Zaterdagmorgen kreeg ik nogal vroeg een berichtje van den André. Nogal vroeg voor bibbi dus. Ik had de avond voordien op mijn eentje, Cornetje was bij haar moeder en Copain was er op uit, nog een kroegentochtje gemaakt. Carl tegengekomen in 't ander café en samen zijn verdriet verdronken. En hij had veel verdriet. Zijn lief was lesbisch geworden. Of iets in dien aard. Rond éénen zag hij het al weer een beetje zitten. Unlike me. Ik zag helemaal niets meer. Of toch heel weinig. Mijn eerste werk 's morgens was dan ook een toerke rond mijn tuut lopen. Nie voor de fysiek maar op builencontrole.
Berichtje dus. ' Zijt ge thuis?'
Ik ' Thuis wel'.
Kwartier later was den aannemer daar. 'Vroumke, een Lancia Flaminia Superlegera, kende da? Ik heb het twee keer moeten vragen want nooit van gehoord. 't Is van voor mijn tijd ook. Fier als een gieter toonde hij mij enkele foto's van een aartslelijk ding. Ik hield mijn klep dicht. ' Mag ik hem hier zetten totdat de oude garage weer leeg is, Vroum?' ' We gaan er een nieuwe van maken.' ' Als ge wilt natuurlijk.' Den André is altijd vriendelijk. En hij betaald goed. ' Vaneigens André. Wanneer hebt ge hem?' Ze brengen hem vrijdag mee van de traveau in Frankrijk.
Enkele koetjes, JB-tjes en kalfjes later was den aannemer weg.
Ik heb nog een halfuur naar die foto's zitten kijken. Dat gedrocht werd er niet mooier op.
|