Ik zal het morgen eens proberen was het antwoord op het gisteren aangereikte :
"haast je, maar doe het langzaam
De slow motion knop heb ik vandaag dus aangezet,
Gestart in alle rust.
Kom ik te laat? Dan is het zo.
Krijg ik het werk niet rond? Morgen komt ook vanzelf.
Alles gewoon zn gangetje laten gaan.
Geen gemor, geen gezaag vandaag, van niemand (tot nu toe )...
Een reuzen-groter-dan-mezelf-bos-bloemen valt me te beurt,
nog vóór de middag, zomaar
Geschonken door twee blauwe ogen, verpakt met zon en glimlach,
genietend van de bloemenpracht en van de lach op mijn gezicht.
t Voelt goed te weten,
dat iemand weet hoe je je voelt,
en wat je voelt,
de leemtes vult in stilte,
je toont wat je betekent ... dát je betekent
Er zijn niet altijd woorden nodig.
Rusteloze nacht
enge dromen,
onderbroken,
de jongste kon niet slapen.
Opstaan 5.30u,
nog 3x deze week,
muisstil,
koffie zetten,
douchen,
haren wassen,
niet te stuiten,
gestarte lopende band.
Meisjes wekken,
de slaap nog in hun ogen,
richting badkamer,
gerust laten
is de stille boodschap.
Fruitsap persen en
dan zijn ze er,
fris gewassen vrolijk.
Eten,
afruimen,
tanden poetsen,
schoenen aan.
Iets voor 7u,
deur dicht
en vertrekken.
Gekakel zonder eind,
vaag naast en achter me.
Ik tracht
de prikkels in mijn hoofd
te onderdrukken,
to dos te scheiden van can wait.
Zoeeeeef !
Een flits langsheen de wagen.
Geschrokken stilte algemeen.
Een moto
nog sneller dan de flitsen in mn
onstopbaar, gevaarlijk acrobatische
brain jumps.
Kinderen afzetten,
goeiemorgen wensen
en tot straks!
Even, heel even,
verzachtend beeld
van spoorweg in de ochtendzon,
de sfeer van warme wandeldagen.
7.50u. Bestemming bereikt.
De rit stopt niet,
van A tot Z, van Z tot A.
Een onbestemd gevoel,
spieren en pezen,
gespannen als een boog.
Rush doorheen mn ganse zijn,
middelpuntvliedend,
middelpuntzoekend.
Gierende motor gedreven
door adrenalinekracht.
Zelfs bank en groen en water
ze temperen niet.
Het voelt als stilte voor de storm.
Waar is de storm?
Waar is de stilte?
De dag lijkt pas begonnen,
er is geen houden aan.
Ze
had haar meisjes na een week, weer bij hun papa afgezet.
Ditmaal was het met goed
gevoel, ondanks het feit dat ze hen deze week, haar week, weinig had kunnen
zien. Ze had immers een ganse week gewerkt, terwijl haar lieverds logeerden
bij hun Papy en Mamy, haar ouders.
Tweemaal was ze er gaan
avondeten en allen samen hadden ze gegrapt, gelachen en ontzettend veel
plezier gehad. Ze had genoten van die
tijd, gevuld met warme kwaliteit. En telkens weer ontdekte
ze, neen, voelde ze hoe inniger de band werd met haar jonge dochters. Het gaf haar warmte in
haar hart, t gevoel dat ze goed bezig was.
Op haar eenvoudige
manier, zonder te moeten, heel ongedwongen, vanuit haar liefde, trachtte
ze hen de echte waarden in het leven, te laten ontdekken. En ze kon vaststellen,
met eigen ogen, vanuit haar buikgevoel, hoezeer haar uiterst bijzondere meisjes zich, ondanks de
papa-mama scheiding, ontpopten tot mooie, vrolijke, levendige, liefhebbende
vlinders. Het voelde goed .
Uitblinkend in onzichtbaarheid,
in stilte meegenieten,
van 't veranderend panorama,
het kijken met jouw ogen,
naar volle kleurenpracht,
het ruiken met jouw neus
aromas van het zuiden,
het luisteren met jouw oren,
naar dag- en nachtgeluiden,
het ontembare voelen...
spijts afstand en gemis,
van zwoele, warme kracht,
uniek verbonden zijn.
Terwijl de vroege ochtendzon
voorzichtig haar vertrouwde armen opent
en haar nog ontwakende warmte
laat glijden over de wondere wereld
van zoveel mooie, kleine dingen,
ontstaat in mij een enorme rust.
Hier, op het terras,
groeit het besef,
hoeveel geluk ik heb
om beland te zijn
waar ik moet zijn,
na een jarenlange,
bijna eindeloze,
diepe winterslaap.
In je soms bezorgde ogen,
zie ik een stralende zon,
In je pretlichtjes, de glans
van glinsterende sterrenstof,
In je lach, een frisse,
kinderlijke vrolijkheid.
Met mijn hand in de jouwe,
voel ik een bruisende kracht,
die me op het juiste moment,
de nodige energie geeft,
om te ademen.
Elke beweging die je maakt,
snel of voorzichtig,
neem ik in me op,
om nooit meer te vergeten.
Met je armen om me heen,
voel ik me klein, geborgen
tegen de grote boze wereld.
Je stem geeft me
een warm gevoel van rust
wanneer ik het even niet zie zitten,
Je woorden stellen me gerust,
ze vertellen me de inhoud,
van je denken en zijn,
Wat komt, komt,
wat niet komt, komt niet...
Je geeft zonder te vragen,
zonder te verwachten,
begrip en respect,
liefde...
Graag ben ik
je zon,
je sterrenstof,
je vrolijkheid,
je energie en je zuurstof,
je veilige haven van thuiskomen,
je warme gevoel van rust,
je geruststellend woord.
Wat komt, komt,
wat niet komt, komt niet ...
Ik vraag niets,
ik verwacht niets,
ik geef je,
begrip en respect,
liefde ...
Het gaat niet om "geven" en "nemen",
het gaat om "geven" en "geven,
"aanvaarden" en "aanvaarden",
De synchronisatie,
samen op hetzelfde pad,
de juiste balans,
dezelfde golflengte ....