Als atheïst voel ik me in deze periode vaak een tikkeltje hypocriet, maar ach, wat zou het, soms mag je gewoon niet al te diep over de dingen gaan nadenken en moet je simpelweg genieten van de mooie dingen van het leven, ongeacht of er nu wel of niet een messias geboren is al die jaren geleden. De kleine dingen tellen en een dag waarop je extra veel aandacht hebt voor je familie en vrienden kan niet slecht zijn. Ik wens iedereen die wel eens op deze pagina's verzeild raakt een heleboel geluk en fijne momenten toe in het nieuwe jaar x
Na jaren van constante introspectie blijk ik mezelf toch niet zo goed te kennen als ik dacht. Ik beschouwde mezelf altijd als iemand die niet echt problemen had met alleen zijn. Maar na enkele dagen complete afzondering begin ik toch langzaam te breken. Ik staar uit het raam tot ik sneeuwblind ben zodat ik niet in elke hoek monsters zie zitten. Mijn dromen zijn angstaanjagender dan ooit. Tja mijn eigen schuld natuurlijk. Ik vraag me af of er nog mensen zijn die dat doen? Zichzelf opzettelijk bang maken? Ik doe het al sinds sinds ik klein was. Een spelletje ofzo, ik weet niet precies waarom. Misschien leid ik mezelf gewoon graag af. Opzettelijk maar eigelijk ook onbewust...
Ik had het nooit gedacht, maar ik begin de middelbare school te missen. En dan zeker de examens, want, geloof het of niet, ik vond de kerstexamens altijd een erg gezellige periode. Halve dagen naar school om proeven af te leggen waarvan ik wist dat ik er zonder al te veel kleerscheuren zou doorkomen (op een paar exacte wetenschappen na) en daarna twee weken zalige rust en een fijn kerstfeest met de familie. En nu? Tja nu ga ik naar de universiteit en bij de gedachte aan de naderende blokperiode en de examens die erop volgen zou ik het liefst van al ergens in een donker jazzhol met mijn hoofd op de bar gaan liggen. Een mistroostige muzikant speelt mondharmonica en voor me staat en glas goedkope whisky... Of is dat te dramatisch? Ok, misschien is het wel waar en ben ik echt zo iemand die opgeeft voor ze ook maar een poging heeft ondernomen, een echte defaitist, maar, examens of niet, zo'n tafereel heeft me altijd wel aangesproken. Het klinkt misschien vreemd, maar alleen al de gedachte om in zo'n café te zijn, niemand die op me let, iedereen bemoeit zich met z'n eigen misère, nou die gedachte brengt een warme glimlach op mijn gezicht. Om het helemaal af te maken zou er dan nog een overvolle asbak naast mijn glas moeten staan (en een pakje 'Red Apples', zoals in de Tarantino films) maar gezien ik niet rook en al evenmin een grote fan ben van whisky (zeker goedkope) zou het allemaal nogal nep zijn, nietwaar? Zucht... al goed, al goed, ik kruip wel weer achter mijn boeken (enfin 'weer')...
Ik heb verscheidene pogingen tot poëzie gedaan. Ik ben er gewoon niet goed in. Ik wil de mensen niet vervelen met geforceerde woordspelletjes. Schrijven ligt me, dat weet ik, dat voel ik elke keer als ik mijn pen vastneem. Structureel gesproken. Ik KAN het. Maar tot mijn grote frustratie wil het me maar niet lukken om een interessant onderwerp uit mijn hersenen te wringen. Een interessante invalshoek. AARGGHH
Bon. Daar ga ik dus proberen verandering in te brengen. Ik zoek het even uit, heb geduld met me, ik doe mijn best!
Daar uw nachtelijk gefluister de zachte lagen van mijn onbewust-zijn slinks wist te doordringen, liep gij urenlang met zachte tred door de beelden van mijn REM-slaap
gij bevocht daar de windmolens die ik jarenlang zorgvuldig had opgebouwd en waarvan gij steeds weer zei dat ze meer kwaad deden dan goed
maar hetzelfde kan gezegd worden van mijn afhankelijkheid van u.
De trein heeft vertraging dus ik, Puck, uw nederige verteller, zit in een koud station (muts stevig op het hoofd en de altijd koude oorlelletjes zorgvuldig bedekt), te dagdromen. Old school van me he? Waarover? Ah, waar elk meisje wel eens over fantaseert: ballet. In gedachten voer ik een complexe choreografie nagenoeg perfect uit. Ik ben een gedreven, gepassioneerde prima ballerina met een zwak voor hardrock. Is dat geen pittige combinatie? Eén, twéé, drie en plié begeleid door een smakelijke riff op elektrische gitaar! Ik heb het trouwens ooit wel echt geprobeerd hoor! Toen ik een jaar of vijf was. Elke woensdag mocht ik mijn pràchtige roze tutu en dito schoentjes aantrekken en naar de les van juf Mia. Jammer genoeg ben ik er niet echt voor in de wieg gelegd. Eerlijk gezegd, soms heb ik het gevoel dat ik een verre verwant ben van Guust Flater, 'k durf wedden dat er geen enkele les voorbij ging dat ik niet struikelde of botste. Een keer ben ik zelfs recht op m'n snufferd gevallen. Daar heb ik nog een enorme witte vlek op mijn voorste tand aan over gehouden. Een souvenirtje. Dus om ooit echt een superbe pirouette - een pirouette tout court - uit te voeren zit er niet echt in vrees ik, maar, nou ja... een meisje mag toch dromen nietwaar?
Misschien niet interessant, maar het moet gezegd worden
Biggetje is naïef, dat ligt nu eenmaal in zijn aard. Onvoorwaardelijk houdt hij van mensen die hij amper kent. Behulpzaam zonder meer. Hij verdient het niet om telkens misbruikt te worden. Mijn hart bloedt telkens ik de teleurstelling in zijn grote, bruine ogen zie. Maar soms wordt ik er ook boos van. Dan roep ik tegen hem; "Laat verdomme toch niet zo met je sollen, Biggetje!" Het zou niet mogen, maar ik hou zoveel van hem dat ik er regelrecht gemeen van word. Ik wil hem beschermen, want zoveel pijn in zo'n aardig persoon is gewoon doodzonde.
Er moet iets gedaan worden. Er moet iets gedaan worden want in de herfst wordt Puck altijd onrustig, met trappelende voeten en wringende handen vol ongeduld. De wind waait en dan moet er druk gerend worden, dan moet er twijfel zijn en hartkloppingen en gloeiende wangen. Regenbuien en roze gummilaarzen aantrekken en doorweekt naar huis gaan. Huilbuien, schaterlachen, zingen, zwijgen, denken, dromen, verliefd zijn. Het verval is het begin.
Ik zou het erg fijn vinden als ik de godganse dag in dat speciale sfeertje zou kunnen vertoeven, mijn, mijn... mijn 'blogsfeertje'. Schrijftrance. Zoiets. Want dan gaat alles automatisch en dat is oneindig veel makkelijker en veiliger dan de grote, boze buitenwereld. Maar ik denk dat ik zoiets wel vaker heb gezegd, niet?
Ok, ok ik begin wel even opnieuw want ik zit maar weer wat te raaskallen. Het komt erop neer dat de momenten waarop ik niet uitgebreid zit te fantaseren (zulke momenten zijn nooit lang genoeg), ik zit te 'wat als-en'. En dat is erg vermoeiend. Ik lig tot half vier 's ochtends te piekeren. Ik kan niet perfect zijn en dat vreet aan me tot in de vroege uurtjes, jawel! Stomme, stomme, stomme Zoë.
Ik vind het behoorlijk jammer, en ook best wel gênant om toe te geven, dat ik, iemand die toch wel enig belang hecht aan esthetiek, een bijzonder lelijk handschrift heb. Ja het is vaak zelfs zo erg dat ik mijn eigen gekrabbel niet meer kan ontcijferen. Zo heb ik hier een tiental schriftjes vol met (pogingen tot) poëzie en bedenkingen die ik graag op mijn blog zou willen plaatsen, maar de duivel mag me halen als ik begrijp wat ik wou zeggen! Afgelopen nacht zat ik met het schaamrood op de wangen mijn notities te doorbladeren. Met zulke hanepoten doe ik de woorden waarover ik zo lang heb gepiekerd een heus onrecht aan! Natuurlijk, in theorie zou ik alles gewoon meteen op de computer kunnen intikken, maar dan gaat er voor mij een stuk authenticiteit verloren. Dat, en het feit dat ik een natuurlijke afkeer heb van technologie, maakt dat ik, ondanks mijn doktersgeschrift, nog steeds meer neig naar pen en papier. Van een ding blijf ik anders wel spijt hebben; ik zal nooit kunnen meedoen aan het Groot Dictee Der Nederlandse Taal, wat zou de jury wel niet van me denken!
... dan zou je eens wat zien! Ohja! Als ik wat te vertellen had, dan stond hier al meteen een captatio benevolentiae, zo een waarvan je zegt "Nou, dit lijkt me wel de moeite! Gauw verderlezen." Ik verzeker je, ik zou ogenblikkelijk je onverdeelde aandacht hebben. Dan zou ik verdergaan met een vloeiende uiteenzetting van hetgeen ik kwijt zou willen, doorspekt met een onweerstaanbaar gevoel voor humor en met een niet te stuiten overtuigingskracht. Een tekst zo degelijk als een mahoniehouten garderobe, geheel volgens de regels van de kunst, zou mijn nederige weblog sieren. Wanneer mijn punt dan gemaakt zou zijn, zou er een bondige samenvatting volgen met een afsluiter om u tegen te zeggen! Het zou zo mooi zijn allemaal, als ik maar wat te vertellen had...
Sinds vandaag officieel een studente aan de K.U. Leuven, na maanden van twijfelen, bang zijn, me afvragen of ik wel goed genoeg ben, of ik er wel zal thuishoren enzovoort. Maar toch stond ik er daarstraks, in die indrukwekkende universiteitshal! Weliswaar met klamme handen... en dat ellendige stemmetje in mijn hoofd dat maar aan één stuk bleef tetteren: "Zeker weten dat ik hier de enige ben met een TSO diploma. Mijn god ik ben waarschijnlijk nog echt een kind vergeleken met al die anderen hier. Shit. Waar ben ik in godsnaam mee bezig! Ik kan dit niveau vast niet aan, de profs zullen me belachelijk vinden, blabla" Nou zo gaat dat dus altijd, onzekerheid is altijd al de enige zekerheid in mijn leven geweest. Ik heb wel geleerd me er niet door te laten tegenhouden (een beetje toch). Als ik me niet voor deze studierichting had ingeschreven had ik er zeker spijt van gekregen, want ik begin spontaan te watertanden bij het zien van de vakken die ik zal krijgen; kostuum en mode, inleiding tot de beeldanalyse, materialen en technieken van de kunst,... klinkt dat niet geweldig Zoë? Jahaweelll, dus hou op met je als een onnozele trien aan te stellen! Hard werken! Nieuwe mensen leren kennen! Profs imponeren godverdomme! Kijk met dat soort stoere praat haal ik mezelf dan over. Maar wees er maar zeker van dat ik nog heel wat nachtrust op mijn buik mag schrijven eer het zo ver is. Nachten waarin ik onzeker lig te piekeren. Zeker weten.
Over een maand word ik achttien. Ik ben nog jong, en dus totaal ongeschikt voor het schrijven van degelijke literatuur, en met minder neem ik geen genoegen. Eigenlijk heeft het dus geen zin dat ik momenteel de pen ter hand neem, maar soms heerst er in mij het verlangen om orde op zaken te stellen, hetzij fysiek, hetzij emotioneel. Dat laatste kan ik enkel doen door alles op papier even op een rijtje te zetten. Mijn indrukken weer geven, mijn gedachten als een legpuzzel uit te spreiden op de vloer (vergeef mij het cliché), in een poging het geheel te overzien. Kort gezegd: de feiten die ik normaal gezien hardnekkig negeer oprapen en langs alle kanten bekijken. Soms ga ik voor de spiegel staan en kijk ik mezelf recht in de ogen tot ik er doodsbang van word. Het is een gevoel dat ik nauwelijks kan verklaren. Ik wacht tot het koude zweet me uitbreekt en dan ga ik routineus verder. Vaker doe ik het compleet tegenovergestelde; dan maak ik lange wandelingen langs velden en fruitboomgaarden terwijl ik luister naar de muziek op mijn mp3-speler. Ik loop voort in een comateuze toestand die zo diep is dat ik vrees dat ik er op een dag in zal verdwijnen. Ik vrees dat ik zal worden opgeslokt door het moeras, maar tegelijk verlang ik ernaar. De combinatie van twee zulke sterke gevoelens lijkt op bepaalde momenten een te zware last om te torsen. Maar op zulke momenten stel ik orde op zaken, hetzij fysiek, hetzij emotioneel.
Toen ik vanmorgen slaapdronken de badkamer binnen strompelde werd het me zwaar te moede bij het zien van mijn haar. Vanboven was het mooi glanzend omdat ik het gisteren pas gewassen had, onderaan echter was (en is) het een oerwoud van klitten en gespleten punten. Het was zelfs zo erg dat ik een mega-haarknobbel eruit heb moeten knippen, iets wat ik niet meer heb moeten doen sinds ik een jaar of acht was. Enerzijds apprecieerde ik het nostalgische van dit gegeven, anderzijds besefte ik dat het meer dan dringend was om een afspraak te maken met mijn kapster. Zo gezegd zo gedaan, ik sprong (nouja, kroop) op mijn rammelbak van een fiets. Onderweg besefte ik dat dat stukje antiek van me alweer een nieuw soort geluid maakt, naast het rammelen en kraken. Sinds vanmorgen FLUIT mijn fiets zowaar. Het wordt almaar belachelijker, maar goed, al deze 'charmante' geluiden compenseren het gebrek aan een bel. Na een kort ritje stapte ik af bij mijn kapster, die direct een kritische blik op mijn haar richtte, en zei dat ik moest oppassen met het gebruiken van een steiltang. Ik gebruik nooit een steiltang, mijn haar is zo steil als de pruik van cher. Hoe dan ook, we maakten een afspraak en ik zie er nu al tegenop dat het volgende week een stuk korter gaat zijn. Het had eindelijk mijn schouders bereikt, maarja zo kapot is het ook geen zicht. Ik ging niet direct naar huis, ik ben nog een stukje gaan fietsen. Ja opeens begon er een prachtnummer van The Smiths op mijn ipod, hetgeen mij alle zin om naar huis te gaan benam. Ah, het geluk van een omweg nemen. 'There is a light and it never goes out'
Hij lachte om mijn zwarte jas en jurk en ik vroeg of ik mocht lachen om zijn huidskleur. Hij werd kwaad en ik begreep niet waarom, mij leek het beiden even triviaal. Ik vroeg waarom hij de spot mocht drijven met mijn uiterlijk en ik niet met dat van hem. Hij noemde mij een racist, waar ik een beetje gekwetst door was. Ik ging maar weer op weg. Onderweg lachten er nog meer mensen om mijn jas. Een jongen op een fiets schreeuwde iets. Ik denk dat iedereen het een beetje verkeerd interpreteerde. Niemand scheen bij die jas te moeten denken aan Uma Thurman's vertolking van Mia Wallace in Quentin Tarantino's Pulp Fiction. Ik anders wel. Dit gebeurt wel eens. Wanneer ik het het minst verwacht geven mensen me het gevoel alsof ik vijf centimeter groot ben. Ik vraag me af waarom en tegelijkertijd weet ik het wel. Dan treed mijn natuurlijk verdedigingssysteem in werking. Yeats zei dat in dromen de verantwoordelijkheid begint. Hoeveel verantwoordelijkheid kan ik aan? Laat ik een buig- en geen breekpunt hebben.