Hij lachte om mijn zwarte jas en jurk en ik vroeg of ik mocht lachen om zijn huidskleur. Hij werd kwaad en ik begreep niet waarom, mij leek het beiden even triviaal. Ik vroeg waarom hij de spot mocht drijven met mijn uiterlijk en ik niet met dat van hem. Hij noemde mij een racist, waar ik een beetje gekwetst door was. Ik ging maar weer op weg. Onderweg lachten er nog meer mensen om mijn jas. Een jongen op een fiets schreeuwde iets. Ik denk dat iedereen het een beetje verkeerd interpreteerde. Niemand scheen bij die jas te moeten denken aan Uma Thurman's vertolking van Mia Wallace in Quentin Tarantino's Pulp Fiction. Ik anders wel. Dit gebeurt wel eens. Wanneer ik het het minst verwacht geven mensen me het gevoel alsof ik vijf centimeter groot ben. Ik vraag me af waarom en tegelijkertijd weet ik het wel. Dan treed mijn natuurlijk verdedigingssysteem in werking. Yeats zei dat in dromen de verantwoordelijkheid begint. Hoeveel verantwoordelijkheid kan ik aan? Laat ik een buig- en geen breekpunt hebben.