Epiloog : De ultieme trip, en toch een beetje speciale spijt.
Zondag 12 Juli 2015
Santa Irene Santiago de Compostella 19,2 kilometer
De mis voor de pelgrims in Compostella is zondag voorzien om 12 uur. De afstand van de laatste staanplaats in tijd, is een kleine 4 uur. Er wordt dus geopteerd om toch vroeg genoeg te vertrekken zodat ik omgekleed en gewassen de mis kan bijwonen en de beloofde kaarsjes kan doen branden. Mijn diploma zou ik dan in de namiddag ook in het officiële pelgrimsbureel kunnen ophalen. Om 5.45 uur verschijnen de eerste kleine vliegjes in mijn Lumen-sterke hoofdlamp. Het is hier nu wel echt pikdonker in dit bos. Ik moet zelfs bijschijnen met de looplamp om de gele loodspijltjes te vinden. Geen verkeerde gerichte lopers deze morgen, maar al na een tien tal minuten steek ik een groepje ingetogen jongeren voorbij die stilletjes ook hun Camino aan het volbrengen zijn. De kilometerpalen luiden de ultieme count down in. Ik start aan 19 kilometer. Het is merkelijk snel klaar en licht vandaag want amper na een 20 minuutjes wandelen door de loofbomen, de sparren, de eucalyptus aanplantingen en ook eikenbomen kan ik mijn hulplamp al doven. Waar komen weeral al die dagjestoeristen vandaan? Aan hun heel lichte rugzakjes die toeristische diensten en touroperators uitdelen als promotie, herken ik die onechte pelgrims van de echte. Die dagjesmensen mogen gerust hun ding doen en hun recreatie is hen volledig gegund, maar wat me dan weer niet zo eerlijk overkomt pijnigt mijner diepe ziel. Ze hebben dan ook 5 kilometer op de Camino gelopen, want werden netjes gedropt door de buschauffeur op Monte do Gozo, en hoeven dan enkel met de zwaartekracht mee te werken om in Santiago aan te komen. Die wandelstokken worden dan meestal nog gebruikt om hun niet onder controle te houden potentiële energie in bergaf toch wat ondersteuning te bieden. Ieder zijn ding.
Om 9.23 kom ik aan in Compostella camping om me te vervoegen bij de dames, mij proper te wassen en te scheren. Mijn geperst kostuum aan trekken en mijn gestreken plastron in de juiste knopen leggen. Om 11.00 uur wenden wij ons drieën naar centrum Compostella. Veel pelgrims komen sukkelend en stinkend en waggelend binnen de stadswallen gestrompeld.
De aankomst op het kathedraal plein was helemaal niet zo emotioneel. Ik verzwijg u niet dat ik heel blij ben dat dit avontuur zo goed verliep, dat ik enorm gelukkig ben met dit bereikte resultaat en dat ik mezelf eens goed in de beide handen kneep om én mezelf proficiat te wensen én er zeker van te zijn dat ik het allemaal niet droomde. Want heel dit gebeuren is heel lange tijd een droom gebleven, maar dit te hebben kunnen verwezenlijken geeft me zoveel voldoening en interne kracht. Ik kan er weer een poos mee voort. Anderzijds is er wel een beetje teleurstelling dat het avontuur nu eindigt. Het was wel echt mijn ding. Hier rond te lopen in mijn korte broek en marcelleke, geladen met rugzak vol drank, reserve kledij en batterijen, ook een reserve GPS. Het was zo boeiend de merkwaardigheden of de schoonheden die in mijn ogen vielen, vast te leggen en alzo voor herinneringen later te kunnen gebruiken. Het snoepen van zoveel natuurlijke schoonheid, de etalages vol aantrekkelijke taferelen en decors. Ik liep hier rond zoals kleine zoet hongerige kinderen dat doen in een snoepwinkel. De Camino weg is een weg van de vrijheid stond dikwijls onderweg in stift of verf op muren of aanplakborden. Het is wel degelijk zo. Je komt hier deels gelaten en deels bevrijd uit deze begaanbare levensweg. De verhalen die ik onderweg van mensen hoorde, de pelgrims zelf die ik ontmoette, de fysieke vermoeidheid en pijn die ik onderweg zag, maken dat je heel klein word en dankbaar lovend bekent dat het allemaal nog niet zo slecht is hier beneden. Hier en daar zag ik tranen lopen, ik weet niet waarom. Het kon van geluk zijn, van de blaren pijn, van verdriet, van emotie, ik weet het echt niet, maar het heeft me wel enkele malen geraakt. Zoiets laat mij niet onbewogen en mijn ziel is ook niet zo hard. Er is een gevoel dat Compostella nu ook een deel van mij is geworden, omdat ik onderweg naar hier zoveel zweet en DNA achter liet. En al was het alsof het alle dagen feest was, niet alle dagen klonk die muziek even mooi in de oren. We omhelzen elkaar op het grote plein en wensen elkaar proficiat voor de grote inspanning. Zowel Miet als Sonja krijgen felicitaties om hun gepresteerde werk. Mijn erkentelijkheid is zo groot al zeg ik dat niet zoveel. IK moet dat meer doen.
Aan die kathedraal stond een file van mensen aan te schuiven tot drie straten verder. Het zit namelijk zo dat er om het uur missen zijn gepland. Maar de gelovigen kunnen slechts binnen tot al de stoelen volzet zijn. De volgende lichting is voor de volgende mis. Mensen staan daar niet zelden 2-3 uur te wachten om die kathedraal binnen te kunnen. Ik besluit dan maar eerst mijn diploma af te halen. Veneir een file, maar niet zo lang. Ik heb geluk, na drie kwartier klinkt het klokje dat aangeeft dat je je als pelgrim mag aanmelden aan één van de zeven loketten. Even later verlaat ik het pelgrimsbureau met mijn diploma in een mooie koker. De fierheid is groot, want pas nu ik dit lijfelijk attribuut in de hand heb, besef ik dat hier inderdaad wel een grove prestatie achter schuil gaat. Ik roep de dames van ver toe: Ihaaa, de buit is binnen. De toeloop hier in Compostella is fenomenaal. Wanneer we terug naar de camping wandelen zien we nog steeds een lint van aankomende wandelaars. Ik schat dat er duizenden van mijn soort hier in Compostella de laatste klimmetjes afwerken. Iedereen is het eens: de laatste 200 kilometers zijn zwaar om te verwerken. De regelmatige terugkerende heuveltjes verteren de laatste grammetjes suikers die je lichaam nog verschaffen kan. En vermits de vermoeidheid ook recht evenredig groeit met de gelopen afstand, is het niet moeilijk aan te nemen dat die laatste tochtjes niet zo snel zullen vergeten worden. We zijn alle drie gelukkig.
De blog loopt ten einde: Indien lezers interesse hebben, kunnen zij ergens in oktober een éénmalige voordracht bijwonen van mezelf (in Kortenberg) aan de hand van de notities en de gemaakte fotos. Daar wordt dan ook tekst en uitleg gegeven omtrent de bedoeling van de blog en de sponsering van een project. Gewoon een mailtje naar johan.de.smedt1@telenet.be met je mailadres volstaat met de melding dat je deze aankondiging wil ontvangen. De bedoeling is om de blog mooi te bundelen en tegen democratische prijs te verhandelen. De opbrengst gaat integraal en rechtstreeks naar de betrokkenen.
Ik neem afscheid van u, mijn waardige en trouwe toffe lezer. Jullie waren ook een deel van de vleugels waarop ik vloog. Ik dank u om de aansporingen, de goede raad, de toffe opmerkingen, de woorden van lof en eer. Ik moet u erkentelijk zijn om zoveel gelukwensen en schouderklopjes. Mijn petje gaat af omdat je regelmatig heel veel tijd stak in de wellicht veel te lange teksten, mijn hoofd buigt zich nederig neerwaarts om uw erkentelijkheid betreffende deze tocht. Elke stap die ik deed hebben veel handen mij gedragen en ik onderschat deze inbreng van jullie echt niet. Eerlijk, nu ben ik blij terug huiswaarts te keren want ik begin jullie allen wel zeer te missen. Wellicht zien we elkaar in Herent in eender welke situatie wel eens weer, ik kijk er echt naar uit. Morgen gaan die kaarsjes allemaal in brand, en terwijl schuilen jullie in mijn hoofd. Ik wandelde nooit alleen, .jullie waren erbij en ik liep met een grote glimlach, dank zij jullie.
Ongelooflijk tof.
Zaterdag 11 juli 2015
Melide Santa Irene 34,8 kilometer
Sonja is zo vriendelijk mij om 05.50 uur weg te brengen naar mijn aankomstplaats van gisteren. We sliepen vannacht zo een kleine 3,5 kilometer daar vandaan op een grote vrachtwagenparking, kort bij de plaatselijke beestenmarkt. In zulk een omgeving slaap ik bijzonder goed. Die drie Moortgat Duvels van gisterenavond zijn mij goed bekomen en hoe meer ik dronk, hoe meer de vermoeidheid uit mijn ledematen schoof. De tapas die we erbij bestelden waren zo lekker dat van naar huis gaan slapen nog niet direct werd gesproken. Het was een toffe avond, ook al was ikzelf de meest vermoeide van het gezelschap. De vriendelijke uitbaatster van de tapa bar was zo in de weer voor ons, ze zou haar benen vanonder haar lijf hebben gelopen om ons toch maar van dienst zijn.
Ik start vandaag voor de laatste maal zo vroeg en besef dat de schone liedjes inderdaad niet lang duren. De lelijke gelukkig ook niet. Nog 52 kilometer te lopen en de buit is binnen. Eén gulzige slok en ik sta voor de kathedraal. Zelfs met mijn twee vingers in mijn neus kan ik het wierook tot hier nog ruiken, zo kort ben ik tot mijn gestelde doel geraakt. Heel veel voorbereiding, heel veel planning, heel veel informatie verwerking en heel veel training hebben dan toch hun vruchten afgeworpen. Het is niet voor niets geweest. Nooit heb ik aan dit project gewerkt met de gedachte dat het me niet zou lukken. Maar het is wel zo, en dat is weer een ander verhaal, dat ik steeds overtuigd ben geweest dat alle puzzelstukjes goed bij elkaar moeten passen en blijven liggen. Indien ik wanbof of pech op mijn weg ontmoette kon heel het kaartenhuisje instorten en was de droom gedaan. Ik bof, want alles paste steeds mooi in elkaar. Ook mijn beide helpsters waren van een heel speciale soort: rammen zijn wild en niet te temmen . Ze mogen er echter prat op gaan dat zij mij op hun vleugels lieten landen. Overtuigd ben ik dat zij een overgroot deel van het welslagen van deze tocht op hun palmares mogen schrijven. Solo lukt zo een onderneming ook, maar zonder deze logistieke, culinaire, medische, sanitaire, emotionele, wasdeskundige of fashionaire ondersteuning is deze klus een heel pak zwaarder. Ik geef toe, voor mij was het ook niet altijd eenvoudig op te boksen tegen zulk een symbiotische rammenanaffaire , maar al bij al ben ik nog bijzonder goed uit die strijd gekomen.
Goed, ik loop deze morgen in het donker met mijn frontale koplamp op een ander koppel die mijn richting uit komen. Ze zijn gelukkig, want ze zijn verdwaald. Ze weten geen kant meer op want ze zijn van de Camino afgeweken. Ze liepen compleet de verkeerde richting uit en zagen daardoor de pijlen niet staan. Die hun dag begon slecht, maar ik waande mij gelukkig omwille van mijn goede daad.
Het lopen in het duister is niet zo evident omdat je de straal licht voor je op de grond bundelt. Zo heb je de neiging de zijkanten wat minder te observeren. En laat het nu juist daar zijn dat de pijlen staan. Wederom steek ik bussen gepensioneerden voorbij, meutes leerlingen van het lager secundair onderwijs met hun juffrouw, groepen van sportclubs, leden van allerlei soorten verenigingen. Het valt op dat ze meestal dezelfde kleur van shirt of hemdje dragen. De puberende leerlingen gibberen en gekscheren onder elkaar, maar geregeld zijn er ook die mooie Spaanse liedjes zingen. Ik meen zelfs de melodie van de kabouters van sneeuwwitje te horen : Ahoy Ahoy Er liep daar ook een tof manneke mee. Zo hoog als mijn wandelstokje, zo rank als de rayon van een fietswiel. Hij had een rugzak hangen die reikte van boven zijn hoofd tot net onder zijn knieën. Ik heb hem in het voorbij steken nog eens goed bekeken. Het was een jongen Ik loop af en toe onder een schaduw dak van druiventrossen, en besluit dan toch maar een foto te nemen. Voor de rest was het vandaag een armoedige dag wat betreft mooie plaatjes. We wandelden door verscheidene Eucalyptus plantages langs onze route en spijtig die geur kan ik jullie niet doorsturen, maar het rook goddelijke aangenaam.
Geen enkele heuvel is ons vreemd deze laatste 200 kilometer. Het is vandaag opnieuw op en neer zoals op Leuven foor. De hellingen worden korter maar de venijnigheid van hun stijgingsgraad blijft rake klappen uitdelen. Er wordt al eens midden op de weg halverwege de heuveltop gestopt met verder gaan. Mijn pet en trui zijn ook weer lekkensnat. Maar vermits ik morgen toch kan aankomen is mijn moraal bestand tegen dit ongemak. Enkel mijn broek is tot halverwege de pijpen van kleur verandert door het zweet. En dat verveelt me wel een beetje met al die pubers in de buurt Het is geen zicht.
Boven op één der laatste heuveltopjes besluit ik om de tip van Guy eens uit te proberen. Ik bestel nu eens geen servetto, maar uno cajn. En het klopt Guy, ze schenkt mij aan de tap een gewoon pintje. Ik vermoed dat ik het woord verkeerd uitsprak, want de serveuse lachte eens in haar eigen en naar mij, daarna verbeterde zij de klemtoon. Maar wat ik dronk was een heel fris pintje van 1,5 euro, en ik kreeg er nog een kommetje ships bij ook.
Ik loop na 6,5 uur marcheren voorbij de afspraak plaats omdat ik vermoedde dat er nog een drie tal kilometer moest worden gelopen. De naamplaat van het dorpje Santa Irena heb ik nooit gezien. Dus moest er worden bijgestuurd met de zender. Sonja pikt me 3 kilometer voorbij de afspraakplaats op, en het euvel is verholpen.
Vanavond houden we het nog een beetje rustig maar morgen steken we hier alle lonten in de fik.
Hilde had mij nog niet gemaild omdat ze haar troostende woorden in petto hield tegen dat ik een dipje zou krijgen. Ze had zo graag eens opbeurende woorden en tekst terug gegeven, maar het was naast de waard gerekend. Iemand die aan een feestdis zit, heeft geen opbeuring nodig. Ik zou misschien de volgende dagen naar Finistere eens een dipje kunnen verzinnen Hilde. Zo graag wil ik die opbeuring eens aanhoren.
De Hiesentriets zijn voor alle mannelijke kleinkinderen een wandelstok van Eucalyptus hout aan het bewerken. Voor Charlotte gaan ze een armbandje mee brengen.
Zo, morgen de grote finale met trommelgeroffel en stropdas en kostuum. Ik ga nu mijn lakei schoenen wat doen glitteren en laat jullie ondertussen genieten van het vandaag beperkte fotomateriaal
Vrijdag 10 juli 2015
Portomarin Melide 45,4 kilometer
Weer om 05.45 vraagt Job zich af waarom ik zo vroeg naar mijn werk vertrek. En waarom ik de laatste tijd die rugzak altijd meeneem en mijn voeten intape? Het blijft een raadsel aan zijn schuinse blik en zijn vragende ogen te zien.
Vandaag trachten we de afstand tussen 2 grotere dorpen te overbruggen. Het weer is overwegend bewolkt en de temperatuur is eindelijk te genieten, want ze stagneert rond de waarde van 25 graden Celsius. We moeten een paar heuveltjes over maar de natuur speelt ermee. Het gaat soms snel omhoog en redelijk snel terug omlaag. Daarna traag omhoog en terug redelijk traag omlaag. Het geraakt niet op. Ik bedenk bij mezelf dat die laatste 200 kilometer naar Santiago, fysiek zwaarder uitvallen dan de eerste 1000 van thuis uit. Al snel bevind ik me tussen de groep van pelgrims die ook vanuit hun refuge vroeg vertrokken zijn. Ik ontmoet Angèle en Pierre uit Nantes. Ze zijn beiden 11 jaar. Hun grootvader en grootmoeder lopen een 70 meter voorop. De grootouders hebben 10 kleinkinderen. Als een kleinkind 11 jaar wordt, mag het met opa en oma gedurende 11 dagen mee van Villafranca naar Compostella wandelen. Ongeveer 210 kilometer. Ik feliciteer Angèle om haar snelle en soepele gang, ondanks haar toch grote rugzak. Ze praat vlot en communiceert heel assertief, met een typisch Frans temperament. Wat later maal ik enkele kilometers met beide grootouders.
Het loopt over heuvelruggen die aangelegen bosjes doorkruisen. Niet veel speciaals te verkennen, buiten het mistig gordijn dat door de wind ons belet de omgeving te herkennen. Ook koude en vochtige dikke druppels mistwater die van de bladeren naar beneden rollen bezorgen ons een mystiek kader waarin de voorgangers als schimmen plots opduiken wanneer je hen inhaalt.
Om 11 uur kom ik aan in Palasdelrey, een 28 kilometer na de start. We eten in de mobilhome spek met eiren. Om 12.30 vertrek ik voor mijn laatste 17 kilometer. Ik ontmoet geen enkele medewandelaar meer.
Ik maak nog een paar fotos van drooghokjes die hier regelmatig opduiken in de voortuinen van boerderijen. Ze staan op een verhoog en zijn volledig met planken dicht gemaakt en dienen waarschijnlijk om mais te drogen. Onderweg praat ik met Domingo uit Aosta. Zijn zoon studeert in Brussel in de biomedische wetenschappen en specialiseert zich in prothesen. Hij vond het stuk van Burgos tot na Leon ongelooflijke bullshit
Ik zie Ricardo nog eens terug. Hij is blij dat we elkaar nog eens tegenkomen. Zondag wil hij in Santiago zijn, en hij zal het laten weten via SMS.
Onderweg zie ik elke halve kilometer een aanduiding van de afstand die me rest tot in Compostella. De laatste indicatie die ik me bekeek was 52 kilometer. Het einddoel komt nu wel heel nabij. De vrees om niet te slagen in dit project verkleint met elke stap. Het vertrouwen in een goede afloop wordt sterker en verdringt meer en meer mijn onzekerheid. Toch blijf ik ook vandaag heel attent en voorzichtig afdalen.
Na een 3,5 uur wandelen kom ik aan in het grotere dorp Melide. Hier verkopen ze Duvel Sonja is door het dolle heen.
Afspraak straks in het Duvel etablissement.
Ik kreeg bericht van Luk en Lieve hun plannen. Ze gaan ons volgende week vervoegen.
Vandaag blijft het hierbij. Morgen weer een nieuw verhaal.
Donderdag 09 juli 2015
Sarria - Portomarin 24,6 kilometer.
Toegegeven, het was gisteren een dag van glorie. Meer dan 50 kilometer op één dag marcheren, en dan bij aankomst kunnen douchen in het gemeentelijk sportcentrum (wie niet waagt, wie niet vraagt, niet wint) en dan nog een voortreffelijke nachtrust, mijn endorfine s geraakten niet opgebruikt. Het is echter de eerste ochtend sinds mijn vertrek in Herent, en dat is ook toegegeven, dat er nog iets te veel melkzuur in mijn beentjes achterbleef, en dus niet voldoende naar mijn biologisch riool werd geleid. Mijn steunpilaren zijn geen soepele rubberen staafjes, maar eerder twee stijve pijnlijke matrakken. Maar ook dat is wel normaal . Echter, wat mot, dat mot en ik ben op weg om 2 minuutjes na negen. Eerst nog de stad door, uit de put omhoog en dan aan de overkant van de stedelijke parochie, de Camino opzoeken. Het lukt, maar wat is dit hier voor een drukte van Caminogangers. Het is net de Hemelvaart processie in onze parochie in de jaren zestig. Je kan van groep naar groep lopen en zonder de richting-aanwijzingen te hoeven volgen, reis je op de Camino. Ik steek zingende ziekenkas groepjes voorbij. Hun gezang zweept mij op, want het zijn Spaanse marsliederen. Zonder de link te doorgronden denk ik aan de zangstonden die we op elk chiro kamp samen met Eerwaarde Heer Verdoodt meemaakten. Trek aan de riemen wij varen , Als lente waait door onze gouwen, De trommel slaat verhakkelde teksten die toch onze kampmentaliteit voeding gaven en mij met heel veel nostalgie blijven achtervolgen. Ik zeg Holas, tegen een Chinees viergeslacht (grootvader-zoon-kleinzoon-achterkleinzoon) tenminste dat vermoed ik toch want het is de kleinzoon die de Chinese charette trekt (waarin een baby ligt). Hij is ingespannen in een gestel als was hij een paard.
Ik zeg Bueno Camino tegen een Belgisch duo, want zij antwoorden mij tijdens mijn inhaalmanoeuvre, ook een goede Camino. Zij uit Gierle, de andere vrouw uit Herentals. Een gesprek ontwikkelt zich naadloos. De eerste haar rugzak weegt 19 kilo. Ik vraag haar hoe lang ze daar al aan sleurt. Sinds van morgen 8 uur want ze zijn gestart in Sarria. Ik geef haar de raad om toch een 5 kilo te elimineren en eventueel later op te halen. Die19 kilo is echt te veel voor haar schraal en freel gestel. Ze vragen mij om een foto te maken van hen beiden. Dat doe ik dan ook. Daarna ben ik aan de voet van de zoveelste plaag heuvel. Weet je nog Marcel: Bochtje- beekje brugje bergje? Wat mij opvalt is de slechte en onwelvoeglijke staat van het te betreden oppervlak. De aarden weg is één grote plas mengsel van modder, water, kiezels en uitwerpsels. Met mijn gatenschoenen is dat toch wel redelijk oppassen geblazen want elke extra ballast in mijn schoenen kan ik missen als str.nt.
Bovendien is de cocktail van al deze ingrediënten een zeer glibberig boeltje. Stel je voor dat je hier onderuit gaat, en dan al die getuigen in je rug. Ik bedenk plots ook de situatie van de boer die me water aanbood in zijn koeienstal. Er was een kraantje vlak boven de afloop waar al die koeienuitwerpselen zo maar passeerden. Moest mijn bidon er per ongeluk uit mijn hand gegleden zijn dan lag ze er nu nog. Ik vergeet het nooit. Ook de Italiaan van over vier dagen loop ik voorbij. Hij informeert naar mijn toestand en ik op mijn beurt naar de zijne. Hij had ook een wat mindere dag zei hij. Was het dan misschien toch wel wat zwaar voor iedereen, gisteren en vandaag? De ondergrond is inderdaad erg versmachtend explosief, en wisselend hellend en dalend. Er wordt door iedereen fameus gezweet en regelmatig zie ik, meer dan tot heden toe, pauzerende mensen die opvallend uitrusten en letterlijk op adem moeten komen.
Ik passeer de 100 kilometer paal, en vraag een aanlopende Americano of hij will take a picture of my last 100 kilometers. Hij maakt er een no problem van. Eigenlijk is dit een belangrijke mijlpaal in mijn Compostella avontuur. Maanden op voorhand ben je bezig met het uittekenen van je te volgen parcours, en je gaat er van uit dat je het einddoel wel zal halen. Echter het is allemaal niet zo evident. Die laatste 100 kilometer teken je met heel ver in je achterhoofd toch ergens de gedachte van: wie weet heb ik de laatste getekende tochten wel echt nodig Nu, het is zover. Ik vermoed nog een 90 kilometer en dit klusje is geklaard. Het knikkerspel wordt plots pure ernst, en velen polsen al eens naar je te verwachten aankomst datum. Nooit hiervoor werd er over aankomen gesproken. Er wordt ook vandaag tussen loslopende koeien door gewandeld. Eigenaardig, in een vroegere fase waren wij een beetje onwennig, maar nu verloopt dat al veel vlotter. Ik loop hen tegemoet in tegengestelde richting, en groet hen zoals ze in Pamplona aan het front tijdens de stierenloop al vijf dagen doen. Ik voel me echt een puncher .
Vandaag passeer ik zelfs een struisvogel en een warmbloed paard.
Na 20 kilometer laat ik net niet de Albergue links liggen, de dorst en de goesting is gewoon te groot. Ik stop er voor een grote Servetta en eet er mijn hamburgertjes op. Meteen kom ik er een beetje op verhaal, want sinds een paar weken vertrek ik steeds op nuchtere maag. Je kan dan stellen dat na een drie tal uren wandelen je benzinetank dringend moet worden bijgevuld.
In Portomarin zelf is geen parking voor de mobiele slaapplaats, dus zoeken we een baanparking op die een beetje verder buiten de stad ligt.
Arlette en Pol groet ik wederom vanuit een broeierig heet (32°) Portomarin en ik dank hen voor de interesse en de lovende woorden.
Moike, ik brand voor je vader een kaars, dat is beloofd, al was het maar voor jou een heel speciaal verjaardagscadeau te kunnen aanbieden.
Guy en Hilde groet ik met heel veel culinair genot. Uw Sacorocha tips van wijn zijn altijd al uitgekomen. In de streek van Lugo zijn er ook wel zeer voortreffelijke wijnen voor weinig geld.
Deze avond is het een gewoon eenpansgerecht met gebakken ei en patatjes met spek en gerookte ham.
Hou rekening met mijn artistieke beperking tijdens het beschouwen van mijn visuele spielereiën. Denk positief en beklaag je niet dat je dit moois niet zelf mag, kan beleven. Deze digitale schilderijtjes zijn een prachtig alternatief voor de thuisblijvers. Het geeft tenminste een idee over wat ik hier allemaal moet verwerken.
Morgen weer een nieuwe dag en weer een nieuw feest!
Woensdag 08 juli 2015
Ocebreiro Sarria 53,2 kilometer
Gecharmeerd door Ronand uit Bretagne zijn vraag gisteren om met mij mee te mogen starten deze morgen sta ik pil om 05.58 uur op het kerkpleintje van Ocebreiro. We zouden om 06.00 uur vertrekken voor een tocht van een 44 kilometer. Ronand heeft zich meteen gemeld op Facebook om mij als vriend uit te nodigen. Hij komt uit Biaritz en zijn vrouw is Spaanse en alzo spreekt hij ook heel vlot en zeer goed verstaanbaar Spaans. Dit in tegenstelling met mijn verbale linguïstiek. Als wezende ook heel goede vriend van Anny uit Bretagne, is hij alzo ook onze vriend geworden. Hij kent mijn staptempo en ritme en had besoin a un pot de son type. Al betwijfel ik sterk dat ik zijn type ben, maar het is nu eenmaal een pelgrimstocht en op het einde in Compostella doet men navraag naar je gepresteerde goede werken. Hij is een 40 jaar en gelooft dat ik dat ook ben. Ik laat hem in de waan, om hem niet voor schut te zetten, en zichzelf ook niet belachelijk te laten voelen. Hij moest eens weten dat we 22 jaar verschillen. In plaats van 06.00 uur startten we pas om 06.30 want zowel hij als Anny hadden behoefte aan een zwarte sterke espresso om te kunnen starten. Al gauw bleek dat op deze laatste te beklimmen 150 hoogtemeters Anny iets te licht uitviel om ons tempo te kunnen volgen, maar geen nood, ze bekende en drong niet aan. Ze abandonneerde en zei dat we ons tempo gerust mochten gaan. Mooi hoffelijk gebaar vonden we beiden. We klimmen in de mist omdat we boven de wolken zitten en dat levert hier en daar wel mooie beeldjes van prikkeldraad met waterballonnetjes. Ook van een paar mistige mystieke kerken en bloemen maak ik de gebruikelijke artistieke snapshots en ik ben gemotiveerd om zowel te wandelen als te fotograferen. Onderweg loop ik letterlijk op twee koeien die heel braaf aan de elektrische draad naar mij toe lachen. La vache qui rie, met de mooie roze lipjes, wordt eveneens vastgelegd op die gevoelige digitale plaat. Ook en ezel ( neen, geen kennis noch familie), enkel kapelletjes en oude boerderijen in verval vind ik de moeite waard om in mijn SD- geheugensteun kaartje te steken. We komen al om 07.46 aan in de eerste herberg op 11 kilometer van de start. Het was dan ook voornamelijk dalen tegen 8-9 kilometer per uur. Ronand daalt op een speciale techniek. Door met constant gebogen knieën een heel lichte looppas te ontwikkelen beperkt hij de schokken in de knieën . Aanvankelijk volg ik zijn voorbeeld, maar na enkele kilometers geef ik mijn deel van het bord aan de hond, want ik voel heel snel dat dit aan mijn prothese knie niet veel deugd doet. Ik vertel het hem ook en hij begrijpt dat. Telkens onderaan de helling wacht hij even op mij.
In de bar ontwikkelt Ronand zich tot een fervente supporter van de festiviteiten van Pamplona. De TV zendt dit een hele week rechtstreeks uit. Vanaf 3 juli tot 11 juli is Pamplona in feest en elke dag om 08.00 uur stipt heeft de stieren rodeo plaats. Hij geeft me tekst en uitleg, tot in de pittige details, over deze straat race. Duizenden mensen (hij spreekt zelfs van een miljoen toeristen) wonen deze Pamplona feesten bij. Hotels zijn reeds twee jaar op voorhand geboekt. Deze stieren-loop door de straten verloopt volgens strikte traditionele regels. Er zijn zes koeien die het te lopen parcours zeer goed kennen omdat ze daar op getraind werden. In de groep van zes koeien (die achteraf NIET worden geslacht) zijn er zes stieren die naderhand WEL worden geslacht. De groep wordt gelost aan de ene kant van Pamplona en de koeien loodsen die stieren naar de arena aan de andere kant van de stad, zowat 2,8 kilometer verder. Heel goede en gekende stierenlopers mogen dan achteraan (bekeken vanaf de losplaats der beesten) postvatten en de minder goede lopers en, toeristen komen als eersten met de loslopende viervoeters in contact. Het raken van de stieren of koeien met een hand geeft meteen een punt bij in de rangorde van erkentelijkheid bij de andere stierenlopers. Elk jaar vallen er doden, elke dag zijn er gekwetsten. Ook de beesten durven al eens vallen, en sleuren in hun ter aarde wending dikwijls vele kamikazelopers mee in hun val. Je kan als toeschouwer amper blijven toezien naar zoveel doffe ellende, naar zoveel doodsuitdaging en vooral naar zoveel onverklaarbaar irrelevant gedrag. Maar het is nu eenmaal feest en de mensen zijn nu eenmaal roedeldieren Ik zou niet graag die stier zijn die meermaals op de billen wordt geklopt. Ronand leeft enorm solidair mee en zingt synchroon in deze herberg luidop het startlied uit volle borst . Ik ben verbaasd over zoveel traditie op deze mistige mystieke bergenochtend. Maar zijn uitleg heeft me veel verduidelijkt. Het is een beetje als Leuven Kermis en de voorstelling van de jaartallenstoet. Maar dat is pure ernst natuurlijk
Het was een moeilijke tocht omdat we na de eerste tas koffie in Fonfiria en de Pamplona feesten aankwamen in een tweede dorpje in Filobal vernamen dat er al enkele jaren (????) een fout is gebleken op de lijst van de Camino dorpen. Naar het schijnt staat het laatste dorp niet met de juiste kilometers aangeduid. Tot slot van de kilometerrekening moet er ongeveer een 10,3 kilometer worden bijgeteld. De tocht zou voor ons dus geen 44 maar een kleine 54 kilometer worden. Anny die ons vervoegde na een 3 kwart uur ziet het niet zitten om nog verder te gaan en zal ter plekke trachten te slapen. Ronand neemt ook dit besluit. Ik denk er aan die laatste 10 kilometer nog af te haspelen na wat rust in de motor home. Zo gebeurt het ook en meteen is het record er aan. Nooit in mijn leven liep ik 54 kilometer op 1 dag. De laatste 10,3 kilometer besluit ik ook Jak mee te nemen. Job is niet bestand tegen deze temperatuur, en daarbij ook nog zoveel kilometers te potelen.
Vanavond eten we gebakken aardappelkoek (Tortilla de patatas) met Fish sticks en geschonken sla door een triest oud mannetje. Hij deed deze gift nadat de Hiesentriets van hem 3 wandelstokken kochten van elk 3 euro en drie Belgische Oostvlaamse piepers kreeg van Sonja. . De man was volledig over zijn toerental en bovendien deed hij met hen een gouden zaak. Niet evident dat je op een dag 3 wandelstokken versjachelt en daarbij nog drie kussen krijgt van het bloemenmeisje.
Morgen zal het geen 50 kilometer wezen maar in elk geval komt Santiago heel kort bij nu. Ik vermoed dat we op een 110 kilometer van het einddoel verwijderd zijn. Eens goed reiken met je nek en de handen horizontaal à la Indiain voor de oogleden en we ontwaren de roestige kathedraal Het werk vandaag levert dan toch iets op. Het zijn geen verloren kilometers geweest, en de collectieve ontgoocheling over deze logistieke fout heeft dan toch ook zijn voordelen.
Bekijk mijn artistieke talenten en zet al uw ander werk maar even aan de kant, want het zal wel wat tijd vergen.
Tot morgen.
07.30 uur: Villafranco se reveille en toch ook een blij weerzien.
Dinsdag 07 juli 2015
Cacabelos Ocebreiro 43,0 kilometer
Ik ben het eerste haangekraai voor. Nog voor het ochtendlicht mij onvoldoende steun kan bezorgen in het lezen van de wegwijzers en de nodige Camino indicatie, moet ik assistentie vragen van mijn led-lichtje. Zowel om mij te laten opvallen voor het heel vroege baan verkeer achter mij en ook in mijn eigen aankomende richting, als voor het zoeken van de juiste looprichting die in gele pijlen op de weg is aangeduid. Het is 05.30 en dat ik vroeg startte is niet zo maar Het zou een zware dag worden met 25 kilometer naar de voet van de beklimming als de opstijgende marche van 14,8 kilometer an sich. De berekening was dat ik vandaag 39,8 kilometer zou afleggen. Bovendien voorspelde men vandaag op de meteo berichtgeving dat het de warmste dag van de week zou worden met het eerste getal in de reeks van 3 en het tweede getal in de reeks van 7. Ik weet dat klimmen veelal in de blakke zon moet gebeuren en vandaag was het niet anders. Buiten een paar strookjes bos was het blussen waar het kon aan elk fonteintje of bronnetje dat zich aanbood. Het parcours was weer om van te snoepen als aan een lekstok. Dit uitverkoren terrein zou mijn vriend moeten meemaken. Jos, in het verre Suriname, is de man die mij op zulke bergwegeltjes introduceerde. Ik ben er hem zo dankbaar om dat hij mij in deze wereld van lonely walker binnen bracht. Reeds om 07.30 zet ik mijn eerste pasjes op Villafrancas grondgebied. Hier is niet veel beweging te bemerken. Ik loop een refuge voorbij en zie dat de deur wijd open staat, zie ook dat er niemand op het bureelke zit, zie ook dat er een toilet is in de gang en zou niet JDS noemen, om daar gretig op in te spelen. Ik maak dus gebruik van de sanitaire installatie zonder al te veel achterklap lawaai te maken. Dit vooral om de slapende pelgrims niet te wekken in geur en tonneur, eerder dan uit angst om betrapt te worden. Dat deed deugd, een gestolen toiletbezoek. Voor de rest is deze stad in de ontwaakfase. Enkel de municipale huisvuil ophaaldienst en de gemeentelijke water- schoonspuiters van de vuile trotoirs zijn hier op dit uur in de weer. Zelfs de kerk, de toeristische dienst, de politie, het stadhuis, vele horeca zaken zijn nog niet bevolkt. Ik haal mijn stempel willens nillens dan maar op in een plaatselijke bar die mij een koffie aanbiedt con letche, samen met een stuk fri, een gefrituurd stukje deeg zoals een worstje van pasta. Ik loop daarna verder mijn kilometers naar het eerste tussenpunt waar de Hiesentriets op mij wachten.
Na de eerste 25 kilometer begon het echte werk. Dit was echt niet het domein voor wandelaars die met knikkertjes en balletjes spelen. Het was pure ernst. De laatste 6 kilometer moest er van 700 naar 1300 meter worden gestegen. Er zijn delen tracé genoteerd van 18 %. Ook korte vlakke stukjes waar velen zich op hun wandelstok recht hielden door stilstaand schuin voorover te buigen. In La Laguna del Castilia waan ook ik mij heel gelukkig er een natuurlijke fris waterspuitende bron aan te treffen. Mijn hoofd, mijn armen, mijn pet mijn benen, alles wordt er bevochtigd via mijn zweetdoek die ik steeds bij me heb. Zelfs mijn pet dompel ik helemaal onder en zet ze druipend terug op mijn hoofd. Ik vul mijn waterbidon en drink ze tot twee maal toe helemaal leeg. Water denk ik de rest (servetto) komt wel later. Ik laaf mij alsof ik een koe ben op een hete wei. Ik slurp deciliters vocht en laat een waterboer van puur genot. Mijn pet stuwt druppels op mijn nek en hoofd en neus, maar dit is een heerlijk gevoel. Weer ga ik op weg voor mijn laatste 300 hoogtemeters. Puffende en zittende pelgrims bekijken mij alsof ik de zieke koe ben! Niettegenstaande hun confrontatie met hun gebrek aan voldoende fysieke conditie om zulke zware arbeid vlotjes af te werken, bewonder ik hen toch wanneer zij enkele uren na mijn aankomst ook arriveren in het zo sympathieke bergdorpje waar een heel gezellige solidaire uitputtingsdrukte hangt. Iedereen die er zijn hoofd over de horizontale met het wegdek uitsteekt is zo blij en euforisch dit obstakel te hebben overwonnen. Lieve, het was lang niet een Bavella te Corsica, maar de kombinatie van hitte en zware explosieve korte stapinspanning maken toch dat je hier jezelf weer een beetje tegen kwam. Veel pelgrims komen dan ook uitgeteld aan en moeten hier en daar zelfs door partner of vriend worden ondersteund. Dit heb ik nog niet veel ervaren. De taxi-dienst doet hier gouden zaken. Ik zie menige wandelaars de taxi (laten) bellen om hen verder op weg naar beneden te transporteren. Deze trip verder te voet afwerken, zelfs al is het dalwaarts, beschouwen er (te) veel als geen te nemen optie.
De prijs die je als behaler van deze kleine top binnen haalt is dan ook weer gigantisch mooi. Het tafereel dat zich aan je voeten ontvouwt, en de visuele cadeau die in mijn aanblik wordt geschoven, kan ik nooit bij benadering met de mooiste lyrische omschrijving omvatten. Dit is fet. Het is kei kei kei neig mooi. De 700 meter die werden beklommen zijn beklijvend en oneerlijk dat ze bij ons niet bestaan. Daarvoor alleen al moet jij naar Noord Spanje komen om dit te aanschouwen.
Eenmaal boven haal ik mijn stempel op en wacht de dames op, terwijl ik mijzelf trakteer op een normale,( geen grande) pression. Wie lopen wij tegen het lijf? Anny en Ronon uit Bretagne en Biaritz. Dat was lang geleden. Anny is haar geloofsbrief in Pierron vergeten en dreigt hierdoor in Compostella haar diploma te mislopen. Je moet immers als pelgrim kunnen bewijzen dat je de laatste 200 kilometer te voet aflegde, zo niet heb je geen recht op een papieren getuigschrift. Veel van die Spanjaarden hier lopen een deel van de Camino, enkel voor dat diploma te Compostella. Ze plaatsen dit getuigschrift dan bij hun curriculum vitae om alzo bij eventuele sollicitaties toch enige indruk te kunnen maken op de ondervragende personeelsdienst. Al was het maar voor de laatste 200 kilometers. Ik geloof dat verhaal na wat ik vandaag zag op deze kleine heuvel. Sonja gaat met haar groter hart dan haar eigen boezem met Anny vandaag nog terug naar de vorige refuge om haar credentials ( ze zijn in Pierron gevonden op het bureel) te gaan ophalen. We maken op het terras nog kennis met 2 Belgen ( beiden noemen Johan) uit Sint Kruis Brugge en Knokke. Ze zijn gestart in SJPDP en Johan 1 maakte de opmerking dat zij met de nachttrein de overbrugging maakten tussen Burgos en Villadangos. De Johan nam zijn douche zonder al te veel te spatten, in zijn compartiment tegen 300 per uur. Dat was even lachen.
Vanavond is het kip met spaghetti en bolognaise saus met look. Daar gaat een aperitiefje aan vooraf en de menu zelf wordt ge gangmaakt met een Galicisch flesje rode wijn uit de Lugo streek alhier. De plaatselijke commerçanten mogen aan ons hier ook iets verdienen.
Morgen een nieuw verhaal en waan je bij ons via de beeldjes van dit onvergetelijk avontuur.
Naakt onderweg! Provocatie aan de brave integere pelgrim!
Maandag 06 juli 2015
Alcebo Cacabelos 36,8 kilometer.
Om 06.58 doe ik zachtjes de deur van de mobil home achter mij in het slot. De zon is Moy bien en zeer goed en vol geschapen. De gele gloedbol krijgt een vrijgeleide en bedient ons reeds op deze prille ochtend van het nodige warmte licht. Het gaat in 3 trapjes bergaf naar 580 meter. En hoe snel die Amerikanen ook praten, hoe breed ze ook lachen onder elkaar, hoe enthousiast ze ook met elkaar kennis maken, ik wil ze op hun lage Amerikaanse sportschoentjes met luchtkussentjes hier eens zien afdalen op al deze puntige rotsstenen . Ik denk dat ze heel blij zullen na hun 900 meter dalen als hun zooltjes met luchtkussen nog lucht bevatten. Het boenkt vooral in je knieën maar ik daal af als een Jaguar. Het is handig als je zo een goede leerschool hebt gehad en slimheid en ervaring op zulke ondergrond behendig kan combineren. Jos wees me er destijds op dat losliggende stenen zo veel als mogelijk moeten vermeden worden als steunpunt. Daarenboven moet je durven je lichaam over te geven aan de zwaartekracht. Waar je je niet moet tegenhouden kan er gerust een pasje sneller worden gegaan. Concentreren en steeds zien waar je de voeten plaatst is een noodzaak. Ook hier ben ik wederom vol aandacht om een val of kwetsuur te vermijden. Het terrein is sowieso niet ongevaarlijk, en daar moet ik mij bij neerleggen. Ik haal verscheidene pelgrims in die hinkend, mankend, behoedzaam met twee hulpstokken, heel traag, haast onhandig, totaal ongecoördineerd en zelfs een ook hier en daar erg onhandig deze afdaling uitvoeren. Mijn gretigheid om deze bergwand ook in deze richting aan te pakken en te overwinnen is groot. Ik ben de pelgrim Sint Jacobus zo dankbaar dat hij langs hier naar Compostella ging. Dat hij dit parcours uitzocht om mij eeuwen later, in zijn navolging, ook over te sturen, daar ben ik zo erkentelijk om. Het terrein loopt zo tot in Riego de Ambros, een klein bergdorpje met de zo typische sfeer. Huizen naast elkaar met veelal een overstekende bovenbouw van een terrasje op de eerste verdieping, slanke deuren met een voorportaal en kleine vensterraampjes sieren de enge straatjes. Er hangt hier zo een zalige onthaastingssfeer en het is er rustig als onder het water. Niettegenstaande het vroege uur zijn al veel herbergen open en bieden zij de voorbijkomende pelgrim een zeer goedkoop en aangepast ontbijt aan. Lepe commerciële uitbaters handteren ook hier allerlei lokkende promotie praktijken : aanplakbordjes, strooibriefjes onder een steen, na gebootste pijlen ook in geel naar hun etablissement die de pelgrim een heel klein beetje misleiden, verbale promotie door de pelgrim die passeert aan te spreken en te vragen naar zijn culinaire plannen, ook door de geur van de warme keuken producten extra in het steegje te sturen kan enigszins verleidend werken. Ik schud al die plakvliegerij van mij af en ga doelbewust af op Ponferada. Een heel mooie stad die erg modern aanvoelt, heel netjes wordt onderhouden en waar de properheid van de stoep is af te lezen. Ik haal mijn stempel bij de vriendelijke Policia local die blij is dat hij toch zijn schuif eens doelmatig kan open trekken. Onder meer door te zoeken naar het stadhuis ben ik het spoor van de Camino bijster geraakt. Via mijn GPS (mijn trouwe wandelgenoot) zoek ik naar de juiste richting die al heel snel op de schelpjes route brengt. Nog een paar frappante kadertjes in mijn kodakske en verder ben ik op weg naar Camponaraya. Hier herken ik een belangrijk deel van onze fiets rit in 1997. Toen hebben we overnacht bij een verkooppunt van caravans. Ik waste me toen in een regenton die onder de lek van het dak stond. De mobil home waar we ons mee verplaatsten werd er hersteld van een schade opgelopen aan de bumper. De volgende ochtend vertrokken we in plaats van westwaarts, naar het Oosten. Met de wind volop mee en bergaf. Zo menselijk, maar kilometers verkeerd. Dat was het dan, niet slim en redelijk zwaar om te verteren. Ik herken het punt waar we ons vergewisten van onze verkeerde richting omdat we de zon in de ogen hadden en normaal hadden we in de ochtend de zon op de rug. We stopten in een Repsol benzine station en die man vertelde ons dat Santiago 180 graden in de andere richting lag. Wind op en berg op. Dat vonden we een slechte inleiding van onze tourdag.
De caravanwinkel bestaat niet meer en is nu een groot steenkappersbedrijf. Op de plaats van de Repsol garage is een voetgangersbrug speciaal voor de pelgrims geworpen.
Ik passeer in het dorp en loop regelrecht op de blote billen van een levensgroot bronzen naaktbeeld van een bevallige dame. Mijn snelheid neemt af naarmate ik het beeld nader. Ik neem aan dat men pelgrims wat wil motiveren of misschien wel demoraliseren, maar beseft men dan niet dat een grote hoeveelheid van die gezonde jonge bronstige wellustelingen echt niet veel nodig hebben om hun gedachten de vrije loop te gunnen. Ik ben ouder en wordt hier prima verzorgd door beide meesteressen, maar hier lopen er anderen rond. Een naaktbeeld op de pelgrimsweg, ik vind het mooi en neem er een voorkant zicht en achterkant kiekje van. Ik voel me net alsof ik me bevindt in een peepshow en maak me dan ook snel uit de voeten nadat ik me vergewis van het lukken van deze opnames. Ik neurie het liedje van Toon Hermans: zo nu ..en dan
Het laatste dorpje waar wordt aangekomen is Cacabelos. En net niet zoals de naam doet vermoeden of verzinnen is het een heel mooi en gezellige bedoening hier. De wekelijkse markt is pas afgesloten en de vele terrasjes doen me stiekem denken aan een gezellig avondje straks. Het is ondertussen weer bakken geblazen en de temperatuur waarde zit weer in de cijfers 3 vooraan. Ondanks deze warmte kamp ik niet met problemen en telkens weer opnieuw bedenk ik bij mezelf dat ik toch maar bof elke ochtend omdat ik zo goed blijf recupereren en nooit met stijve benen vertrek. Ik heb daar niet zozeer een goede uitleg voor, buiten het feit dat ik met mijn benen tamelijk hoog boven de borstkas verheven slaap. Mijn lichaam heeft nog steeds niet mijn te verwachten dreun gekregen en daarover ben ik heel blij. De hectiek die ik soms lees van anderen hun verhaal kan ik voor mezelf niet beamen. Het feest en de pret blijft hier duren en net zoals Pol me schreef, zal het eenmaal terug in België fel afkicken worden. Want daar is bijna alles weer pure ernst. Maar, dit hier nu, nemen ze me toch nooit meer af.
Deze avond eten we kip met een speciaal Spaans sausje en sla met tomaatjes en worteltjes en een stukje pane.
Morgen staat Villafranca op de lijst en daarna gaan we zien hoever ik doorga. De temperatuur belooft morgen te pieken naar 34-35 graden. Dus eenmaal 12 uur is het afgelopen met wandelen.
Groetjes aan Bart, Frieda en Tienne. Blij dat jullie de verhalen ook zo leuk om volgen vinden.
Aan Frie en Arend wou ik vragen welke ondergrond de wandelpaden van de Mont Ventoux aanbiedt voor de potige wandelaars? Ik zou graag de berg ook eens te voet willen doen. Hij staat namelijk ook al enkele jaren op mijn verlanglijst en het zou misschien wel mooi uitkomen om die nu meteen aan te pakken na Compostella.
Lieve en Luk moeten zich geen zorgen maken omtrent mijn terrein vorderingen alhier. Ik loop immers tot Finister en dat is nog drie daagjes na Compostella. Dus Lieve, je zal in elk geval kunnen wandelen.
Geniet van de plaatjes zonder boorden.