Digitale communicatie: Zuster, ik wil de wereld iets vertellen.
zaterdag 30 mei 2015.
Lacapelle-Cabanac Dausse 23,3 kilometer.
Er werd gisteren even gebriefd dat er in THezac, zowat 8 kilometer van onze vertrekplaats, een vide de grenier plaats vindt tijdens les fêtes de THezac. Deze plaats bevindt zich op 1/4 van onze tocht vandaag. De rommelmarkt vindt plaats op zondag 31 mei en dus trachten we de dames wat bij te treden. Er wordt vandaag tot Dausse (23,5km) gewandeld. Terwijl kunnen de Hiesentriets naar de plaatselijke groenten en fruitmarkt. Ik loop mijn kilometers. Morgen kunnen zij dan de rommelmarkt doen in Thezac, terwijl ik mijn laatste 6 kilometers loop van Dausse naar Sarrazy. Na de rommelmarkt komt Sonja mij daar dan oppikken. Zo heeft iedereen zijn ding gehad.
Ik doe onderweg een berichtje naar een bevriende eerwaarde zuster die ik al enkele jaren respecteer omwille van haar objectiviteit, zeer integere Christelijke instelling en daarenboven toegewijde geestelijke professie. Voor mij een persoon die ik waardeer en vooral naar wie ik opkijk.
Om mijn verhaal dat nu volgt enige duiding en klaarheid te bieden, dien ik even te recapituleren in mijn leven. Niet om u, als lezer, in enige droevige sfeer onder te dompelen, noch om enig medelijden te ontlokken doe ik dit verhaal, maar het dient enkel om de epiloog die volgt te verduidelijken.
Mijn moeder was de oudste van 5 meisjes en heeft lange tijd haar vier zussen mee helpen opvoeden nadat haar eigen moeder op jonge leeftijd stierf. Zijzelf heeft op haar 27 jaar reeds vier kinderen, (1950-1951-1952-1953) waarvan de jongste 6 maanden is wanneer zij sterft op 27 jarige leeftijd in 1954. De twee oudste kindere een jongen en het meisje ) worden erg snel toegewezen (zeg maar opgeëist) door de kinderloze zus van mijn vader en haar echtgenoot. Na enige domicilie-adressen voor de twee jongste, (huisvestingen die elkaar opvolgen zoals adressen in een tour de France), komt de derde jongste terecht bij de vier ongehuwde zussen van de moeder. De jongste telg wordt opgevangen in een weeshuis, maar komt een jaar later dan toch ook terecht bij zijn oudere broer en de vier tantes en een grootvader. Daardoor ontstaat er een meest goede oplossing voor een zeer slechte situatie. De tantes doen al wat ze in hun macht hebben om deze opgedrongen kinderen op te voeden zoals het kan. Er ontstaat voor mij een bron van schuld waar niemand iets kon aan doen, maar die vanaf mijn zesde levensmaand reeds begint te tellen.
Eén van de tantes trad op mijn 4 jaar in het klooster en ook dat heeft me erg aangegrepen omdat ik weer een erg vertrouwd persoon uit mijn leven zag verdwijnen. Nog een tante trad op mijn 6 jaar in het huwelijk. Mijn vertrouwde situatie was een heel labiele situatie geworden. Plots en onverwacht haakten personen af en vielen de één na de andere weg. De twee tantes die overbleven zijn ook zeer trouw ongehuwd gebleven omwille van hun pedagogisch engagement voor ons naar hun oudere overleden zus toe. Tot na mijn trouwfeest op mijn 21 ste heb ik de schuld-teller zien oplopen. Nooit zou ik in staat zijn deze schuldsaldo lening nog ooit te vereffenen. Ik weet nog zo goed, om maar één voorbeeld aan te halen, dat ik tijdens mijn studies in Meulebeke op maandagmorgen thuis vertrok. Mijn tante overhandigde me dan het geld om de trein te betalen(157 frank heen reis en 157 frank terug reis). Het werd een ritueel dat ik haar enigszins verlegen zei dat ik zaterdag wel al liftend naar huis zou komen Meestal moest zij me dus maar eenmaal 157 frank overhandigen.
Er zijn nog zoveel toestanden die verduidelijken dat we opgroeiden met een enorm schuldgevoel naar die tantes hun opgave toe. Op de grafzerk van tante Lea staat nog altijd het woord RESPECT. Voor Luk en voor mij een ultiem gebaar van waardering.
Waarom vertel ik dit nu? Over enkele jaren werd mijn tante nonneke (zo noemden we haar) in het klooster getroffen door een cerebrale aandoening waardoor zij heel moeilijke tolereerbare sociale gedragingen begon te vertonen in het gemeenschapsleven dat binnen de kloostermuren geldt. De Eerwaarde Zuster overste waarvan eerder sprake was in dit verhaal heeft toen mijn broer en mezelf met onze echtgenotes geraadpleegd. Dit om advies en zekerheid te verkrijgen dat ze niet verkeerd deed door de kloosterzuster (mijn tante ) te laten observeren in een psycho-geriatrische instelling en haar eventueel achteraf aan de hand van de diagnose in een gespecialiseerde dienst te laten opvangen. Wij hebben haar steeds in de volle besluitvorming ondersteund en bijgetreden. We gaven binnen onze mogelijkheden onze volledige steun en ook ons vertrouwen.
De andere tweelingzus (eeneiige tweeling) van mijn tante kloosterlinge is mijn tante die me mee hielp opvoeden. Ze woont nog steeds alleen (87 jaar), maar is erg afhankelijk van hulp en bijstand in vele dagelijkse activiteiten. Uiteraard zijn mijn broer en ik haar nog heel veel bijstand, ondersteuning en aanmoediging verschuldigd.
Wanneer er plots bij die tante symptomen opduiken die ons, de mantelhulp, de wenkbrauwen doen fronsen omwille van niet echt goede coöperatie en slecht en mank vertrouwen wordt er door ons ook wel eens beroep gedaan op mensen die professionele hulp kunnen bieden.
En nu komt de epiloog: Zo werd aan die eerder genoemde zuster-overste waar ik zo naar opkeek, enig advies in dezer gevraagd. Op mijn noodkreet kreeg ik een zeer koud en abrupt antwoord dat niet ter zake was: in familiale geschillen wens ik me niet te moeien. (sic). Een zeer zware deur viel voor mijn neus met een zware doffe klop in het slot. Al wekenlang is er een fly en go door mijn hoofd. Ik kan dit antwoord maar niet vatten en besluit deze morgen om via een digitaal SMS-je de zuster te melden dat ik op dit antwoord echt niet rekende. Ze antwoordde me dat ze niet de bedoeling had deze frustratie bij mij los te weken en nodigt me na de Compostella tocht uit voor een meer accuraat gesprek. Ongetwijfeld is er tegen dan al veel verloren tijd in te halen. Niet echt mijn stijl, maar nog altijd beter laat dan nooit. Ik heb voor mijn tante heel opoffering over, maar blijkbaar is er een gebrek aan vertrouwen dat zijn oorsprong vindt in één of andere mentale tekortkoming. Ook de huisarts wil in deze niet bevolen worden
Ik ben dus heel blij met het antwoord van de zuster want Compostella is voor mij ook een beetje dingen loslaten en oplossingen zoeken waar deze nog mogelijk zijn. Tijd genoeg om te denken.
Deze avond is er kip op het menu, appelmoes en gebakken patatjes uit de Lot.
Trouwens de tocht vandaag verliep zeer vlot. Ik had ook contact met Regine in verband met Rudy zijn toestand. Ze zullen waarschijnlijk een stuk van zijn hielbeen moeten amputeren. Ik tracht mij een beetje in die mensen hun problemen in te leven. Hoe durf ik over mijn vraagstuk zo uitgebreid te herkauwen?
Morgen ga ik terug ter zake uitgebreid rapporteren.
Als er weinig fotos doorkomen ligt dat aan de soort GSM verbinding die ik heb hier ter plaatse:
EDGE = geen fotos
2 G = ENKELE FOTOs, beperkt in MB
3G = MAXIMAAL 6 FOTOs maar ook beperkt in een groter aantal MB
Zo, dat weten jullie ook maar weer.
En plots na de streek van de Quercy is het weer wandelen tussen de wijngaarden.
vrijdag 29 mei 2015.
Mas Sarat Lacapelle-Cabanac 27,4 kilometer.
En plots na de streek van de Quercy is het weer wandelen tussen de wijngaarden.
Gisteren zaten we blijkbaar weer midden in een zwarte vlek van de Franse GSM verbinding. Het bestaat hier dus wel degelijk en veel in het land van le pain, le boursin, le vin et le GSM-chagrin. Regelmatig komen we in zones waar echt geen enkele provider een antennetje heeft staan. Dus daardoor kwam de blogtekst van gisteren pas vandaag door.
Vrij vroeg wederom vanonder de veertjes. Net niet voldoende zuiver om van een helblauwe hemel te spreken. Ik doe toch maar een body warmer aan om te vertrekken. Het zijn hier toch wel kleppers van heuveltjes. Reeds van bij het begin wordt een aarden pad gekozen langs waar ik me opwaarts wring tussen allerlei omhoog en opgeschoten bramen, varens, wilde bloemen en gras in zaad. Ik voel me wel in goede doen, blijf nog steeds voldoende herstellen en voel geen opstapeling van melkzuur of afvalstoffen in mijn spieren. Ik wandel als een jonge ree, en dat brengt me naadloos bij het volgende item.
Als je zo stil en alleen door de bossen wandelt, gebeurt het wel eens dat je diertjes verrast. Plots op 30 meter voor mij zit een haas op zijn achterste geplooide poten samen met een kleine ree te grazen. Ze hebben mij zelfs niet opgemerkt. Ik houd halt en kijk die prachtige lenige viervoeter recht in de ogen.
De haas ziet mij en wipt voor het ree-jong het bos in aan de andere zijde. Het door jagers zo begeerde doelwit wipt soepel en zonder aanloop over de bosrand, de haas achterna. Geen sprake van om uw fototoestel te gebruiken want het gaat allemaal zo snel, en ook je bent zo verwonderd dat beredeneerde actie achterwege blijft. Ook dat heb ik dan weer eens mee gemaakt denk ik toch vergenoegd bij mijzelf.
Na een tijdje wandelen schrijd ik geurend en snuivend door een klein gehuchtje. Ik ruik de geur van gebakken brood. Dus moet hier in de omgeving een bakker wonen. Neen, ik wandel een huis rechts van mij, voorbij. Links, aan de overkant van de straat bevindt zich zowaar een broodoven die met de opening naar de straatkant staat. Ik ontwaar een bakoven die staat af te koelen. Drie broden zie ik liggen naast een stapeltje smeulende asse.
Onder weg bedenk ik een paar dingen die mij door de drukte der familie-reunie een beetje zijn ontgaan. In Laval de Cère haalde ik de derde van de zes te halen wimpels. Dus op dat vlak zitten we aan 50%. Ook op woensdag wanneer ik wandelde van Rocamadour naar Frayssinet overschreed ik de 1000 kilometer te voet. De totale tocht zou om en bij de 2300 kilometer zijn. Vandaag heb ik totaal 1054 kilometer. Nog een kleine 100 kilometer en dan zijn we dus halverwege deze tocht. Goed bezig denken wij allen.
De unieke ploeg spreekt af in Puy de LEveque. Een klein stadje met maar één brug over de rivier De Lot. Een heel oud gedeelte van de stad is mooi gerestaureerd en zeer zeker een bezoek waard. Fijne kleine steegjes waar geen auto door kan en mag. Een lintbebouwing van heel lage en kleine woningen die dan weer wel en dan weer niet aan elkaar vastgeklonken zijn. Geen uniforme architectuur, ook geen bouwkundige hoogstandjes, wel eenvoudige gevels, zoals wij ze als kind en peuter tekenden op papier. Zo eenvoudig kan dat zijn.
Marie Rose merkt op dat dit één van de prachtigste streken is van Frankrijk die ze tot nu toe al zag. De Provence komt nog altijd op de eerste plaats. Misschien rijden we na dit avontuur wel eens naar de Mont Ventoux. Ik wou die al zo lang eens te voet beklimmen.
De kerk en de Mairie van Puy de LEveque zijn een foto waard. Mocht het van mij afhangen dan had ik zeer zeker hier wat langer gebleven. De afspraak was echter om tussen 12.00 en 13.00 uur aan de brug ajuinsoep met korstjes te nuttigen. Miet en Sien Hiesentriet hadden zich gewaagd aan deze soep. Ik wilde er ruim op tijd zijn want die ajuinsoep zou wel eens een turbo motor kunnen doen aanslaan. Zolang het maar niets doet exploderen denk ik, want ajuin en ik wekt op mijn digestief systeem als een Molotof-cocktail. Ze waren verwittigd, dus geen klagers achteraf. Blijkbaar heeft één van de dames bij een bezoek aan de stad achteraf, zelfs de achterkant van het kerkhof niet meer bereikt. Er moest een risico worden genomen aan de voorkant Eigen schuld, dikke bult.
Ik stap dan maar rustig verder naar ons eindpunt in Mauroux. De heimat wordt echter opgeslagen in Lacapelle-Cabanac. Tijdens deze laatste kilometers passeer ik het ene wijnkasteel na het andere. Dit is dus wijn uit de Lot. Wat ben ik aanvankelijk blij geweest dat mijn traject perfect evenwijdig de hoogtelijnen volgt. Ik zie links naast mij de wijngaarden (waar ik letterlijk doorheen loop) die vervaarlijk op de zuidflank hoog omhoog lopen. Ook de berg en bosgordel daarboven doen bij mij een mysterie oprijzen. Zou ik via een smalle doorgang door deze heuvel kunnen doorglippen of moet ik tijdens de ultieme kilometers nog over deze zweetverger. Het laatste is het geval. Ik moet erover. Het begint hier plots te stijgen en warempel, ik, en vooral mijn benen zijn hun soepele en ritmische tred plots zoek. Nog een 3,6 kilometer tot aan het eindpunt. Moet ik daarvoor zo kort bij het einde zijn om nog eens goed mijn hemd en broek nat te maken van het zweet? Ik kom boven op de berg aan en weet mij heel gelukkig deze tocht weer afgewerkt te hebben.
Deze avond bezorgt het keukenteam Caisinées a la graisse de canard à lail et au persil avec un salade froid, mélangé . On combine ca avec un steak de Limousin. Tous cela acompagné avec un vin rouge du Lot. Niks minder en ook niks meer. Ik weet heel zeker dat er velen voor minder te voet naar Compostella zouden trekken.
Morgen weer een nieuw verhaal over de tocht naar Sarazy (29 kilometer)
En plots na de streek van de Quercy is het weer wandelen tussen de wijngaarden.
vrijdag 29 mei 2015.
Mas Sarat Lacapelle-Cabanac 27,4 kilometer.
En plots na de streek van de Quercy is het weer wandelen tussen de wijngaarden.
Gisteren zaten we blijkbaar weer midden in een zwarte vlek van de Franse GSM verbinding. Het bestaat hier dus wel degelijk en veel in het land van le pain, le boursin, le vin et le GSM-chagrin. Regelmatig komen we in zones waar echt geen enkele provider een antennetje heeft staan. Dus daardoor kwam de blogtekst van gisteren pas vandaag door.
Vrij vroeg wederom vanonder de veertjes. Net niet voldoende zuiver om van een helblauwe hemel te spreken. Ik doe toch maar een body warmer aan om te vertrekken. Het zijn hier toch wel kleppers van heuveltjes. Reeds van bij het begin wordt een aarden pad gekozen langs waar ik me opwaarts wring tussen allerlei omhoog en opgeschoten bramen, varens, wilde bloemen en gras in zaad. Ik voel me wel in goede doen, blijf nog steeds voldoende herstellen en voel geen opstapeling van melkzuur of afvalstoffen in mijn spieren. Ik wandel als een jonge ree, en dat brengt me naadloos bij het volgende item.
Als je zo stil en alleen door de bossen wandelt, gebeurt het wel eens dat je diertjes verrast. Plots op 30 meter voor mij zit een haas op zijn achterste geplooide poten samen met een kleine ree te grazen. Ze hebben mij zelfs niet opgemerkt. Ik houd halt en kijk die prachtige lenige viervoeter recht in de ogen.
De haas ziet mij en wipt voor het ree-jong het bos in aan de andere zijde. Het door jagers zo begeerde doelwit wipt soepel en zonder aanloop over de bosrand, de haas achterna. Geen sprake van om uw fototoestel te gebruiken want het gaat allemaal zo snel, en ook je bent zo verwonderd dat beredeneerde actie achterwege blijft. Ook dat heb ik dan weer eens mee gemaakt denk ik toch vergenoegd bij mijzelf.
Na een tijdje wandelen schrijd ik geurend en snuivend door een klein gehuchtje. Ik ruik de geur van gebakken brood. Dus moet hier in de omgeving een bakker wonen. Neen, ik wandel een huis rechts van mij, voorbij. Links, aan de overkant van de straat bevindt zich zowaar een broodoven die met de opening naar de straatkant staat. Ik ontwaar een bakoven die staat af te koelen. Drie broden zie ik liggen naast een stapeltje smeulende asse.
Onder weg bedenk ik een paar dingen die mij door de drukte der familie-reunie een beetje zijn ontgaan. In Laval de Cère haalde ik de derde van de zes te halen wimpels. Dus op dat vlak zitten we aan 50%. Ook op woensdag wanneer ik wandelde van Rocamadour naar Frayssinet overschreed ik de 1000 kilometer te voet. De totale tocht zou om en bij de 2300 kilometer zijn. Vandaag heb ik totaal 1054 kilometer. Nog een kleine 100 kilometer en dan zijn we dus halverwege deze tocht. Goed bezig denken wij allen.
De unieke ploeg spreekt af in Puy de LEveque. Een klein stadje met maar één brug over de rivier De Lot. Een heel oud gedeelte van de stad is mooi gerestaureerd en zeer zeker een bezoek waard. Fijne kleine steegjes waar geen auto door kan en mag. Een lintbebouwing van heel lage en kleine woningen die dan weer wel en dan weer niet aan elkaar vastgeklonken zijn. Geen uniforme architectuur, ook geen bouwkundige hoogstandjes, wel eenvoudige gevels, zoals wij ze als kind en peuter tekenden op papier. Zo eenvoudig kan dat zijn.
Marie Rose merkt op dat dit één van de prachtigste streken is van Frankrijk die ze tot nu toe al zag. De Provence komt nog altijd op de eerste plaats. Misschien rijden we na dit avontuur wel eens naar de Mont Ventoux. Ik wou die al zo lang eens te voet beklimmen.
De kerk en de Mairie van Puy de LEveque zijn een foto waard. Mocht het van mij afhangen dan had ik zeer zeker hier wat langer gebleven. De afspraak was echter om tussen 12.00 en 13.00 uur aan de brug ajuinsoep met korstjes te nuttigen. Miet en Sien Hiesentriet hadden zich gewaagd aan deze soep. Ik wilde er ruim op tijd zijn want die ajuinsoep zou wel eens een turbo motor kunnen doen aanslaan. Zolang het maar niets doet exploderen denk ik, want ajuin en ik wekt op mijn digestief systeem als een Molotof-cocktail. Ze waren verwittigd, dus geen klagers achteraf. Blijkbaar heeft één van de dames bij een bezoek aan de stad achteraf, zelfs de achterkant van het kerkhof niet meer bereikt. Er moest een risico worden genomen aan de voorkant Eigen schuld, dikke bult.
Ik stap dan maar rustig verder naar ons eindpunt in Mauroux. De heimat wordt echter opgeslagen in Lacapelle-Cabanac. Tijdens deze laatste kilometers passeer ik het ene wijnkasteel na het andere. Dit is dus wijn uit de Lot. Wat ben ik aanvankelijk blij geweest dat mijn traject perfect evenwijdig de hoogtelijnen volgt. Ik zie links naast mij de wijngaarden (waar ik letterlijk doorheen loop) die vervaarlijk op de zuidflank hoog omhoog lopen. Ook de berg en bosgordel daarboven doen bij mij een mysterie oprijzen. Zou ik via een smalle doorgang door deze heuvel kunnen doorglippen of moet ik tijdens de ultieme kilometers nog over deze zweetverger. Het laatste is het geval. Ik moet erover. Het begint hier plots te stijgen en warempel, ik, en vooral mijn benen zijn hun soepele en ritmische tred plots zoek. Nog een 3,6 kilometer tot aan het eindpunt. Moet ik daarvoor zo kort bij het einde zijn om nog eens goed mijn hemd en broek nat te maken van het zweet? Ik kom boven op de berg aan en weet mij heel gelukkig deze tocht weer afgewerkt te hebben.
Deze avond bezorgt het keukenteam Caisinées a la graisse de canard à lail et au persil avec un salade froid, mélangé . On combine ca avec un steak de Limousin. Tous cela acompagné avec un vin rouge du Lot. Niks minder en ook niks meer. Ik weet heel zeker dat er velen voor minder te voet naar Compostella zouden trekken.
Morgen weer een nieuw verhaal over de tocht naar Sarazy (29 kilometer)
Een onbewaakte overweg wordt maximaal beveiligd: overwegen worden afgesloten.
donderdag 28 mei 2015.
Pont De Rhodes - Mas Sarat: 30,2 kilometer
De hemel blauw en zonnestralen door het dakvenstertje verraden dat dit wel eens weer een heel zonnig dagje zou kunnen worden. Op het programma staat een mooie tocht door het Haut Quercy gebergte. Al gauw heb ik de behoefte om mijn interne buikdruk, in het ruhrgebied, wat bij te regelen, zeg maar, de druk wat van de ketel te halen. Het wordt aangewakkerd elke stap die ik zet. Bosjes genoeg, maar passanten zijn er ook voldoende aanwezig deze eerste kilometers. Ik geniet van een pechstrook en ook aan de beschutting werd gewerkt. Ik zet mij achter twee zwarte vuilniscontainers en bekijk de streek plots vanuit de hoogte. Diep onder mij ligt een landschappelijk stukje Frankrijk om U tegen te zeggen. De deugddoende actie was dubbel: Wie kan in deze stresserende tijden uiten dat hij tijdens een dringende ontlastingsprocedure met ruim zicht op het diepere gelegen dal wenste dat deze verrichting nog even kon blijven duren In Saint Germain du Bel Air (toepasselijke naam) is het mij overkomen. Na deze actie zie ik niet te veel achterom, en voel enige schaamte, maar wandel toch in Frankrijk, dus so What. Ik stap uren over aarden padjes en karrensporen die overwoekerd zijn door gras en onkruid. Soms ook erg moeilijk herkenbaar.
Lang leve de GPS, want hier wandelen met kaarten is niet erg doeltreffend. De aanduidingen en het vernemen van uw eigen lokalisatie is een prioriteit omdat je anders de dupe bent van wegeltjes die niet meer bestaan of wegeltjes die nog niet op de kaart staan. Het gebeurde vandaag alweer dat ik een heel mooi bewandeld pad volg dat spijtig genoeg over een geëlektrificeerd spoor zijn vervolg vind. Wat gebeurt er? Het wandelpad samen met de dienst veiligheid van de SNCF kiest voor de grootst mogelijke veiligheidsmarge. De onbewaakte overweg wordt herschapen in een onmogelijke over te steken overweg. Wandelaar trek uw plan! Weer eens klimmen over een hek. Ik blijk er een optie op te hebben. Dit is reeds de tweede maal op twee dagen dat ik gedwongen wordt om de muur te doen! Ik klauter over het hekken, steek het spoor over en klim aan de overkant dan ook maar over de afrastering. Ik trok mijn plan. I did it my way
Er is tekort aan afkoeling, dus begin ik maar te transpireren zoals naar gewoonte. Op 8 kilometer van het einde kom ik voorbij het kerkhof van Thédirac. Een kraantje met drinkbaar water. Wat een weelde! Ik was uitvoerig mijn armen en benen met koel stromend water en zelfs mijn hoofd wordt onder de kraan gehouden. De temperatuur is ondertussen opgelopen tot om en bij de 27 graden Celcius. Ik drink mijn 2 bussen voorraad volledig leeg en vul ze met zuiver water. Eer ik thuis ben zijn deze ook weer leeg.
Op het laatste van mijn tocht valt mij het aantal Nederlandse en Engelse brievenbussen en personenwagens op. Op erg geprivilegieerde locaties en vooral erg afgelegen centra, die niet zo maar aan het oog van Jan-publiek worden ten toon gespreid.
Ik loop er zomaar per toeval voorbij en zonder moeite noem ik het erg arrogante en zonevreemde doeninkjes. Zwembad en aangelegde tuin naar behoren, gerestaureerde woning niet op zijn Frans, maar echt op zijn rijkelijkst. Ik moet af en toe mijn tempo wat matigen om deze immobiele hoogstandjes te kunnen vatten. Ook hun uitzicht lijkt me niet alledaags. Wanneer je vanuit je zwembad uitkijkt op de diepe vallei onder je afkoelwater , dan is dat een belangrijke troef om te kunnen spreken van een bevoorrechte situatie.
Mijn ogen worden ook bijzonder gefocust op de rode aarde die ik hier en daar sporadisch opmerk. Ik weet wel dat Rousillon bestaat, maar waar dat zich juist ten opzichte van onze locatie bevindt, daar heb ik geen weet van. Ik zoek het op..
Ik kom aan in Mas Sarat en sta erop mijn lijf na deze tweede zware zweet dag grondig te kunnen wassen en ontgeuren. We rijden van Lafont (Mas Sarat) naar het kerkhof van Lhern om me daar bijzonder grondig te verfrissen en te wassen? De dames profiteren ervan om op het aangelegen terrasje een Leffe te drinken, Ook Stella is pression voor mij 2 pintjes graaag.
Morgen staat er weer een tocht van 29 kilometer op de rol. Van Mas Sarat naar Mauroux.
Vanavond eten we vis filetjes iun de saus, met tomaat, en Frans brood, met een Entre deux Meres van 213.
Wat zou jij daar van denken?
woensdag 27 mei 2015.
Rocamadour Fraysinnet 26,8 kilometer.
Ik doe een gooi naar het ochtendrecord. Er wordt met de hondjes reeds om 07.10 gewandeld, geplast en gesch . De bedoeling is om vroeg ter vertrekken met de motor home naar de startplaats van de tocht, een drie tal kilometer verder dan de parking. Het lukt ook. Om 8.45 uur doe ik mijn eerste stappen stijl bergop. Recht toe, recht aan naar boven op de heuvel. Ik klim haast 80 minuten en reeds vanaf het eerste kwartier loopt het lijfvocht langs mijn vingers over mijn broek. Geen pijn in de voeten, geen pijn in de kuiten, niks van, maar den asem is spectaculair hoog in frequentie. Rustig aan denk ik. Ik ben een beetje ongegrond bezorgd omdat ik op de GPS lees dat mijn gemiddelde snelheid na een uur en twintig minuten slechts 4,5 kilometer per uur is. Niet moeilijk als je zo een heuvel over moet met koude beentjes. Ik trek het me niet zo aan, doe gewoon verder mijn ding. Al gauw maak ik kennis met een domein waar ik volgens de planning door moet en tot op zekere hoogte klopte dat, maar plots ligt de geplande weg achter een twee meter en zestig centimeter hoge draad met stevige palen. Ik begrijp het niet goed want ik volgde het traject en heb nergens het begin van deze draad opgemerkt. Ik denk (verkeerdelijk) dat deze draad dient om wild binnen het domein te houden en dat ik mij bevind aan de andere zijde van het openbaar gedeelte. Ik ben dus overtuigd dat ik wandel op privé domein. Want deze kant van de draad is vol wilde platengroei en bramen, de andere kant achter de draad is een mooi onderhouden pad. Ik maak na een 20 tal minuten vechten tegen bomen, bramen, varens en struiken toch het besluit om over deze niet eindigende afsluiting te klimmen en mezelf zo te ontdoen van de status: loslopend wild. De overschrijding van deze afsluiting bleek niet zo eenvoudig omwille van geen steun punten om hoog te geraken met de voet. Ik hou er enkele diepe krassen op mijn arm en pols aan over, en ook het kruis in mijn broek krijgt sinds de vlucht over de draad, wat meer lucht en zuurstof een goede scheur. Echter belangrijke onderdelen kwamen ongehavend uit de strijd en zullen verder naar behoren hun biologische positie en werk kunnen blijven uitvoeren. Ik kon mijn uitrusting niet over de draad werpen aangezien ik bij voorbaat niet wist dat ik zou lukken in mijn opzet om deze draad op te klimmen. Daardoor had ik minder bewegingsvrijheid tijdens het beklimmen van deze draad met mijn rugzak, de wandelstok en de schoudertas. Eenmaal bekomen van deze kamikaze inzet, ontsmet ik de wonden en loop als aangeschoten wild op het net en geëffende pad. Meer comfort dan aan de overkant denk ik bij mezelf. Pas later als ik aan de ingang van dit domein passeer ( na 3 kilometer) en de grote poort weer moet overklimmen (echter veel eenvoudiger deze keer wegens meer steun voor de voeten) begrijp ik waarom dit reservaat zo stevig en zo groot afgeschermd werd. Het blijkt om een kweek-project te gaan van everzwijnen. Ik heb nog zeker 13 kilometer zitten denken waar het fout is gegaan en waar ik ergens onwetend het terrein betrad. De enige verklaarbare uitleg is volgens mij dat het mooie pad achter de draad van het reservaat zelf was en dat ik eigenlijk in het reservaat ben ingeklommen en me onwetend tussen de everzwijnen positioneerde en daarna via de grote poort terug het domein verliet. Soit, ik ben niet aangevallen en heb er ook geen enkel zwijntje gezien zelfs. Gelukkig werd er niet op loslopend wild geschoten.
Ik wandel onder de autoroute naar Cahors in Vaysierre en eet op de rand van deze payage, gratis mijn boterhammen op. Af en toe geclaxonneer van heel jaloerse vrachtwagen chauffeurs. De laatste 10 kilometer vang ik aan. Wetende dat ik vandaag op deze afstand weer mijn 800 hoogtemeters overbrug, besef ik dat ik weer zal eindigen in grandeur met de bedenking : Dit pakken ze mij weer niet meer af. Ik mis een beetje het gepraat met Joke en Walter en Jacques en Pieter. Als je zo wat kan praten tijdens de march, verlopen de kilometers toch sneller, vind ik. Ik kom aan in Pont de Rhodes en weet allen dat de meisjes van Piet Hiesentriet mij vanavond heel erg verwennen: Zelf gemaakte gehaktballetjes met Chapeluur, en erwtjes en worteltjes met gekookte patatjes die in het hooi hebben gelegen tijdens het afgieten. Patatjes dus in het groen. Aperitief is een Craiment de Limoux (??)
Vanavond toch vroeg slapen want deze tochten zijn wel niet min.
Nog even mailen met broer Luk en vragen naar de gezondheidstoestand van tante Wis (wordt opgenomen in ziekenhuis wegens hartklachten en gezwollen onderste ledematen) en nog gauw in het dorp mijn stempel gaan halen.
Tot morgen.
Laatste dag samen: voor sommigen valt het afscheid toch wat zwaar.
Dinsdag 26 mei 2015.
Padirac Rocamadour 18,4 kilometer.
Het verslag werd pas later gemaakt omwille van mijn sociale verplichting mij te voegen bij de ganse groep. Vandaar een dagje nadien, het relaas.
De jeugd en de oudere senior besluiten deze dag toch nog samen af te werken. Joke en Pieter en ikzelf vertrekken om 11.45 vanuit de camping waar de familie Matthijs logeert. Er waren wat problemen met het warm water in de gehuurde chalet, maar het geraakte dan toch opgelost. De tocht vandaag was niet zo lang maar, O, zo mooi. Op papier bleek ze zwaarder dan in werkelijkheid. Echter de gemene hoogte intervallen maakten dat we voldoende brandstof moesten tanken om dit labeur aan te kunnen. We rijgen de kilometers aan elkaar, en voelen regelmatig de polsslag in onze keel bonzen. Goed gezien, om ons te overtuigen dat we nog leven. Wanneer wij boven de rotsmassa van het Foret des Singes klimmen, ontvouwt zich onder ons een ganse omcirkeling van een massale rots formatie. We worden er nog maar eens heel klein bij. De afdaling gebeurt voorzichtig en omzichtig om voetverzwikking praktisch kansloos te maken en de valpreventie ook naast de praktijk wat functionele toepassing te geven. De cadeau die we krijgen is prachtig: we wandelen nog een 8 tal kilometer naast een kleine rivier door het bos op een smal klein padje en wanen ons als allochtonen in het regenwoud. Wat kan een mens toch met weinig gelukkig zijn. De wandeling is voor mijn lichaam als een waar snoepje in mijn mond. Alleen maar jammer dat het ooit ophoudt. We komen aan de trap die leidt naar de centrale straat met al zijn terrasjes en winkeltjes. Maar, de afspraak was op de parking boven. En daar liep het wat mis er zijn verschillende parkeer plaatsen bovenaan. Een beetje nervositeit omdat we de vrouwtjes wel hadden zien boven komen rijden, maar plots niet meer vonden omdat ze op een parking gingen staan een twee kilometer verder. Wie was de reddende engel: Walter, mijn lieve vriend, offerde zich op om de boel te controleren en ons op te pikken met zijn wagen. Lang leve de Walter. We brengen nog een bezoek aan de stad en gaan dan allen samen eten. Tijdens de maaltijd wordt door Jacques nog eens aan Walter en Liliane vertelt hoe de zaken staan met Jos. Prompt biedt Walter ook zijn steun aan en ook Mia en Jan uit Herent willen onze Jos mee helpen om uit zijn penibele situatie te geraken. Het brengt enorm veel rust in mijn gemoed want elke dag denk ik wel een paar ogenblikken aan Jos en zijn onderneming in het verre Suriname. Gemoedsrust en voldoening ook vanwege de zeer toffe vriendenkring die duidelijk maakt dat investeren in vriendschap en vertrouwen onder mensen wel degelijk loont. Het is u gegund Jos.
Ik kreeg en berichtje van Frieda, Tienne en Bart om ons heel veel moed te wensen en duidelijk te maken dat ze de blog lezen en zo tof vinden. Dat is goed nieuws. Ik ben blij dat de teksten toch gelezen worden .
Een kleine verduidelijking: op maandag 25 mei heeft mijn fototoestel het laten weten, het gaf zijn geest, en maakte mij duidelijk dat het niet van het goede merk is: Ni?on. Mijn broertje lief zweert bij zijn Chinees merk, maar dit is toch wel het schoonste bewijs dat mijn Ca?on wel degelijk beter is. De volgende fotos zijn van Ca?on makelij. Vanaf nu terug deftige fotokes.
Het avondeten was een fris slaatje met tomaten, nootjes en worteltjes met een mayosausje en frans brood. Daarna aten we een eend filet gebakken op het houtvuur samen met een patat in zilverpapier met een dik looksausje en spekreepjes. Vervolgens een artisanaal bereid geitenkaasje. Alles doorgespoeld met een wit en rood wijntje. Heerlijk.
Dan volgde het afscheid. Er viel in alle kampen wel hier en daar een traantje, want wat de kleinkindjes betreft, daar hebben we toch allen met volle teugen van genoten. Ze zijn zo lief mijnheer
We gaan nu weer een groot deel van deze reis alleen op pad en ook dat zal wel even moeten wennen.
Morgen ga ik weer alleen op van Rocamadour naar Fraysinnet. Het zou een tocht moeten zijn van om en bij de 27 kilometer.
Ik laat het u wel weten.
Maandag 25 mei 2015.
Laval de Cere Padirac 30,8 kilometer
We vertrekken met 5 wandelaars om 9.45 uur in Laval en begeven ons gezwind naar richting zuiden. Padirac, met het grote gat in de grond is de eindmeet (Gouffre De Padirac). Dat het niet aan klimmeters zou ontbreken had ik al wel opgemerkt gisteren avond bij het nakijken van het traject. Ook de afstand was ingeschat op 28 kilometer, maar liep op omwille van een padje dat plots privé domein bleek te zijn geworden. Ik had aan mijn pelgrim-maten ware sparing partners, want ze liepen vrij snel en behoorlijk in de pas. Alleen de grootste van mond maar kleinste van gestalte had al vlug een manke gang omwille van een te plettende voetzool in een te klemmende wandelschoen. Geen probleem, met twee professionele verzorgers bij de hand was de klus in een mum van een slokje aan de fles verholpen. Terwijl hij zich laafde liet hij zich de voetverzorging rustig welgevallen. Ziezo, dachten we, die zullen we niet meer horen. Wat een misrekening! Wat kan een mens zich toch vergissen. Na 10 kilometer de andere voet natuurlijk. Hetzelfde scenario: Walter met zijn been omhoog terwijl twee ijverige en nederige onderdanen zijne majesteit zijn voet verzorgden. Helemaal de klus geklaard, kunnen we na een hap in onze boterham verder naar de richting van Loubrissac. We genieten van de vele Frescos die zich in werkelijkheid aan ons gezichtsveld ontvouwen. Werkelijke kunst fotos zijn niet in staat deze mooie natuurlijke schilderwerken te omvatten. Ik daag eender welke artistieke fotograaf uit om in zijn zwart en donker kastje deze prachtige vergezichten te reproduceren. Onmogelijk! Walter wordt stiller. Tijdens de verschillende beklimmingen blijkt de sfeer in de groep niet te moeten inboeten, echter wel geruislozer en stiller te worden. Het klimt op sommige momenten gedurende hectometers aan 17 tot 21 %. Mijn kleren worden met de meter natter en zelfs mijn brilglazen worden troebel van het zweet. Walter geeft echter geen krimp. Eenmaal para, altijd para. Het siert hem wel.
Jacques geeft ons op regelmatige basis uitleg over de dingen die we hier links en rechts tegenkomen: de route de la noix, de kastelen die we opmerken, de witte kalklagen en het leigesteente, ook over de geschiedenis van deze regio weet Jacques ons veel verklarende uitleg te geven. We mogen de gids zeker niet vergeten te betalen, uit Walter.
Even voor Loubrissac, nog een 8 tal kilometer te wandelen, zetten we ons neer aan een brug om tijdens een laatste tussenstop nog wat te eten en te drinken. We zien een blauwe reiger in de lucht en we weten het allemaal, van vogels, paddenstoelen en bloemen weet Walter heel veel. Ik vraag aan Walter wat een vogel daar vliegt, en prompt krijg ik het antwoord. Hij vertelt dat hij via zijn vader heel veel wetenschap over de natuur met pollepel mee kreeg. Van vogelen weet hij bijna alles, pretendeert hij. Geloof het of niet, maar nog geen drie minuten later krijgt Walter daar een lel van een vogelscheet op zijn linker schouder. Grote hilariteit in de groep. Er wordt zelfs aan Walter gepolst of hij via de vogelscheet ook kan achterhalen van welke vogel dit afkomstig is
We tellen de kilometers echter af, want na zo een drie maal uit de vallei omhoog te zijn geklommen is de brandstoftank wel ernstig aangesproken geweest. Ik tracht iedereen wat te motiveren met een belofte van een fris pintje bij de aankomst, maar die aankomst blijft voor Walter wel erg lang weg.
De laatste loodjes wegen het zwaars, want we worden nog eens geconfronteerd met een pad dat plots blijkt te behoren tot een privé domein en daardoor moeten we omweg maken van ongeveer totaal 2 kilometer. Wanneer ik roep naar Walter dat het nog drie kilometer is heeft hij het totaal verkeerd begrepen, en denkt hij dat ik riep: drinken! Hij beleeft een fata morgana. Walter drinkt van pure frustratie zijn eigen drinkbus leeg.
We komen na de bijna 31 kilometer aan bij het grote gat in de grond van Padirac. Ik had beloofd een rondje te trakteren maar blijkt dat ik maar 10 euro in mijn geldbeugel bezit. Pelgrims plantrekkerij wordt mij verweten. Walter blijkt dus wel echt heel moedig te zijn geweest, want zijn 4 kleine tenen rechts en links zijn ernstig gehavend door blaren. Niet goed te verstaan dat hij deze lange tocht zonder te morren op deze manier uitliep. RESPECT Walter. We blijken 850 hoogtemeters te zijn geklommen en bij mijn weten is dit tot op heden nog niet gebeurd tijdens deze Compostella trip.
We versieren deze wandeling met nog een zeer grote pint gesponsord door Pieter. Dan komen de dames ons ophalen en wacht ons een uitgebreide avondmaaltijd met tomaatjes, asperges, sla en frietjes.
We danken uitzonderlijk Chris en Jacques omwille van de mogelijkheid van het logement en hun gulle drank en voedsel giften. Liliane om haar huishoudelijke inzet en Sonja en Marie Rose om hun culinaire hoogstandjes. We zijn erg respectvol voor eenieders inzet tijdens dit avontuur.
Hilde en Guy ( van de Spaanse wijnwinkel in Kortenberg (Sacocha .)) wil ik bedanken om hun sympathieke aanmoediging. We trachten het echt tot een goed einde te brengen en de borrels van Guy om het te vieren staan reeds klaar in de bak om gekoeld te worden.
Gisteren zijn de fotos niet doorgekomen. Ik tracht ze vandaag opnieuw door te sturen.
Met Joke werd gedurende de tocht heel veel bijgepraat over de praktijk en veel van de patiënten. Blij te horen dat het in Herent zo goed blijft draaien. Ook al het nieuws over vele patiënten doet mij weer heel even vertoeven in de sfeer van de kiné praktijk. Ik ben erg begaan met hun evolutie. Langs de andere kant heb ik het volste vertrouwen in de collegae.
Morgen wordt er gewandeld van Padirac naar Rocamadour
Zondag 24 mei 2015.
Ristdag in Laval de Cère.
We begaven ons gisterenavond sinds lange tijd weer eens naar een normaal bed op normaal niveau. Ik dacht bij mezelf, dat ik deze nacht liefst geen laddertje opzoek om naar het toilet af te dalen, want ik zou wel eens in de kelder kunnen aankomen. Gewoonten en structuren nemen een groot deel van ons bestaan in, placht ik te weten En je went zo snel.
We besloten gisteren om Zondag met heel de groep naar de brocante-markt te gaan een 10 kilometer verder in Bretenoux.
Na een zeer geslaagd en uitgebreid ontbijt (Sonja ging al om 08.00uur de koeken en croissants en brood halen) met allerlei ingrediënten en beleg, spoedden we ons naar het toilet en daarna naar de rommelmarkt. Alsof de dames naar de speeltuin mochten. Echt brocante was het niet, het waren merendeels lokale echte marchands die de prijzen beer wisten dan de oorsprong van hun waar. Joke en Marie Rose lieten echter hun oogjes vallen op twee tafellakens van superieure kwaliteit voor een echt Frans prijsje. Zo gekocht, want anders was de verplaatsing voor niets geweest. Zij blij, de mannen bij, de bankkaart moest niet in de muur.
We komen terug aan in Laval en besluiten om een heel licht middagmaal met lichte drank te gebruiken. We eten meloen met Parma hesp en verscheidene soorten regionale kazen. We eten ons net geen bultje en ook het drinken werd gematigd in afwachting van de komst van Liliane en walter. We moesten toch wat presentabel blijven. De zondag was dus wel degelijk een rustdag. Er wordt naar de Grote prijs formule 1 van Monaco gekeken, en daarna naar de ronde van Italië. Walter en Liliane komen aan en de sfeer zit er meteen in. Er wordt gelachen en gelolt, verhalen opgedist en gedronken uit glazen zo gebold. Kortom, het moet hier gaan beteren want morgen is het weer werkendag en met kadavers beklimmen we geen berg
Deze avond eten we een zelf gemaakte Paeëla met alles erop en eraan. Morgen gaan we dan te voet met Walter,Jaak en Joke en Pieter naar Padirac. Een tocht over 27 kilometer.
Twee choufkes op 950 kilometer van huis: in Laval De Cère
Zaterdag 23 mei 2015.
Chapelle Saint Géraud 21,8 kilometer.
De afspraak met Jacques om 10.00 aan de Mairie van dit kleine dorpje was een maat voor niets. Om 9.35 stond mijnheer Bom al op het appel. Echt de juiste lijn van de para-commando discipline. Liever een halfuur te vroeg dan 1 minuut te laat. Dus om 9.45 zetten we onze eerste gezamenlijke stevige passen op het asfalt. De tocht mag niet overdreven worden, maar ik noem ze toch pittig en heel fysiek uitnodigend. Er moet tot twee maal toe uit een diep dal naar omhoog worden geklommen, en telkens ook weer worden afgedaald. Daar zijn de teentjes niet zo tevreden mee. Omwille van de heel innig gewenste ontmoeting met Chris en Jacques had ik me volledig in orde gesteld: mij goed en glad geschoren voor de kusjes, after shave op mijn cabine, mijn schoenen mooi geblonken en ingevet, proper onderbroekje ,T-shirt en kousen. Ik was werkelijk op mijn Paasbest. Niet voor lang, want reeds op kilometer 9 moeten we door een modderbrei waar niemand omheen kon. Och arme mijn propere botinnekes. Tot aan de basisveter bruin en modder. Het zag er jammer uit en heimelijk wenste ik dat we door een doorwaadbare plaats door een riviertje moesten. Al was het maar om de schoentjes proper te wrijven Mijn droom verpulverde de werkelijkheid. Op een bepaald moment moeten we door de rivier omdat er onmogelijk een andere weg is. Joepie, de schoentjes worden netjes zindelijk gewreven. Komfortbel toch, exact op het juiste moment de juiste bediening. Ook Jacques is content dat hij zijn vettige schoenen kan reinigen. De klim die volgt doet weer water ontketenen uit mijn performerend lijf. Het is vooral steil. We moeten van 180 meter terug naar 450. Maar fysiek voel ik me wel in orde. Terwijl we Jos zijn situatie als echte vrienden bespreken en Jacques als jurist de strategie en te volgen procedure duidelijk uiteenzet, trekken we verder door dit prachtige land. Chris en Jacques en Josée, en Pierre en Henriette, Jef in Suriname en Marie Rose en ik zullen ons engageren om Jos een handje toe te steken in deze moeilijke fase. Noem het een soort van vriendschapsoperatie om iemand letterlijk een koordje toe te reiken wanneer hij in een putje is gevallen. De details laat ik aan Jacques over, maar helpen zullen we, allemaal samen. Ik vind het een pracht van een initiatief van de familie Bom om zoiets los te weken. Ja Jos, Je hebt nog echte vrienden, en samen doen we een gooi naar de oplossing van het probleem. Je geraakt vriendschap niet echt kwijt wanneer je als vriend ook voldoende affectief en vriendschap investeert. Ik ben Jos eigenlijk nog zo veel meer verschuldigd
We komen aan in Laval en wat dacht je: de vrouwen zitten als versteend op het terras met een glaasje rosé wijn voor hen. Gelukkig zijn de hondjes nog op hun waakzaamst, want anders hadden ze niet geweten dat we er al waren De ontvangst in Laval was prachtig: Chris trakteerde ons op een onvervalste Chouffe uit La Chouffe. Na zo een zweet stonde was dat aangenaam slikken.
We drinken er een stuk of twee, eten soep met brood, ook wat stukjes kaas.
Daarna betwijfel ik de volgorde: schoenen uitgedaan en de motor home op zijn plaats gezet, het is gebeurd en dat is het voornaamste.
Joke komt deze avond met de kindjes en één ding staat als een paal boven water, de Matthias en Charlotte zullen blij zijn hun oma en opa terug te zien.
Morgen vervoegt Walter en Liliane zich bij onze groep en is de bende compleet om plezier en leute te maken.
Vanavond staan er Frietjes op het menu. Vraag me niet wat daarbij, al was het een potje mayonaise, maar frietjes zijn voor mij reuze welkom.
Ik meld je morgen met wat het was. Maar ik heb zo een zin in Belgische frietjes.
Kort maar hevig: bloed kan kruipen, zweet kan druipen
vrijdag 22 mei 2015
Argentat Chapelle Saint Géraud 10.3 kilometer.
Het was een kleine tocht vandaag, maar wel zeer pittig. De afdaling naar de Dordogne rivier moet vandaag hernomen worden in de andere richting. De zon schijnt heftig en het globaal hemeldak is lichtblauw. Alhoewel, er hangen anders gekleurde wolken centraal boven ons hoofd. Maar, het blijft droog. Het is al warm en dus zweten beloofd. Vermits de tocht zo kort is, en toch wel kracht vergt, neem ik de jakhals, Jack the ripper, en doetje Job, mee. Ze zijn wat blij. De tocht loopt langs de boorden van de Dordogne rivier en is best attractief te noemen. Op de rivier varen geen boten zo te zien. Wellicht te ondiep, alhoewel er op sommige plaatsen behoorlijk wat stroming zit. Deze nacht niets gevoeld van de Europese aardbeving of het moest zijn dat Marie Rose over mij klom om haar nachtelijke boodschap af te werken. Het is een geweldig ritueel in het bovendek van de motor-home als vrouwlief over mijn benen de ladder bereikt en via allerlei grepen en veiligheidsprocedures afdaalt naar de centrale gang die leidt naar het toilet. Beneden staan dan vier ogen glunderend te staren naar dit uniek gebeuren, met de neus in 45 graden opwaarts gericht. Niet ik, de honden natuurlijk. Ze zijn het nu al een beetje gewoon, maar in het prille begin ging Jak voor dood liggen op zijn rug, met beide poten voor zijn ogen. Tot op heden vond niemand van ons al een verklaring voor dit obsceens gedrag. Nu doet hij het niet meer, hij is ook al wat ouder en meer gewoon ondertussen.
Aan mijn broeders en mijn schoonzussen allemaal, Yvo, Pieter, Karl en Luk, zeg ik dat dit een uiterst prachtig avontuur is. Nog nooit heb ik zulke ongelimiteerde deugd beleefd. Ik ondervind dat ik ook in andere dingen dan het werk, grote voldoening kan vinden. Dit stappen valt me helemaal niet zo zwaar dan ik me mentaal had voorgesteld. De bezorgdheid om kwetsuren of ongeplande voorvallen liggen me hinderlijker dan de fysieke vermoeidheid. Trouwens, nog geen enkele morgen ben ik onvoldoende uitgerust opgestaan. Het herstellen van de inspanning de dag voordien, is steeds voldoende om elke dag een nieuwe prestatie te kunnen leveren. En dat stelt me toch ook wel wat gerust.
Na de Dordogne boorden kwam dan die klim naar Chapelle Saint Géraud. Op de kaart te zien was het een heel langdurig bospad over allemaal bruine hoogtelijnen , die hier en daar nogal kort tegen elkaar lagen. We startten op 200 meter hoogte en moeten naar 580 meter . De klim spreidt zich over 3 kilometer. Dus ruwweg een gemiddelde van 11 %. Ik zweet mij een wolkbreuk. Druppels druipen van mijn hand en ellenboog. Ook de honden doen geen moeite om hun tong binnensmuils te houden. De kleine killer is nog steeds ambitieus en tracht zijn leiband hevig strak te houden, al lukt dat niet altijd. Job heeft wat meer moeite om de inclinatie de baas te kunnen. De grond is hier doorspekt met bronnen en water vind je hier op alle hoogten. Zelfs wanneer ik op 560 meter hoogte ben is er nog een bronnetje dat de weg moddervet en glibberig maakt.
Ik bereik het dorpje en wordt onmiddellijk geconfronteerd met enkele flamboyante buitenverblijfjes. Schril contrast met de door de tijd verweerde muren der traditionele woningen van de locals. De zijkant van het dorp wordt meesterlijk gesierd door een vlakte die schuin hellend overgaat in een bos dat ogenschijnlijk geen einde kent. Zowaar er is een Mairie met annex een gemeentelijk schooltje bestaande uit twee leslokalen. Morgen stap ik samen met Jacques van La Chapelle Saint Géraud naar Laval. We zullen er een Belgisch weekendje meemaken, want Walter en Lilliane en Chris zijn er ook van de partij. Daarenboven komt Joke met gans haar jong gezinnetje zaterdag ook toe in Padirac (25 kilometer) en zal ons zondag een bezoek brengen. Maandag wandelen we dan met alle vrijwilligers van Laval de Cère naar Padirac. Het vervolg van de week zien we dan wel. Maar dat er plezier zal gemaakt worden, en dat de lijn van heden dus zal doorgetrokken worden, daar moet jij zelfs niet aan twijfelen. Wat betreft het weer worden hier niet veel zorgen gemaakt. Neerslag wordt er niet voorspeld, en de huidige geldende temperaturen, zijn om te wandelen altijd goed. Ik ben er goed mee gediend.
Zo, je bent weer een stukje wijzer geworden. Weet echter ook dat we haast aan de 1000 afgewandelde kilometers zitten. Op dit moment staat de teller op 932 kilometer. Ook weer een reden om te vieren volgende week. Als we nog maar aan wandelen toekomen?
Groetjes en als cadeautje nog een mooi stilleven met attributen van deze wandelaar.
Tot morgen.
Donderdag 21 mei 2015.
Bassignac Le Haut Argentat 25,9 kilometer
De ochtendgroet aan de zon gaat de mist in. Letterlijk, want we staan in de wolken. Een dichte mist legt een sluier op onze standplaats. Tijdens het ontbijt merk ik op dat de gebouwen in de omgeving toch langzaam aan vorm en kleur krijgen en dat de zon aan een fantastische promotie is begonnen. Ik vertrek om 08.49 uur en het is een pretje om te wandelen zonder enige pijn in voet of scheenbeen. De setting waar ik doorwandel is er eentje met rechts een vergezicht en links de weiden van de plaatselijke boeren met hun Limoesin-produkten. De kaart voorziet een tocht op voornamelijk asfalt en beton. Slechts een drietal kilometer gaat door het bos op aardeweg en dan nog stijl omhoog. Maar mij hoor je niet klagen. Er wordt opnieuw voornamelijk geklommen en gedaald. Zovele malen denk ik aan Marcel zijn afdalings-uitvinding: als je beneden bent heb je de 4 Bs: bochtje, beekje, brugje en dan weer een bergje. Ik heb het vele malen kunnen vaststellen vandaag dat De Marcel-stelling volledig klopt. Anderzijds moet ik bekennen dat de landschappen er met elke beklimming mooier en uitdagender bij worden. Uitdagend om te stoppen en even alles op te nemen in het geheugen. Deze streek munt uit in de presentatie van bossen en weilanden. Omwille van het vele klim en afdaalwerk krijg je als voetganger de volle laag van variabele en aantrekkelijke vergezichten. Veelal verschillend van wat je al te zien kreeg.
Groetjes aan Guddie die me benijdt om al het avontuurlijke wat ik meemaak. Ook het feit dat ik mijn eigen kinesist meebracht is een goede opmerking. Heel gemakkelijk en handig. Weet dat ik mij hier samen met de dames kostelijk amuseer en dat ik zeer gelukkig ben dat ik dit kan en mag meemaken.
Un grand bonjour a Rose Marie et René. Als jullie zoveel van deze verhalen genieten is dat toch een beetje een invulling van mijn oorspronkelijke bedoeling; Blijven lezen en blijven genieten zou ik u beiden voorstellen.
Het dorpje Servières de Chateau is prachtig gelegen op een top en is heel chouette. Het kasteel is gerestaureerd en hervormd tot opvangcentrum van mentaal en fysiek gehandicapte kinderen. Er werkt 200 man en vrouw personeel. Een plaatselijke restaurantuitbater geraakt met mij aan de praat omdat ik een biertje bestelde om samen met mijn boterhammekes op te eten op zijn terras. Van de noodzaak en grote deugd maken is ook een kunst.
Ik wandel verder door naar Maisonneuve en Meihac en zie plots Argentat liggen heel diep in de verte, heel ver in de diepte.
Om verder het verhaal van gisteren af te maken: De Heer Brouw gaf dus aan ons als eerste jaars een uitleg over het opvoedingsidee in deze school waar de leerlingen instonden voor het zelfbestuur. De leraars gaven les, de kok en de kokkin maakten eten, de secretaris ontfermde zich over de azdministratie, en de Rosse , de directeur zorgde voor het dagelijks bestuur. Al het practische zoals onderhoud van lokalen, douches, kleedkamers , klaslokalen, gangen, kamers, ontspanning, afwas en nog veel meer, werden uitgevoerd door de leerlingen. Daartoe dienden de karweien, een soort van strafmaat als je fouten maakte. Volgens onze systeemvoorlichters in de school waren er drie grote doodzonden die het wegsturen van de leerling tot gevolg konden hebben. Zo mocht je als leerling in geen enkel geval het domein verlaten zonder toelating van een overste. Je mocht in geen geval stelen en vechten werd ook nimmer of nooit geduld. Er zijn er geweest die om één dezer redenen de school moesten verlaten.
De directeur legde op regelmatige tijdstippen uit dat enkel via hard werken en voorname dosis inzet, je een doel kon bereiken. Hoe dikwijls werd ons niet ingepompt dat opgeven een allerlaatste optie was, en enkel kon aanvaard worden als er een argumentatie of grondige reden toe was. In deze school kreeg mijn karakter een heel belangrijke wending. Ik noem Ter Borcht nog steeds de diamant van adolescente leeftijd. Ik zag er heel veel van mijn ruwe kantjes bijgeschaafd worden en zoals alle schaafwerk op je huid: het is pijnlijk.
Ic poghe om het hoghe wou zeggen dat lukken of slagen in je onderneming of je doel, eigenlijk niet voldoende was. We leerden er om onze lat hoog genoeg te leggen zodat persoonlijk en heel subjectief ieder voor zich bij elke prestatie kon zeggen dat het niet beter kon. Bij de wintercross bijvoorbeeld telde de tijd van de laatste van de klas. Zodoende hielpen de goede crossers de minder goede om alzo de tijdslimiet van de laatsten gevoelig in de goede richting om te buigen, zodat het klasgemiddelde voor iedereen aanvaardbaar was. Er werden vriendschapsbanden gekweekt die tot heden toe nog steeds bestaan.
Wanneer ik dus schrijf: Ic poghe om het hoghe, dan is dat heel eenvoudig uit dankbaarheid dat ik dit allemaal nog kan en mag meemaken. En daarbij wil ik het zo goed als mogelijk afwerken.
Gisterenavond aten we bloemkool met hamburgers (in een rijk pepersausje)en gekookte aardappels.
Ik bedank Annelies om haar tip van de compressiekous. Zo kennen we haar: bezorgd en steeds om anderen bekommerd. Het siert je Annelies.
Als dessert een plaatselijke specialiteit: notenkoekjes met een tas koffie.
Om 20.30 lag ik in bed.
Deze avond hebben we met het kook-team afgesproken om in Argentat onze voetjes eens onder de tafel te schuiven. Ze mogen hier aan ons ook eens iets verdienen.
Tot morgen en hopelijk genieten jullie net zoveel als wij met ons drieën samen.
Geen vierkante meter vlak vandaag: waterpas kennen ze hier niet.
woensdag 20 mei 2015.
Lapleau Bassignac le Haut 25,1 kilometer.
De zon schijnt, maar daarmee is alles gezegd. Een koude bries en een wolkendek dat veel weg heeft van een smoke on the water tafereel.
Ik trek het me niet zo aan maar neem toch maar een regenjasje mee. Een sweater met lange mouwen en een body warmer moeten de rest maar doen. Trouwens, van bij de eerste decameters moet ik reeds omhoog. Dat belooft. De dames hadden gisteren wat tijd over: ze hebben voor het kouwelijk Jakske een jasje gebreid. Hij heeft aardig geparadeerd op de walk of fame. Foto's zijn gemaakt.
Vandaag wandel ik ten Oosten van Brive La Gaillarde, ten noorden van Aurillac, en ten Zuiden van Ussel . Recht af op de Dordogne rivier. Het loopt hier stevig op en bruut af. De achterliggende gedachte die ik maak is dat de zijkanten van de heuvels hier erg vervaarlijke afgronden vertonen. Niet zelden gaat het tegen 70-80% hier recht naar benden zo een 30 à 40 meter dieper. Het valt op dat er haast geen vlakke weg bewandelt wordt. De perceptie is zo dat je ofwel naar een top opkijkt, ofwel naar een diep dal gluurt. Wanneer ik naar rechts speur valt het gebergte op rond de Monts du Cantal. Prachtig decor. Frieda, onze overbuurvrouw zou nogal wat moeite hebben om dit prentje met haar penselen te reproduceren. Ook al twijfel ik geen seconde aan haar artistieke kwaliteiten en haar nooit gezien schilderstalent, dit is om te zeggen: dat moet jezelf gezien hebben want in woorden is dit schouwspel niet te omvatten, noch te omschrijven.
Ic poghe om het hoghe: de titel van de blog roept her en der vragen op. Ik wil daar uitleg aan geven, maar besef dat ik dit finaal niet op 1 artikel kan verklaard krijgen. Er is een heel verhaal aan verbonden waar veel medeleerlingen uit Ter Borcht in Meulebeke van het uitgangsjaar 1973 zich nu vergenoegd in de handen zullen wrijven.
In 1965 werd ik na het lager onderwijs te Herent ingeschreven in het Leuvense Sint Pieterscollege. Meteen was het duidelijk dat ik daar niet de soberste leerling was wat betreft beweging en creativiteit. Daarentegen zag ik wel op een inspanning wat betreft leren en inzet. Al gauw moest ik mijn tweede jaar middelbaar overdoen. Voor mij was het duidelijk dat deze leer richting niet mijn ding was. Ik werkte de lagere graad van het middelbaar onderwijs succesvol af, maar had voor mezelf uitgemaakt dat ik niet in de hogere middelbare graad van dit college mijn carrière zou verder zetten. Ik had zelf wat rondgekeken en vond de school met een ideaal profiel wat betreft opleiding, onderwijs en sportactiviteit. Ter Borcht was een sportinternaat waar je de laatste drie jaren van het middelbaar onderwijs volgt. De lesuren per week waren zo dat je 2/3 theorie te verwerken kreeg met alle theoretische vakken ter voorbereiding van universitaire humane richting. Eén derde van de lesuren was sport-praktijk. Turnen, atletiek, voetbal, cross, zwemmen, didactiek stonden op het les menu. We kregen 42 uren per week les. Eigenlijk, ging je als leerling er niet naar school, maar je engageerde je om een opvoedingssysteem te volgen waar je zelf helemaal voor koos en achter stond. Menig maandagmorgen zat in de treincoupé met troebele oogjes omdat het opvoedings-programma in de school voor mij erg hard aankwam. Als eerstejaars onderging je het systeem. Het was aanvaarden of breken. Men ging er als derdejaars hard tegen aan om je duidelijk te maken wat gehoorzaamheid, discipline, orde, respect, kameraadschap, leiderschap en onder meer verantwoordelijkheid was. Geen compromissen, regels waren regels. Indien je het niet aankon, was er maar één deur: de uitgang. Dit wou ik mijn tantes en grootvader niet aandoen. Waar ik zelf voor had gekozen moest ik dan maar correct afmaken ook. Ik ging voor succes, want een andere keuze was er niet. Wonder bij wonder haalde ik er drie jaar na elkaar prachtige resultaten en werd ik elk jaar verkozen als klasafgevaardigde bij de algemene schoolvergadering elke week. Deze opleiding bezorgde me een voorname basiskennis omtrent verantwoordelijkheid. Daar heb ik geleerd wat inzet, orde, volhouden, gehoorzaamheid, afvaardiging, argumentatie, gedragscode en dergelijke betekent. Het waren heel dikwijls harde lessen, maar ik heb er een grondvest gecreëerd. En ik moet S. Freud gelijk geven: je wordt deels gevormd door je omgeving waar je opgroeit en door hen die je over je opvoeding ontfermen.
Het systeem was er eentje van zelfbestuur door de leerlingen. De lezers die de leeftijd van dertig jaar nog niet bereikt hebben nu, zullen niet begrijpen wat het woord discipline inhoudt. Maar in Ter Borcht was er via het systeem van eerste jaars (schachten) en derde jaars (verantwoordelijke functies met graden van het leger en een praeses) een perfect draaiend systeem waar er respect werd aangeleerd voor hogeren in graad. De pedagogische methode was erg gestructureerd, met elke ochtend een gezamenlijk appel in vierkantformatie, een gezamenlijk gebed, een persoonlijke systematische controle van kledij, schoenen en uiterlijk voorkomen, algemene informatie uitwisseling en persoonlijke opmerkingen van begane fouten en de daaruit volgende strafuitdelingen. Het ging er soms wel wat spartaans aan toe, maar we wisten heel gauw wat kon en mocht en gezien mocht zijn. Ook wat niet mocht. De directeur was een pater: De Rosse, Eerwaarde Heer Vandecapelle. Een man met een heel hoge intelligentie, zeer gedreven, veel plaatselijke invloed en een ongebreidelde mensenkennis. Bij het inkijken van de brochure van de school stond de spreuk: Ic poghe om het hoghe. De eerste schooldag kregen de schachten uitleg van de heer Brouw, leraar Nederlands en Duits.
Maar daar spreek morgen verder over.
Ik eindig deze tekst met de mededeling dat we na lang dalen (ongeveer 5 kilometer) de Dordogne rivier oversteken en terug een 4 tal kilometer stijgen naar het heel piepklein dorpje dat gekenmerkt is door de vele verweerde huizen. Je kijkt uit op een zeer dicht beboste streek met een paar grijs-bruine plekjes in van dorpjes die her en der verdeeld liggen.
Het zonnetje is ondertussen minder vertwijfeld gaan schijnen, vol door zonder remming licht en warmte. Morgen weer een verhaal.
Na 2 dagen rust, terug pijnloze tocht...nog zaliger dan voordien.
Dinsdag 19 mei 2015.
Neuvic Lapleau 24,3 kilometer.
Het miezert rond het stuwmeer van Neuvic. Een troosteloos aanzicht en ook de eendjes op het water beleven er niet zo veel plezier in blijkbaar. Vertrekken doe ik rond 10 uur. In de hoop dat het zou opklaren stelde ik mijn start een beetje uit, maar het bleef nat spuwen. Met een regenjasje wandelen is nooit aangenaam: de keuze is heel eenvoudig. Ofwel wordt je nat tot op je vel vanwege de regenval, ofwel wordt je nat vanop je vel vanwege een transpiratie omdat je lichaam niet voldoende kan afkoelen en het winddichte jack de condensatie niet kan compenseren. Nat ben je sowieso.
Ik besluit na een kwartiertje wandelen dat saunavestje in mijn rugzak te steken aangezien er minder vocht naar beneden druppelt. Wat wandel ik licht, geen pijn aan de voeten en de scheenbeenpijn is niet aanwezig. Nog voor het vertrek had ik een elastische tape aangelegd die de pees van de betreffende spier zowel ondersteund als ontlast gedurende het marcheren. Het helpt wel en het is echt geen indruk, ik voel dat de spier hierdoor steun krijgt. Feit is dat vandaag bij aankomst na 24 kilometer geen lek pijn had en doet ook wel eens deugd. De twee kleine teentjes heb ik niet gevoeld vandaag. Een mijlpaal binnen dit avontuur. Hoe ontspannen kan een mens rond dwarrelen op zijn beide benen wanneer je licht en pijnloos beweegt.
Ik kreeg vandaag een deugddoend mailtje van Arend en Frieda. Onze heel toffe overburen die ondertussen ook goede vrienden werden. Ze houden tijdens onze afwezigheid ons huis wat in het oog . Tot heden toe geen probleem naar het schijnt, enkel de plastieken bloemen worden overwoekerd Af en toe wat nieuws van het thuisfront doet wel deugd. Ze volgen ons ook op de voet via de blog.
Het wandelen gaat over heel veel bosterrein vandaag. Lapleau ligt op 500 meter en de huizen die er staan hebben in hun geheel veel weg van de communiteit in een bergdorp. Heel erg geconcentreerd rond een openbaar pleintje, niet veel grond aan de woonst zelf, en kort bij elkaar geplaatste woningen.
Ik zag vandaag geen mens op mijn tocht. Ook vroeg ik mij af tijdens het wandelen in de bos of die vogels die fluiten mij volgen ofwel dat er zich telkens een soort van tam-tam situatie voordoet. Ik vermoed dat de ene vogel misschien zijn soortgenoot een paar honderd meter verder verwittigd en alzo maakt dat ik gedurende de ganse bostijd publiciteit krijg aangeboden van al deze gebekten. Feit is dat er de hele tijd gekwetter en gefluit naast mij leeft.
Ik bezag gisteren nog even het parcours en vermoedde dat er de laatste 4 kilometers behoorlijk moest geklommen worden. Dat is ook zo in werkelijkheid. De voetweg maakt op de kaart enkele korte krommingen en een zigzag patroon. Het is echt niet om de plaatselijke plantengroei uitgebreid te laten aanschouwen. Een hellingsgraad van 11 % verplicht me om met korte kleine pasjes deze hindernis te overbruggen. Ik wil ook niet snel vorderen omwille van mijn scheenbeen dat nog steeds pijnloos aanvoelt. Ik wil dat zo houden. Omdat ik veel tijd heb om te denken is dat telkens de weerkerende zorg: Fysiek stelt deze tocht me niet voor zware problemen of verwacht ik niet dat het zal tegenvallen. Echter, waar ik mij het meeste zorgen over maak bij elke bedenking omtrent het eindresultaat in Compostella, is of kwetsuren of ontstekingen mij geen pad in de korf zullen zetten. Ik ben erg intens met mijn lichaam bezig en nog nooit ben ik zo zorgzaam en zo intens preventief bezorgd geweest dan de laatste zeg maar 5 maanden. Mijn huisarts keek nogal bezorgd op toen ik haar het lijstje voorlegde van medicatie die ik wou meenemen. De opsomming is nogal volledig. Antibiotica tegen keelontsteking, bronchitis, blaasontsteking. Anti-inflammatoire medicatie onder vorm van pilletjes en zalf. Wond helende zalf. Pijnmedicatie en ontsmettende medicatie. Vetverband en steriele verbanden, drukverband en windels. Antiallergische medicatie, koortswerende pilletjes en eiwit- en zink bevattende pommades.
Het zou een zware domper zijn moest één of andere kwetsuur mij dwingen om dit zalige avontuur op te geven. Ik blijf echter weigeren te doem denken Er zijn zoveel redenen om toffe dingen te denken, dus hou ik het daar bij.
Na een klim van ongeveer 50 minuten kom ik aan bij het gemeentehuis van Lapleau. Ik krijg er mijn stempel en begeef me naar de afspraakplaats: het kerkhof van deze gemeente. De dames staan er reeds.
Deze avond voorziet de dagelijkse kost van de mietjes hier het volgende menu:
Koude schotel met tomaatjes, sla, mais, gerookte zalm en forel, rivierkreeftjes en wat mayonaise saus en Frans brood met een glaasje witte wijn.
Morgen naar Bassignac en vandaar zien we Aurillac al met één oog liggen. Voor Laval hebben we twee oogjes nodig