Ik open mijn ogen en eerst is er alleen maar duisternis. Langzaam raken mijn ogen gewend aan het gebrek aan licht. De muren die me omgeven zijn eindeloos en torenen hoog boven me uit. Deze stille wachters zijn de enige getuigen van mijn zoektocht. Ik volg mijn instinct, wat betekent dat ik geen idee heb welk pad ik moet volgen. Links, rechts, links en nog eens links. Het enige dat ik zie zijn steeds dezelfde muren, de muren die zwaar op me leunen en me dreigen te verstikken. Waar is het licht? Waar is de verlossing? En hoe raak ik ooit nog uit het labyrint van mijn gedachten?