Dinsdag samen met den André de Jap naar een kooienmaker gedaan. En donderdag teruggehaald. Die mens heeft alles mooi geplooid en uitgelegd hoe we te werk moeten gaan. Sympathieke gast. Ze waren daar aan een aantal oude bakken bezig. Da historiekgedoe valt blijkbaar in de smaak. En niet alleen bij oude knekers zoals de baas en den aannemer. We hebben daar machientjes gezien die waarschijnlijk het tiendubbele van de onze kosten. 'Maak je maar geen zorgen, Vroum.' Zei André. 'Ons is het echt voor de leute en ambiance. Er moet toch iemand de laatste zijn.' Voegde hij er lachend aan toe. Laatste! En de joke off the café worden. Dat èm maar oplet of hij mag zelf aan zijn kar werken. Laatste! No way.
Intussen in de garage enkele klotejobs moeten doen. De nieuwe camionetten van't fabriek vallen de één na de ander in panne. Ze kunnen opeens niet sneller dan zestig en er heeft één daardoor al een ongeval gehad. De aankoper van hen is al in't bureau geweest en de bazin moest haar beste beentje, letterlijk, voorzetten om hem gekalmeerd te krijgen. Gelukkig voor haar is het vlees zwak. Voor de bazen ja, maar niet voor mij. Ik moet van alle vijftig het onderdeel vervangen. Na de werkuren van die gasten. Alle dagen tot twee in de nacht samen met Pindar zitten klooien om er twee gedaan te krijgen. Da's vijfentwintig dagen als ik goe kan tellen. Mijn drinkgeld van gistermorgen maakte veel goed.
Gisteravond met Brigit naar een etentje van een motocrosser geweest. 't Was gene vetten. Ik kende er niemand en 't eten was koud. En de vader van die gast draaide een beetje te veel rond mijn cornet met twee bollen. Zij genoot wel van de belangstelling. We zijn niet lang gebleven.
|