeft geen keus(althans tot het gevaar geweken is) en springt achterop zijn paard. Het paard is redelijk overbelast en de krijgers halen Johan en het meisje snel in. Het is een verloren zaak, althans dat lijkt zo te zijn totdat het meisje hem de ruïnes van een enorm bolwerk aanwijst.
De Rode Ridder #107: De Troglods. (Standaard Uitgeverij) (1984)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Nadat zijn rijdier de geest gaf ziet Johan zich genoodzaakt om te voet een woestijngebied te doorkruisen. Wanneer hij in een grot verkoeling opzoekt is hij getuige van de aanval die een Sepphir, een vleermuisachtig monster, op een holbewoner uitvoert. Johan stort zich zonder twijfel mee in het gevecht en redt de man van een gewisse dood. Tayan, de holbewoner is Johan uiterst dankbaar en leidt hem mee naar de stad waar zijn volk, de Troglods, leven. Hier maakt Johan kennis met Tanya, de knappe zus van Tayan, en een volk van primitief levende mensen. Ogo, de medicijnman heeft zo zijn redenen om de komst van Johan met enig argwaan te bekijken. Zijn macht is gebaseerd op het bijgeloof van zijn volk en de terreurdreiging van de sepphirs en hun leider, de Wotlam. Wanneer de sepphirs een kind van de Troglods meevoeren naar de zwarte meren, besluit Johan met de hulp van Tayan en Tanya voorgoed een einde te maken aan de dreiging van de Wotlam. Ogo en zijn handlangers zijn vastbesloten hier een stokje voor te steken
De Rode Ridder #106: De levende doden. (Standaard Uitgeverij) (1983 + 1990)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Bij het vallen van de avond breekt een zwaar onweer uit. In de striemende regen zoekt Johan, de Rode Ridder, een onderkomen voor de nacht. Een lichtschijnsel trekt de aandacht van de dolende ridder. In de hoop er beschutting te vinden geeft Johan zijn paard de sporen. Tot zijn verbazing gaat het licht niet uit van een hut of nederzetting, maar van een kerkhof waar een uitdovende flambouw zijn laatste licht verspreidt. De ridder meent op het grimmige kerkhof beweging te ontwaren. Zijn vertwijfelde roepen wordt op een wel zeer onverwachte manier beantwoord: een haveloos geklede man, met een vale huid en ogen die een witte gloed uitstralen stormt rauw brullend op Johan af. Bij het aanschouwen van deze verschrikking begint het paard van de ridder wild te steigeren. Wanneer hij tenslotte zn rijdier terug onder controle heeft, is de belager reeds verdwenen. Aan de horizon merkt de ridder nu een machtige burcht en een nabijgelegen dorp op. Zich nog steeds afvragend wat er zonet gebeurd is, rijdt Johan naar het dorp. In het dorp wordt Johan allesbehalve gastvrij onthaald. Een enigszins nerveuze nachtwacht maakt de ridder er attent op dat het verboden is na zonsondergang op straat te komen, omdat de nacht de komst van de levende doden betekent. Alle verdere uitleg weigerend, verwijzen de soldeniers de ridder door naar een herberg.
Bessy Natuurkommando #21: Het wolvendorp. (SC) (Standaard Uitgeverij) (1991)
Tekst: Marck Meul --- Tekeningen: Jeff Broeckx.
Een wolvenjager heeft het op een roedel wolven voorzien. Bessy neemt de leiding over de troep als de leider gewond is en de jager op het oorlogspad gaat. Hij en een man uit het dorp verspreiden het verhaal dat de wolven een baby hebben gestolen, zodat het hele dorp tegen de wolven is. Maar dan keren de wolven onder leiding van Bessy zich tegen het dorp!
De Rode Ridder #105: De bewaker. (Standaard Uitgeverij) (1988)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Twee krijgsheren, Gerholt en Odwin, keren na een lange oorlog terug naar huis. Onderweg worden ze overvallen door Roniard en zijn bende rabauwen. Tijdens deze strijd stort Odwin in een ravijn en worden de rovers verjaagt met de plotse hulp van de Rode Ridder. Odwin zal zijn verwondingen niet overleven en daarom vertelt hij zijn geheim : ergens in de bergen ligt een fabelachtige goudader. Johan en Gerholt willen opzoek gaan naar deze ader. In het zwaard van Odwin zit een schatkaart verborgen : de weg naar de gouden grot uitgestippeld. In Randheim , een stad in de bergen , maken de ridders kennis met Yorgen , de berggids. Later vergezelt ook Ignaat hen , een vriend van Yorgen. Maar Ignaat waarschuwt hen voor groot gevaar : de legende van KIRZIL-ERMAK , de wrekende geest die de Heilige Bergtop beschermt. Onderweg stoten de avonturiers op een kamp dat zopas werd overvallen door een onzichtbare vijand. Pijlen zoeven uit het niets en treffen Gerholt. De gezellen vinden in het overvallen kamp een jonge vrouw die de overval overleefde , maar hierdoor het vermogen tot spraak verloren is. Het gezelschap neemt de vrouw onder hun hoede en trekt verder de bergen in. Wanneer ze halt houden om de nacht door te brengen , werpt Gerholt de kaart in het kampvuur , om zo zijn gezellen in vertrouwen te nemen. Diezelfde nacht spreekt het meisje : ze heet Marulic en ze vertelt hoe een onzichtbare kracht dood en vernieling zaaide in haar kamp : KIRZIL-ERMAK. Maar er azen nog avonturiers op de goudader : Roniard en zijn bende. In de bergen worden ze echter gedood door de onzichtbare kracht van KIRZIL-ERMAK
Bessy Natuurkommando #22: De jungle van Manhattan. (SC) (Standaard Uitgeverij) (1991)
Tekst: Marck Meul --- Tekeningen: Jeff Broeckx, Patrick Van Lierde.
Andy 'redt' een jongedame van een aligator. Ze blijkt een actrice te zijn die aan een film werkte. Toch bedankt de actrice hem en nodigt hem uit eens langs te komen als hij in New York is. Een half jaar later worden onze vrienden door een kunstschilder, Noach, uitgenodigd bij hem in New York te komen. Het Natuurkommando gaat ook even langs bij de actrice. Daar komen ze midden in een gijzeling! Een paar schurken hebben 2 kinderen gekidnapt...
Tekst: Yannick le Pennetier --- Tekeningen: Philippe Berthet.
De Tweede Wereldoorlog. Duizenden jonge mannen laten hun meisjes achter om voor hun land te gaan vechten. Joe is één van hen, en Dottie degene die achterblijft. Wanneer ze haar job verliest is ze gedwongen in een nachtclub te gaan werken, waar ze Milton ontmoet, die haar vraagt te poseren voor de tekeningen van pin-ups die op bommenwerpers geschilderd zullen worden. Daar merkt hij dat ze de perfecte Poison Ivy is...
Hieronder de hardcover editie die werd aangeboden bij de krant De Morgen op 11/10/2008.
Ook nadat een atoomoorlog ei zo na het einde van de wereld heeft betekend, blijven mensen zichzelf. Dat betekent zoveel als: oorlogen en afrekeningen! Clans, rassen, religieuze fanatici, kwakzalvers en sjoemelaars doen elkaar de duvel aan. Alleen het geld boet niets van zijn macht in... Jeremiah -de denker- en Kurdy -de knokker- zijn voortdurend op zoek naar een manier om zo makkelijk mogelijk te overleven. Maar ze slagen er altijd weer in die dingen aan te pakken waar ze alleen hun handen aan kunnen branden. In deze wereld vol waanzin is alleen de wet van de sterkste een hoeksteen van de maatschappij. Zou het een toeval zijn dat het geweld in deze postnucleaire tijd veel gelijkenis vertoont met dat in de prehistorie?
De Rode Ridder #104: De Monsterman. (Standaard Uitgeverij) (1992)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
In dit exotisch getinte album zien we Johan opduiken als gevangene op een piratenschip onder de leiding van Magiera. Wanneer hij aan Magiera gepresenteerd wordt door zijn assistent Hor, laat deze hem naar zijn kajuit ontbieden. Magiera windt er geen doekjes om en maakt Johan onmiddellijk duidelijk dat hij zijn vrijheid terug kan herwinnen, wanneer hij hem helpt om te ontsnappen uit het kamp van de Zwarte Baron Gorlando, voor wiens rekening hij werkt. Johan wil hem helpen, op voorwaarde dat de andere gevangenen ook hun vrijheid kunnen herwinnen. Met enige tegenzin stemt Magiera hiermee in, waarna hij door Johan wordt gered van een gevaarlijke wurgslang. Vanzelfsprekend kan na dit voorval het verhaal tussen Johan en Magiera niet meer stuk. Even later herwint Johan zijn vrijheid en zijn zwaard en hij zal het gauw weer nodig hebben, want het piratenschip doorkruist het domein van de Monsterman, een onkwetsbaar wezen dat mensen rooft. Mannelijke gevangenen doodt hij onmiddellijk, vrouwelijke gevangenen neemt hij mee. De Monsterman verschijnt inderdaad en tracht een jonge blonde deerne mee te sleuren, maar dankzij het ingrijpen van Johan en Magiera mislukt zijn voornemen. Het wezen blijkt inderdaad onkwetsbaar voor gewone wapens, maar de pientere Rode Ridder ontdekt zijn zwakke plek: angst voor vuur. Ondanks dit kan de aanvaller ontkomen. Hierop besluit men de jonge vrouw te ondervragen, op wie de Monsterman zijn zinnen had gezet. Zij blijkt Sigrid te heten en jaren geleden werd haar tweelingzuster Saskia ontvoerd door de Monsterman. Johan raadt Saskia aan hem in vertrouwen te nemen en belooft haar om haar zuster terug te vinden
Bessy Natuurkommando #23: De mijn. (SC) (Standaard Uitgeverij) (1992)
Tekst: Marck Meul --- Tekeningen: Patrick Van Lierde.
Andy, Aneka en Bessy zijn samen met Kid bij de Apache-indianen die hun normen en waarden van het verleden hebben moeten laten rusten om verder te kunnen leven. Ook hebben ze een nieuwsgierige journalist achter zich aan. Het doel van het Natuurkommando is om de wereld te laten zien dat de Apachen nog steeds een bijzonder volk is.
Jeremiah #22: Een geweer in het water. (HC) (Dupuis) (2001)
Tekst & tekeningen: Hermann.
Terwijl Jeremiah en Kurdy vluchten voor een bende dronken motorrijders, komen ze Jason tegen, die op de bodem van een put ligt. In ruil voor hulp, stelt Jason hun voor zich bij hem, diep in het moeras, schuil te houden. Het lijkt een eerlijke deal, maar de familie van Jason is minder enthousiast. Onze vrienden krijgen te maken met Marge, de nymfomane moeder, die door haar immer waakzame vierde echtgenoot nauwlettend in het oog wordt gehouden. En ook nog met Todd, Willie en Shank, zijn zwijgzame en agressieve broers, die het niet zo voorzien hebben op bezoekers. Te meer daar Jeremiah en Kurdy midden in een familievete terecht zijn gekomen. Een vete, waarbij een koffer vol geld, die Jason heeft gestolen, een belangrijke rol speelt. Voor Jasons broers is de tijd om tot een vergelijk te komen voorbij. En levende getuigen zijn al helemaal niet gewenst...
De Rode Ridder #103: De gezellen van Nimrod. (Standaard Uitgeverij) (1987)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
We beginnen dit album aan boord van een ranke driemaster, de Albatros, en vinden onze held op het achterdek in gezelschap van Derrick, de stuurman van het schip. Plots verschijnt kapitein Zartos ten tonele die onze held vraagt benedendeks Freule Madelyn gezelschap te houden en te kalmeren daar men vreest voor een schipbreuk. Plots ontwaart Derrick enkele lichtbakens die over de zeespiegel wenken. Zich van geen kwaad bewust wordt er op bevel van de kapitein koers gezet naar het schijnsel. Een ogenblik later loopt de Albatros echter met veel gekraak te pletter op een van de grote koraalriffen. Het schip kapseist en de opvarenden proberen het wrak te ontvluchten. Onze held slaagt er in samen met freule Madelyn te ontkomen en belandt uitgeput, met de vrouw in zijn armen op een eiland. Tijdens de verkenning van het eiland komt hij in contact met een zonderling dier, een luipaard met een halsband. Tevens vindt hij er voetafdrukken van mensen. Wanneer Madelyn ontwaakt vertelt onze held zijn relaas, hetgeen de jonge vrouw ongerust maakt aangezien ze het eiland kent als dat van haar vader en dat er bij haar weten geen luipaarden op het eiland te vinden zijn. Even later merken ze een groep zwaar bewapende mannen op, steenrijke avonturiers die een enorme passie hebben voor de jacht en die zichzelf de gezellen van Nimrod noemen. Verscholen in het gras komen ze te weten dat zij het waren die hun schipbreuk veroorzaakten.
De Rode Ridder #102: De maagdenburcht. (Standaard Uitgeverij) (1987)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Bij het vallen van de avond rennen twee kinderen, zus en broer, angstig door het grote woud. Ze zijn op de vlucht voor de Ghüüls. Plots doemt er voor hen een grote schaduw op en ze zetten het op een gillen. De rode ridder wil hen duidelijk maken dat ze geen schrik hoeven hebben maar ze zijn reeds verder gevlucht. Terwijl Johan zicht afvraagt wat de kinderen zo schrik aanjaagt komen er lelijke wezens uit de stuiken. Zijn paard wordt angstig en waarschuwt op deze manier Johan voor de verraderlijke aanval. De Ghüüls duiken op Johan in maar met een paar zwaaien van zijn zwaard weet hij ze uit te schakelen. Zijn nieuwsgierigheid is aangewakkerd en hij vraagt zich af waar die wezens vandaan komen en waarom ze de kinderen achterna zaten. Hij zet sporen naar het dorp iets verder op en hoopt dat de kinderen; Kathia en Yoni, hem meer kunnen vertellen. Ondertussen hebben de kinderen het dorp reeds bereikt, een groep gewapende mannen staan hen op te wachten, waaronder hun ongeruste vader. Iedereen vlucht naar binnen als de rode ridder het dorp nadert. Wanneer die door het dorp rijdt is er geen teken van leven meer te bespeuren. Hij klopt op verschillende deuren, maar ze blijven allemaal gesloten. De aanwezigheid van de mensen is enkel duidelijk door rook die uit de schoorsteen komt. Hij vraagt zich af waarom de mensen zich zo verbergen, en tegelijkertijd valt zijn oog op een imponerende burcht. Johan die antwoorden wil op zijn vragen en een slaapplaats nodig heeft zet zijn weg verder richting de burcht. De moeder van Kathia en Yoni vraagt of ze de ridder zijn hulp niet zouden inroepen, maar haar man vreest het ergste, in zijn eentje zou Johan de verschrikking in de Maagdenburcht nooit kunnen overwinnen, men zou hem nooit meer terug zien.
De Rode Ridder #101: De scharlaken brigade. (Standaard Uitgeverij) (1985)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
We vinden Johan langs de rand van een uitgestrekt woud, waar hij op weg is naar de nabijgelegen stad Zabriz. Voordat Johan daar arriveert heeft hij een ontmoeting met een vreemde vrouw, die hem op weg helpt naar de stad en hem waarschuwd voor de Rifka's, de kwaadaardige bosdwergen die in het woud leven. Nog voordat hij haar meer kan vragen is ze verdwenen, en is hij genoodzaakt zijn tocht verder te zetten. Voor Johan wordt het een drukke dag, want al gauw ontmoet hij ook nog enkele mensen uit de stad die offers brengen aan de goede woudfee Awura, en zij blijkt ook de verschijning te zijn die Johan eerder ontmoette. Ook de Rifka's worden kort toegelicht. Na deze aanvullende informatie over de plaatselijke flora en fauna komt plots een groot aantal ruiters aanrijden; De Scharlaken Brigade. Deze beschermers van vrede en rechtvaardigheid van de streek tonen meteen hun moed en kunde als een onvoorzichtig jongetje zich voor de aanstormende paarden begeeft. Ook de woudfee Awura draagt bij tot een goede afloop. Na deze introductie van de hoofdrolspelers gaat Johan op zoek naar onderdak in de stad. Tegenlijkertijd wordt Awura overvallen in het woud door de kwaadaardige Rifka's, maar Johan is niet in de buurt om haar te helpen. Eenmaal in de stad ontmoeten we de overige karakters: provoost Gillian, vertegenwoordiger van het koninklijk gezag, met zijn gevangene Drjen, een gevaarlijke hoofdman van de plaatselijke roversbende. Ook York en Muulsh, de twee alchemisten die we eerder zagen zijn weer van de partij.
De Rode Ridder #100: De vervloekte stad. (Standaard Uitgeverij) (1990)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Een woestijn in het nabije oosten. Johan is op weg naar de stad Offir, wanneer hij in de verte een rookwolk opmerkt. Hij gaat op verkenning, wat hij vindt tart alle verbeelding, de restanten van een karavaan, de eigenaars gruwelijk vermoord. In het zand bemerkt hij vreemde afdrukken. Plots hoort hij wapengekletter achter een heuvel, meteen snelt hij de ongelukkigen ter hulp. De restanten van de karavaan worden overvallen door groene wezens. Op een van de wagens zit een jonge vrouw die plots aangevallen wordt door een monster, ze roept een man, Boreas genaamd ter hulp. Boreas weet de aanvaller uit te schakelen, maar reeds doemen nieuwe aanvallers af. Ditmaal is het Johan die voor de benodigde ademruimte zorgt. In allerijl tracht hij de karavaan te organiseren. De overmacht is echter geweldig. Als bij wonder komt het garnizoen van de stad Offir ter hulp. De monsters, ook wel Bergduivels genoemd slaan op de vlucht. Booras stelt zichzelf en de jonge vrouw, zijn danseres, Ithys voor. Ook de kapitein van de garde stelt zich voor, zijn naam is Azuur. Het gezelschap gaat verder op weg naar de stad Offer. Onderweg vraagt Booras Ohaën om zijn lijfwacht te worden. Ohaën voelt aan dat Booras een bekende is en dat hij hem kan vertrouwen. Hij neemt het voorstel dan ook aan.