Ze
had haar meisjes na een week, weer bij hun papa afgezet.
Ditmaal was het met goed
gevoel, ondanks het feit dat ze hen deze week, haar week, weinig had kunnen
zien. Ze had immers een ganse week gewerkt, terwijl haar lieverds logeerden
bij hun Papy en Mamy, haar ouders.
Tweemaal was ze er gaan
avondeten en allen samen hadden ze gegrapt, gelachen en ontzettend veel
plezier gehad.
Ze had genoten van die
tijd, gevuld met warme kwaliteit.
En telkens weer ontdekte
ze, neen, voelde ze hoe inniger de band werd met haar jonge dochters.
Het gaf haar warmte in
haar hart, t gevoel dat ze goed bezig was.
Op haar eenvoudige
manier, zonder te moeten, heel ongedwongen, vanuit haar liefde, trachtte
ze hen de echte waarden in het leven, te laten ontdekken.
En ze kon vaststellen,
met eigen ogen, vanuit haar buikgevoel, hoezeer haar uiterst bijzondere meisjes zich, ondanks de
papa-mama scheiding, ontpopten tot mooie, vrolijke, levendige, liefhebbende
vlinders.
Het voelde goed
.