Blijkbaar is er iets misgelopen met het vorige berichtje en was deze nog niet volledig af. Bij deze de volledige tekst van 14/11. Ik voeg er ook nog een correctie van Corneel aan toe in verband met de overstromingen en het water in Lake Eyre. Blijkbaar hadden we verkeerde info gekregen en we willen het correct houden he. Waarvoor dank aan Corneel.
14/11
De weg naar de 'Big Red' was afgesloten omdat die nu voor een groot stuk blank staat. We konden een alternatieve route nemen maar dat was niet zo evident. We kregen een vlag om aan onze bull bar te binden, een kopie met de getekende route, veel waarschuwingen (neem voldoende eten en water mee, heb je problemen blijf bij je auto, hou je klaar voor extreme hitte, je krijgt van ons 5 uur de tijd om hier terug te zijn (voor onze veiligheid, anders werden er hulptroepen gestuurd),...) en nog de laatste instructies om over duinen te rijden.
Wat een gemakkelijk ritje van 37 km zou geweest zijn, werd nu een uitdagende route van om en bij de 60 km. Ik was er niet al te gerust in, maar Luc was niet meer te houden en al gauw waren we op weg. De modder was soms een grotere uitdaging dan de duinen, maar al bij al leek het nog te doen. Luc zijn ogen fonkelden de hele tijd en toen we de 'Little Red' aankwamen, was er geen stoppen meer aan en moesten we en zouden we naar boven rijden. Na 2 pogingen stonden we boven en werden we getrakteerd op magistrale zichten over de duinen, vlaktes en de waterplas.
Iets verder op was dan de 'Big Red' en daar had hij 3 pogingen voor nodig maar ook hier stonden we dan uiteindelijk boven. En wederom was het gewoonweg prachtig.
De terugweg verliep vlotjes en we waren een 15 tal km verwijderd van Birdsville, toen we relaxed achteruit gingen zitten met het gedacht dat we het zwaarste achter de rug zouden hebben gehad. Maar niks was minder waar, want even afgeleid en de verkeerde kant van de weg kiezen en lap daar stonden we vast in de modder. Muurvast, we konden geen kant meer uit. Oplossing: kalm blijven, platte stenen zoeken, graven in de modder met de handjes en uiteindelijk de banden wat platter zetten. Zo zijn we uiteindelijk dan na 3 kwartier ploeteren er uit geraakt en konden we opgelucht onze weg verder zetten. Fien heeft van al de commotie niks gemerkt want die lag rustig te slapen. Zelf zijn we wel trots op elkaar dat we het zo goed hebben aangepakt, we zijn een echt team !! En dat onder een temperatuurtje van 42°C !
Correctie overstroming:
...het water in Lake Eyre en de overstromingen in Brisbane (en Rockhampton) hebben niks met elkaar te maken...Het water van de overstromingen in Brisbane en Rocky ging recht naar de zee (ongeveer 40km verder), nadat ze eerder wat schade hadden aangericht in de steden. Het is moeilijk te vatten maar het water in Lake Eyre komt van nog verder, helemaal van het noorden van Queensland waar ze dit jaar Cycloon Yasi hadden...gigantische regenval en ook het jaar ervoor waren er veel overstromingen in het noorden...in normale gevalen stroomt dat water dan naar zee...maar daar dus niet in dit geval, via een netwerk van vele rivieren (channel country) honderden kilometers lang...het duurt weken vooraleer het water totbij het meer toekomt...
Coober Pedy was een belevenis apart. De mensen hier lijken
wel een andere soort, veel rauwer en gehard. Niet moeilijk in deze
levensomstandigheden, midden in de woestijn waar water, naast het opaal, hun
kostbaarste bezit is. De zomertemperaturen lopenop tot boven de 50°C (met vorig jaar blijkbaar een
uitschieter van 63°C !!) waardoor het dus logisch is dat de helft van de stad
onder de grond gelegen is. De waarschuwingsborden voor onzichtbare mijnschachten
in het open veld staan wijd verspreid langs de kant van de weg en serieuze
stofwinden laten alles opwaaien. Met andere woorden, er hangt daar een
bijzonder sfeertje.
De Breakaways een nabij gelegen natuurfenomeen was
inderdaad echt de moeite waard met prachtige gekleurde heuvels en bergen
gelegen in wijde landschappen. Voor Fien hadden we nog een verrassing in petto
en hebben we een bezoekje gebracht aan een kangoeroe weeshuis waar ze een
piepklein kangoeroetje kon aaien. Ze vond het geweldig.
We hebben na nog een ondergronds nachtje Coober Pedy gelaten
voor wat het was en zijn we naar een eerste uitzichtspunt (het meest
noordelijke)van Lake Eyre gereden. Eén van de slechtste wegen tot nu toe maar
de beloning die we er voor kregen was fenomenaal. Lake Eyre is een enorm groot
zoutmeer dat meestal gewoon één grote zoutvlakte is. Het is maar zelden dat er
water in staat. Maar door de overstroming in Brisbane vorig jaar is het meer
vol gelopen waardoor je bij een bezoek aan het meer beloond wordt met een zéér
uitzonderlijk zicht. Maar aangezien we enorm gefascineerd zijn door zoutvlakten
was dit voor ons niet het meest ideale zicht. Het kwam ons dan ook ongelooflijk
goed uit dat het water serieus aan het wegtrekken is en dat we zo het beste van
beide werelden kregen voorgeschoteld; een zoutvlakte en verder op het gevulde
meer. Dat laatste gaf ons een zeer bizar beeld aangezien de horizon niet meer
te zien was en het water en de lucht gewoon één geheel vormde.
We hebben op deze plek het dieptepunt van onze reis beleefd
(tot 15m onder de zeespiegel) en dat je dan ook je zicht op de horizon verliest
dan ben je niet goed bezig ;-).
Het kamperen is hier geweldig met een volle maan die het
zoutmeer doet oplichten en zelfs schaduwen geeft. Wat een magisch plekje !
11-12-13/11
Na 3 lange rijdagen zijn we uiteindelijk in Birdsville
beland, een kleine stad midden in de outback. De hitte slaagt je hier weer rond
je oren, maar dat is niet anders dan de vorige dagen.
Onze ritten werden gebroken met een bezoekje aan de
zuidelijke kant van Lake Eyre (weer zéér mooi), een waterpond met veel vogels,
een zalige megahamburger in het fantastische Mulgarinna Hotel (waar we niet
geslapen hebben by the way, maar dat is een hotel gewoon gelegen in the middle
of nowhere) en een prachtig zicht op Lake Harry.
Op de Birdsville Track hadden we een serieuze creek
crossing voor de boeg, maar al goed kregen we daarbij de hulp van een kleine
ferry. Deze creek staat normaal gezien altijd droog, het was al 20 jaar geleden
dat de ferry nog in dienst was geweest. Maar door die zware overstroming vorig
jaar (in Brisbane) is al dat water de Cooper Creek in gelopen en bijna een jaar
later kan je nog steeds spreken van een zeer brede en volle rivier(op zn breedste 3km). Ik moet zeggen dat
dat wel indruk heeft gemaakt en je doet beseffen hoe erg die overstroming wel
niet geweest moet zijn.
De wegen (de Oodnadatta en de Birdsville Track) gingen van
zeer saai (letterlijk niets, maar dan ook niets te zien, knap voor een tijdje
maar op de duur heb je het er wel mee gehad) naar opwindend je weg banen door
de modder, met af een toe een emu, wat paarden en een kameel voor de
afwisseling, maar jammer genoeg heeft het saaie gedeelte de bovenhand gehad.
Neem daarbij de bakkende zon en de vliegen die je langs alle kanten aanvallen
bij elke tussenstop en je begrijpt dat het hoog tijd werd om even een rustpauze
te nemen.
We blijven dus een dagje extra in Birdsville om even de
batterijen terug op te laden (letterlijk en figuurlijk)en nog eens een goed douchke
te pakken.
Morgen rijden we nog wel even een stukje de Simpson Dessert inom
de Big Red te beklimmen en te bewonderen, de grootste rode duin, maar dat is
maar een klein ommetje vergeleken met de vorige dagen.
Daarna wordt het nog even kilometer vreten richting
Rockhampton, waar we Corneel, een vriend van ons, gaan verblijden met ons
gezelschap (hoewel verblijden,Fien staat al helemaal te popelen om nog eens een goed gesprek te voeren
in het nederlands en meestal staat er dan geen stop meer op J. Wij kijken er in
ieder geval al naar uit! Hopelijk kunnen we daar wat genieten van een
zeebriesje en laten de vliegen er ons met rust.
14/11
De weg naar de Big Red was afgesloten omdat die nu voor
een groot stuk blank staat. We konden een alternatieve route nemen maar dat was
niet zo evident. We kregen een vlag om aan onze bull bar te binden, een kopie
met de getekende route, veel waarschuwingen (neem voldoende eten en water mee,
heb je problemen blijf bij je auto, hou je klaar voor extreme hitte, je krijgt
van ons 5 uur de tijd om hier terug te zijn (voor onze veiligheid, anders
werden er hulptroepen gestuurd), ) en nog de laatste instructies om over duinen
te rijden.
Wat een gemakkelijk ritje van 37 km zou geweest zijn, werd
nu een uitdagende route van om en bij de 60 km. Ik was er niet al te gerust in,
maar Luc was niet meer te houden en al gauw waren we op weg. De modder was soms
een grotere uitdaging dan de duinen, maar al bij al was het nog te doen. Luc
zijn ogen fonkelden de hele tijd en toen we de Little Red aankwamen, was er
geen stoppen meer aan en
De Old Andado Track was niet echt wat we er van hadden
verwacht hadden. De belofte van een mini Simpson Dessert met zandduinen die we
over moesten werd niet echt ingelost.
Maar het was niet omdat hij niet aan onze verwachtingen
voldeed dat hijop een andere
manier echt wel de moeite was.
Het begin was een beetje saai te noemen maar toen kwam het
volledige niets. Een enorme lege vlakte waar een weg door loopt en in de verste
verte niets te zien. Magnifiek ! En toen kwamen de duinen in zicht.Het waren geen kale duinen, ze waren
redelijk begroeit. Maar hun toppen staken er majestueus rood er boven uit en
dat was toch wel prachtig te noemen. Zeker toen we besloten om de auto aan de
kant te zetten en er eentje te beklimmen, werden we beloond met een prachtig
stukje natuur. Rode duinen, artistiek gevormd door de wind met aan weerszijde
vlakke landschappen. Het was op zn minst indrukwekkend te noemen.Het was een lange dagrit met als
einddoel de Old Andado, een verlaten Homestead in echt middle of nowhere waar
we ons tentje konden opslaan voor de nacht.
De Homestead is de eigendom van Molly een oude dame die er
niet meer woont, maar het heeft achtergelaten net alsof ze pas gisteren buiten
gewandeld is. Je kon gewoon in haar huis rondwandelen en van kamer tot kamer
lopen. De webben en het stof waren het bewijs dat deze woonst al een tijdje
niet meer in gebruik is, maar de bedden waren netjes opgedekt en de
voorraadkasten nog volledig gevuld. De antiqiteiten zouden zo in een museum
passen maar ze werden aangevuld door modern comfort zoals een broodmachine.
Echt zalig om er in rond te wandelen en ook Fien kreeg er niet genoeg van. Voor
haar leek het wel een poppenhuis in het groot.
We konden het toch niet laten om nog eens een duin op te
klauteren en Fien vond het gewoon super om deze mooie rode natuurwonderen te
beklimmen. Zo super dat ze ze wel van héél nabij wilde bewonderen. Wij vinden
het niet leuker om van zon duin in volle vaart naar beneden te hollen en we
wilden dit Fien ook wel eens laten doen. Luc deed het voor en met de camera in
aanslag stonden we klaar om dit op de gevoelige plaat vast te leggen. We waren
wel één ding vergeten te zeggen blijkbaar: dat je je evenwicht naar achter
moest leggen. Ze ging dus in volle vaart naar beneden om dan met haar buik plat
naar voor in het zand te crashen. We hadden dus letterlijk een zandvrouwtje in
ons midden. Ze kon er niet mee lachen, maar wij moesten toch even onze lach
inhouden toen we dat rode gezandstraalde snoetje zagen.
Maar na een kleine opknapbeurt konden we weer verder en tot
onze grote verbazing had ze geen schrik opgepakt en rende ze met Luc mee de
duinen af. Zonder accidenten deze keer.
Ons volgende stadium was Mount Dare, 100 km verwijderd van
Old Andado. Een korte rit vergeleken met de dag er voor maar dat was buiten de
variatie in landschappen gerekend. Eerst bleven de duinen nog even in zicht om
dan plaats te maken voor een prachtig moeras met veel vogels om vervolgens het
grote niets weer in te duiken om daarna, hoe vreemd het ook mag klinken, we
plotseling door een soort bos aan het rijden waren. Regelmatig werden de
landschappen doorspekt met grote kale klei vlaktes en de weg varieerde van
eindeloos recht tot smal, bochtig en kronkelend een plezier voor de 4x4
chauffeur blijkbaar. Een magnifieke rit dus die naar meer smaakt.
06-07/11
We vervolgde ons weg richting Oodnadatta met een omweg via
de Dailhousie Springs, een warmwatermeer waarin je blijkbaar zalig kon zwemmen.
De weg er naar toe was redelijke rough road met veel
stenen en zéér modderige, glibberige plassen waar je beter langs dan door kon
rijden. Eén keer moesten we er wel half door en met de linkerkant op het droge
en de rechterkant door de plas beleefden we even een spannend moment toen de
banden hun grip verloren en de auto begon weg te schuiven. Maar dankzij Luc
zijn stuurvaardigheid zijn we niet vast gereden en konden we onze weg verder
zetten, de eerst 5 minuten met gierende adrenaline in ons lijf welteverstaan.
Niet dat het zon een drama zou zijn geweest, maar vast rijden in een vettige
plas water om dan 1 of 2 dagen te moeten wachten op hulp is niet direct iets
waar je op zit te wachten.
Dailhousie Springs waren leuk om te zien en voor warm water
liefhebbers een must, maar als het 36°C buiten is dan heb ik niet zoveel zin om
in een bad van 38°C te duiken. Dus zal dat eens voor een andere keer zijn.
De weg daarna werd er niet beter op en de plassen volgden
elkaar op. De natuur onderweg was met momenten wonderbaarlijk mooi en deed ons
op een gegeven denken aan de hoogvlaktes in Chili en Bolivië. Ook oneindige
leegtes passeerden ons oog en een indrukwekkende kleipan kregen we er als bonus
boven op. Maar het was een lange rit en vermoeid hebben we onze onze tent op een indrukwekkend mooi
verlaten kleipan neergepoot.
De volgende stop was de Painted Dessert en zoals de naam het
beloofd, het was een kleurrijk schouwspel. Bergen in allerlei schakeringen
rood, oranje, geel en wit, een plek dat je tot inspiratie brengt. Wel geen
plekje schaduw te vinden (en geloof me, het is hier zéér warm) dus zijn we 13
km verder gereden naar een Homestead om daar de namiddag zwetend in de schaduw
door te brengen. We brachten de tijd gezellig pratend door met onze naaste kampeerders
en Fien vond het zalig onder de koude douche. Maar lang mocht die pret voor
haar niet duren want we werden gewaarschuwd voor een familie Redback Spiders
die zich in de douche en toiletcabines bevonden. Een behoorlijk gevaarlijk
spinnetje, als je er niet op tijd bij bent, kan je aan een beet sterven. De
dame nam me mee op pad en prompt sloeg ze met haar slets 4 van die aardige
beestjes dood. Mijn ogen groot wordende en een prop weg slikkende nam ik een
kletsnatte, vragende Fien uit de douche (de dame ging nog eerst even de
handdoek uitschudden voor het geval dat, slik) en het toilet en de douche
werden enkel nog uit pure noodzaak met de nodige argusogen betreden. En daar
betaald ne mens dan $20 voor !
08/11
Een warm ochtendwandelingetje door de magistraal mooie
Painted Dessert en daarna verder naar Coober Pedy, een mijnstadje dat vooral
bekend staat voor zijn opaal.
De weg er naar toe was met momenten behoorlijk saai, maar op
een gegeven moment waanden we ons in een andere wereld toen we door de befaamde
Moon Plains reden. De naam zegt het zelf, we waanden ons even in
niemandsland. Niets maar dan echt niets was er te zien en hoe vreemd dat dat
ook mag klinken, dat was de moeite ! Voor de filmliefhebbers onder ons, de
bekende Mad Max films zijn hier opgenomen.
We hebben ons gesetteld in een ondergrondse camping (!) wat
wel ongelooflijk deugd doet met de hoge dagtemperaturen die ons omgeven. Coober
Pedy staat heel erg bekend voor zijn ondergrondse huizen omdat de temperaturen
in de zomer (overdag) behoorlijk kunnen oplopen en in de winter (s nachts)
onder het vriespunt kunnen gaan. Onder de grond wordt een constante aangename
temperatuur van een 25°C behouden wat in deze omstandigheden gewoonweg ideaal
is.
En dan vinden ze een ondergrondse camping uit, waar wij nu
volop van kunnen genieten. Morgen gaan het stadje en zijn omgeving verkennen
maar nu gaan we eerst genieten van een zalige nacht onder de grond.
Alice
Springs had nog een verrassing voor ons in petto: het kon er koud en zeer nat
zijn ! We hadden wel eens een regenbuitje verwacht en dat het s nachts koud
kon worden, dat wisten we ook al. Maar nu moesten de truien terug gezocht
worden en de regenjassen bovengehaald. Hoe snel het kan gaan van oncomfortabel
warm, en snakken naar wat koudere temperaturen, tot oncomfortable koud en nat
en je echt niet meer begrijpt waarom je het persé kouder wilde hebben J.
De route
werd uitgestippeld (het wordt een serieuze outback tour), de inkopen gedaan en
de auto terug georganiseerd. Het werd het moment om afscheid te nemen van onze
vriendin en reiscompaantje Annemie die zich richting Adelaide begeeft om dan
met een vriendin verder te reizen.
Maandag
hadden we heel de dag en nacht regen op ons dak, dinsdag droogde het op en
woensdag waren we van plan verder te trekken. Maar, verantwoordelijke reizigers
dat we zijn, belden we, nadat we afscheid genomen hadden van Annemie, voor een
update over de staat van de Old Andado Track, de weg die we eerst gaan inslaan.
De mens vertelde ons dat de weg er glibberig en nat bij lag en dat we best nog
2 daagjes wachtten voor we er ons op begaven.
We wilden
geen onnodige risicos nemen en hebben naar de man zijn raad geluisterd waardoor
we twee dagen later dan gepland Alice Springs verlaten. Het gaf ons nog een
extra dagje met Annemie die zich nog een dagje bij ons heeft gevoegd.
Onze laatste dag bij Uluru leverde een
magistrale zonsopgang op, maar de rest van de dag was grijs en bewolkt. Van de
zonsondergang hadden we dus dan ook niet al te veel verwachtingen, maar hoewel
het fel rood kleuren van de rots uitbleef werden we toch getrakteerd op
spectaculaire beelden. Donder en bliksem vulden de lucht en dat met zicht op
Uluru, weer eens iets helemaal anders.
Zonder het te weten hadden we een illegaal mee
in onze koffer zitten wat bij het openen van de kofferbak wel even schrikken
was. Gelukkigging het om een
klein onschuldig muisje en al snel liep het beestje weer de vrije natuur in. De
tent opzetten was deze keer geen sinecure want een serieuze stormwind deed de
tent al kanten opwaaien (we zaten op een gratis camping, 25 km van de officiële
camping van Uluru, waar je maar 24u mag blijven staan, dus elke ochtend in het
donker tentje opbreken en elke avond in het donker tentje weer opzetten. Het is
bush kamperen zonder enige faciliteiten). We hadden gehoopt op een rustige
nacht en eindelijk eens wat langer slapen, maar dat was buiten de wind en de
lek in onze luchtmatras gerekend, waardoor we 2 keer de tent uit konden om onze
matras weer op te blazen.
Onze volgende stop was Rainbow Valley, naar
horen zeggen een prachtige rotsformatie die schitterend kleurt bij
zonsondergang. Naar mijn bescheiden mening eerder een rots gedeeltelijk in puin
die zijn gloriedagen eeuwen geleden had. Maar we werden toch getrakteerd op een
kleine zonsondergang (tussen de wolken door) en zagen we een glimp van hoe het
kleuren van de rots zou kunnen zijn. En dat was toch wel de moeite. Trouwens de
vliegen waren hier ook de moeite en echt vreselijk irritant. We hebben het
ondertussen wel gehad met die beesten.
Onze laatste stopplaats voor we Alice Springs
terug indoken was Chambers Pillar, weer een bijzonder rotsformatie in de vorm
van een pilaar met de nodige historiek er achter.
De weg er naar toe (een 4x4 weg) was magnifiek
en kronkelde zich tussen prachtige landschappen. De lucht zorgde voor de nodige
dramatiek (wolkeloze luchten liggen al een paar dagen achter ons) en het eerste
zicht op Chambers Pillar was indrukwekkend. Het bleef te bewolkt voor een mooie
zonsondergang maar het zitten onder zachte regendruppeltjes aan ons eigen
kampvuur maakte veel goed. s Ochtends werden onze eigen geurtjes verdoezeld
(meer dan een week bush kamperen, ik kan je verzekeren dat je er dan niet al te
netjes meer uit ziet) door de gerookte kampvuur geur en we konden allemaal nog
eens opgelucht ademhalen J. De mieren maakte ons hier het leven wat moeilijk (je kon gewoon geen
2 seconden op dezelfde plek blijven staan of je had een boel van die kleine
miertjes op je voeten en eten was nog een grotere ramp, elke poging tot eten
leverde de nodige invasie van deze kleine beestjes op) waardoor we de volgende
ochtend niet te lang bleven hangen en ons terug richting Alice Springs begaven.
Een prachtig draakje (soort hagedis) zoekend naar een zeldzaam zonnestraaltje
lag te zonnebaden op de weg en liet zich onverstoorbaar langs alle kanten
fotograferen. Fien haar opmerking was schitterend: Dat is precies een
abornigal, die heeft ook allemaal van die kleuren en stippen op zijn rug en
toen het beest al de aandacht beu werd en de bosjes in liep zie je wel dat hij
een abornigal is, hij loopt zelfs zoals een abornigal danst J.
De laatste 12 km op de dirt road was er
blijkbaar te veel aan en een of ander projectiel scheurde onze achterband open
waardoor we onze eerste lekke band konden vervangen.
De enige die er ongelooflijk happy onder was,
was ons Fien die stond te dansen op de verlaten weg. Hoe vervelend het ook was,
ik kon er de charme wel van inzien: de vuile jeep aan de kant van de weg, een
kapotte band, een ongelooflijke dramatische lucht en een klein figuurtje
dansend op een eindeloze weg.
Minder charmant zal de rekening achteraf zijn L
Nu zitten we dus in Alice Springs, een
ongelooflijke koude bewolkte regenachtige dag, niet te doen. Ik schat rond de
18 a 20 °C, voor ons dus heel koud. Fien vroeg deze morgen zelfs naar
handschoenen. Ik denk dat wij thuis nog een heel koude winter voor de boeg gaan
hebben.
De komende dagen trekken we terug de verlaten
outback in. Dus reken er maar op dat het terug een tijdje gaat duren voor je
iets van ons gaat horen.
We gaan via de Old Andado Track naar Mount
Dare om van daaruit via de Oodnadatta Track de Birdsville Track te doen om ons
dan richting Rockhampton te begeven, de beschaafde wereld terug in.
We zijn nu 2 maanden weg, nog een zalige 3 te gaan.
Nu we in het hart van Australië zijn, konden we het niet
laten om eens een kleine workshop didgeridoo te gaan volgen, enkel om wat
basistechnieken te leren. En dan hebben we er ook maar ineens eentje gekocht.
Een eenvoudig beschilderd welklinkend instrument (aan het geluid te horen dat
de verkoper er uithaalde dan toch).
De workshop was fun, maar het was toch niet eenvoudig om er
enige juiste klank uit te krijgen. Bij Luc lukte het al een beetje op diegene
die we gekocht hebben, Annemie kreeg er weinig uit net als ik, maar ik kreeg er
toch wel een heel bijzonder geluid uit (volgens Annemie en Luc een vogel die
gekeeld wordt, volgens mij een geluid dat de lesgever nu volop aan het oefenen
is om zelf onder de knie te krijgen, zeker toch aan zijn verbaasde (volgens de
andere verschrikte) gezicht te zien).
Jammer genoeg kunnen we onderweg niet oefenen want we hebben
hem al laten versturen naar België wegens hem niet te willen beschadigen
onderweg.
Na 2 dagen Alice Springs (inkopen doen, auto weer laten
repareren (kortsluiting op de pinkers, gelukkig maar een kleinigheid),
informeren, ) zijn we nu de Red Center ingetrokken met als hoofddoelen de
(West)MacDonnel Ranges, Kings Canyon en Uluru, de beroemde rode rots.
21-22/10
De West Macdonnel Ranges hebben we nu net achter ons
gelaten. In het begin loste het niet direct onze verwachtingen in, maar dat kan
ook met het iets mindere weer te maken hebben. We hebben weer wat donder en
bliksem op ons dak gehad en de dag daarna was het weer somber en betrokken.
Eerlijk gezegd was dit voor mij toch even een kleine verademing aangezien mijn
huid van mijn gezicht rare toeren aan het uithalen is. We weten niet wat het
juist is, zonne- allergie, extreem uitgedroogde huid of een reactie op de
zonnecreme of de vliegenzalf, maar het resultaat is een zeer ruwe, schraal
velletje dat brandt en jeukt als het in contact komt met zonnestralen. Maar na
een zonloze dag en veel hydrateren gaat het de goede kant weer op.
Maar goed, dit even terzijde.
Eenmaal iets verder de Ranges in en we kregen prachtige
zichten, zeker toen de zon er op begon te schijnen. We werden ook getrakteerd
op het nodige wildleven zoals een dingo, een zeldzame black footed rock wallaby
en een troep wilde paarden.
23-24-25/10
Van de West Macdonnel Ranges naar Kings Canyon, een
natuurfenomeen gelegen in het Watarka NP. Het werd ons zeer snel duidelijk dat
dit één van de populairdere plekken van Australië is. Busladingen werden
gedropt en de Aziaten hun cameras draaiden op volle toeren. Maar het heeft zo
zijn redenen. Niet ver gelegen (in Australische termen dan toch) van het
grootste bekende natuurfenomeen Uluru (de grote rode rots alias Ayers Rock) en
magnifiek mooi.
De lucht bijna wolkeloos en hemelsblauw, ideaal weer om aan
een vroege wandeling te beginnen. De eerste wandeling was er één van 7 km,
beginnende met een steile stevige klim naar de rand van de kloof, waarna je
langs de rand bleef lopen door de mysterieuze Lost City, bijenkorfachtige
rode rotsformaties. Dit in combinatie met de steile wanden van de canyon maakte
deze wandeling eentje om nooit meer te vergeten.Fien heeft zich wederom van haar beste kant laten zien en
heeft heel deze wandeling zelf gewandeld. Ongelooflijk waar een 4-jarige toe in
staat is. De schouders stonden klaar om haar af en toe een ritje te geven maar
ze heeft er niet één keer naar gevraagd. Af en toe een stop voor een koekje en
een drankje en daar gingen de kleine beentjes weer. Bij de stevige klim was ze
amper bij te houden en ze vond het geweldig dat wij zwaar ademden en dat zij
dit probleemloos deed. We hebben 5 uur gedaan om 7 km af te leggen maar dat lag
meer aan de fotograaf van dienst (Luc) die niet weg te slagen was bij deze overweldigende
natuur dan aan de stapkwaliteiten van onze dochter ;-).
De tweede wandeling van 2,6 km in de kloof heeft ze niet
zelf moeten stappen, daar stonden de taxischouders voor haar klaar. Er zijn
limieten wat je mag verwachten op één dag he.
Er stond ook een dagwandeling aangegeven van 22 km en dat
prikkelde Luc zijn zin voor avontuur en heeft hij de dag nadien deze wandeling
alleen aangevat (op dezelfde tijd dan de 7km de dag voordien!). De dames
profiteerden er van om onze dag rustig te beginnen en een frisse duik in het
zwembad te nemen. Terwijl Luc op zijn wandeling 4 kangoeroes van kort bij
heeft mogen zien, hadden wij het geluk dat we 2 dingos op de camping mochten
zien. Iedereen blij dus.
En dan richting Uluru, de o zo bekende rots. Het is maar een
rots in het midden van het niets, maar het eerste aanschouwen in de verte gaf
toch al een beetje van zijn magie prijs.
Na een korte nacht (onderbroken door huilende dingos naast
onze tent, schitterend!) reden we om 5u s ochtends richting rots om de
zonsopgang te kunnen bewonderen. Omgeven door nog een paar honderd toeristen
was het toch een schouwspel dat indruk maakte. Wat nog meer indruk op mij
maakte was de wandeling rond de rots. Ik had er eerlijk gezegd niet zoveel
verwachtingen van aangezien ik geloofde dat je deze rots vanver moest bewonderen. Maar hoe kan een
mens zich toch vergissen. Het was gewoonweg ongelooflijk indrukwekkend !!!! En
als we dan toch in de termen van indrukwekkend spreken: Fien heeft deze
wandeling van 11 km (!!) helemaal zelf gewandeld! Wederom zonder gezeur, onder
de warme brandende zon, enkel met verhalen over prinses nieF en haar papa cuL
en mama ekenniT (en nog veel
verschillende andere bekende persoontjes, dus voel je al maar aangesproken)werd
ze zo vooruitgestuwd dat ze geen enkele aanmoediging nodig had.
De namiddag hebben we doorgebracht in het Aboriginal Culture
Center en Fien was ontzettend gefascineerd door de verhalen en de dansen (op
film) van dit volk en was niet weg te slagen van het scherm (hoewel redelijk
amateuristisch en saai in beeld gebracht). Haar conclusie was wel dat ze toch
liever balletdanseres wilde worden dan een abornigal.
We hebben een poging gedaan om de zonsondergang te zien
waardoor de rots volledig rood kleurt, maar jammer genoeg was het te bewolkt
geworden op de plek waar de zon onderging. We hadden het er ons wel zeer
gezellig gemaakt en lekker eten gemaakt met zicht op Uluru. We waren content.
26/10
Vandaag de andere kantvan het park gaan verkennen: Kata-Tjuta,een mindere bekende rotsformatie dan Uluru maar daarom niet
minder knap.
Hoewel Uluru in mijn ogen toch dat net iets mystieker en
indrukwekkender is.
We zijn om 4u10 (hoe zot kan ne mens zijn!) opgestaan om de
zonsopgang te kunnen zien aan Kata-Tjulta. Het was zeer mooi, de rotsen kleurde
roodachtig op en de gekleurde wolken achter de in de verte gelegen Uluru maakte
het geheel af.
We hebben ons dan gewaagd aan de Valley of the Winds
wandeling, een tochtje van 7,6 km. Deze wandeling staat bekend als moeilijk en
uitdagend maar bleek behoorlijk goed mee te vallen. En ik wil niet in herhaling
vallen maar Fien heeft deze wandeling weer zonder enig probleem helemaal zelf
afgelegd.
Het weer is een stuk minder, met zelfs hier en daar wat
regendruppels. We hadden niet veel verwachting van de zonsondergang maar al bij
al werden we uiteindelijk toch getrakteerd op een mooi zicht.
Nog één dagje vroeg opstaan in de hoop van een een mooie
zonsopgang om dan overmorgen onze weg te vervolgen met nog enkele tussenstops
richting Alice Springs.
De euforie
werd bijna even gedempt door de dame van het benzinestation die ons wist te
melden dat de Bungle Bungles (of de officiële naam Purnululu NP) vermoedelijk
dicht zouden zijn wegens een bushfire (bosbrand). Dit zou dan de derde keer
zijn in 2 weken tijd (we hadden al eens gebeld op de Gibb River Road omdat er
geruchten gingen dat de Bungles vroegtijdig dicht zouden gaan dit seizoen, maar
het bleek een tijdelijk sluiting te zijn wegens een bosbrand. Toen we achteraf
terug belden was hij weer open om dan weer voor 3 dagen te sluiten toen we in
Kununurra aan kwamen), maar op de visitor center wisten ze ons te vertellen dat
er niks van aan was en zo konden we met een gerust hart de afstand van 300 km
overbruggen. Het was dan wel met een gerust hart maar met serieuze zweetkoppen,
want onze airco bleek niet te werken en dat met de raampjes dicht (bij 110km/uur
is dat niet te doen om met de ramen open te rijden). Niet echt een aangename
rit, maar het doel heiligt de middelen he.
De laatste
60 km was over een 4x4 weg en er zaten een paar serieuze stukken tussen (oa een
grote creek crossing)en eindelijk
konden de raampjes weer open.
De zichten
werden mooier en mooier, maar het werd al snel duidelijk dat er recent nog een
brand gepasseerd was en ook nu hing er een waas van rook over de bergen. Ze
wisten ons te vertellen dat er een brand gaande was 25 km van het nationale
park en dat de wind nu verkeerd stond waardoor de zichten wat vertroebeld
werden. Maar niks om ons zorgen over te maken wisten ze ons te vertellen.
De nacht
bracht hier eindelijk wat verkoeling en dat was toch wel eens een opluchting na
al die zweterige nachtjes.
We zijn aan
onze eerste dag hier zeer vroeg begonnen (om 5u30 zaten we in de auto op weg
naar de eerste wandeling) aangezien de hitte hier zeer extreem kan worden
overdag en we toch zoveel mogelijk van deze natuurpracht wilden zien. De Bungle
Bungles staan vooral bekend voor hun bijenkorf rotsformaties, maar ook een
aantal magnifieke kloven maken deel uit van dit park.
Onze eerste
wandeling was er één van 5km naar de Mini Palm Gorge. Een zeer indrukwekkende
wandeling in een prachtige kloof met af en toe het nodige klim en
klauterwerk. Het einde van de wandeling gaf zicht in een machtige kloof met een
prachtige echo (wat Fien natuurlijk geweldig vond). Het was een rustige, schaduwrijke
en koele plek en we waren van zin om er een tijdje te blijven. Maar onze
plannen werden in de war gestuurd door een zwetende ranger, die ons de
boodschap kwam brengen dat het noordelijke gedeelte van het park gesloten werd
(het gedeelte waar wij op dat ogenblik waren) wegens een te kort naderende
bosbrand.Met andere woorden, we werden geëvacueerd. Het klinkt spectaculairder
dan het was want we kregen nog rustig de tijd om de kloof uit te wandelen op
het tempo van Fien. Maar het wilde wel zeggen dat we de andere geplande
wandeling en de lookouts moesten laten voor wat het was. En het ziet er naar
uit dat dit nog voor enkele dagen zo zou blijven.
Bij deze
wil ik ook nog het niet onbelangrijke feit melden dat Fien elke stap van
deze5 km zelf heeft gezet, zelfs het laatste stuk dat we al in een redelijke
brandende zon hebben moeten afleggen. Zelf de ranger complimenteerde haar en
was verbaasd over het kunnen van deze kleine 4-jarige. You go girl !!!!
We hebben
dan ook besloten om eens een keertje zéér decadent te doen en hebben ons een
helikoptervlucht geboekt over de Bungle Bungles. We hadden uit verschillende
bronnen vernomen dat dit echt gewoon een must was en de beslissingwerd al een hele tijd geleden genomen
om dit te doen. Door de onkosten van de auto kwam dit bijna in gedrang (voor
mij persoonlijk), maar je komt hier maar één keer he!!!!! Dan maar besparen op
andere zaken.
Fien mocht
uiteindelijk gratis mee, ze werd als 2-jarige bezien (nee, nee, we doen er
regelmatig nog wel eens een jaartje af wegens haar kleine gestalte, maar
halveren is wat overdreven he). De piloten knepen gewoon een oogje dicht
waardoor ze mee op mijn schoot vooraan in de helikopter mocht.
Het was een
helikopter zonder deuren (toen we Fien dit vertelde was haar reactie: Hoe
geraken we er dan in?) en voor diegene die zich dat ook afvragen, de deuren
waren er gewoon uitgehaald. Voor sommige onder ons was dat wel een zeer
spannend feit (lees Luc) maar de anderen genoten er angsteloos van.
Het was
magnifiek, prachtig en machtig. Een wauw gevoel van hier tot ginder. We hebben
er van de eerste tot de laatste minuut van genoten (behalve Fien, die is de
laatste 10 minuten in slaap gevallen J, maar haar toekomstdroom is
momenteel helikopterpiloot worden) en hoewel een serieuze hap uit ons budget
zijn centjes waard.
De vroege namiddag
hebben we verscholen in de schaduw doorgebracht om dan de dag af te sluiten met
nog een schitterende wandeling naar de Cathedral Gorge (aan de zuidelijke kant,
de kant die wel open blijft) van 3km. En ook deze heeft Fien helemaal zelf
gewandeld, of moet ik zeggen gelopen, want de gemakkelijke stukken werden door
haar in looppas gedaan waardoor zowel moeder als dochter met een even rood
hoofd aan het eindpunt kwamen.
Kortom een
schitterende, megawarme dag. Morgen nog zo eentje !
15-16/10
Het noordelijke
gedeelte bleef ook deze dagen gesloten, waardoor we beperkt werden in de
mogelijke wandelingen. De lucht was bewolkt wat voor aangenamere temperaturen
zorgde dus dat werd wel door mij met plezier onthaald.
We hebben
ongeveer een 4-tal km (ook onze kleine hiker !) gewandeld tussen de machtige
bijenkorf rotsformaties. Echt zo bizar en zéér indrukwekkend om te zien.
Een heel
wat minder aangenaam kantje van deze dag waren de vliegen.
We werden
om 5u deze ochtend al zeer warm onthaald door deze kleine zwarte gevleugelde
wezentjes. Misschien wel zeer vriendelijk bedoeld, maar hun groet werd niet
echt in dank aangenomen. Deze en hun vriendjes zijn bij ons gebleven tot 18u
avonds en ik kan u verzekeren, als ze met een 50-tal u gezellig heel de dag
gezelschap houden, ge zijt ze grondig beu.
Doordat ze
zo sociaal en sterk aanwezig zijn, heb ik wel eens de kans gekregen om ze van
nabij te bestuderen en ik heb de volgende conclusie getrokken.
Je hebt
verschillende soorten vliegen of beter gezegd verschillende karakters:
-De
gezelschapsvlieg: Die reist gewoon gezellig met je mee, op je rug, op je arm,
op je rugzak, Ze zijn meestal niet alleen maar minstens met zn 20-tal (zie
foto)
-De
aandachtsvlieg: Deze blijft heel de tijd rond je hoofd vliegen en geeft niet
op.
-De
avontuurlijke vlieg: Een echte ontdekingsreiziger, vooral zeer geinteresseerd
in gaatjes en openingen van het menselijke lichaam (ik kan u verzekeren in àlle
gaatjes, een toiletbezoek wordt nu in alle haasten afgelegd)
-De
volhouder: de vlieg die je van bijvoorbeeld je arm verjaagt gaat een seconde
later weer op exact dezelfde plek zitten of enkele cm verder. Dit spelletje kan
eindeloos doorgaan en eindigt zelden met het overlijden van de vlieg
-De
verlegen vlieg: laat zich amper zien, jammer genoeg zeer zeldzaam
Als al deze
karaktertjes zich heel de dag van hun beste kant laten zien dan kun je je
mischien wel voorstellen dat de lol er snel af is.
Maar goed,
de plaag van Australië worden ze genoemd, we zullen er mee moeten leren leven.
Vandaag hebben
we al een stukje van de Tanami Road afgelegd, een 4x4 wegvan een 1000-tal km, die Halls Creek
met Alice Springs verbindt.
We zitten
nu op een afgelegen camping in Wolfs Creek NP (de 2de grootste
meteorietkrater ter wereld) en hebben mogen genieten van een spectaculair
bliksemschouwspel. Deze had als resultaat dat wij op den duur omgeven werden
door 5 bushfires waarvan één iets te veel dichtbij was naar mijn zin. We konden de vlammen duidelijk
zien, maar al goed stond de wind naar de goede kant en werden we er niet door
lastig gevallen. Prachtig om te zien en je voelt je als mens zéér nietig bij
dit natuurgeweld. We stonden op een grote open zandplek, dus behoorlijk veilig
en we hebben het goed in de gaten gehouden (tot de vlammen serieus geminderd waren)
zodat wemet een gerust gevoel de
tent in konden kruipen.
17-18/10
Twee dagen
door een eindeloos landschap. Kilometers vreten met maar heel weinig variatie
in de natuur die je passeert, dus een goed muziekje op en bollen maar. De weg
was behoorlijk goed, af en toe iets te stevige wasbordjesom het comfortabel te noemen, maar al
bij al ging het redelijk goed vooruit.
We hebben
nog een prachtig schouwspel gezien van opvliegende kraanvogels en we hebben nog
een bushfire vlak aan de kant van de weg gezien. Toch nog een beetje spektakel
op een lange rit.
Maar het
grrotste spektakel waren de aboriginals die in het donker aan de kant van de
weg stonden (in panne met hun auto) en dan maar de bush langs beide kanten van
de weg in brand hadden gestoken om aandacht te trekken. We hebben hen een bidon
water gegeven wat spontaan een vreugdedans bij hen ontlokte. Een mooi
schouwspel van dansende silhouetten voor een groot brandend vuur.
De avonden
zijn terug koel en de nachten zijn terug behoorlijk fris. Vestjes en
slaapzakken worden terug bovengehaald.
We zitten
nu in Alice Springs in het center van Australië. Een aangename 32°C doet ons
opgelucht ademen. Morgen nog een dag van inkopen en organiseren en eventueel
een kleine cursus didgeridoo.
Wat is het verschil tussen 40?C en 43?C? Bij 40?C waan je je in een heteluchtoven en bij 43?C in een heteluchtoven met de grillstand aan. Pffff, zweten dus. Zelfs Luc en Fien beginnen het te warm te vinden en dat is de eerste keer dat ik ze er iets over hoor zeggen. Al goed biedt het zwembad wat verkoeling, hoewel dat dat ook met een korreltje zout te nemen is, want het is de eerste keer dat ik zie dat alle mensen, zonder n uitzondering, zonder problemen direct het water in duiken. Maar soit, het zwembad hier doet het ons volhouden. En klein minpuntje: er zitten wel wat bijtjes aan de zwembadrand en Fien heeft jammer genoeg als cadeautje een bijensteek gekregen.
Maar genoeg gezaagd en gezeverd, om even van de hak op de tak te springen: Fienemie kan tot 10 tellen in het engels. Zeer spontaan begon ze nadat wij tot drie hadden geteld (in het engels) verder te tellen tot 10, zonder enige hulp van ons. Onze mond viel open ! Ze had het zichzelf geleerd aan de hand van een Dora computerspelletje. Je ziet, die dingen hebben dan soms ook toch een nut.
En dan het belangrijkste punt: DE AUTO IS GEMAAKT !!! Het heeft ons $670 gekost, blijkbaar een klein gaatje dat een groot gat in ons budget betekent, maar toch in ieder geval een stuk minder dan verwacht. Dus al bij al toch nog een beetje een meevaller.
Morgen gaan we dan ook terug op pad naar de Bungles Bungles om dan echt naar het center van Australi te rijden. Heel wat kilometers te overbruggen in de middle of nowhere, dus het kan zijn dat jullie een hele tijd niets van ons gaan vernemen.
We hebben vandaag dan toch nog wat mogen beleven. Deze
namiddag zaten we gezellig met zn allen aan het zwembad net zoals alle
voorbije middagen hier in Kununurra.
Op een gegeven moment, er waren wat wolkjes te bespeuren,
gaf ik de opmerking regen te ruiken. Dit werd een beetje weggelachen door mijn
medereizigers, met een volledige ontkenningdoor Annemie, aangezien ze het niet aan haar elleboog voelde
(naar het schijnt heeft ze een gevoelig elleboogje en had ze al regen voorspeld
enkele dagen voordien,blijkbaar
toch een beetje verkeerd afgesteld). Enkele minuten later volgde er een verre
donderslag maar we bleven rustig aan ons tafeltje zitten aangezien Luc metzijn Australisch weerkundige kennis op
de proppen kwam: Wisten jullie dat nu de periode begint van het onweer met
donder en bliksem maar zonder regen? Blijkbaar is dit iets wat regelmatig
voorkomt in deze regio. Nee, dat wisten we niet.
De wolken trokken dicht en enkele zware donderslagen en
bliksemflitsen volgden, maar we bleven rustig zitten.
Mensen vertrokken haastig uit het zwembad, kinderen werden
binnengeroepen, maar wij bleven rustig zitten. Ah ja, het is hier onweer zonder
regen he.
Maar, je voelt het al aankomen zeker, het begonnen te
regenen. En niet zomaar wat regen, nee het viel met bakken uit de hemel. Toch
niet zo erg hoor ik jullie al zeggen, met die temperaturen, kan een
verfrissende bui toch deugd doen?Dat is waar, maar je moet onze situatie eens voorstellen: we hadden
enkel onze binnentent opstaan, de koelst mogelijke manier om te slapen, maar
verre van waterdicht (en wil je de buitentent erover doen, moet je eerst de
stokken en de piketten uit de binnentent doen, een heel gedoe met andere
woorden), er lag nog een dekentje buiten met kleurboekjes en spulletjes van
Fien, de speelgoedbak van Fien stond open, Annemie haar gsm hing nogaan het stopcontact buiten en nog veel
meer gerief stond nog lekker gezellig buiten.
Om een lang verhaal kort te maken, we zijn als de bliksem
(let op de woordspeling J)naar
de tent gerend, hebben Fien onder een afdakje geplaatst en dan proberen om de
schade zo beperkt mogelijk te houden. Alles werd in de auto gesmeten (en dan
vergeten de koffer dicht te doen, echt waar) om dan onze tent te redden. We
kregen hulp van medekampeerders en redelijk snel stond de buitentent over ons
binnententje. Maar niet snel genoeg dus want al de inhoud was behoorlijk nat.
En dan ben je dankbaar voor de warme temperaturen (en voor
de droogkasten) want tegen de tijd dat het bedtijd voor Fien was, was nagenoeg
alles weer droog en bleef de schade beperkt. Fien is het grootste slachtoffer
want een heel aantal boekjes van haar zijn gesneuveld. We hebben het haar
nogniet verteld, maar zeker weten
dat er morgen een klein drama zal volgen.
Maar goed, we hebben er ons lesje uit geleerd, hoe goed het
weer ook mag lijken, hoe goed de weersvoorspellingen zijn, direct reageren als
er een verandering in het weer lijkt en altijd alles opruimen !
Australië
heeft ons al veel prachtige dingen laten zien en we hebben al van ontzettend
mooie en leuke dingen kunnen genieten. Maar we worden wel op proef gesteld. De
dingen die stuk gaan deze reis zijn niet ontelbaar, maar zijn wel op weg om dat
te worden. Op onze eerste avond in Australië kwamen we al tot ontdekking dat
onze rits van de binnentent het ons moeilijk ging maken deze reis (hoewel hij
perfect werkte toen we thuis vertrokken) en dat doet hij dus nu nog steeds.
Onze opblaasbare kussentjes begaven het één voor één tijdens de eerste week en
bij het begin van de tweede week begaf onze radiator van de auto het (wat wel
op een fijne manier opgelost is zoals jullie al kunnen lezen hebben).
We hebben
onze reis dan even verder kunnen zetten zonder problemen, om dan ongeveer 3
weken later geconfronteerd te worden met een kapotte stuurstang die ons
financieel even serieus deed slikken. Enkele dagen later komt Luc tot de
ontdekking dat zijn zoomlens rammelde (iets wat voor alle duidelijkheid niet
normaal is) en dat zijn fotos die met deze lens getrokken worden grotendeels
onscherp zijn.
En nu is
het afwachten hoe het met onze benzinetank gaat verlopen (morgen weten we meer,
maar dat het een dure affaire gaat worden, dat weten we al) dus zitten we
ondertussen op een heet plekje (min27°C (nacht) max 41°C(dag) met als
voorspelling morgen en overmorgen 43°C) wachtend op het verdict. En door die
behoorlijk hoge temperaturen hebben 2 van de 3 slaapmattekeshet ook nog begeven. Het zijn van die
zelfopblaasbare die zich nu meer hebben opgeblazen dan gebruikelijk. Elk matje
is nu voorzien van een zeer dikke bult wat het slaapcomfort niet echt
bevordert.
Even
slikken dus want het wordt een beetje veel van het goede.
Maar we
laten ons koppeke niet hangen en Fien vindt het hier geweldig! Elke dag van s
morgensvroeg tot avonds in het zwembad. Ze is er niet uit weg te slaan. Met
als resultaat dat ze haar watervrees aan het overwinnen is en dat ze nu in
volle enthousiasme van de kant het water in springt (met bandjes
wetteverstaan), koppeke onder is geen enkel probleem meer.
Als we woensdag kunnen vertrekken zitten we 12 dagen achter
op onze planning
Op zich niet erg,we hebben geen vast schema en het fijne van reizen is dat je zeer
flexibel met je planning om kunt gaan, maar in dit geval is het veel minder
interessant aangezien het gedeelte waar we naar toe trekken steeds warmer en
vochtiger gaat worden, met aankomende regens die de wegen kunnen blokkeren.
Onze vrijheid is tijdelijk weg, maar we nemen deze tijd dan
maar om wat te relaxen en zoals Annemie heeft geschreven in haar mail: We doen
ons best om te blijven genieten, deze dagen van frisse melk en yoghurt
(eindelijk nog eens een koelkast), uitgebreid naar de supermarkt (om vooral te
genieten van de airco en niet te shoppen want daar hebben we geen budget meer
voor he J) ,
nog eens iets anders lekkers klaarmaken, en elke avond internet: dus mensen,
t is nu de moment om een mailtje te sturen !
Onze campsite is zoals al gezegd gelegen op een schaduwrijk
plekje onder mangobomen en hetschouwspel van gisterenavond met de vleerhonden heeft heel de nacht
geduurd met vallende mangos naast onze tent en gekrijs en geflapper (het
geluid daarvan doet echt denken aan vampierenfilms) heeft non stop de hele
nacht geduurd. Niet goed voor de nachtrust dus.
Om eens van de gelegenheid gebruik te kunnen maken om eens
wat langer te kunnen slapen staat niet in Fien haar woordenboek, want zoals
gewoonlijk is ze bij het het eerste daglicht wakker en dat is rond 5u00. Als we
wat geluk hebben is het een half uurtje later maar dan is het gekrijs van één
of ander gezellig vogeltje of de eerste brandende zonnestralen die ons de tent
uitjagen..