We zijn in Beaulon, op het Canal
Latéral à la Loire, we zijn dus op de terugweg.
Deze keer zal het voornamelijk
over ontmoetingen gaan.
20 juli:
We liggen in Génelard, waar we
Guy en Patricia van de Hiram terug zien. Zij zijn al een paar dagen onderweg
met Christian en Sam van de BonÿAir.
Aperitief op de Hiram.
21 juli:
We varen naar Paray le Monial.
Als we toekomen aan de halte fluvial, staat het daar vol met grote tenten. We
verwachten daar een mega rockconcert, maar het blijkt een religieuze
bijeenkomst te zijn. Paray le Monial is namelijk een bedevaartsoord. Aangenaam
stadje, duidelijk berekend op veel volk. Hier vind je wel terrasjes en
restaurantjes bij overvloed. Het is ook voor het eerst dat we een kerk bezoeken
waar we er niet alleen in rondlopen. Overvolle basiliek, vol met zondaars, want
de biecht wordt daar gewoon in een hoekje in de kerk afgenomen door meneer
pastoor.
Het is onze plicht om onze
Franse buren op onze nationale feestdag uit te nodigen op een aperitiefje.
En we krijgen een cadeautje van
een toevallige passant: een Opinel mes (met kurkentrekker)!
22 juli:
We bereiken ons verste punt op
deze reis: DIGOIN. Een paar maand
geleden nooit gedacht dat we hier zouden geraken, de aanhouder wint 😊. Hier blijven we drie nachten.
Normaal gezien gaan we ÿs avonds
eten met onze nieuwe Franse vrienden, maar het restaurant is vol geboekt. Plan
B, iedereen maakt iets klaar en dat eten we allemaal samen op. Gezellige avond,
een multisterren restaurant.
25 juli:
Hoog tijd om huiswaarts te
keren. Maar gisteren zijn we uiteindelijk toch in dat restaurant geraakt. Heel
lekker gegeten en gedronken. En weer krijgen we een cadeau, Christian en Sam
trakteren! Het contrast met onze vorige reis kan niet groter zijn, in Duitsland
hadden we geen contact met de mensen, hier is de gastvrijheid enorm.
Lang geleden dat we nog een
avond alleen doorgebracht hebben, ook lang geleden dat we een typisch Belgisch
weertje gehad hebben. Dit heeft exact één dag geduurd, ideaal om eens de berg
strijk die op mij ligt te wachten te bestrijden.
26 juli:
Weer dubbel bezoek, eentje
verwacht en een ander iets later verwacht.
In Diou komen Stien en Elias op
bezoek, ze hebben een huisje in de buurt gehuurd en komen even gedag zeggen.
Als we aan het aperitieven (what else?) zijn horen we een DAF motor naderen: de
River Boy! Ze zijn naar de Middellandse Zee gevaren en ook op de terugweg naar
Brugge. Het was niet hun bedoeling om deze weg te nemen, maar alle andere
kanalen zijn gesloten. ÿs Avonds zijn Dany en Rita nog aan boord geweest, veel
te vertellen natuurlijk over alle avonturen die zij en wij beleefd hebben.
27 juli:
Hier zitten we dus, in Beaulon,
in de schaduw, want het is weer heet vandaag. In dit dorpje logeren Elias en
Stien, dus hier blijven we twee nachten. Drie sluizen vandaag, de eerste sluis
drie kwartier moeten wachten, de laatste een uur, nog een geluk dat we in
pensioen zijn en zeeën van tijd hebben 😊. De River Boy ligt vandaag langszij. Ze zijn niet gewoon om maar een
kilometer of 12 te varen per dag. Straks komen Stien en Elias nog langs …
kunnen we weer aperitieven 😊😊😊.
Op de morgen van de Franse
Feestdag worden we verrast met verse croissants. Onze Franse buren brengen ze
bij ons aan boord. We worden hier goed verwend!
Het Canal du Centre verbindt de
Saône met de Loire. Vroeger druk bevaren want er waren hier steenkoolmijnen,
steenbakkerijen en metaalfabrieken. Ik vraag mij af of die schippers het idee van de ingenieur
en architect, ene Emile Gauthey naar waarde konden schatten. Hij vond rechte
stukken vaarwater ongelooflijk saai en heeft het ganse kanaal voorzien van
bochten waar ze aan de papierfabriek van Langerbrugge jaloers op zouden zijn.
Het stuk tussen Fragnes en
Saint-Julien-sur-Dheune is heel pittoresk, je vaart er dwars door de heuvels
met hun Bourgogne wijngaarden. Door het bochtrijke (en soms smalle) parcours
heb je wel niet veel tijd om opzij te kijken 😊.
Er zijn verschillende
jachtmensen die maar tot Saint-Julien varen (is trouwens ook de enige plaats
waar je met een iets groter schip kan zwaaien) en dan terug naar de Saône
varen. Ze bezoeken onderweg een wijnkelder en nemen dan een taxi (met de koffer
vol wijn) terug naar boord. En dat gebeurt in stijl, de taxichauffeur rijdt
hier met een Maserati!
Klaar voor een paar anekdotes
uit ons blunderboek?
Blunder 1 een sluisverhaal
(lang geleden hé)
Het eerste deel kunnen we niet
aan doen 😊. We varen altijd heel langzaam
een sluis binnen want dikwijls zijn de sluisdeuren en -muren begroeid met halve
struiken (lichte dichterlijke overdrijving) en is het moeilijk te zien waar het
groen eindigt en de muur begint. Deze keer zitten we met onze kop binnen maar
dan varen we vast, de sluisdeuren zijn niet volledig open! VNF proberen bellen,
maar we hebben geen bereik. Gelukkig is er een trap en kunnen we op de knop aan
de sluis duwen. Snelle Eddie van het VNF kijkt naar ons en dan naar de sluis en
zegt, vaar maar binnen. We antwoorden dat we dat allang zouden gedaan hebben
moesten we niet vastzitten tussen de sluisdeuren. Hij opent ze ietsje verder
(nog steeds niet volledig), maar we tuffen héééééééééééééél langzaam in de
sluis. Te langzaam naar zijn goesting, we liggen nog niet stil of hij bedient
de sluis al, ik leg de lus nog over de drijvende bolder, maar tegen dan zijn we
bijna boven. Dan gaan we ons verhaal halen bij de brave man, hij kijkt ons
spottend aan en zegt net niet dat we het VNF niets kunnen maken. Peter zegt
tegen hem dat dit een triestige reactie is voor een ambassadeur van het VNF. Ik
denk wat zegt hij nu? Blijkt dat de man een t-shirt draagt met die tekst. Hij
zegt dat hij dat shirtje ook maar gekregen heeft. Dat vinden we dan weer
grappig. Enfin, ondertussen is de sluis
open en varen we zonder verdere ongelukken uit. Om dan 500 meter in de volgende
sluis te varen en te ontdekken dat ik mijn meertouw aan de bolder heb laten
hangen!!!
Fiets van boord, Peter alleen
uit de sluis laten vertrekkenen
ondertussen is onze ambassadeur ook aan de sluis gearriveerd. Hij probeert mij
nog een beetje op stang te jagen met te zeggen dat het touw allang onder water
is verdwenen. Maar ik heb blijkbaar goed gereageerd want ik mag aan de
passagierszijde gaan kijken, om te constateren dat ons touw gered is. Ik moet
het zelfs niet meenemen met mijn velooke, hij brengt het aan boord. Als dat
geen ambassadeur van het VNF is 😊.
Blunder 2 een kortje
We vertrekken in
Saint-Julien-sur-Dheune, ik kijk opzij en zie weer iets zwart in mijn ooghoek.
Deze keer geen meertouw, maar onze elektriciteitskabel, we liggen nog aan de walstroom.Ook deze blunder loopt goed af!
Blunder 3 veel en veel korter
Peter trimt zijn baard en
besluit zijn bakkebaarden ook wat in te korten. Een ietsepietsie te kort, er
staat geen opzetstuk op zijn tondeuse en hij heeft een stukje van zijn coupe
kaal geschoren 😊😉.
Ondanks alle blunders vinden we
het hier fantastisch. Zoals hier in Génelard, lekker rustig in een kommetje van
t kanaal, met ons smoeltje in de zon, een glas frisse witte wijn in de hand,
de beelden van de Tour (zonder Woet) op de achtergrond, meer moet dat voor
ons niet zijn! 😊
Beste lezer, geniet alvast van
het verlengd weekend!
COTE DâOR, niet de chocolade maar de streek aan de Saône.
Dag beste lezer,
Neem een koffietje of een tasje
thee, een glaasje wijn of een pintje en zet u
efkes op uw gemak, want nous avons beaucoup à raconter 😊.
We liggen in Fragnes (niet te
gek ver van Chalon sur Saône) op het Canal du Centre, een bijna perfecte
aanligplaats, alleen jammer dat je op de achtergrond het aanhoudende geruis van
de befaamde autoroute du Soleil hoort. Inderdaad beste vakantieganger, we
kunnen jullie horen op weg naar de zon 😊.
Vrijdag was onze laatste dag op
het Canal entre Champagne et Bourgogne. Even overwogen we om er nog een laatste
nacht door te brengen, maar de ligplaats is aan een fabriekje, dus wordt het na
al die weken terug eens een rivier: de Saône.
Twee (al bredere) sluizen verder
stoppen we in Auxonne. Geen plaats voor de vermoeide reiziger, geen probleem,
we laten onze spudpalen wel zakken. Zaterdag varen we naar een vrijgekomen
plaats, zodat we aan wal kunnen.
Het is weekend en dan weten we
dat het drukker is op en rond het water, we kunnen de ganse dag genieten van
waterskiers, s avonds van een vuurwerkje en later van nachtbrakers die tot 4
uur in de morgen een feestje houden op hun terras vlak aan ons schip. Aan ons
ponton hebben we bezoek, eerst van een huurboot die onze Mira-Ceti gebruikt als
afstopper, speciale manier van stoppen, varen tot tegen de boeg van een ander
schip, en dan stop je gewoon vanzelf ☹. Gelukkig
zijn het polyester bootjes en is de snelheid minimaal. En later op de dag
vraagt er een Frans koppel of ze langszij mogen liggen. Als dank mogen we een
aperitiefje bij hen aan boord komen drinken. Zo maken we kennis met Guy en
Patricia van de Hiram de Tyr.
De volgende dag varen we verder
naar Saint Jean de Losne, een klein stadje op de samenloop van het Canal du
Bourgogne en de Saône. Ooit was dit de hoofdstad van de binnenvaart, nu de
grootste rivierjachthaven in Frankrijk, we kennen verschillende mensen die hier
hun jacht verkocht hebben. Langs de stadskade kunnen we niet liggen er zijn
drakenbootraces aan de gang, maar gelukkig kunnen we terecht in de binnenhaven.
Het enige nadeel, het is heet,
bloedheet en omdat we beschermd liggen, hebben we ook weinig verkoelende wind.
Om toch een beetje afkoeling te hebben, blazen we ons ponton op zodat we met
onze voetjes in het water kunnen bungelen. Zwemmen durven we niet, want het
water ziet hier giftig blauw.We denken
dat dit de fameuze blauwalgen zijn. Als we de wc doortrekken, hebben we geen WC
eend nodig om mooi blauw water te hebben 😊.
Later op de dag hebben we de
Hiram opnieuw aan de andere zijde van onze steiger. Dus nodigen we hen uit voor
een tegenbezoekje. Interessante mensen, Guy is psycho-analyst, Patricia werkt
o.a. met warme oliën en Tibetaanse klankschalen. Ik heb de dag nadien
letterlijk aan de lijve mogen ondervinden wat deze therapie inhoudt. Mijn nek
zit volledig geblokkeerd, Voltaren op gewreven, maar helaas zonder resultaat.
Na een massage van Patricia kan ik mijn nek opnieuw draaien!
Maar terug naar de zondag, we
willen wel iets gaan eten, maar alles is volzet omdat de drakenbootroeiers
alles opgeëist hebben. We hebben van armoe een belegd broodje bij de bakker
gekocht. En we hebben uiteraard het Maison des Mariniers bezocht, een museum
gewijd aan de geschiedenis van de binnenvaart en het leven van de schippers.
Dit brengt me naadloos bij het
slechte nieuws dat we op maandag krijgen. Twee maanden na het overlijden van een
tante is er nu ook een nonkel overleden. François Maas (geboren in Conflans-Sainte-Honorine
op 27/09/44, overleden in Brugge op 10/ 07/2023). Zijn laatste actieve carrière
als schipper was op de Lamme Goedzak, de rivierboot die op de Damse Vaart
tussen Brugge en Damme vaart. Lamme Goedzak, dit personage heeft zoveel
gelijkenissen met François. Lamme goedzak is de beste vriend van Tijl Uilenspiegel,
een zachtmoedige man die van het leven geniet. Hij is (net als mijn oom) verzot
op eten en drinken en helpt Uilenspiegel graag met het uitvoeren van diens fratsen.
Zaterdag is de uitvaartplechtigheid, dit hoort zo, nonkel François is schipper,
die worden niet begraven, maar varen uit. Goeie reis, grappige nonkel, vaar wel
allemansvriend!
Leven en dood staan dicht bij
elkaar. Zo krijgen we in dezelfde week te horen dat er nieuw leven op komst is.
Omdat we niet zeker zijn dat iedereen al op de hoogte is, willen we er nog niet
te veel van zeggen. Maar we zijn superblij met dit heuglijke nieuws!
Het varen op de Saône is gelijk
een rustpauze tussen twee kanalen. We varen nu dubbel zo snel, er zijn amper sluizen.
Maar we zijn wel verplicht om een reddingsvest te dragen in de sluis of je
wordt niet geschud. En een voorbeeldje van ieder nadeel heb zijn voordeel,
tijdens een jaarlijkse controle in België moesten we opblaasbare reddingsvesten
aan boord hebben. Dus ook al hebben we 10 vesten aan boord, we investeren in
nog 2 extra retedure exemplaren. Het jaar nadien, krijgen we te horen bij de
controle dat dit niet verplicht is (maar als je ze hebt, moeten ze wel om de
twee jaar gecontroleerd worden!). Enfin nu we ze toch hebben, kunnen we vrij elegant
versassen en moeten we niet die lompe oranje vesten aan die diep in ons schip
ergens weggestoken zitten 😊. Zo hebben ze toch voor iets
gediend in die 2 sluizen.
Als we in Seurre aanmeren, voelen
we ons even VIPs, want onze plaats is afgezet en er hangt een bordje met Reservé
Mira-Ceti. Het is vandaag zo heet dat we veel zin hebben om de ganse dag in de
capitainerie door te brengen, want daar hebben ze airco! Dat doen we uiteraard
niet, we bezoeken het plaatsje, maar er is letterlijk geen mens op straat,
enkel de zwaluwen hebben hier precies geen last van de hitte. Als we terug aan
boord komen, komt de havenmeesteres ons verwittigen dat er zware storm op komst
is met hevige rukwinden en hagelbuien. Dus hebben we al onze touwen gebruikt om
ons Mira vast te leggen, als we nu op drift geraken, hebben we het ponton
gegarandeerd ook mee 😊. Al bij al valt het bij ons
mee, enkele kilometers verderop hebben ze wel af te rekenen met ontwortelde
bomen en ander onheil.
Onze laatste dag op de Saône zijn
we vooral verrast door de variëteit van vogels dat hier rondvliegt. Zo spotten
we ooievaars, bijeneters, wielewalen, ijsvogeltjes, en massas soorten reigers.
Onze eerste sluis op het Canal
du Centre brengt ons 10 meter naar boven, met drijvende bolders, een makkie.
Alleen moeten we eerst een passagiersboot laten voorgaan, eentje waar je voor
een slordige 15.000 euro per passagier een weekje mee kan varen. Ze hebben wel
een zwembad aan boord! En dan mogen wij schutten, in geen tijd zijn we boven,
maar dan gaan de sluisdeuren niet open. Volgens de jobstudent, een supervriendelijke
jongen, nog groen achter zijn oren, is dit de eerste keer in 20 jaar dat dit voorvalt😊. Enfin, na een groot half uur
hebben ze ons bevrijd.
Ik ben ook niet onder de indruk
van de ligplaats (en dat is dan nog zacht uitgedrukt), vlak aan een grote baan,
te ondiep, we moeten voor het eerst onze loopplank gebruiken. Gelukkig heeft
Peter na een verkenning gezien dat er 700 meter verder wel een top locatie is.
Dus spudpalen omhoog en here we are (we liggen vlak voor de luxe passagiersboot
met zwembad ).
s Avonds gaan eten, beperkte
kaart, want ze hadden een live optreden. Maar heel lekker en goede muziek. Vanavond
moeten we ook niet vroeg gaan slapen, want tot 3 uur is er muziek, dans, eten
en vuurwerk voorzien naar aanleiding van Quatorze Juillet! Ze zijn hier in alle
staten want ze verwachten minstens 300 man 😊.
We zijn bijna op het einde van
het Canal entre Champagne et Bourgogne. Dit water krijgt van ons een 9/10. Hier
geen stress: voldoende vaar (-en drink) water, matige algengroei, sluisdeuren
gaan volledig open, leuke ligplaatsen, aangename stadjes. Maar mensen met een vaartuig,
denk er niet aan om ook langs hier te komen, want volgende woensdag sluiten ze
het vaarseizoen hier af, hun (reserve)water is allemaal op!
Gelukkig hebben we al eerder
besloten om toch tot onze oorspronkelijke bestemming te varen: Digoin (want
terugkeren is nu geen optie meer voor ons).
We hebben Belgen ontmoet! Wat
zeg ik, (ex)streekgenoten, de Ixia van Zelzate (ligplaats in Sas van Gent). We
hebben een paar dagen op dezelfde locaties gelegen en samen gebarbecued en
petanque gespeeld (gelukkig geen pros in de buurt want ons balspel is nogal
belabberd 😊).
We zijn de steile helling naar
Langres op gefietst. Eerst hebben we de kathedraal van St. Mammès bezocht, ik
geef toe, we bezoeken zoveel kerken en kathedralen dat we achteraf begot (of is
het bij god?) niet meer kunnen zeggen wat typisch, speciaal of uitzonderlijk is.
Hier vallen vooral de wandkleden op, maar ook van het bouwwerk, met aanpalende
(niet bezochte) bibliotheek zijn we onder de indruk.
Langres biedt met zijn hoge
omwalling en zijn 12 vestingtorens een fantastisch panorama op zijn omgeving. We
kunnen ons fietstochtje naar het meer van La Liez al schrappen, we hebben van
hierboven al een ideaal drone zicht 😊.
En als ik zoals een encyclopedie
begin te klinken, dan is dat de schuld van de in Langres geboren Denis Diderot,
schrijver, filosoof en redacteur van de Encyclopédie. Kwik en Flupke hier
hadden er beter wat meer in gelezen vroeger, dan hadden ze direct doorgehad dat
het museum van de Verlichting niet een veredelde Massive is, maar een ode aan
de stroming uit de 18de eeuw die het optimisme, empirisme en rationalisme
uit de wetenschappelijke revolutie toepaste op de maatschappij! (Voor de
jongere lezers, vroeger bestond wikipedia helemaal niet, toen moesten we onze
kennis halen uit dure, omvangrijke, papieren boeken, die gewiekste colporteurs van
deur tot deur aan de brave man verkochten. Eens je getekend had voor deel 1,
was je erna verplicht alle 20 boekdelen aan te schaffen!).
En nu liggen we vlak aan de
Viaduc dOisilly, een brug van 293 meter lang, gebouwd tussen 1886 en 1887. We
voelen ons een beetje als god in Frankrijk, rust, zon, een aperitiefje en de
Tour de France op tv 😊.