Verleden week een paar uur aan de Jap gewerkt. Alles netjes beginnen demonteren en kuisen. Dan een nummer opplakken en in de rekken leggen. 't Is gelijk ik een klein kind ben. Maar ja, den aannemer heeft me alles uitgelegd en ik begrijp het. We moeten hem weer kunnen opbouwen zonder moeren en bouten te veel te hebben. En we gaan er niets van weervinden op het locale autokerkhof.
Toen ik woensdagnamiddag net begonnen was kwam de zoetgevooisde me halen om een depanageke te doen. De baas van de supermarkt op de hoek was in panne gevallen. Niet ver van de afrit van Erpe Mere. Toen ik aan de garage kwam stond onze mooiste vervangwagen al op de camion en had 't bazinneke al het adres op de Gps gezet. Toen ik er bijna was zag ik zijn tuut al staan. In panne, mijn kloten. Rechts met zijn tote tegen iets geknald, ja! Een paar honderd meter verder was het in een café dat hij aan't wachten was. Toen ik binnenstapte moest ik toch even slikken. Zat mijnheer niet aan de serveuse van het stamcafé van den aannemer en al de andere dikke nekken te frunniken zeker. Beiden verschoten volgens mij nog meer dan ik. Ik kan me al inbeelden hoe hij afgeleid zal geweest zijn. Hare kop zal wat laag gezeten hebben. Toen we van auto gewisseld hadden stopte de suppermarktbaas 100 euro in mijn pollekes en drukte zijn wijsvinger tegen zijn lippen. ' Weet je wat Vroem, kom vrijdagavond maar eens naar't café. We gaan iets drinken en ik ga iets meebrengen. Ge moogt toch ne goeie steak hé? De week was nog maar halverwege en ik was al binnen.
|