Het doel heiligt de middelen', maar zo eenvoudig is het ook weer niet.
Wie denkt de waarheid te verkondigen toont zichzelf, blijft zichzelf, met of zonder bestuurlijke inspraak.
Er bestaat geen verzekeringspolis tegen ongevraagde nachtrustverstoring en wie van ons kent een 'aangename snurker'?
Een voorzitter sluit 'huwelijken' zich stilzwijgend bewust van de aanwezigheid van consonanten en dissonanten. (Spanning en ontspanning)
Hij/zij creeërt spreekwoordelijk een tweede zuil, afstandelijk van de eerste, om samen één schoonheid te tornen.
M.a.w., hoe meer mensen men verenigt, hoe groter de kans op ontsporing.
Een voorzitter is een mére: Burgemeester en moeder tezelfdertijd.
Twee luisterende oren hebben meer zegkracht dan die éne, sterkste spier van ons menselijk lichaam. (Tongspier)
Een voorzitter zou kunnen beschikken over een macro-bestendig doorgeefluik, maar de disgenoten zijn soms karig aanwezig op gevaar af dat er zich, na verloop van tijd, een micro-bestendig klimaat ontwikkelt en.... als 'wrevelig' overkomt. (Het d.b.)
En toch hoort bij het voorzitterschap een be-koor-lijke taak.
Dit zou nogal spijtig zijn mocht dit over het hoofd gezien worden.
Een eigen kandidatuur is nog geen bevestiging van het te worden.
Men wordt gekozen onder de bestuursleden.
Een erkenning naast een virtuele infectie.
Een uitdaging het welke je niet wil ontwijken en ...'een Abba' laat zijn kinderen niet in de steek.
Een brede rug, misschien geballast door psycho-humane bezorgdheid moet plaats vrijhouden.
Maar aan de voordeurklink hangt steeds het label: A.U.B., stoor me.
(Een koorlid dat omwille van stemkleur uitgesloten wordt maar..... anderzijds mag hij/zij de 'honneurs' ontvangen.)
Hij/zij staat soms met zijn/haar rug tegen de muur.
Maar...de achterzijde van een oud altaar bezit vaak een zeer constructieve opbouw en staat, gelukkig, ook met de 'rug' tegen de muur.
De voorkant parelt bijbelse 'legenden' uit enz.
De moderne mens vraagt om een totaliteitsbeeld en ....nieuwsgierigheid is soms de voorbode van ontgoocheling.
Voor een voorzitter zijn meningsverschillen een rijke bron van informatie.
Zij onthullen, binnen en naast geprogrammeerde samenkomsten, het 'perpetuum mobile', het steeds opnieuw...
De bestuursleden kielen in het vaarzog van hun positionele voorzitter ter bevestiging van hun bestuursaanvaarding.
Een voorzitter verdraagt resistensieële inbreng.
Kritische beschouwingen van medebewoners.
Het siert de goed bedoelde lakei-achtige inbreng van koorleden en zijn meestal van voorgaande aard.
Een voorzitter filtert dit.
De natuurkundige Galileo stond alleen met zijn theorie maar had het bij het rechte eind.
Dit alles en nog wat...is een uitdagende opdracht voor eender welk 'president'.
Een voorzitter 'moet' 'dirigeren' naar zijn bestuursleden toe.
Ook koorleden moeten onrechtstreeks betrokken worden, het geeft hen op zichzelf een gevoel van medeverantwoordelijkheid soms gekruid en gekruist met persoonlijk, bescheiden opstandigheid als gevolg van bezorgde openhartigheid.
Dat hoort zo.
Een voorzitter tref soms een ondankbare taak, met geblindeerde status en staande midden en tussen het volk.
Mede-participant van artistieke denkbare pistes, dilettante muzische onverstoorbaarheid en dankbaar tafelgenoot.
Een voorzitter op weg naar die geheimvolle 'materie, (koorzang) met een bewegwijzering van enthousiaste mensen in de wetenschap dat kunst steeds onbereikbaar blijft.
Mijn literaire bescheidenheid vertelt of overtuigt mij niet, na lezing genomen te hebben van o.a. theologen, humanisten,filosofen....maar juist de zoekende mens is misschien een model van het 'Christelijk onderweg zijn'!
Kardinaal Daneels zei ooit:
"Geen enkel priester of religieus kent het ware verhaal maar voor mij betekent geloof mijn enige liefde".
Prof.Schillebeeckx schreef: Ik kan geen zinnig woord zeggen over het hiernamaals maar...het is er!
In december 1979 is ook de levensdraad van Kamiel doorgeknipt.
Leonie vond hem op een namiddag, levenloos in zijn geëigende zetel en ... net alsof hij ingeslapen was en zich voorbereid had op een lange reis.
Op zijn schoot lag het rode schriftje van zijn vrouw Dora en op de grond, een schrijfpen.
Leonie vervolgde haar levenswandel in dezelfde trant als waarmee zij Kamiel jarenlang vergezeld had: gedienstig, vriendelijk, voor elkeen een goed woordje en als er een hemel bestaat, zal zij er niet in maar...los-door gevlogen zijn.
Zij overleed op 7 juli 1991 in een waas verzorgingstehuis, bijgestaan door de beste verpleging.
Karel is, kort na het overlijden van zijn Vader, in een diep dal gesukkeld.
De onmogelijke samenleving met Iréne, de vroege dood van zijn Moeder, het overlijden van zijn broer Emiel en zusje Veerleke.
Karel had het zichzelf wel anders voorgesteld.
Een depressief syndroom was het gevolg van dit alles hetgeen door Iréne met onverschilligheid werd gevolgd en bovendien, in het dorp en in quasi alle tonaliteiten, verkondigde zij dan wél, welke een 'sleure' van een vrouw zij wel was om met zo'n zieke man 'opgescheept' te zitten.
Eind 1980 zijn beiden, na heel wat herrie, gescheiden.
Iréne eiste de woning van Kamiel op (Karel had de woning geërfd) en ook; zij verdedigde zich met: "Da's toch maar normaal.... hij is 't afgebold".
Karel woont momenteel in Beveren en is de trotse vader van twee stiefdochters.
En steeds moet ik terugdenken aan de schriftuur van Dora, hetgeen zij meer dan zestig jaar geleden neerschreef en...aan de woorden die Kamiel, in hetzelfde schriftje eraan toevoegde:
Ik herkende flarden van deze tekst maar kon hem niet thuis brengen.
Later is het me duidelijk geworden; de tekst hing, ingekaderd, aan de muur in de keuken, maar had daar, als kind weinig belangstelling voor.
Onmiddellijk nadat ik deze laatste regel gelezen had vervolgde Kamiel zelf met het slot van het gedicht alsof het dagdagelijks in zijn hoofd circuleerde:
'k Had graag nog wat bezielt,
en..., wat je ooit hebt gezegd,
weet dat ik altijd van je hield,
ook al heb ik mij nu neergelegd
Terwijl hij dit zei, zag ik dat zijn ogen lichtelijk traanden.
Op datzelfde moment kwam Leonie binnen gewandeld en zag onmiddellijk dat Kamiel geëmotioneerd was.
Haar houding verraadde dat zij dit meermaals moet meegemaakt hebben en zette zich naast Kamiel neer op een met riet gebiesde stoel.
Ik merkte aan het gezicht van Kamiel een zekere menselijke, begrijpbare opstandigheid.
Ook Leonie had dit opgemerkt en legde haar hand op de schouder van Kamiel.
Er ontstond een moment van stilte...eigenlijk.... een welgekomen stilte.
In de week die daarop volgde, evalueerde ik datgene wat Kamiel mij zoveel jaren geleden allemaal vertelt had en voornamelijk, zijn vaderlijke glimlach, telkens toen Emiel 'won' bij het 'laveuren'.
"Ik wist niet, Kamiel, dat jullie een dochtertje hebben gehad.." zei ik ietwat schromelijk.
Na enige aarzeling antwoordde Kamiel:
"Op mijn leeftijd kun je niet meer 'schreien' maar mijn hart weent nog steeds wanneer ik aan dat alles terugdenk.
Een ouder die zijn kind overleefd, heeft voor de rest van zijn leven een soort schuldgevoel (Veerleken overleed enkele dagen na haar geboorte, 1940)
en.... nog groter was mijn verdriet bij het verlies van ons Dora......enkele jaren geleden.
Ik moest haar in haar moederverdriet ondersteunen en zelf had ik soms de kracht niet meer om het allemaal te verwerken.
Eigenlijk heeft onze'n Karel, in die periode ons recht gehouden zonder dat dat ventje het zelf maar kon beseffen.
Een jaar later is onze'n Miel geboren,... in het begin van den oorlog. Werkloosheid....rantsoenering ...en bovendien...., ons Mielken was een mongooltje dàt heeft ons Dora niet meer kunnen verwerken....zij is ziek geworden...ongeneeslijk ziek.
Enkele dagen voor haar overlijden schreef zij in dat boekje een tekst waar zij wellicht maanden in gedachten aan gewerkt had want zij schreef het in één 'ruk' uit....lees dat ook maar eens voor...."
Pas als de bladeren zijn gevallen zie je het vogelnest.
En de dagen 'vluchten' weg...voel jij dat ook zo? (Dat de tijd zo vlug gaat?)
Toen Kamiel 8O jaar 'oud' werd ben ik hem eens gaan opzoeken in nog steeds dezelfde woning in de stadionstraat maar deze keer ging ik ook langs het zijpoortje en overmeesterde mij een herinnering aan een nostalgisch verleden het welke nooit ver weg is geweest.
De twee schilderijen (stillevens) hingen nog steeds op dezelfde plaats in zijn leefruimte en het bescheiden meubilair begon toch tekenen van ouderdom te vertonen.
Ik vond dat Hij niet zo érg verouderd was en....: " 't Hospice is veur ou mans'n" zei hij vaak.
"Ha, de'n Tony,... komt gij mij eens goedendag zeggen?"
Ik nam plaats op een rieten stoel die ik nog herkende uit mijn speeltijd met Emiel.
En Kamiel vertelde...vertelde over dat nooit terug komende verleden en mijn vriendschappelijk contact met Emiel.
Emiel was op 28 jarige leeftijd overleden (1969) en verbleef tot zijn dood, thuis bij zijn Vader.
"Wilt ge die schuif eens open trekken en neemt die'n rode boek er eens uit".
Ik nam het schrift met opvallend, op de keerzijde, de rekentafels van tien erop vermeld.
"Zoek eens de tekst wat ons Dora ooit geschreven heeft
vlak na het overlijden van ons Veerleken".
De eerste pagina's waren ingevuld met rekeningen van de kruidenierswinkel (Martha Potters) maar ik vond vlug datgene wat Kamiel bedoelde; de tekst van de hand van Dora bij het verlies van hun kind en daarop volgend een tekst die zij geschreven had in haar laatste levensdagen.
Het was de tijd dat zwaluwen 'gierden' over de Hellestraat-baan,met een virtuoze snelheid waarvan je zelf duizelig werd.
Dat zie je nu niet meer.
Of nestelden zich in de hanebalken van het huis Tack en zoveel andere 'woonplaatsen'.
De 'by-pas' tussen Hellestraat en Stekene- centrum lag toch nog 'iets' dichter dan tussen Stekene-centrum, over het 'gelaag', naar een volgende gemeente.
Namen noemen ...daarmee zou ik weeral een 'kemel' schieten en zwaluwen kennen, wonderwél hoogtes en laagtes....!
Vervolg grensverhaal.
Bijna dagelijks 'slefferde' (open schoeisel met zware hiel) Iréne doorheen het smalle gangetje naast de woning van Kamiel, om te luisteren (enfin, ja....) of er geen dorpsnieuws te rapen viel.
Maar veel méér nog....om te controleren of Leonie, de weduwe van Prudent Van N.,
niet al te veel bij hem kwam buurten.
Het was algemeen geweten dat Kamiel er warmpjes inzat en het zou een regelrechte ramp zijn mocht zo'n erfenis, hoe klein ook, aan Leonie zou geschonken worden.
"En Emiel....die zou toch niet kunnen genieten van het financieel erfdeel vermits hij 'gehandicapt' was en nog minder...het niet zou kunnen beheren.......," had zij zich eens laten ontvallen.
Nadien heb ik vaak gedacht dat dàt haar leven was.
Hazen op het geld alhoewel zij zelf geen kinderen had.
Kamiel was zich van dit alles wel bewust en liet haar betijen.... evenals haar man Karel, die niet zou moeten riskeren in opstand te komen tegenover haar 'gedrag'.
Nee, Iréne was nu niet het model van onderdanigheid, dat hoorde je zelfs aan haar onaangename hoge spreektoon.
Om toch in de gunst te blijven van geburen en ....haar bezorgdheid om Kamiel uit te spreiden, schrobde zij, elke week, het 'plancier'...,droeg zij geregeld een volle wasmande 'vuil' goed buiten (waarvan ik vermoed dat er ook eigen 'was' bij zat) ... liet het dagen staan in de keuken van Kamiel zodanig dat ook Leonie en eventueel anderen dit zouden opmerken.
Haar transparante ijverzucht moest steeds gezien worden!
Haar kat was haar karakteriële uitlaat: ...."mee wa veur vuile poêten komde gij weer bin'n, allé, maekt da ge Godv...buiten zijt".
Deze en vele andere uitspattingen waren heel vaak voor Karel bedoeld wanneer deze 'sukkelaar' nog maar in de buurt was en wist wat hem onrechtstreeks 'bevolen' werd.
Titel: Die Himmel Rühmen.Van Beethoven.(1770-1827.)
Ikzelf had geen broers of zussen zodat ik, tijdens mijn speels-onbezorgde kinderjaren contact zocht met Emiel.
Het ging zelfs zover dat ik dagdagelijks Emiel ging opzoeken in hun bescheiden woning aldaar en ....om de'n 'toer' niet te moeten doen via de 'stouziestraete' (Stadionstraat) had ik een klein gaatje in de 'weire' (haag) gemaakt zodat wij, via de hoving direct contact met elkaar konden vinden.
Als kenwijsje floot ik het toendertijd bekende 'Tom Pyliby' en dra stond Emiel daar.
Hij was in feite geen gemakkelijk jongetje om mee te spelen ....hij moest steeds winnen in gelijk welk spel ....en raar maar waar... ik kon het enkel van hem verdragen.
Soms 'laveurde' (knikkeren) ik moedwillig slecht om hem het plezier van de overwinning te gunnen.
Hij schaterde dit dan uit van vreugde en mijn onkunde werd door hem flink in de verf gezet.
Kamiel had dat verschillende malen, stilzwijgend gade geslagen en knipoogde naar mij wat mijzelf een goed gevoel gaf.
Karel, de oudste zoon van Kamiel, heb ik zelden gezien vermits hij in continu nachtploeg werkte (Beveren) en dus overdag sliep.
'Dan leupt hij nie altij veur m'n voeten en 't brengt nog goe op, euke....' kon je zo aflezen op het gezicht van zijn vrouw Iréne.
Karel ging zeer af en toe zijn Vader bezoeken, maar kreeg als niet zeldzame begeleidingsfactor van Iréne mee:
" En zie da d'ou poêten nie in de kasseisten'n staone hé."
Iréne kon niet zo goed verdragen dat haar 'man' op bezoek ging bij z'n Vader.
Zij academiseerde zichzelf met: 'Ik ben 't slimste 'mans' van guêl de stasiestraote'.
Haar voordeur bleef gesloten en fietsers keken de andere kant op.
Elke zondag staken Emiel en ikzelf, hand in hand, de straat over tot bij Karel.
Hij woonde schuins tegenover Kamiel.
Eigenlijk hadden wij veel meer genoegen om tegen de papegaai van madame Boets, die dicht in de buurt van Karel woonde, enkele niet alledaagse woordjes te roepen.
Hij (papgegaai) zat steeds voor het raam.
Madame Boets was een alleenstaand kranig oudje van eind de tachtig, nog opvallend 'te been' maar was zeer hardhorig.
Zij was, bij mijn weten, de enige in Stekene die een papegaai bezat.
Toch herinner ik mij één uitspraak van Karel dewelke mij is bijgebleven:
"Jongen,... als ge later een vrouw kiest, kiest ze dan met uw oren en niet met uw ogen".
Zijn vrouw, Iréne, herinner ik mij des te meer.
Zij was een ander paar mouwen:...... 'smoorde' gelijk de ketters en kon, als 't moest, twee stenen doen vechten....
Telkens als Karel ook maar iets deed, hetzij in het huis of daarbuiten was dit in de ogen van Iréne verkeerd en vergenoegde zij zichzelf met een resem van ongepaste bemerkingen aan het adres van de arme Karel.
Ook al was ik nog kinderlijk, ik had soms 'compassie' met hem.
Kamiel had die stilzwijgende Vaderlijkheid, wat je als kind moeilijk kunt verteren.
Pas als deze stilte verbroken wordt, (overlijden) ben je getuige van een menselijkheid afscheid dat uw 'kind zijn' in een enorme fase versneld.
Noch de buurt, noch haar broer of zussen vonden de weg naar haar (Iréné) woning.
De deurbel klonk enkel voor 'de getuigen van Jehova.
'Vroeger' was de vrijdag; vlees derven en als je hier niet aan kon voldoen omdat je bijvoorbeeld 'hard labeur' moest leveren, vergaf de priester je dit... (?)
en ieder had (vond) wel een 'reden'.
Wat mij bijgebleven is, deze week (nacht-radioprogramma: Radio Maria)) was de vraag aan een priester:
"Wie kan zonden vergeven?"
"Enkel een priester...." was het antwoord.
Het kostte weeral mijn nachtrust.....!
Met in m'n achterhoofd, de actualiteit van pedofiele 'priesters'.
De goeien oude'n tijd die nooit zal terugkeren....en " Alles is vergankelijk" zei Odivius.
Wijzelf hadden een zeer lange hoving die liep vanaf de polenlaan (nr.6) tot waar vroeger apotheek Laekeman gevestigd was, zodat talrijke andere tuintjes uit de 'staosiestraote' aan onze'n hof grensden.
In één van die huisjes woonde Kamiel, een figuur die zo uit een of andere roman van Cyriel Buysse gestapt kon zijn en hij herinnerde me steeds aan de legendarische toneelakteur Bob Storme. (Boer Coene in 'wij heren van Zichem' naar het verhaal van Ernest Claes.)
Kamiel hield van tuinieren, dat merkte men aan de netheid van zijn tuintje.
Roken of drinken deed hij niet, nochtans was hij een gelovig mens.(?)
Ik herinner mij hem als een grote, struise, grijsende man, halfweg de zestig met steeds een 'kiel' aan.
Een hart vol goedheid maar te bescheiden om het aan iemand te tonen.
Zijn iet-wat strenge gelaatsuitdrukking was een soort masker van een diep-goed mens.
Vanaf het prille voorjaar tot diep in het najaar stond hij elke namiddag, gedurende ongeveer een half uurtje met de armen gekruist over zijn haag geleund, kijkende over de hovingen van Albert De Smedt, 'Jef Tack en de weilanden van wed. Van Hoye alsof hij zijn eigen heden en verleden voor zich zag uitgetekend.
Kamiel zelf had zijn ganse leven op de polenlaan gewoond en..... hij sprak daar niet graag over.
Heel waarschijnlijk overmande hem telkens opnieuw dat heimwee en nostalgische uit een vorig leven.
Pas vele jaren later heb ik zijn stilzwijgendheid begrepen.
Kamiel had twee zonen; Karel, en was getrouwd met Iréne.
Zij woonden schuins tegenover Kamiel.
Zijn tweede zoon noemde Emiel, 18 jaar, die leed aan het Down-syndroom. (Mongolisme)
Kamiel, was sinds 1941 weduwnaar. Zijn echtgenote overleed kort na de geboorte van Emiel en .... Kamiel heeft dat nooit kunnen verwerken.
In die tijd bestonden nog weinig instellingen waar andersvalide kinderen werden opgevangen en..... anderzijds zou Kamiel dat nooit gewild hebben.
Ik ben Tony De Ruysscher, en gebruik soms ook wel de schuilnaam TDR.
Ik ben een man en woon in 9190 Stekene (België) en mijn beroep is gepensioneerd..
Ik ben geboren op 30/06/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Klassieke muziek, religie, moraal-filosofie, en ....mailtjes ontvangen! (Maar ook doorsturen!?).
Wij hebben drie zonen, en twee kleinkinderen.
Tony De Ruysscher is overleden op 28sept 2018 in huiselijke kring.